BREINKLEVERS 2
In oktober 2024 heb ik voor Breinklevers 2 100 stukjes geselecteerd uit de columns die ik tussen 1-10-2023 en 1-10-2024 heb gemaakt. Ook deze papieren versie heb ik in beperkte oplage 😜 'uitgezet' bij mijn volgers en in mijn netwerk. Hieronder de E-boek versie.
Jan Vos 1 oktober 2024.

BREINKLEVERS 2
EEN SELECTIE VAN 100 STUKJES UIT DE COLUMNS GESCHREVEN TUSSEN 1-10-2023 EN 1-10- 2024
Dit tweede deel van Breinklevers draag ik wederom op aan Hanneke ….die ik na onze eerste kennismaking in 1978 regelmatig heb beloofd dat ik ooit een serieus boek ging schrijven. Althans, dat beweert ze. Ik heb daarna vele honderden A4-tjes met quasi diepere gedachten opgeschreven over de bepalende gebeurtenissen en memorabele mensen in mijn leven. Het is uiteindelijk een omvangrijke verzameling geworden die ik nog altijd aan het actualiseren, aanvullen, inkrimpen en fijnslijpen ben. Maar of al dit schrijf- en denkwerk ooit als volwaardig eindproduct mijn ‘geheime archief’ zal verlaten, is nog maar even de vraag. Want in deze ‘aanzet tot memoires’ staan natuurlijk ook de nodige brisante en gênante passages. En wie is daar nu in geïnteresseerd? En je kunt er nog levende types ook mee op de kast jagen of op de ziel trappen. Dus dat boek ‘in staat van wording’ is altijd boven de markt blijven zweven. Of het ooit zal landen? Wellicht. Maar om Hanneke toch al een boek van mijn hand te kunnen aanbieden, heb ik verleden jaar 200 van mijn columns die ik al 10 jaar voor mijn blog schrijf gebundeld in het boekje Breinklevers. Ja, en dan volgt natuurlijk bijna automatisch een jaar later een selectie van 100 nieuwe columns in deze Breinklevers 2.
Voorwoord
Vanaf mijn pensionering, medio 2014, heb ik elke week een paar korte stukjes met ‘snelle’ opvattingen over de grote en kleine wereld geschreven en op mijn blog ‘janvossenholl.nl’ gezet. Het gaat over van alles en nog wat: beschouwingen over de actuele (geo-)politiek, baanbrekend wetenschappelijk onderzoek, de rol van ‘het toeval’ in ieders leven, de illusie van de vrije wil, de kwaadaardigheid van religies, het irrationele godsgeloof, het ‘niets’ van vóór de oerknal en het almaar uitdijende universum daarna….noem maar op. Ik schrijf deze stukjes om later nog eens terug te kunnen lezen wat ik ‘ooit’ van die onderwerpen vond, maar vooral ook omdat ik zelf veel voldoening haal uit onder woorden brengen van wat er zoal in mijn brein rondspookt….’spul’ dat daar niet zelden wat rommelig blijf zweven of kleven en dat ik vaak alleen scherp kan krijgen of kan ‘loslaten’ door het enigszins gestructureerd op te schrijven.
Hoewel de wereld er het afgelopen jaar bepaald niet ‘beter’ op is geworden, zijn het ook nu geen stukjes geworden van een doemdenker, maar van een wat relativerende beschouwer wiens idealisme vaak getemperd wordt door realisme en pragmatisme. Hoewel ik weet dat het noodlot op mondiaal niveau ooit genadeloos toe kan slaan, denk ik op mijn betere momenten dat er best nog een klein kansje is dat het met de wereld nog een aantal jaren de goede kant op kan gaan, mits het denkende deel van de mensheid tijdig bij zinnen komt. Een beetje hoop moet er blijven, anders kun je er net zo goed direct bij gaan liggen.
Jan Vos, Groningen, 1 oktober 2024
1. De Apocalyps zal eerder plaatsvinden door een kernoorlog, dan door klimaatrampen.
,,Ik weet niet welke wapens er in de Derde Wereldoorlog zullen worden gebruikt, maar ik weet wel dat in de Vierde Wereldoorlog alleen gevochten zal worden met speren, stokken en stenen.” Albert Einstein
,,Alles wat fout kan gaan, zal op enig moment fout gaan.” Edward Murphy van “de wet van Murphy.
,,In de komende uren zou de wereld ten einde kunnen komen” zei generaal Robert Kehler, voormalig bevelhebber van het US Strategic Command, vier jaar geleden tegen Amerikaanse defensie- en veiligheidsjournalist Annie Jacobsen. Zij heeft recent een boek geschreven over wat er kan gebeuren als er ergens één of twee kernraketten worden afgeschoten. In haar “Kernoorlog – Het Scenario” (2024) legt Jacobsen overtuigend uit dat er dan zeer waarschijnlijk een keten van onvermijdelijke vervolgstappen in gang gezet wordt die onontkoombaar eindigt in de vernietiging van de mensheid. Omdat de veiligheidssystemen die dat moeten voorkomen op onderdelen irrationeel zijn en zeer gevoelig voor menselijke inschattingsfouten.
Jacobsen werkt in haar boek minutieus (ook letterlijk) het scenario uit, dat door insiders als uiterst plausibel wordt beoordeeld: Noord-Korea lanceert bewust, als provocatie, of per ongeluk twee raketten met een thermonucleaire bom op de beide kusten van de VS af, waarvan één op Washington en één op een kerncentrale in Californië. Die bommen hebben elk 3500 maal meer vernietigingskracht dan de atoombom op Hiroshima. Zo snel mogelijk na die lancering vuren de VS 80 ballistische kernraketten met in elke kop meerdere thermonucleaire kernbommen op Noord-Korea af, bedoeld om het land totaal te vernietigen. Dit is het standaardprotocol: er wordt direct gereageerd als de satellieten van de VS ballistische raketten richting de VS detecteren en er wordt niet gewacht tot ze 32 minuten later ergens in de VS inslaan.
Die gelanceerde Amerikaanse raketten richting Noord-Korea moeten deels over Rusland, die dat, zonder waarschuwing vooraf, kan/zal beschouwen als een op haar gerichte aanval door de VS. En als de presidenten van beide landen elkaar dan niet tijdig aan de lijn kunnen krijgen, wat zeer denkbaar is, vuurt Rusland binnen 18 minuten als vergelding een paar honderd ballistische kernraketten op de Amerikaanse steden af. Hier reageren de VS dan weer binnen een paar minuten op met een nog grotere aanval met kernraketten op Rusland. Beide landen willen niet het risico lopen vernietigd te worden, voordat ze zelf een even vernietigend hebben gereageerd. Tijd om goed te kunnen checken of de aanval fake of reëel is, is er niet. Waanzin? Annie Jacobsen en veel van de insiders die zij interviewt weten er geen ander woord voor te bedenken
De beschikbare afweersystemen, die nog niet bewezen hebben in de praktijk ook te werken, zijn bij lange na niet in staat om meer dan een fractie van al deze ballistische raketten te onderscheppen, dus binnen het uur liggen de grootste steden in Rusland en de VS in de as. Vele honderden miljoenen doden binnen een fractie van een paar seconden na de ontploffing is het directe gevolg plus een veelvoud daarvan aan levensgevaarlijk gewonden die nooit geholpen kunnen worden omdat niet alleen het zorgsysteem, maar alle systemen zijn vernietigd. Na de talloze miljoenen directe doden volgen nog een veel groter aantal dat door de fall-out met radioactieve straling ongeneselijk ziek wordt en ten dode is opgeschreven. Degenen die direct zijn gevaporiseerd door de vuurbal van 82 miljoen graden Celsius hebben mazzel,
maar de overlevenden die er uren, dagen of weken over doen om met derdegraadsverbrandingen, gebroken ledematen of verwoeste organen de marteldood te sterven hebben vette pech. En dit is dan nog maar het begin. De fall-out die zich over een groot deel van de wereld uitstrekt, creëert namelijk een nucleaire winter op het noordelijk halfrond die de temperatuur met 10 tot 20 graden doet dalen en ervoor zorgt dat er in grote delen van de wereld nog nauwelijks landbouw mogelijk is. Het gebrek aan voedsel en de vernietiging van alle denkbare systemen, waaronder het internet, het vervoer, de zorg, de industrie en de elektriciteitsvoorziening zullen op termijn tot miljarden hongerdoden leiden. En daarmee tot het einde van de menselijke beschaving zoals we die nu kennen.
Sciencefiction? Nee, niet bepaald, Jacobsen interviewde 100 ingewijden: legerofficieren, defensie-experts, presidentiële adviseurs, kabinetsleden, geheim agenten, kernwapenontwerpers, systeemanalisten, kernwetenschappers en vele andere experts: de meesten beoordeelden het falen van de nucleaire veiligheidssystemen als een reëel scenario.
Tot dusver hebben we gewoon mazzel gehad en is het systeem nog niet echt tot het eind getest. En die keren dat het verkeerd had kunnen, ging het net goed: door pure mazzel of door de ongehoorzaamheid van een officier die de protocollen niet volgde omdat hij instinctmatig voelde dat het systeem faalde. Maar ook toen had het balletje ook de verkeerde kant op kunnen rollen.
Maar waarom zou dat altijd goed blijven gaan? Zijn daar sterke argumenten voor te bedenken? Jacobsen en de experts die zij interviewde voor haar boek konden zulke argumenten niet bedenken. ,,Eens houdt ons geluk op" is toch het algemene gevoelen.
En als je dan ook nog eens tot je laat doordringen wat het morele en intellectuele niveau is van de machthebbers die het dichtst met hun fikken bij de atoomknoppen van hun land zitten, dan is er ook weinig aanleiding voor veel optimisme: Poetin, Kim Jong-un, Netanyahu, Modi en over een jaar misschien ook weer de mafste en meest onvoorspelbare van allemaal: Trump. Xi is waarschijnlijk nog de stabielste van het rijtje. Is het met rationele leiders al complex om het veiligheidssysteem dat ons moet behoeden voor een niet geplande kernoorlog naar behoren te laten werken, met irrationele narcisten aan de knoppen lijkt dit schier onmogelijk.
Het is toch wel bizar: het niveau van onderwijs en wetenschap is in de menselijke geschiedenis nog nooit zo hoog geweest als nu, maar onze politieke systemen slagen er om diverse redenen maar niet in om de meest briljante burgers ook aan de top van de politieke machtpyramides te krijgen. Steeds weer zijn het half-geletterde zultkoppen, die louter worden gedreven door hun ego, machtswellust en korte termijn eigenbelang. Zij zullen niet zozeer bewust op een kernoorlog aansturen, mag je dan nog hopen, maar creëren door hun onvoorspelbare en roekeloze gedrag wel situaties waarin de spanningen oplopen, er meer onbeheersbare conflicten ontstaan en inschattingsfouten sneller gemaakt kunnen worden. De wereld zal dan ook, moet je vrezen, eerder ten ondergaan aan een onbedoelde kernoorlog, dan aan klimaatrampen.
De 100 experts die Jacobsen heeft geïnterviewd, maken overtuigend duidelijk dat de afschrikkende werking van kernwapens een illusie is en dat de kans groot is, dat het onze ondergang wordt, met name door toeval en menselijke en technische inschattingsfouten die zich maar moeilijk laten sturen. Het voordeel van deze tamelijk angstaanjagende verwachting is wel, dat we ons om heel veel andere problemen veel minder druk hoeven te maken. Ons vermogen om te relativeren kan er dus een boost door krijgen.
2. Hebben wij, van de ‘elite’, altijd slim onze kansen gepakt of hebben we vooral veel mazzel gehad?
Het is alweer enige tijd geleden dat ik na een gezellig en onderhoudend, maar behoorlijk prijzig eet- en drinkgebeuren in een trendy Gronings restaurant wat schuldbewust vaststelde dat wij toch wel veel mazzel hebben (gehad) dat wij ons dit soort luxe kunnen veroorloven. De reactie was: ,,ja, maar wij hebben wel de kansen die we kregen ook gepakt en er iets van gemaakt.” Op zich is zo’n reactie niet geheel onwaar, maar wel rijp voor nuance en tegenspraak, zeker als er mee bedoeld wordt: degenen voor wie die luxe niet bereikbaar is, hebben blijkbaar hun kansen niet gegrepen. Ergo: het is dus hun eigen schuld dat ze zich zo weinig kunnen veroorloven. En wij hier aan tafel hebben het dus door hard te werken en slim te zijn gewoon verdiend.
Tegen zo’n redenering is best veel in te brengen. Bijvoorbeeld dat ie asociaal hard is en ook onjuist. Hard voor degenen die nooit kansen hebben gekregen, die nooit een mooie opleiding mochten of konden volgen en mede daardoor de pech hadden om fysiek zwaar en/of laagbetaald werk te moeten doen, waardoor ze zich nooit enige luxe (hebben) kunnen permitteren. Op zich al treurig, maar dan vervolgens ook nog het verwijt krijgen: ,,had je je kansen maar moeten grijpen” is gewoon iemand onterecht afzeiken…welke kansen hadden deze pechhebbers dan moeten grijpen?
Die redenering “moet je je kansen maar grijpen” is dus onjuist omdat je kansen pas kunt grijpen als je ze ook krijgt. En de meeste mensen krijgen geen kansen op goedbetaalde banen waarmee zich ze enige luxe kunnen veroorloven. Dat is zelfs in een welvarende samenlevingen als de onze voor misschien maar 20% van de burgers weggelegd. En zelfs degenen die de kansen krijgen op een mooie opleiding, en daarmee verbonden goedbetaalde banen, hebben niet altijd het vermogen om die kansen ook te pakken. Vele redenen daarvoor: te weinig intellectuele en/of sociale vaardigheden meegekregen, maar misschien ook pech gehad bij het ‘uitdelen’ van de juiste karaktereigenschappen om kansen te grijpen als ze zich voordoen, zoals doorzettingsvermogen.
Kortom: je moet niet alleen mazzel hebben om kansen te krijgen, je moet nog veel meer mazzel hebben om die kansen ook te kunnen benutten. Want bijna alle eigenschappen/vaardigheden die bepalen of je wel of niet succesvol bent in het leven, heb je niet zelf kunnen uitkiezen, maar via toeval gekregen in de trajecten van geboorte, opvoeding, sociale relaties en andere vormende toevalligheden.
Al met al kan ik het niet uit de pen of mond krijgen dat ik mijn luxe-situatie ook verdien t.o.v. anderen die weinig of geen enkele luxe hebben, omdat ik de kansen gepakt heb en die anderen dus blijkbaar niet. Ik weet van mijzelf dat ik die kansen op een opleiding, baan, relaties en geluk alleen heb gehad omdat mij die op de juiste momenten door de juiste mensen werden geboden. Geen eigen verdienste, maar mazzel. En ik weet nog veel beter dat ik die kansen alleen heb kunnen pakken omdat ik over het juiste setje vaardigheden beschikte. En ook dat setje heb ik voornamelijk aan toevallige omstandigheden te danken, en maar heel weinig aan eigen verdienste. Had mijn wieg op de Koningin Wilhelminaweg te Gouda op nummer 15 in plaats van 16 gestaan, dan had ik mijn werkende leven in de tapijtenfabriek KVT te Moordrecht doorgebracht en was ik nooit naar de universiteit gegaan en had ik zeker nooit 'duur gegeten' in een Gronings restaurant. Toch was mijn buurjongen/voetbalvriend niet minder slim dan ik. Hij kwam alleen door het toeval in een andere mal terecht waaruit voor hem geen ontsnappen meer mogelijk was.
Kortom: ik heb weinig met die types die denken dat zowel succes als armoe een keuze is…types die daarom vinden dat ze het morele recht op hun luxe hebben en de pech-hebbers aan de onderkant niet zo over hun situatie moeten klagen, omdat zij hun kansen immers niet hebben gepakt.
Ik zou de bevoorrechten die zo denken toewensen dat ze een keer opnieuw moeten beginnen…maar dan in een ander milieu, zonder de vaardigheden om uit de armoedeput te komen en zonder mooie kansen om hogerop te komen....hoe zouden ze vanuit dat perspectief dan nu redeneren?
3. ,,Wil je vrede behouden, dan moet je je voorbereiden op oorlog." Aldus Plato 2500 jaar geleden.
,,We leven niet in een naoorlogs tijdperk, maar in een vooroorlogse periode“, schreef de Poolse premier Donald Tusk laatst. Deze wat sombere, maar m.i. realistische inschatting was bedoeld om een gevoel van urgentie te kweken bij de politici en burgers op dit continent die denken dat het allemaal wel mee zal vallen met die “Russische dreiging”. Maar degenen die denken dat wij Europeanen nooit meer oorlog aan den lijve zullen ondervinden, die zijn naïef en kennen hun geschiedenis slecht, een geschiedenis van 2000 jaar oorlog in Europa, zo nu en dan onderbroken door periodes van vrede, vaak behoorlijk korte periodes en heel soms wat langer, zoals de vrede die we nu sinds WOII in het grootste deel van Europa kennen. Met dank aan ‘het grootste vredesproject ooit’, de EU en het ‘defensieproject’, de NAVO. Maar beide projecten zijn geen garantie dat we in dit deel van de wereld de ‘eeuwige vrede’ zijn binnengewandeld. Dat zal een droomwereld blijken als we ons we ons niet op alle mogelijke manieren wapenen tegen de agressieve ambities van een boze buitenwereld.
Sinds de val van de muur in 1989 hebben we het militaire en mentale vermogen om ons tegen elke vijand te kunnen verdedigen behoorlijk verwaarloosd. We gaven de voorkeur aan meer welvaart boven meer veiligheid. Er werd een situatie gecreëerd waarin agressieve machten konden denken dat wij niet meer bereid en in staat waren om ons militair te verdedigen. We leken een van de belangrijkste lessen uit de krijgsgeschiedenis te vergeten: als de vijand de indruk krijgt dat je zwak ben, dan creëer je een situatie waarin je die vijand ‘uitnodigt’ om tot de aanval over te gaan. Militairen spreken zelf van een situatie waarin je de vijand bijna dwingt tot een ‘first-strike’ volgens de redenering: dit is het moment dat we toe moeten slaan, want later zijn ze misschien weer sterker dan wij en delven wij het onderspit. Zwakker zijn dan vijandige buren leidt op enig moment vaak tot oorlog, zo leert de geschiedenis. Door jezelf zwak te maken of die indruk te wekken, stort je dus niet alleen de eigen bevolking in de ellende, maar uiteindelijk ook de bevolking van de tegenstander.
De meest bedreigende vijand is op dit moment evident het Rusland van Poetin. Hij zal niet direct heel Europa met een leger binnentrekken, maar zal via de salamitactiek telkens een land of gebied binnen zijn invloedssfeer proberen te brengen. Om te beginnen Oekraïne. En dan achtereenvolgens Moldavië, Georgië, de Baltische staten en dan….? Steeds kan de NAVO dan kiezen tussen toegeven aan de Russische agressie of dreigen met keiharde tegenmaatregelen. Maar dat dreigen zal geen enkel effect hebben als we militair onze zaken niet op orde hebben. We moeten militair zo superieur zijn aan de Russen, dat ze weten dat het menens is en dat ze bij een serieuze aanval kansloos zijn en m.n. hun machtselite de hoogste prijs gaat betalen. Dus als wij in Europa de vrede wilt behouden, dan moeten we ons zo goed voorbereiden op oorlog, dat de tegenstander zich wel drie keer bedenkt alvorens hij ons aanvalt, bedreigt of chanteert.
Het besef dat de Europese landen stap voor stap, maar wel snel, naar een soort oorlogseconomie moeten overschakelen, dringt steeds dieper door in onze samenleving. Die transformatie, waar de militaire bobo’s in alle Europese landen de laatste maanden terecht sterk op aandringen, zal nog een mega-klus worden. Niet alleen zullen er veel grotere budgetten voor militair equipement, cyberveiligheid en goed opgeleid defensiepersoneel nodig zijn, maar de militarisering van onze economische structuur en de bredere alertheid voor beveiliging van onze kwetsbare vitale infrastructuur vraagt om omslag in denken en handelen. Daarnaast zullen we ook op defensiegebied veel meer Europees moeten gaan samenwerken: als het maar even kan gezamenlijk inkopen, gaan werken met dezelfde wapensystemen, die zoveel mogelijk geproduceerd moeten worden door een Europese wapenindustrie, om onze afhankelijkheid van een Trumpiaans Amerika te verkleinen.
Maar de grootste opgave wordt waarschijnlijk de mentale transformatie van de aan hun welvaart en ontspanning verknochte Europeanen die in meerderheid “niets met oorlog hebben”, omdat ze nog nooit een gewapend conflict hebben meegemaakt en zich doorgaans maar weinig in krijgsgeschiedenis en geopolitiek verdiepen. Dus wat weten wij van oorlogsdreiging? Dat is van vroeger en van andere continenten. Zullen deze redelijk verwende burgers in voldoende mate hun vrijheden, rechtstaat, democratie en ‘way of life’ willen verdedigen tegen een autoritaire agressor die ons bedreigt? De Vlaamse hoogleraar en geopolitiek denker Jonathan Holslag gaf laatst een helder antwoord op deze vraag: ,,Europeanen zijn te decadent geworden en willen niet meer vechten om hun toekomst veilig te stellen." Ik vrees dat hij wel eens gelijk zou kunnen krijgen.
4. Het eeuwige leven in een soort van hemel? Een horrorgedachte.
Het overgrote deel van de 8 miljard aardbewoners gelooft dat er leven na de dood is en daarvan gelooft weer het grootste deel dat er een hemel is waar je voor eeuwig door kunt leven en waar alles geweldig is. Zij hopen daar ooit naar binnen te mogen. Wat ze ook beloofd is, als ze maar leven volgens de regels van degenen die in hun religie de toegangspoort en de weg ernaar toe bewaken. Zo beloven IS-K leiders aan hun gehersenspoelde zotte volgelingen dat je direct in Islam-hemel komt en 44 maagden tot je beschikking krijgt als je je tijdens een concert van Taylor Swift opblaast en daarbij zoveel mogelijk tieners vermoordt.
Hoe kan een zinnig mens deze apekool geloven? Door indoctrinatie in z’n engste vorm. Vanaf de geboorte is het er zo effectief ingestampt dat het in het brein zit vastgespijkerd en het er bij de meesten nooit meer uitgaat. Wat ook helpt is dat bij iedereen in hun omgeving dezelfde print is ingebracht en dat op twijfel of dissidente gedachten sociale uitsluiting of nog draconischer straffen staan. Dus dan moet je wel…maar toch: de meesten die dit geloof in de hemel en het eeuwige leven met de paplepel ingegoten hebben gekregen, hopen ook vurig dat het waar is, ze lijken er zelfs naar te verlangen. En daar kun je je best iets bij voorstellen, zeker als jouw leven op aarde geen lolletje is of zelfs vooral dagelijkse ellende. Dan hoop je natuurlijk dat er hierna nog iets komt dat wel de moeite waard is. Dan denk je niet ietsjes dieper door.
Dan denk je niet logisch-consistent na over het realiteitsgehalte van die hemel-belofte. Dan stel je geen kritische vragen naar empirische bewijzen. Zulke vragen liggen voor het oprapen. Zoals: waar zou die hemel zich moeten bevinden? Ergens in of boven de aarde? Ver weg in het universum? En hoe kom je daar dan? Hoe ziet zo’n doorsnee-hemel er eigenlijk uit? Of, minstens even intrigerend: hoe zien we er zelf uit als we morsdood zijn en ons lichaam is getransformeerd tot een verzameling losse atomen? Waar denken en praten wij onzichtbare en dolende zielen dan mee? Hoe kunnen we elkaar horen en zien, zonder oren en ogen? En als het zo geweldig is in die hemel omdat alle denkbare behoeften maximaal kunnen worden bevredigd, met welke organen moet daar dan van genoten worden? Zitten er alleen dooien van de Homo Sapiens in die hemel of is er eerst geëxperimenteerd met een hemel vol Neanderthalers? En worden er ook dieren in opgenomen? Of moest God, want ja, die hebben we ook nog en hij schijnt zelfs de creator van dit alles te zijn, ergens een grens trekken?
Dit zijn gewoon wat praktische vragen waar je als weldenkend mens nooit bevredigende antwoorden van die gasten op krijgt. Verder dan ,,je moet het maar gewoon aannemen, je moet er in geloven” komt het niet. Ja, oké, onder het mom van “geloof” kun je dus alle denkbare zotte praat verkopen. Er is zelfs een geloof waarin ze beweren dat je over water kunt lopen en hele volksstammen geloven dat echt.
Maar laten we nu eens even meegaan in het gedachtenexperiment van een hemel waar je je eeuwig moet vermaken, waar je dus nooit meer uit kunt ontsnappen. Dat is toch de ergste nachtmerrie die je je kunt voorstellen? Eeuwig met een groep ‘anderen’ te moeten verkeren. Anderen wie en wat? Wie ontmoet ik daar eigenlijk? Dezelfde klojo’s die ik op aarde ook overal tegenkwam? Kan ik Hitler of Mao daar ook tegen het lijf lopen? Of al die enge types die we vaak, toen we nog leefden, in de media zagen? Of zijn er in de hemel geen media? Maar waarmee moeten we ons dan vermaken, wat gaat het leven eeuwig spannend houden? Kan er daar veel aan sport gedaan worden? Zonder armen en benen wordt dat lastig. Zijn er wel boeken? Lijkt me sterk, als je geen ogen meer hebt om te lezen.
In zo’n hemel-leven zou ik gek worden. O nee, dat zit er niet in, want je hebt geen hersens meer. Je bent louter een verzameling losse atomen, met verder niets en onzichtbaar. Dan blijft er nog maar één ontsnappingsroute over voor hen die het er absoluut niet kunnen uithouden: zelfmoord….Hilarisch, want je kunt je zelf niet van kant maken, want je hebt geen hart meer en kunt dus niet voor een tweede keer doodgaan. Gelukkig weet ik voor 99.9999% zeker dat ik niet bang hoef te zijn voor een hemel met een eeuwig leven. Omdat het een onzinnige fantasie is over een fenomeen dat om evidente redenen niet kan bestaan. Waarom dan geen 100% zekerheid dat het niet bestaat? Wetenschapper hè.
5. Van de ene gemoedstoestand naar de andere….van boosheid naar relativeren en weer terug.
Regelmatig betrap ik me er zelf op dat ik soms behoorlijk kan zwalken tussen verschillende gemoedstoestanden. Het kan dan van het ene uiterste naar het andere gaan. Op het ene moment ben ik die bezorgde of boze burger die zich weer eens mateloos ergert aan de oerdomme, stiekeme, egoïstische, narcistische, slechte of gewelddadige medemens, types die zich namens een overheid, een bedrijf, een bende of gewoon namens zichzelf uitleven op anderen. Van dit soort zijn er veel te veel en ze zitten in alle hoeken en gaten. Je ziet het, leest het, hoort het, weet het, je kunt er vaak niet aan ontsnappen. En om een of andere reden werken ze als een magneet op mijn aandacht en mijn humeur.
Maar ver voordat die gemoedstoestand tot te grote en langdurige somberheid leidt, grijpt het brein hard in, waarschijnlijk uit een soort zelfbehoud, en gaat het over in de relativeringsmodus van de stoïcijn. Dan komen diverse soorten gedachten binnen als “de wereld staat er op vele punten nu toch beter voor dan tig jaar geleden” of “er zijn ook veel mensen die wel deugen” of, ook een mooie, “mensen zijn niet van nature slecht, maar worden zo door de omstandigheden gemaakt en kunnen er zelf ook weinig aan doen.” Het brein bedenkt van alles om de sombere stemming in wording te dempen en het glas weer half vol te vullen.
Het helpt meestal goed, dat relativeren. Het besef daalt in dat die negatieve gedachten zinloos zijn en het voor je gemoedsrust beter is om je niet al te druk te maken over zaken die jij als individu toch niet kunt beïnvloeden. Maar los daarvan: wat maakt het de facto eigenlijk uit of er nu 10 of 100 miljoen mensen lijden in een onvolmaakte wereld met 8 miljard wereldburgers, waarvan er tallozen op dagelijkse basis gekweld worden door geweld, honger, ziektes of onderdrukking? Bij welke aantallen komt er vanuit het brein het signaal: dit kan echt niet meer?
Is dit nu verstandig relativeren of vooral een kwestie van je er op een cynische manier vanaf maken? Zo'n denkproces is niet of nauwelijks te sturen. Ieders brein wikt en beschikt op haar eigen manier. Hoewel…de breinen die over dit vraagstuk überhaupt niet wikken, laat staan wegen, zou ik niet de kost willen geven.
De meest relaxte toestand van ‘zijn’ bereik ik overigens als het brein mij dwingt tot de gedachte dat op de keeper beschouwd 'het' ook allemaal geen donder voorstelt, dat je het leven, de mens, deze beschaving of de mensheid ook als een illusie kunt beschouwen of als een zeer tijdelijke ervaring, die weer voorbij is voor we er erg in hebben. Dus waarom zou je in die korte tijdspanne die je gegund is zo somberen? Niemand die er beter van wordt, zeker jijzelf niet. En die absolute tijdelijkheid van alles is geen geforceerd bedenksel, maar de harde realiteit: alles, maar dan ook echt alles wat er op enig moment is, zal vroeger of later, snel of langzaam, ook weer verdwijnen.
Dat geldt niet alleen voor het zich druk makende ventje Vos en zijn omgeving, maar ook voor de homo sapiens als geheel: we waren er 13.4 miljard jaar nooit, dan zijn er op de eeuwige tijdschaal een paar nano-secondes, om daarna voor altijd te weer verdwijnen en op te lossen in een wolk van atomen, die zich mengt met het stof van ons imploderende sterrenstelsel. We laten echt niets na...geen boeken, geen artefacten, geen geschiedenis. En als er nog een tijdje een paar resten overblijven, dan is er niemand meer om daar kennis van te nemen. Vanuit die 100% zekerheid dat we er als individu en als beschaving op enig moment toch 'aangaan’, kun je je afvragen wat het uitmaakt of dat nu wat eerder of later gebeurt.
Het gaat er niet om hoe lang we nog hebben, maar hooguit hoe leuk/leefbaar het nog is in de resterende tijd. En dat geldt ook voor de beschavingen op deze wereld. Die verdwijnen op enig moment allemaal, dat is zeker, al was het alleen maar omdat onze aarde op enig moment eerst onleefbaar wordt voor de mens en daarna voor alles wat leeft. Dat kan al vrij snel door een kernoorlog, door komeet-inslagen of door een snelle opwarming, die wel te vertragen is, maar niet te voorkomen.
Binnen één miljard jaar zal de temperatuur zo sterk stijgen dat alle water op aarde verdampt en er nog maar weinig leven mogelijk is, zeker geen menselijk leven. Daarna maakt een sterke afkoeling tot min 240 graden Celsius door het uitdoven van de zon een einde aan elke vorm van leven op aarde. Deze planeet verkruimeld binnen 3 miljard jaar tot sterrengruis, zoals alle planeten die aan het einde van hun levenscyclus zijn. Dit is een lot dat met geen enkel klimaatbeleid noch met technologische hoogstandjes is te voorkomen.
Maakt het tegen deze achtergrond van het onontkoombare einde van deze planeet dan veel uit of we het als homo sapiens met deze beschaving nog tienduizend jaar weten te rekken of nog slechts een paar honderd jaar volhouden? Hoe druk moeten we ons, dit alles wetende, dan nog maken over de opwarming van de aarde en moeten we er echt alles voor over hebben die te vertragen? En interesseert het ons nog een ruk hoelang het kabinet Schoof het volhoudt? Nada.
En dan sluipt er ineens, zomaar, vanuit het niets, die andere gemoedstoestand het brein binnen en zit je weer boordevol agressie en met haat en minachting in het lijf te kijken naar de vernietiging van Gaza en de Gazanen door barbaren, alleen omdat die denken dat ze dat ongestraft kunnen doen. Wat ook zo is.
Gelukkig kan een groot deel van de mensheid zich nog steeds druk maken over het algemeen belang en het lot van anderen in hun naaste omgeving en in de grote wereld, druk maken over mensen die nu lijden of die later de pineut dreigen te worden van foute machten en krachten die druk bezig zijn om uit domheid of uit eigen belang het einde van de beschaving te versnellen. Laten we daar toch maar tegen in opstand komen. Relativeren is een onmisbare reflex, maar van doorschieten naar cynisme, nihilisme of onverschilligheid worden we ook niet gelukkiger
6. Hoe kom je tot goed onderbouwde standpunten in politieke kwesties?
Het is hard werken. Elke dag weer. Een stortvloed van feiten, analyses, maatregelen en meningen vliegen je brein binnen. Boeken, rapporten, kranten en andere media spuwen zoveel informatie uit dat je vaak verdomd scherp moet selecteren om er nog bruikbare inzichten uit te halen. Dus hoe ga je daarmee om? Hoe bepaal je wat relevant is en wat irrelevant? Hoe controleer je of de feiten kloppen? Hoe beoordeel je de kwaliteit van de argumenten? Hoe weeg je het belang van verschillende standpunten t.o.v. elkaar? De ene keer zal dat gaan op intuïtie, dan weer op ervaring of parate kennis, vaak ook heb je een vergelijkbaar verhaal al eerder gehoord en kun in een ‘split second’ reageren. Maar dan ineens word je geconfronteerd met iets nieuws, waar je niet op basis van routine op kunt reageren, maar scherp moet nadenken over wat je ervan vindt en uitleggen waarom je die positie kiest.
Hoe kom je dan tot goed onderbouwd eigen oordeel? Feiten zoeken en analyseren, argumenten bedenken en afwegen, de beste kiezen en het dan kunnen uitleggen. In zo’n denkproces heb je in ieder geval ook een moreel beoordelingskader nodig waarmee je het kaf van het koren kunt scheiden, oftewel ijkpunten waarmee je kunt beoordelen wat deugt en wat niet deugt. Die ijkpunten zullen voor ieder verschillend zijn, waarbij levensfilosofie, levenservaring, politieke voorkeuren, karakter en kennisniveau een bepalende rol kunnen spelen.
Zo’n beoordelingskader kun je zien als een huis met fundament, een dak en een aantal dragende muren waarop dat dak rust. Het fundament wordt gevormd door elementaire normen en waarden, zoals fatsoenlijke omgangsvormen, gelijkwaardigheid, integriteit en solidariteit. Vervolgens is van wezenlijk belang het dak van het huis dat de bewoners beschermt tegen harde slagregens en de boze buitenwereld en dat bestaat uit het begrippenpaar vrijheid en rechtvaardigheid, beide m.i. onmisbaar voor zinvol leven als homo sapiens. En dit dak wordt vervolgens geschraagd door vijf stevige pijlers: 1. de rechtstaat, 2. de democratie, 3. veiligheid, 4. leefbaarheid en 5. welvaart. Alle politieke standpunten kun je toetsen op hun effecten op deze 5 pijlers en daarmee op hun gevolgen voor de vrijheid en rechtvaardigheid.
Bij veel van wat ik lees, hoor, zie, denk, doe of schrijf, vraag ik me niet alleen af: kloppen de feiten en wordt wat er beweerd wordt met steekhoudende argumenten onderbouwd, maar vooral ook: hoe werken al die visies, standpunten of maatregelen door op de vijf pijlers en daarmee op de essenties van ons leven: vrijheid en rechtvaardigheid? Versterken of verzwakken ze die? In zwart-wit termen: alles wat de pijlers verzwakt deugt niet. Het meeste wat het versterkt deugt.
De vijf pijlers moeten niet alleen worden gekoesterd en verstevigd, maar ook worden verdedigd wanneer ze bedreigd worden. En dat laatste gebeurt. Steeds vaker worden ze belaagd door de vijanden van de rechtstaat: haatpredikers, onbenullen, religieuze zeloten, politiek rattenvangers, complotdenkers, machthebbers, egoïsten, querulanten en hetserige media. De verdedigers van de pijlers die in de voorhoede staan, zijn onze rechterlijke macht, onze wetgevende macht en onze uitvoerende macht: de dienaren van de staat.
Deze trias politica staat al geruime tijd onder zware druk. Onder het mom van “strijd tegen de elite” proberen vooral de rechts-populisten, in samenspraak met de sociale media, de vertegenwoordigers van de staat in de beklaagdenbank te zetten. Daarbij worden te vaak de grenzen van een gezonde achterdocht, de noodzakelijke controle van de macht en nuttige systeemkritiek ver overschreden.
Het meest onder schot liggen op dit moment de politici, de rechters en de experts. Dat zijn de groepen zonder wie de vijf pijlers snel zullen wegzakken in het moeras van anarchie of dictatuur, waarna het recht van de sterksten en/of de dommen gaat gelden. Dit is het doemscenario als er geen consensus meer is over het speelveld waarop politieke spel gespeeld moet worden, met de daarbij behorende spelregels, mores, codes en arbiters, die bij geschillen moeten oordelen. En dat hele politieke spel moet ook met een zekere mate van fatsoen worden gespeeld. Want zonder elementaire omgangsvormen kan het politieke bedrijf, met haar voorbeeldfunctie, niet goed functioneren. Als ons politieke systeem en de instituten die daar annex mee zijn worden aangevallen met het doel haar geloofwaardigheid en gezag te ondermijnen, is het uiteindelijk einde oefening.
Daarom moeten we de zorg voor de vijf pijlers die vrijheid en rechtvaardigheid schragen elke keer weer terug zien in het functioneren van de politiek, de overheid en andere relevante maatschappelijke instituties. Tegen standpunten of besluiten die een gevaar kunnen zijn voor de rechtstaat, de democratie, de veiligheid, de leefbaarheid of de welvaart en de verdeling daarvan moeten we scherp blijven ageren. Dit lijkt me ook een bruikbaar uitgangspunt om het beleid van de nieuwe rechts-populistische regeringsploeg op te toetsen.
7. Joris Luyendijk kon in Zomergasten niet op tegen de kale feiten over de Nakba en haar nasleep tot vandaag de dag.
In een van de afleveringen van het VPRO-programma Zomergasten deze zomer voerde presentator Joris Luyendijk het gesprek met de Palestijns-Nederlandse fotograaf en documentairemaker Sakir Khadar. Na een uurtje werd het spannende, maar ook wat ongemakkelijke televisie, omdat Luyendijk het spoor tijdelijk bijster raakte. Hij wist zich namelijk even geen raad met zijn gast, die hem kort geschiedenisles gaf over het Palestijns-Israëlische conflict. Dit gebeurde na een tv-fragment waarin de Palestijnse politicus en schrijver Kanafani scherp en compromisloos inging op het failliet van vredesbesprekingen met Israël, wist Luyendijk eigenlijk niet wat hij vragen moest, hakkelde wat, probeerde het conflict op een soort ‘waar-twee-kijven-hebben-twee-schuld' manier aan te vliegen. Maar Khadar smoorde dat in de kiem en zette hem volledig buitenspel met een aantal korte vragen, waar hij zelf ook maar even korte antwoorden op gaf. Het werd pijnlijk.
Als je het Palestijns-Israëlische conflict wilt begrijpen, stelde Khadar terecht vast, dan moet je niet bij de Hamas-actie van 7 oktober verleden jaar beginnen, om daarmee de huidige Gaza-verwoesting en genocide door Israël te rechtvaardigen, maar dan moet je beginnen bij de Nakba (de Catastrofe) in 1947-1949 tijdens welke de zionistische beweging de Palestijnse inwoners van het Mandaatgebied Palestina uit hun dorpen verdreef en het grootste deel van hun gebieden annexeerde. Een deel van hen werd gedood en een ander deel vluchtte naar Libanon en Gaza (toen nog Egypte). In de loop der tijd kwamen daar miljoenen Palestijnen in een soort openluchtgevangenis te zitten. Daarnaast vluchtten er ook nog eens 300.000 naar de Westelijke Jordaanoever, die vervolgens óók door Israël werd bezet en door kolonisten stap voor stap werd en wordt geannexeerd. Israël vernedert de Palestijnen al vanaf de Nakba en behandelt hen als lastige horzels, derderangs burgers, zonder rechten, die louter in de weg zitten en er beter niet hadden kunnen zijn.
Vanuit deze historische Nakba-context probeerde Khadar aan Luyendijk duidelijk te maken dat je van de Palestijnen niet nog meer concessies kunt vragen, want ze hebben alles al op moeten geven. Dus moeten nu de Israëliërs gedwongen worden tot concessies. De meest principiële Palestijnse politici, zoals Kanafani, eisen dat het onrecht van de Nakba volledig ongedaan gemaakt wordt en Khadar vertolkte juist dat geluid gisteren in Zomergasten. Luyendijk wist niet hoe hier op te reageren en verwees in arren moede naar zijn Joodse vrienden die bang zijn voor toenemend antisemitisme in Europa en hopen daarom tenminste nog in Israël een ‘veilig huis’ te hebben. Waarop Khadar er dan weer op wees dat hij daar als Palestijn niet zo’n boodschap aan heeft. Immers zijn volk heeft al 75 jaar geen leefbaar leven, met dank aan Israël. Waarom moeten de Palestijnen blijven opdraaien voor het schuldgevoel van de Europeanen jegens de Joden? De Joden in Europa hebben het economisch, sociaal, politiek en qua mensenrechten toch onvergelijkbaar veel beter dan de Palestijnen in Israël, Gaza, Libanon en de Westbank? Waarom hebben de Europeanen geen schuldgevoel jegens de Palestijnen? Want zij hebben het na WOII de Joodse immigranten uiteindelijk toegestaan een eigen staat te stichten op het grondgebied van de Palestijnen.
Jammer dat Luyendijk de discussie niet inhoudelijk en politiek op een wat hoger niveau bracht door er op de wijzen dat er ook meer pragmatische Palestijnse leiders zijn, die ook wel inzien dat wat rechtvaardig is, nooit zal gebeuren. Omdat Israël als militaire macht te sterk zal blijven om alles wat rechtvaardig jegens de Palestijnen is te blokkeren. Die pragmatici zijn dan ook bereid veel gerechtvaardigde eisen in te leveren om tenminste een leefbare en veilige eigen staat te kunnen krijgen. Maar ze eisen dan wel dat de vluchtelingen terug moeten kunnen keren naar die Palestijnse staat, dat de Westbank weer volledig Palestijns gebied wordt, zonder kolonisten en zonder een Israëlisch bezettingsleger en dat er eindelijk een Gaza kan worden opgebouwd dat economisch en politiek toekomstkansen heeft, zonder dat het volledig wordt afgesloten door Israël. In dat streven worden ze overigens gesteund door de VS, de VN en de meeste landen van Europa. Maar Israël blijft alles blokkeren.
Als Luyendijk deze gematigde Palestijnen gisterenavond ten tonele had gevoerd, dan had Khadar ongetwijfeld naar voren gebracht dat Israël het al 75 jaar juist op deze gematigde krachten heeft gemunt. Die werden en worden verdacht gemaakt, vervolgd en in de gevangenis gegooid. Omdat het land nooit een tweestaten-oplossing heeft gewild. De enige premier die dat in 1994 serieus heeft geprobeerd was Yitzhak Rabin, maar die werd vanwege zijn vredesovereenkomst met Jasser Arafat in 1995 door een extreemrechtse Joodse kolonist vermoord. Zelfs deze voor Israël uitermate voordelige deal ging de kolonisten te ver. De meerderheid van de Israëlische politiek wil namelijk geen concessies doen en zeker geen tweestaten-oplossing, maar liever de huidige status quo handhaven en de Palestijnen stap voor stap het land uitdrukken. En daarom hebben ze liever te maken met een Hamas, dat hen telkenmale het alibi kan verschaffen er steeds weer met veel geweld tegen aan te gaan, dan met gematigde krachten die met serieuze compromissen komen.
Zowel Luyendijk als Khadar kennen deze waarheid. Alleen de eerste durfde de structurele onwil van Israël om tot oplossingen te komen niet hardop uit te spreken om zijn Joodse vrienden niet te bruuskeren en de tweede knalde het er gewoon uit. Zijn volk heeft na 75 jaar vernedering en onderdrukking niets meer te verliezen. Wat hem nu resteert is zijn waardigheid behouden en de werkelijkheid laten zien via zijn foto’s en documentaires. Met gevaar voor eigen leven. Want Israëlische snipers hebben 'per ongeluk' al talloze slachtoffers onder journalisten en fotografen gemaakt. Niets vinden de Israëlische machthebbers gevaarlijker dan het laten zien van de feiten, zeker als ze betrekking hebben op de dagelijkse onderdrukking en vernedering van de Palestijnen.
8. John Mayall: godfather van de Britse blues overleden. 90 jaar oud.
John Mayall is dood. In augustus dit jaar is de zanger/gitarist/componist op 90-jarige leeftijd in Californië overleden. Hij heeft in zijn 70-jarige bluescarrière nog nooit een grote wereldhit gescoord, maar was voor de bluesliefhebbers één van de allergrootsten. In de jaren zestig en zeventig maakte deze pionier van de Britse blues legendarische nummers met zijn groep John Mayall and The Blues Breakers, vaak aangevuld met andere, even legendarisch muzikanten zoals Eric Clapton, Peter Green en John McVie (beide laatsten van Fleetwood Mac). Zijn meest iconische LP verscheen in 1966: “Blues Breakers”, waarop ook Clapton, Green en McVie prominent aanwezig waren.
Er werden in die periode in mijn netwerk maar weinig feestjes gegeven waarop de nummers van John Mayall niet gedraaid werden. Op een feest zonder John Mayall had je eigenlijk niets te zoeken. Zijn muziek is onlosmakelijk verbonden met de relaxte sfeer van vrijheid en spontaan plezier maken. Ik hoef de eerste akkoorden van ‘Broken Wings’ maar te horen en ben helemaal terug in die periode.
Elke keer als zo’n onvergetelijke muzikant uit de zestiger jaren het hoekje omgaat, realiseer ik me niet alleen hoe exceptioneel die tijdgeest, in combinatie met die muziek, was, maar ook hoe oud de besten van die rock- en bluesgeneratie zijn geworden. Mick Jagger wordt over 2 dagen 81, en springt tijdens optredesn nog 3 uur wild op het podium rond. Keith Richard wordt in december 81 en doet in een wat trager tempo nog gewoon met hem mee. Ook de 83-jarige Bob Dylan treedt nog op. Voor mij zijn zij een bewijs dat je het met een gezonde levensstijl zonder drank en drugs, en veel bewegen natuurlijk, toch nog behoorlijk lang kunt volhouden. Er schiet mij niet zo snel iemand van die muziekgeneratie te binnen die tot dusver John Mayall met zijn 90 jaar heeft overtroffen.
Beste nummers van John Mayall and The Blues Breakers (m.i.)
- Out Of Reach 2. It Hurts Me Too 3. Out Of Reach 4. Double Trouble 5. So Many Roads 6. Mr. James 7. Doubl Crossin’ Time 8. Broken Wings 9. Me And My Woman 10. Tears In My Eyes 11. Blues For Nothing 12. I Don’t Get Home 13.Drifting Blues 14. Sensitive Kind 15. Country Road 16. A Hard Road. 17. Marsha’s Mood 18. Have You Heard. 19. Someday Afther A While 20. 20. Blues For Nothing
9. Hongarije: hoe een democratie een dictatuur baart en een weg terug niet zichtbaar is.
Viktor Orban is in 2010 in Hongarije legaal aan de macht gekomen en was toen, naar eigen zeggen, niet meer van plan die los te laten. In het belang van Hongarije, dat spreekt vanzelf. Hoe hij met zijn clan aan de macht heeft gegrepen en behouden, hoe geraffineerd en effectief hij de liberale democratie heeft ontmanteld en hoe slinks hij de EU-miljarden naar zijn familie en politieke vrienden wist te sluizen, is te lezen in het uiterst relevante boek van Tijn Sadée: “De clan van Orban. Kroniek van de Hongaarse aanval op Europa”. (1) .
In dit boek ontrafelt Sadée de mechanismen van het machtsspel. Het belangrijkste handelsmerk van Orban was vanaf het begin: het creëren van vijandsbeelden. Afhankelijk van de doelgroepen die hij moest bedienen c.q. wilde paaien waren dat o.a. de corrupte Brusselse elite, de Joodse filantroop Soros, de migrant, de globalist, de kosmopoliet, de genderactivist en in eigen land: de liberalen en socialisten. Zonder vijand valt zijn machinerie stil, aldus Sadée.
Orban was er al vanaf het begin uiterst bedreven in om waar mogelijk Brussel hard te bashen, vooral om in eigen land het nationalisme te kunnen oppoken, maar tegelijkertijd wilde hij wel zoveel mogelijk subsidiemiljarden cashen waarmee hij vele stemmen op m.n. het platteland kon kopen en lucratieve overheidsopdrachten kon financieren waarmee hij zijn familie en zakenvrienden kon bedienen. Hij is het prototype van de virulent corrupte politicus, die enerzijds de conservatieve familiewaarden propageert, maar anderzijds degenen die hem niet 100% loyaal zijn intimideert, bedreigt of uitschakelt. Ondanks zijn grootschalige fraude met EU-subsidies en ondanks zijn ontmanteling van de Hongaarse rechtstaat, heeft hij de EU-gremia voortdurend zo weten te bespelen dat hij bijna altijd uiteindelijk zijn zin kreeg.
Sadée schetst Orban als een intelligente raspoliticus, charmant in de omgang als hij iets van iemand gedaan wil krijgen, maar nukkig, manipulatief of intimiderend als hij zijn zin niet krijgt. Na de val van de muur wist hij zich met sterke en moedige publieke optredens te profileren als een jonge, progressieve liberaal die felle protesten tegen de nog zitten communistische apparatsjiks organiseerde. Die moesten zo snel mogelijk opkrassen. Zijn transformatie van democratische liberaal naar de autocratische anti-liberaal kan volgens Sadée alleen verklaard worden uit zijn opportunistische mentaliteit: met de nationalistisch-conservatieve boodschap waren er gewoon veel meer stemmen te verdienen. Die omslag kwam vrij plotseling na de verkiezingen van 2002.
Na zijn eerste regeerperiode van 1998 tot 2002 verloor Orban met zijn Fidesz de verkiezingen, omdat de Hongaren genoeg van het Orban-experiment hadden. Maar in 2010 vocht hij zich terug naar de macht met als voornemen ,,om die nooit meer uit handen te geven.” En dat is meer dan gelukt. Sadée legt uit hoe hij dat gefixed heeft. In feite ging het transformeren van de liberale naar een illiberale democratie relatief vrij soepel. Hij wist met paranoïde verdachtmakingen, haatzaaien, halve waarheden en hele leugens vooral de conservatieve, laagopgeleide kiezers buiten Boedapest te bespelen door ze bang te maken voor de migrant, de Jood, de zigeuner en ,,het elitaire Brussel dat de Hongaarse tradities en familiewaarden bedreigt en ons de liberale genderpolitiek door de strot wil drukken.” Het ging er in als koek. Omdat ‘links’ en de liberalen in Hongarije relatief weinig voorstellen wist zijn Fidesz-partij samen met wat extreemrechtse kleinere partijen een absolute meerderheid in het parlement te behalen. Een meerderheid die daarna alleen maar groter is geworden. Het ultieme doel: de grondwettelijke meerderheid omzetten in ,,een onneembaar fort van de macht". Veel intellectuelen noemen Hongarije inmiddels een maffiastaat.
Toen de absolute meerderheid eenmaal bereikt was, kon de autocraat zijn gang gaan. De onafhankelijke rechters werden met pensioen gestuurd en vervangen door politiek loyale magistraten. De pers werd volkomen gemuilkorfd. Rechtse zakenvrienden kochten zoveel mogelijk onafhankelijke nieuwszenders op en bezitten nu 80% van de Hongaarse media, de publieke omroep werd omgevormd tot een propagandakanaal voor de Orban-regering en die paar onafhankelijke kranten die het 'eerlijke verhaal' nog durfden te vertellen, werden geïntimideerde met invallen door belastinginspecteurs die altijd wel iets ontdekten dat niet deugde, waarna er betaald moest worden.
De prijs die het land voor de Orbanisering tot dusver heeft betaald, is hoog: 700.000 hoogopgeleiden, meest jongere burgers, hebben het land de afgelopen 10 jaar verlaten, de gezondheidszorg is afgetakeld tot de slechtste van Europa, dat geldt inmiddels ook voor het onderwijs, de polarisatie is enorm en de haat tussen de kampen groot, de armoede en de ongelijkheid nemen treurige vormen aan, voor de meeste vitale sectoren is het tekort aan arbeidskrachten groot en moeten arbeidsmigranten, veel uit India, worden ingevlogen, wat voor een land met een migrantenfobie tot nog meer spanningen leidt. Als er twee jaar geleden niet een paar honderd vrouwelijke truckers uit India waren binnengehaald, zou het logistieke systeem zijn vastgelopen. De maatschappelijke kosten-baten-analyse van veertien jaar Orban-bewind levert een bizar negatieve uitkomst op. Zonder de EU-miljarden was het land compleet failliet geweest. Je kunt cynisch vaststellen dat de Brusselse middelen Orban mede aan de macht hebben geholpen en gehouden en de terugkeer naar een democratie en een goed functionerende rechtsstaat hebben geblokkeerd.
Nu kunnen we natuurlijk denken of hopen dat Hongarije ‘zó anders’ is dan Nederland, dat we hier nooit Hongaarse toestanden zullen krijgen. Want…andere cultuur, andere geschiedenis, andere mentaliteit…geen democratische tradities ….enz. Maar of dit echt hout snijdt vraag ik me af. Van de VS met haar langjarige democratische traditie heb ik ook altijd gedacht dat de rechtstaat daar onaantastbaar was. Maar als het duo Trump/Vance daar volgend jaar ‘los’ mag gaan…. weet ik het zo net nog niet. Trump en Orban schijnen elkaar wel te bewonderen en de denktanks van de Republieken hebben Project 25 klaar liggen, waarmee ze de macht ‘in de instituties’ willen overnemen. Volledig Orban-proof.
Het beeld dat Sadée schetst is niet opwekkend. Het laat zien hoe relatief makkelijk een kwetsbare democratie gesloopt kan worden, als de juiste omstandigheden samenvallen met de juiste leiders die het charisma en het juiste verhaal hebben om de massa te bespelen en de tegenkrachten het laten lopen en/of verdeeld zijn. Het boek laat ook zien dat de sloop zo grondig kan worden uitgevoerd dat er geen weg terug meer lijkt te zijn. Want als de media eenmaal spreekbuis van het regime zijn geworden en er te weinig politici zijn die effectief tegengas kunnen geven, dan is er via de stembus weinig eer meer te behalen. Het dossier Hongarije zouden we ook als een wake-up-call kunnen beschouwen. Daarom is dit boek van Sadée een belangrijk boek.
(1) Tijn Sadée reis al ruim twintig jaar als correspondent door Europa voor o.a. NRC, NPO Radio en VPRO. Hij woonde vanaf 2001 in Boedapest, vanaf 2009 in Brussel en reisde sinds 2021 frequent tussen beide landen. Hij deed in die periode veel research naar de Hongaarse ‘kwestie’ en voerde talloze gesprekken met de hoofdrolspeler en Hongarije- en Brussel ‘watchers.’ “De clan van Orban. Kroniek van de Hongaarse aanval op Europa”. (300 blz) verscheen in april van dit jaar.
10. Zonder boeren geen voedsel….maar met teveel veeboeren einde natuur.
Elke dag erger me er weer aan. Halverwege mijn joggingroute langs het Paterswoldsemeer draai ik voor de terugweg rond een stuk weiland en dan zie een bord met de bekende provocatie: een omgekeerde vlag op een bord geschilderd met de wat sneu geworden tekst “no farmers no food”. Een waarheid als een koe en daarom zo nietszeggend. Inderdaad, zonder boeren geen voedsel, maar met teveel veeboeren geen natuur, geen biodiversiteit en op den duur ook geen akkerbouw, geen voedsel en geen gezond leven meer.
De boeren willen maar niet inzien dat ze met hun intensieve veeteelt in die omvang en met die productiewijze in dit dichtbevolkte land geen toekomst meer hebben. Ze kunnen alleen nog door blijven sukkelen omdat ze een machtige lobby achter zich hebben, zwaar gesubsidieerd worden en de schade die ze aan de natuur en de gezondheid toebrengen niet in de vleesprijzen wordt doorberekend. Bovenop al die directe schade komt ook nog eens de massieve indirecte schade. Slechts een enkel voorbeeld. In de veenweidegebieden van Zuid-Holland moet voor deze slopers van de biodiversiteit het grondpeil laag gehouden worden, anders worden de weiden te drassig voor de koeien. Maar dat lage grondpeil doet in de steden de houten heipalen zo rotten, dat de huizen in de oude binnensteden verzakken en opnieuw geheid moeten worden…een miljardenoperatie….en waarvoor? Om het relatief beperkte aantal veeboeren daar door te laten hobbyen. Onteigen ze, verhoog het waterpeil en bestem de grond voor woningbouw, recreatie en natuur. De maatschappelijke meerwaarde van zo’n operatie is bijna niet in geld uit te drukken zo groot.
Maar het duurt nog wel even voordat de wal het schip gaat keren vrees ik. Het zal ongetwijfeld een gevalletje worden van “als het kalf is verdronken, dempt men de put”. Want we krijgen nu eerst een kabinet met louter dwaallichten en politieke amateurs, dat in Brussel gaat pleiten voor nog meer ruimte voor stront en stikstof. Het zal uitstel van executie blijken. Maar de veeboeren moeten blijkbaar eerst nog verder wegzakken in de stront voordat het denkende deel van de agrosector in opstand komt tegen hun echte vijanden: de grote bedrijven in het agro-industriële complex: w.o. de voedingsmiddelenindustrie, landbouwmachine-industrie, de diervoederindustrie, de banken en de rechts-populistische partijen. Het zijn deze partijen die uit eigen belang het vuur van de boerenopstand brandend houden, terwijl ze weten dat het voor de boeren een doodlopend verdienmodel is. Hoewel, degenen die er het meest aan verdienen, zijn niet de gewone boeren, maar de grote bedrijven in de agro-industriële keten, inclusief de grootwinkelbedrijven.
Deze duistere krachten kunnen in Den Haag, in Brussel en in de media lobbyen wat ze willen en ze kunnen via BBB, PVV en FvD de boeren ophitsen om met nog meer trekkkerterreur de samenleving plat te leggen, maar het zal een achterhoedegevecht blijken. Als onze politici te schijterig zijn om strengere normen te stellen en te handhaven, zullen burgers, ngo's , rechters en Brussel ingrijpen. Alleen treurig dat de crisis eerst nog veel groter moet worden voordat ie effectief kan worden bestreden. Dus ik kan me nog dagelijks aan die omgekeerde vlag blijven ergeren.
11. House of Cards: dystopische vooruitblik naar het regime Trump 2.0.
De afgelopen weken hebben wij voor de tweede maal bingewatchend gekeken naar de Netflix-serie "House of Cards": 73 afleveringen van 50 minuten verdeeld over 6 seizoenen. Ruim 60 uur geboeid kijken naar een Shakespeariaans drama vol politieke intriges. Eigenlijk keek ik er nu met veel meer fascinatie naar dan zes jaar geleden. Misschien omdat de filmwerkelijkheid steeds meer is gaan lijken op de 'echte' werkelijkheid van nu. In "House of Cards" draait het om de ambitieuze en over lijken gaande politicus Francis Underwood, gespeeld door Kevin Spacey en zijn minstens zo eerzuchtige en minstens zo meedogenloze vrouw Clare, gespeeld door Robin Wright. Er wordt sterk geacteerd. Het verhaal begint met Francis Underwood, de House Majority Whip, die woedend is omdat hij niet is benoemd tot minister van Buitenlandse Zaken, ondanks beloftes van de pas verkozen president Garrett Walker. Teleurgesteld en wraakzuchtig besluiten de beide Underwoods een plan te smeden om zich op te werken naar de machtigste positie in de Verenigde Staten: het presidentschap.
De serie is in feite één lange reeks van manipulaties, chantage en politieke intriges waarmee de Underwoods hun tegenstanders uitschakelen en strategische coalities met bondgenoten sluiten voor hun eigen gewin. Politici, adviseurs en journalisten die niet meewerken en/of een gevaar vormen voor hun opmars worden geïntimideerd en bedreigd of meedogenloos uitgeschakeld, zo nodig ook fysiek. Zelfs voor moord en doodslag wordt niet teruggedeinsd. Francis weet op slinkse wijze tot vicepresident te worden benoemd en uiteindelijk tot president van de Verenigde Staten, nadat hij zijn voorganger via een smerig spel van leugens, bedrog en bedreiging effectief buitenspel heeft gezet.
In de serie worden de duistere kant van de Amerikaanse politiek en thema's als corruptie, machtswellust en verraad via complexe verhaallijnen en met snelle dialogen op een boeiende en realistische manier uitgewerkt. Getoond wordt hoe politici vaak obscure compromissen sluiten en morele grenzen overschrijden in hun streven naar invloed en macht. Het portret van Francis Underwood als een charismatische maar kwaadaardige leider weerspiegelt de verontrustende realiteit van politieke manipulaties en onethisch gedrag.
De serie eindigt met het presidentschap van Claire, die als vicepresident Francis is opgevolgd, nadat deze onder mysterieuze omstandigheden is overleden. Zij probeert de volledige controle over de macht te behouden, zelfs ten koste van haar laatste bondgenoten.
Het getoonde vuile machtsspel in de Amerikaanse politiek komt overtuigend over. Je kunt je goed verplaatsen in de intriges, de leugens, de manipulaties, het louter streven naar macht ten koste van alles, de rol van het geld en de dominante invloed van de allerrijksten. Het zijn de bekende mechanismen om aan de macht te komen en te blijven. Ze komen overal in meer of mindere mate voor. En in deze serie worden ze uitvergroot voor de VS. In Rusland is het natuurlijk nog onvergelijkbaar erger. Er zitten ook scènes in de film dat je denkt “zo erg zal het daar in de VS toch nog niet zijn?”. Op die momenten lijkt het meer op de praktijken in het Kremlin, waar opponenten aan de lopende band in kampen verdwijnen en uit ramen vallen.
Maar dan realiseer je je dat het in de VS slechts een kwestie van tijd kan zijn. En dat de in de serie geschetste politieke dystopie daar ook zomaar realiteit kan worden als Trump 2.0 vanaf 2025 de kans krijgt om de Amerikaanse democratie en haar rechtstaat te ontmantelen. Een gevaarlijke clown die volstrekt ongeschikt is om een wereldmacht te leiden zal weer 'in charge' zijn. Niets zal dan te dol zijn. Hij zal een putch plegen met gevolgen waarvan we ons nu nog geen precieze voorstelling van kunnen maken, maar we kunnen beter met ergste scenario rekening houden. De leugen, het haatzaaien en de rancune gaan weer in overtreffende trap regeren. Tegenstanders zullen worden beledigd, bedreigd en opgepakt. De gewetenloze, onbeschaafde en onbeschofte autocraat Trump zal Francis Underwood naar de kroon gaan steken. In "House of Cards" kun je zien hoe de perverse variant van het politieke machtssysteem werkt: altijd boeiend, maar altijd ook onethisch en smerig.
12. Het deporteren van kinderen naar een voor hen vreemd land is een morele, humanitaire en politieke schande.
Meestentijds gebeurt het stiekem, buiten de publiciteit om: kinderen die hier zijn geboren en al een jaar of tien wonen, worden met hun ouders opgepakt en uitgezet naar een land waarvan ze de taal niet spreken, de cultuur niet kennen en kansloos zijn om een leefbaar leven op te bouwen. Ze hebben hier hun vriendjes in de wijk, op school en op de sportvereniging en zijn volkomen geïntegreerd. Hoe is zo’n deportatie te rechtvaardigen? Niet. Het komt voort uit een perverse regels-zijn-regels mentaliteit van meestal rechtse politici en verstarde bureaucraten. Na een ellenlange procedure, die soms wel tien jaar gerekt kan worden, krijgen de ouders uiteindelijk te horen krijgen dat ze terug moeten naar het land waar ze ooit vandaan zijn gevlucht.
Elk normaal mens met een beetje empathie vindt dit crimineel beleid dat je kinderen niet kunt aandoen. Maar zoals gezegd: meestal gaan de uitzettingen zo snel en geruisloos, dat de omgeving het te laat in de gaten heeft. Soms echter haalt zo’n schrijnend geval wél de publiciteit, omdat het netwerk van de beoogde slachtoffers het tijdig doorheeft en het niet pikt. De wijk, de school en/of de sportvereniging komen in opstand en zoeken de media. Twee van die gevallen hebben recent in Nederland de media gehaald. Zo dreigde Mikael van 11 jaar met zijn moeder uitgezet te worden naar Armenië, een land dat hij niet kent en waarvan hij de taal niet spreekt. Ook speelde de dreigende uitzetting van een gezin met drie kinderen, waarvan twee hier zijn geboren. Het gaat om kinderen die na tien jaar volledig in ons land geïntegreerd zijn. Het hele gezin moet terug naar de politiek en economisch achterlijke Russische vazalstaat Oezbekistan, waar de kinderen volledig vreemd mee zijn. Meters wetenschappelijk onderzoek toont aan dat zo’n uitzetting naar een onbekend land rampzalig is voor de mentale, sociale en culturele ontwikkeling van kinderen.
NRC-columnist Caroline de Gruyter schreef laatst een stuk over de politieke en maatschappelijke reacties in Oostenrijk op een vergelijkbaar geval van uitzetting. Een volledig ingeburgerd 12-jarig kind moet uitgezet worden naar Armenië, een land waar het meisje nog nooit geweest is. De Oostenrijkse President Van der Bellen , zo schrijft zij, weigerde te geloven „dat ik in een land leef waarin dit soort dingen nodig zijn”. De conservatief-groene coalitieregering klapte bijna: de groenen spuiden openlijk hun gal. De Weense burgemeester was ziedend.
Er zijn natuurlijk ook in ons land hele volksstammen die de zaak bureaucratisch en amoreel aanvliegen en wel begrip hebben voor de tekst van ‘onze’ bruine minister Faber: ,,ja, het is natuurlijk niet leuk voor die kinderen maar we moeten ons niet door emotie laten leiden…regels zijn regels…dus uitzetten is de enige optie.” Dit zijn haar fijnste momenten.
De Gruyter stelt in haar column vast dat wat er ook met die uitgezette kinderen in dat voor hen vreemde land gebeurt, zij voor het leven getekend zijn. En dat noemt zij ,,een morele, humanitaire en politieke schande.” En deze nuchtere columnist schuwt doorgaans ‘grote woorden’ en laat zich praktisch nooit door emoties leiden.
Helaas hebben wij geen kabinet met politici die over een humaan afgesteld moreel kompas beschikken. Het zijn types die, als het hen goed uitkomt, zweren bij de platte ‘regels-zijn-regels’ filosofie, geheel losgezongen van elke vorm van menselijkheid. Het is ook het mantra waarmee tienduizenden toeslagenslachtoffers door de staat moedwillig in diepe ellende zijn gestort. ,,Daar hebben we van geleerd, mensen gaan vanaf nu boven regels”, werd er na vele mea culpa’s in de Tweede Kamer tot vervelens toe gepreveld. Forget it. Ons asiel- en uitzettingsbeleid toont keer op keer aan dat dat een leugen is.
13. Als de digitale systemen stagneren zijn we hulpeloze wezens die reddeloos verloren zijn.
Stel: een terreurgroep met techno-brains of een agressieve statelijke actor legt via uitgekiende cyberaanvallen de vitale delen van ons digitale netwerk plat. De gevolgen zijn simpel uit te tekenen:
....elektriciteitsbedrijven kunnen geen stroom meer opwekken, bedrijven geen producten meer maken, overheden geen uitkeringen meer aan burgers verstrekken, banken moeten hun financiële diensten staken en kunnen geen geld meer overmaken, bedrijven kunnen geen geld meer naar elkaar overmaken, burgers geen geld meer pinnen en ook niet meer digitaal betalen, telefoneren, mailen of appen, het hele logistieke systeem komt tot stilstand, vrachtwagen kunnen niet meer laden en lossen, vliegtuigen niet meer vliegen, bruggen kunnen niet meer bediend worden en stoplichten werken niet meer, winkels kunnen niet meer worden bevoorraad, supermarkten gaan überhaupt niet meer open omdat de deuren werken op elektriciteit en digitale signalen, koelsystemen vallen uit en het voedsel bederft, het drinkwater kan niet meer gezuiverd worden, in ziekenhuizen heeft men geen toegang meer tot de patiëntendossiers en kunnen er geen operaties meer worden verricht noch onderzoeken worden gedaan....
Als de hacker het wil, staat het hele raderwerk stil. Iedereen kan voor zichzelf nagaan wat er met zijn dagelijks leven gebeurt als de stroom langdurig uitvalt, hij niet meer met het ov naar zijn werk kan, zijn AH steeds minder in de schappen heeft, zijn betaalpasje niet meer werkt en hij (dus) geen geld meer heeft om die zaken te kopen die essentieel zijn voor zijn voortbestaan, zaken die er in toenemende mate niet meer zullen zijn. Ja, je kunt natuurlijk een echt boek gaan lezen, eindelijk eens die goede gesprekken voeren of gaan hardlopen, maar op enig moment zul je toch ….vul maar in ….een wasje moeten draaien, een glas water willen drinken of een hapje willen eten.
Als de gevolgen van zo’n cyberaanval een week of twee aanhouden, of langer omdat de schaarse ICT-specialisten ‘het systeem’ niet meer aan de praat krijgen, dan ontstaat er een chaos die we nog nooit hebben meegemaakt. Na enige dagen heb je gewoon geen eten, drinken en geld meer. En stoppen de vitale, levensreddende medische handelingen, inclusief de verstrekking van noodzakelijke medicatie. Je wordt afgesneden van alles wat daarvoor vanzelfsprekend beschikbaar was en waarvan je je nooit besefte dat het er ook ooit wel eens niet zou kunnen zijn. En bijna niemand heeft substantiële voorraden of survival-kits in huis.
Je hebt niet veel fantasie nodig om te beseffen dat we dan in no-time in een Hobbiaanse jungle zitten, waarin de gebruikelijke wetten en fatsoensnormen niet meer gelden, maar alleen nog het recht van de sterkste en de sluwste. Iedereen vecht tegen iedereen om te kunnen overleven. De elite in machtsposities zal zich omringen met de fysiek sterken types die wapens zullen gebruiken om zolang en zoveel mogelijk van de onmisbare, schaarse zaken te bemachtigen. De rest van de bevolking heeft het nakijken. Straatgevechten. Plunderingen. Anarchie. Burgeroorlog.
Het is een dystopisch perspectief, maar hoe onwaarschijnlijk is het? Persoonlijk acht ik de kans dat zulke ontwrichtende cyberaanvallen op enig moment plaatsvinden groter, dan dat ze nooit zullen plaatsvinden. Alleen al omdat het technisch kán ....en alles wat kan gebeurt vaak ook. Zeker in een wereld waarin de amorelen steeds meer macht krijgen.
Als Popperiaan moet ik een optimist blijven, maar zo'n onheilspellend scenario drukt ons wel met de neus op de feiten: wij hebben onszelf mega-afhankelijk gemaakt van de digitale technologie en hun eigenaars, en zijn niet zozeer kwetsbaar, maar worden hulpeloze wezentjes als onze cyberwereld geruime tijd ontwricht wordt. De samenleving staat dan bijna stil en we zouden niet eens meer weten hoe we als individuele burgers aan ons eten en drinken moeten komen zonder onze betaalpas en Appie-Happie om de hoek. Het is een week vol te houden misschien, twee hooguit, maar hoeveel langer?
Wij, westerse wezens, voelen ons in bijna alle opzichten superieur aan de indiaanse stammen in het Amazonegebied of de Papoea’s in Nieuw-Guinea. Maar zij kunnen al talloze generaties, zonder moderne technologie, overleven in hun complexe ecosysteem in oerwouden, waar westerlingen, volgens antropologen, binnen een week het loodje zouden leggen, omdat ze geen idee hebben hoe ze in die uitbundige flora en fauna, met talloze voedselopties, maar ook dagelijkse bedreigingen, het nuttige van het dodelijke moeten onderscheiden. De inheemsen kunnen dat, van kind tot oudje, wel.
Wij kunnen ons weliswaar staande houden in onze technologisch geavanceerde maatschappij, waar we als individu vaak niets van begrijpen, maar alleen als alles ‘werkt’. Wanneer de digitale systemen stagneren kunnen de meeste van ons die niet repareren of omzeilen. Wij zijn voor ons voortbestaan heden ten dage geheel afhankelijk geworden van ICT-specialisten en een kleine kaste van superbazen/miljardairs in de technologiesector ... én van de kwaadwillenden die de skills hebben om hun digitale systemen te verstoren. Als dat ooit gebeurt, wat bijna onvermijdelijk lijkt, dan zijn de meeste van ons zo hulpeloos als pasgeboren baby’s.
14. Niet verzopen dankzij toeval en Hond
Begin vijftiger jaren. Exotische herinneringen aan het leven op de boerderij aan de Winterdijk te Gouda. We woonden daar een aantal jaren een deel van de week in bij opa en oma A. Het was een arcadisch paradijsje aan de rand van de stad. Met koeien, varkens, kippen, eenden, geiten, katten, het paard, Hond en ‘knecht’ van Dool.
Hond was mijn trouwe bewaker, die buiten nooit meer dan een meter of twee bij me vandaan was. Het was een grote boerderijhond, die zijn ogen altijd strak op mij gericht hield, al mijn bewegingen scherp volgde en voortdurend speurend naar iets dat mij zou kunnen bedreigen. Kon alles met 'm doen. ‘Knecht’ van Dool was een aardige, oudere man, met weinig tanden, die altijd pruimtabak kauwde en zwarte sap spuugde. Broek tot ver boven de navel, omhoog gehouden door bretellen.
De boerderij was omringt door weilanden, slootjes en smalle weggetjes. En ik was omringd door mensen die mij vertroetelden: mijn jonge moeder, grootouders, neven en nichten. En van Dool dus. Pa zat doordeweeks voor zijn werk ergens in andere delen van Nederland en kwam alleen in de weekenden thuis. Dan gingen we naar onze flat. Ook leuk. Maar ik vond de boerderij toen veel leuker. Ik leefde daar, volgens de overlevering, als een soort Arabisch prinsje. In het middelpunt van ieders belangstelling.
Vele herinneringen aan de Winterdijk. Twee ervan kan ik zo gedetailleerd naar boven halen, dat ik er een filmpje over zou kunnen maken: het doodmaken van mijn vriendjes en mijn bijna-verzuipen. Deze gebeurtenissen speelden zich af tussen mijn derde en vijfde levensjaar.
Het doodmaken van de eenden was een jaarlijks ritueel. De beestjes werden gefokt voor de slacht. Overdag liepen ze vrij rond. ‘s Nachts zaten ze opgehokt in een grote schuur. En eenmaal per jaar werden deze leuke waggelaars en masse getermineerd. Niet gewoon humaan door ze te vergassen, nee dat ging toen een tikkie ambachtelijker.
Allereerst moest de eend worden gevangen, wat niet simpel was, want de beestjes voelden natuurlijk al bij het begin van de slachtpartij nattigheid en renden gillend alle kanten op. Maar vluchten kon niet meer, want de grote schuur was volledig afgesloten. De beulen pakten de gevangen eend vervolgens bij de poten en sloegen het kopje van het wild spartelende diertje met een harde klap tegen een houten paal tot moes. Bloed en hersendeeltjes spatten alle kanten op. Nekje en kopje hingen er dan, als de slag welgemikt was, slap bij. Maar het lukte niet altijd in één keer. Dan sloeg men nog een keer. En zo nodig nog een keer. Net zo lang tot de eend geen teken van leven meer gaf. De kop werd er dan afgesneden. Job done. En dat een paar honderd maal.
Een man of vier, waaronder mijn opa en pa, waren daar, in mijn herinnering, uren mee bezig. Vreselijke, Fellini-achtig taferelen. Ik kan niet anders dan verbijsterd zijn geweest. Die eenden waren mijn vriendjes, die altijd om mij heen liepen als ik op het erf speelde. Ze pikten het brood uit mijn handen. Pikten plagerig in mijn kuiten. En dan ineens zo’n bloedbad onder al die doodsbang rondrennende snateraars.
Maar vooral bizar uit die tijd was mijn bijna-dood-ervaring, of iets wat daarbij in de buurt komt. Wel vooraf de kanttekening dat ik niet meer weet welk deel van het gebeuren ik me nog herinner als een eigen waarneming en welk deel me vroeger zo vaak verteld is dat ik het als een bewuste eigen herinneringen ben gaan beschouwen. Maakt niet veel uit, het gaat om de feiten.
Ma, oma, ik en Hond waren aan de wandel aan de Winterdijk. Een smal pad, met aan weerskanten de wetering, bijna volledig dichtgegroeid met kroos. De ene keer waggelde Jantje voor de troepen uit, de andere keer bleef ie erachter. Dingen bestuderend. Op enig moment was ik verdwenen. Ik bleek de wetering te zijn ingelopen en was volledig onder het felgroene kroos verdwenen. Waarom? Kan ik me niet meer herinneren. Misschien dacht ik wel een grasveldje op te lopen.
Toen ma en oma mij (na enige tijd) niet meer zagen, waren ze (hoorde ik later) eerst verbaasd (waar was dat ventje nou weer?) en toen verlamd van angst. Wisten niet wat te doen. Tot Hond ineens een duik nam, onder het kroos verdween en even later weer met mij boven kwam. Hoe lang ik onder water ben geweest? Niemand had een stopwatch ingedrukt. De schattingen liepen uiteen van twee tot vier minuten. Zelf heb ik natuurlijk geen idee. Men zegt dat ik, eenmaal weer veilig op de kant, een tijdje geen teken van leven gaf. Was ik buiten bewustzijn? Of wilde ik ze laten schrikken? (Want humor zat er al vroeg in.) Maar al snel deed ik weer normaal. Reageerde tamelijk laconiek, alsof er niets gebeurd was, zei men. Natuurlijk. Ben ook altijd een waterratje gebleven.
Pas heel veel later dacht ik: als Hond er niet was geweest, was ik er zeer waarschijnlijk ook niet meer geweest. En zulks soort toeval is toch wel de rode draad in mijn bestaan gebleven. Net als in ieders bestaan?
15. De wel heel korte carrière van pantry-bediende Jantje Vos.
Toen het tot mij doordrong dat ik mijn cabine op het passagierschip de Maasdam minstens 7 dagen zou moeten delen met vier homomannen voelde ik me niet helemaal op m’n gemak. Het bleken achteraf erg leuke gozers, maar wat wisten wij uit Gouda anno 1968 van homo’s? Ik had tot die tijd eigenlijk nog nooit met een homo gesproken. Althans, niet met iemand van wie ik het vermoeden had dat ie ‘het’ was.
Was mijn HBS toentertijd dan homo-vrij? Het lijk mij uitermate onwaarschijnlijk. En ook op mijn voetbalvereniging of in de kroegen die ik frequenteerde moeten er natuurlijk diversen zijn geweest. Maar ze hielden zich blijkbaar muisstil. ‘Uit de kast komen’ was nog niet aan de orde. Ze keken wel uit. De angst voor minachting en uitsluiting was reëel.
In die ‘alles moet kunnen’ jaren zestig, het begin van de sex, drugs en rock and roll, had je het in Gouda nooit over homo’s. En als ze als type al eens ter sprake kwamen, dan bijna altijd met een negatieve connotatie: vreemde snuiters ‘van het handje’. Rond 1968 speelde Gouda qua homo-acceptatie zeker een paar divisies lager dan Amsterdam. De houding t.o.v. mensen ‘van de verkeerde kant’ was een beetje vergelijkbaar met die in het Rusland van nu. Vanaf 1968 begon dat overigens in een zeer rap tempo te veranderen. Zelfs in Gouda.
En vanuit die Goudse achterlijkheid zat ik ineens met vier extravagante boys tegelijk in een ruimte van drie bij vier meter met vijf slaap-alkoofjes. Een klein formicatafeltje met vijf stoelen in het midden. Dat was alles. Je kon je er kont nauwelijks keren. Het was er benauwend en warm. Maar vluchten kon niet meer. Toen de aard van het hitsige gezelschap tot mij doordrong, waren de trossen al losgegooid.
Ik had mij na mijn HBS-examen, nog niet wetende wat te gaan studeren, aangemonsterd voor een reis naar Canada. Als pantry-bediende. Geen idee wat die functie inhield. Wist niet eens wat een pantry was. Maar het toevoegsel 'bediende' maakte wel duidelijk dat ik niet veel te vertellen zou krijgen.
Dat ik mij in de zomer van 1968 aanmeldde bij de Holland Amerika Lijn (HAL) voor een baantje op de Maasdam was geen goed doordachte eerste stap in mijn carrière, maar puur toeval. Ik maakte met vrienden een rondvaart door de Rotterdamse havens en bij de indrukwekkende gebouwen van de HAL stapten we aan wal. Omdat het begon te regenen, liepen we het HAL-gebouw binnen om te schuilen. Daar keken we wat rond en zagen op de borden dat er personeel werd gevraagd, o.a. voor de verschillende cruiseschepen. Als het op die dag en op dat moment in juni niet geregend had, was ik nooit pantry-bediende op de Maasdam geworden. Dat is zeker.
Het imposant grote stoomschip de Maasdam was net aan Polen verkocht, maar zou nog twee reizen naar Canada/Montreal maken. Samen met twee vrienden van de HBS monsterde ik mij voor beide reizen aan. Het was een dienstverband voor veertig dagen, dat me in totaal twaalfhonderd gulden zou opleveren. Matig betaald vergeleken bij bedragen die ik toen verdiende met het werk in de kaaspakhuizen. Maar dat was zwaar en zwart. En op de Maasdam was kost en inwoning gratis en ging ik voor het eerst de Atlantische Oceaan over. Avontuur!!
Na een dag of twee hard pezen in een tamelijk donker deel van de Maasdam (zee of buitenlucht zag ik niet) had ik mijn beide HBS-vrienden nog steeds niet gezien. Die zaten ‘mijlen ver weg’ op een ander dek van het schip. De twijfel begon al wat te knagen. Ik voelde me ook behoorlijk ongemakkelijk bij het gerommel van mijn hutgenoten. Elk vrij moment doken ze paarsgewijs het alkoofje in. Ze konden niet van elkaar afblijven, geneerden zich nergens voor en keken ook regelmatig naar mij. Als een soort kers op hun taart.
Niet dat ze vervelend of opdringerig werden, maar al gauw had ik het met al die persoonlijke aandacht en hun specifieke humor toch wel gehad. Omdat ik met ze samenwerkte in de pantry was ik in feite vierentwintig uur per dag nog geen drie meter van hen verwijderd. Na twee dagen werkte het zo op m’n zenuwen dat ik er even aan moest ontsnappen. Ik overdreef de buikpijn waar ik al enige tijd last van had en ging naar de scheepsarts. Die beklopte me wat en stelde bizar snel zijn diagnose: hij vreesde voor een opkomende blindedarmontsteking. Als die zou doorbreken kon dat volgens hem levensbedreigend zijn, want hij kon daar niet opereren. Hij wilde geen enkel risico nemen en dirigeerde me naar zijn hospitaaltje met twee bedden. In bed blijven en permanent een zak met ijs op de buik.
En ondertussen maar tegen me lullen over de Sovjet Unie en het communisme, waar ie tot mijn verbazing heilig in geloofde. Doodvermoeiend. Ik verdacht hem er later van dat ie zijn dramatische diagnose alleen maar had gesteld om iemand te hebben tegen wie hij de hele reis kon aankleppen. Ik was en bleef zijn enige patiënt c.q. slachtoffer. Hij was op geen enkel moment bereid zijn behandelplan te heroverwegen, terwijl ik ‘m toch met enige regelmaat zei dat ik geen pijn meer voelde, dat ik nogal kleinzerig was en dat er misschien niets aan de hand was. Blijven liggen. En luisteren. Gelukkig kwamen mijn vier voormalige hutgenoten mij om de beurt elke dag een uurtje verlossen van deze kletsmajoor.
In Montreal werd ik in een ambulance met loeiende sirene naar het militair hospitaal vervoerd, alwaar ik volgende dag - blijkbaar op gezag van die communistische scheepsarts - werd verlost van een overbodig orgaan. Toen ik uit de narcose was bijgekomen vertelden twee vrolijke artsen mij dat het loos alarm was geweest. De darm bleek in een uitstekende conditie. Dus nu lag ik daar wel zonder blinde darm en met veel pijn. Hoewel…veel pijn…ik was toen, zoals gezegd, wel een kleinzerig mannetje.
Gelukkig waren ze er erg makkelijk met morfine. Ik hoefde maar te kikken en daar kwamen ze met de spuit. Mijn heerlijkste momenten ooit. Na elk shot zat ik in no-time met een gelukzalig gevoel tegen het plafond aangeplakt, vanwaar ik de hele zaal kon overzien. Ik begreep toen pas wat bedoeld werd met ‘in hogere sferen zijn’. Kon er geen genoeg van krijgen. Na 3 dagen kermde ik nog steeds luidruchtig als ik ook maar piepklein pijnscheutje voelde opkomen. En hup, weer die spuit erin. Zo’n buitenlands ventje van 18 wilde ze het wel naar de zin maken. Ik bleek er ook behoorlijk spraakzaam van te worden. Heb, geloof ik, nooit meer zulk goed Engels gesproken als toen in gedrogeerde toestand.
Maar na een week was het uit met de pret. Ontslagen uit het ziekenhuis. Cold turkey afkicken in een duister zeemanspension in het troosteloze havengebied van Montreal. Weg ‘hogere sferen’. Wel diepe dalen. Koude rillingen. Eenzaamheid. Heimwee. Kortomu: veel zelfmedelijden. Toen ik na een dag of acht weer op krachten was gekomen, heb ik toch ook nog een paar dagen door de sfeerloze binnenstad van Montréal geschuifeld. Na een verblijf van in totaal 18 dagen in Canada vond de HAL het welletjes en medisch verantwoord mij terug te halen. Met het vliegtuig naar Amsterdam. Voor het eerst gevlogen.
Op Schiphol werd ik bij de douane volstrekt out of the bleu verbaal stevig te grazen genomen door een volbloed-nazi van de marechaussee die mij met zijn grote bek hard toeblafte dat ik gevaarlijk bezig was. Omdat ik was vergeten hem een pakje sigaretten te melden, waarvan ik niet wist dat het in mijn koffer zat. Ik rookte zelf niet eens, maar herinnerde me te laat dat ik een minipakje met 3 sigaretten als souvenir in het zeemanspension in mijn tas had gestopt. Ik had na deze botte vernedering een bijna niet te onderdrukken aanvechting om boven op deze nazi te springen en hem waar mogelijk te slaan en te bijten. Kreeg een rode waas voor m'n ogen. Misschien was ik vanwege de afkickverschijnselen nog niet helemaal toerekeningsvatbaar. Het zou fysiek overigens een eitje zijn geweest, want het was een klein, miezerig mannetje met een snorretje (ook dat nog). Maar in een flits realiseerde ik me dat ik uiteindelijk nooit als winnaar uit de strijd zou kunnen komen. De een zal het zelfbeheersing noemen, de ander lafheid. Maar hoe dan ook: om erger te voorkomen hield ik mijn mond. Wel diepe haatgevoelens. En ik voelde me al niet zo jofel.
De volgende dag ben ik direct naar het kantoor van de HAL gegaan. Wat nu? Mijn tweede trip met de Maasdam zat er niet meer in. Het schip was al lang vertrokken voor zijn laatste reis. Zou ik nu wel of niet voor twee reizen uitbetaald krijgen? Wel dus. Slechts twee dagen gewerkt als pantry-bediende en daarvoor 1200 gulden opgestreken. Plus 23 dagen kost en inwoning en een vliegreis. Al met al was ik een dure voor de HAL geweest.
Maar ook een aantal ervaringen rijker. Ik was er achter gekomen dat het toeval een grote rol speelt in het leven, drugs ook hun interessante kanten hebben, homo’s normale mensen zijn en een baantje als pantry-bediende toch niet mijn ding was en ik daarom maar beter nog een paar jaar kon gaan studeren. Aldus geschiedde.
16 Biochemisch aangedreven algoritmes creëren in het brein ook de illusie van een sturende ‘ik’.
Het brein produceert volgens Sigmund Freud van alles en nog wat aan tegenstrijdige verlangens: van moordzuchtige gedachten tot hoge idealen. Het is volgens de bekendste psychiater aller tijden. ,,een parlement van botsende gevoelens en gedachten, dat maakt dat we oneindig veel complexer zijn dan we denken, gedreven door krachten die we niet duidelijk kunnen overzien.”
Het blijft een bizarre gedachte: de aanname dat er in ons brein een ‘ik’ verstopt zou zitten die bewust en met de snelheid van het licht kan reageren op die talloze externe prikkels die brein binnenkomen. Een ‘ik’ die al redenerend tot besluiten en oordelen komt, een ‘ik’ met een zelfstandig vermogen tot reflectie en zelfreflectie, een ‘ik’ die ook in meer of mindere mate emoties, gevoelens en humeuren kan reguleren.
Ik las het deze week weer in het net verschenen boek van Bert Keizer "Het raadsel van de geest" (2024). Het boek dwong me als het ware om, als een soort tegengif, er weer eens wat gezaghebbende wetenschappers op het terrein van de neurowetenschappen op na te slaan, wetenschappers die weinig moeten hebben van die sturende maar onvindbare 'ik', omdat ze met de meest geavanceerde apparatuur diep in ons hoofd kunnen kijken, maar nog nooit iets van een ‘ik’ hebben kunnen waarnemen, en ook geen ziel of geest overigens. Maar wel andere waarnemingen hebben kunnen doen, die veel nieuwe inzichten opleverden en het bestaan van een 'ik', die los van het fysieke brein acteert, onwaarschijnlijk maken.
Zo legt Yuval Noah Harari in zijn boek “Homo Deus" (2015) uit dat de meeste neurowetenschappers het brein zien als een verzameling zelflerende biochemische algoritmes die onze zintuiglijke waarnemingen omzetten in emoties, gedachten en acties. En er is geen spoor van empirisch bewijs dat er ook nog sprake is van een zelfstandig opererend ‘ik’ dat met een eigen willetje tegen de uitkomsten van deze algoritmes in beroep gaat. Het bestaan van zo'n ‘ik’ is vooral filosofenpraat. Net als de bedachte concepten ziel, geest of bewustzijn, waarvoor ook nooit enige empirisch gefundeerde evidentie is gevonden. Er is volgens Harari niet veel meer dan ons fysieke brein: een complex gestructureerde verzameling macromoleculen, waarbinnen zich nauwelijks begrepen chemische en elektrische processen afspelen, maar dat in essentie kan worden gezien als een door selectie geëvolueerde en geprogrammeerde keuze-automaat.
Ook Dick Swaab schrijft in zijn boek “Wij zijn ons brein” (2010) dat baanbrekend hersenonderzoek aantoont dat al onze stemmingen, gedachten, gedragingen en beslissingen volledig worden bepaald door de werking van onze hersenen. Deze werking is op zijn beurt het resultaat van genetische factoren en de invloed van omgevingsfactoren, zoals opvoeding en ervaringen. Volgens Swaab hebben wij geen controle over deze processen, omdat ze zich afspelen op een niveau dat niet toegankelijk is voor bewuste sturing. Experimenten in de neurowetenschappen, zoals die van Benjamin Libet, laten zien dat de hersenactiviteit die leidt tot een beslissing al begint voordat we ons bewust zijn van de beslissing zelf. Dit impliceert, betoogt Swaab, dat ons gevoel van vrije wil een reconstructie is van wat onze hersenen al besloten hebben. Het bestaan van een vrije wil, die afwegingen maakt en op basis daarvan bewuste keuzes maakt, is volgens Swaab dan ook een illusie.
Net als Swaab, is neurowetenschapper Victor Lamme van mening dat de vrije wil een constructie is van het brein. In zijn boek “De Vrije wil bestaat niet” (2010) legt hij uit dat het gevoel dat we zelfbewuste, vrije keuzes maken, volgens hem een illusie is die ons brein creëert. Dit gevoel is evolutionair nuttig omdat het ons helpt om verantwoordelijkheid te nemen voor onze handelingen en zo sociaal gedrag te reguleren. Echter, de daadwerkelijke beslissingen worden gestuurd door onbewuste neurale processen.
Harari, Swaab en Lamme verwerpen dus de dualistische opvattingen die stellen dat de geest onafhankelijk van de hersenen kan bestaan en beslissingen kan nemen. Zij stellen dat alle mentale processen terug te voeren zijn op fysieke en biochemische processen in de hersenen. Maar ondanks hun deterministische visie pleiten Harari, Swaab en Lamme niet voor het afschaffen van een eigen verantwoordelijkheid en morele normen bij het plegen van sociaal ongewenst gedrag. Zij erkennen dat onze maatschappij functioneert op basis van het concept van verantwoordelijkheid en dat het nuttig, zelfs noodzakelijk is om mensen verantwoordelijk te houden voor hun daden, ook al zijn deze deterministisch bepaalt, gedreven door nauwelijks te sturen biochemische processen. Het is volgens hen belangrijk om dit onderscheid te maken om de sociale orde te handhaven.
Maar als het ‘ik’ en de ziel niet bestaan, maar wij vooral biochemisch aangedreven zelflerende algoritmes zijn, staan we dan spiritueel niet met lege handen? Hoe dan verder met de scheppende mens? Geen nood, schrijft Harari …de mens zal altijd op zoek blijven naar een nieuw ‘groot verhaal’ als drijvende kracht, want mensen c.q. breinen blijven (blijkbaar) behoefte houden aan verhalen die uitstijgen boven het alledaagse.
Dus presenteert Harari in zijn boek het ‘grote verhaal’ van de Homo Sapiens, die via steeds slimmere biotechnische en biochemische interventies Homo Deus kan worden. Misschien wel de enige kans voor de mensachtigen om het besturen van deze planeet zo te rationaliseren, dat de soort nog paar eeuwen kan overleven.
17. Hoe kunnen de liberale democratie en de rechtsstaat beveiligd worden tegen haar slopers?
De één zal het ‘worst wezen’ of juist toejuichen. De ander denkt dat het ‘iets tijdelijks’ is en dat het heus wel snel weer goed komt. Maar weer anderen maken zich er grote zorgen over, omdat ze juist niet zien hoe het ooit nog goed kan komen, omdat we al bijna een kantelpunt hebben bereik, waarna er geen weg terug meer is. Omdat de geest uit de fles is en je die geest er misschien niet meer in krijgt. Net zoals het ooit in Weimar, en ruim 10 jaar daarvoor in Italië, na de sloop van de rechtstaat ook niet meer goed kwam. En pas weer 'normaal' werd na ontelbaar miljoenen slachtoffers en een vernietigd Europa.
Ik heb het hier over het unheimische gevoel dat er al jaren een gure politieke wind door de liberale democratieën waait. Een wind die krachten aan de macht dreigt te brengen die de fundamenten van de rechtstaat willen slopen en willen vervangen door een autocratie met een sterke leider die belooft de ‘volkswil’ uit te gaan voeren. Zoals Mussolini en Hitler dat ooit beloofden. En ook waarmaakten. Zonder een lastig parlement en zonder kritische media....maar met terreur en jacht op zondebokken...met rancune als brandstof....
hopen. Maar als je naar de actuele trends in de EU-landen en de VS kijkt, dan moet je wel een ras-optimist zijn, of behoorlijk naïef, om niet een beetje te gaan somberen. Er staan zoveel (geo-)politieke parameters op rood dat er, zeker na een herverkiezing van Trump met zijn nog rechtsere, maar even griezelig fanatieke running-mate dr. J.D. Vance, zomaar kettingreacties van elkaar versterkend onheil kan ontstaan, die van het ene land naar het andere kunnen wippen en de liberale democratieën uiteindelijk omver kunnen blazen. Daar in de VS en hier in Europa. Ook in Nederland moet die kans niet uitgegumd worden.
Hieronder poneer ik een 12-tal stellingen over de kwetsbaarheid van de liberale democratie, de gevaren van het rechts-populisme ook hier en wat daaraan gedaan kan worden.
Stelling 1. De verworvenheden van onze liberale democratie moeten met álle middelen beschermd worden.
“Er waart een spook door Europa - het spook van het communisme”. Zo begint het Communistisch Manifest (1848) van Karl Marx en Friedrich Engels. Zij voorspelden 175 jaar geleden een revolutie waarbij het onderdrukte proletariaat in opstand zou komen tegen de bezittende klasse. Het is uiteindelijk allemaal ‘wat anders’ gelopen met als uitkomst dat we in Europa al vele decennia in een liberale democratie leven, gestut door een vitale rechtstaat en een sociale markteconomie, drie pijlers die in historisch perspectief bezien voor een ongekende vrijheid, welvaart en veiligheid hebben gezorgd. Dit alles moet worden gekoesterd en beveiligd tegen haar slopers. Met alle mogelijke middelen. Maar doen we dat ook? Nee.
Stelling 2. Het rechts-populisme bedreigt de liberale democratie.
“Er waart een spook door Europa - het spook van het rechts-populisme”. De verworvenheden van de liberale democratie en welvaartsstaat worden momenteel ernstig bedreigd omdat er door obscure politieke krachten op wordt ingehakt en steeds grotere groepen reactionaire, boze, misleide, onwetende en onverschillige burgers het belang van de liberale democratie niet meer inzien en kiezen voor een illiberale variant of een autocratie met een sterke leider die de ‘wil van het volk’ kan doordrukken.
Stelling 3. Het brede midden erodeert, laat zich wegspelen en centrumrechts schurkt teveel tegen extreemrechts aan.
De sterk veranderende appreciatie van onze liberale democratie wordt sterk gevoed door 1. de (sociale) media. 2. populisten die burgers bang maken en makkelijke oplossingen beloven voor complexe problemen. 3. een groeiende onderklasse die onvoldoende van ‘het systeem’ profiteert. 4. een hebberige elite die vooral aan zichzelf denkt. 5. onvoldoende presterende overheden. 6. bij velen een uiterst gebrekkige kennis van onze democratische en rechtstatelijke instituties. 7. de onmacht van de democratische partijen van links tot rechts om een voldoende geloofwaardig tegenverhaal te presenteren dat een groot publiek aanspreekt, b.v als het gaat om het beter reguleren van migratie- en asielstromen. Er staan in het brede midden, dat steeds minder breed wordt, nergens (charismatische) leiders op met een narratief waarmee het rancune-verhaal van de populisten succesvol kan worden bestreden. En extreemrechts normaliseren door ze niet uit te sluiten, maar er zelfs mee samen te willen werken, maakt de problemen alleen maar groter. Want veel ontevreden burgers kiezen dan blijkbaar liever voor extreem dan voor gematigd rechts, “want dan gebeurt er tenminste iets”
Stelling 4. Het Orban-scenario is inmiddels ook in Nederland niet meer ondenkbaar.
Om die 7 redenen genoemd in stelling 3 krijgen extreme politieke bewegingen in steeds meer landen van Europa een voet tussen de deur van de macht, ook in ons land en dat is zorgwekkend. Want onze democratie en rechtstaat zijn kwetsbaar en het geval Hongarije laat zien, dat je de rechtstaat en haar instituties langs democratische weg kunt slopen. Dat kan dus ook in Nederland gebeuren. Want waarom zou het “Orban-scenario”, verwijzend naar de “democratische” afbraak van de rechtstaat in Hongarije, in ons land niet mogelijk zijn? Extreemrechts heeft immers overal een vergelijkbaar en uitermate consistent draaiboek klaarliggen: 1. het inbeuken op de politieke en culturele elite, 2. het creëren van achterdocht en chaos via de (sociale) media, 3. het frustreren van democratisch processen, 4. aanvallen op de instituties van de rechtstaat, de journalistiek en de wetenschap en 5. het zaaien van haat tegen migranten en specifieke etnische groepen. Vooral dat laatste, de schuld van alle ellende neerleggen bij 'makkelijke' zondebokken en 'vreemde' culturen, is een kerncompetentie van alle rechts-populistische partijen. En het voeren van die cultuuroorlog werkt, elke keer weer, perfect. Het 'eigen-volk-eerst'-mantra is eigenlijk nergens in de westerse wereld echt weggeweest. In Hongarije en Polen maakte het uiteindelijk de geesten rijp voor het ‘ondenkbare’, waarom zou dat kan ook niet in Nederland kunnen gebeuren?
Stelling 5. Wilders heeft momenteel de sterkste troeven in handen omdat zijn harde woorden en gevaarlijke irreële plannen er in blijven gaan als koek.
We kunnen er gevoeglijk van uitgaan dat Wilders in het kabinet Schoof uiteindelijk maar weinig van zijn belangrijkste programmapunten kan realiseren, omdat ze grondwettelijk, juridisch, financieel, politiek of praktisch onhaalbaar c.q. onuitvoerbaar zijn. Maar Wilders zal altijd garen spinnen bij het feit dat zijn PVV door regeringsdeelname nu is ‘genormaliseerd’ tot een ‘gewone’ politieke partij. Daarvoor hebben hij en de andere PVV-ers slechts één minimale concessie hoeven te doen: hun meest extremen opvattingen tijdelijk achter de kiezen houden. Maar wanneer het hem uitkomt, raakt Wilders zijn harde boodschappen toch wel kwijt. Zo simpel kan het zijn. Wie maakt hem wat? Of het kabinet er nu een half jaar of een jaar zit: Wilders zal de schuld van het blokkeren van zijn plannen altijd bij anderen leggen: Brussel, zijn onwillige coalitiegenoten, de D66-rechters en de linkse elite. Als hij (of één van andere partijen) dan de stekker uit het kabinet trekt, zal hij daarna met nog meer kracht kunnen fulmineren tegen deze ‘kwade krachten’. Je moet dan vrezen dat nog meer kiezers, de chaos beu, hem geloven en de PVV nog groter wordt. Daarmee is de volgende stap in de Orbaniseringsproces gezet.
Stelling 6. De partijen van centrumrechts tot centrumlinks moeten de handen ineen slaan om de extremen buiten de macht te houden.
Als het voorstelbaar c.q. aannemelijk is, dat extreemrechts ook in ons land langs de hierboven beschreven weg de democratische instituties op termijn kan ondermijnen, waarom wordt er dan zo lauw en bijna gelaten op gereageerd i.p.v. met de handschoenen uit er vol in te gaan? Is het onmacht? Is het moedeloosheid? Is het opportunisme? Is het de angst als ondemocratisch geframed te worden als de PVV wordt afgewezen? Is het de gedachte: we moeten hier even doorheen en daarna lozen we die Wilders wel? Doorhalen wat niet van toepassing is. Maar het voort laten modderen van het kabinet Schoof tot het te gênant wordt en dan na nieuwe verkiezingen gewoon weer opnieuw met de PVV om tafel gaan zitten, zou wel eens een fatale historische vergissing kunnen blijken. De partijen van centrumrechts tot en met centrumlinks zouden dat gevaar voor de democratie eensgezind en nog vóór de nieuwe verkiezingen expliciet moeten uitschakelen.
Stelling 7. Een cordon sanitair heeft in Nederland ten onrechte een slechte reputatie, omdat het ondemocratisch zou zijn om grote groepen kiezers uit te sluiten. Wat evidente onzin is.
Waarom is het ondemocratisch als 70% van de parlementariërs die 30% met anti-rechtstatelijke en andere gevaarlijke opvattingen van regeringsdeelname uitsluit? Ik denk dat het democratisch goed te verdedigen is, dat de slopers van de rechtstaat geen vrije doortocht verleend wordt bij hun sloperswerk. Tolerantie houdt op waar de intolerantie begint. Je kunt het eerder bizar noemen dat de fatsoenlijke democraten van centrumlinks met opgeteld 30% van de TK-stemmen geen serieuze kans kregen op coalitiebesprekingen, maar die 30% van extreemrechts wel. Onfatsoen krijgt dus de voorkeur boven fatsoen. Terug naar het verleden krijgt de voorkeur boven toekomstgericht. Anti-Europa boven Europa. Migratiesprookjes boven haalbare regulering van de instroom. Méér stront en stikstof boven mínder stront en stikstof. De veel-vermogenden zoveel mogelijk sparen boven iedereen een rechtvaardig deel van de welvaart. En, niet onbelangrijk: 130 km per uur boven minder opwarming. M.a.w.: symboolpolitiek boven serieuze oplossingen voor serieuze problemen. Het is de keuze tussen een cordon sanitaire of…. ‘liever met extreme zeloten dan een gematigd links’.
Stelling 8. Onze media zijn steeds meer een doorgeefluik geworden van (ook) extreemrechtse meningen in plaatst van een kritische waakhond van onze democratie en rechtstaat.
Die doorgeefluiken binnen de media helpen zo extreemrechts om salonfähig te worden en aan de macht te komen. Die extreme krachten kunnen van alles beloven, zonder dat de mainstreammedia die plannen kritisch, maar onderbouwd als onhaalbaar van tafel veegt. Evidente onzin of gevaarlijke ideeën worden kritiekloos of instemmend doorgegeven als….”zo kun je het ook kunnen zien”. Vanuit een bizar soort politiek neutralisme. Uiterst rechtse standpunten worden zo gelegitimeerd door ze te ontdoen van het stigma van extremisme. Zelfs toen Wilders en Baudet openlijk heulden met autocraten als Poetin en Orban werd dat door de media (en in de Tweede Kamer) vaak laconiek voor kennisgeving aangenomen in plaats van hen als crypto-landverraders het vuur na aan de politieke schenen te leggen. Datzelfde geldt voor Wilders’ openlijke statement op het rechts-conservatieve CPAC-congres in Boedapest dat hij de EU nu van binnenuit gaat uithollen c.q. gaat slopen. Dat kon hij blijkbaar zeggen zonder dat zijn coalitiepartners er moeilijk over zijn gaan doen. Waarom zijn de media, die de politieke gevaren toch op de voet zouden moeten volgen, hier niet kritischer op?
Stelling 9. De eigenaar-miljardairs van de grote techbedrijven en mediagiganten blazen bijna overal de populistische storm hard aan.
De cumulatie van onvoorstelbare hoeveelheden geld en mediamacht bij een kleine groep egoïstische patjepeeërs met revolutionair-rechtse opvattingen die een steeds groter gevaar voor de democratie. Want tech- en media-miljardairs kiezen bijna zonder uitzondering de kant van het rechts-populisme. Ze hebben niets met democratie, ze willen maximale vrijheid voor zichzelf en als ze de democratie daarvoor kunnen gebruiken, oké, maar met een 'sterke man' kun je wel sneller resultaten boeken. Ze willen de overheid 'zuiveren' en de democratische instituties stap voor stap 'van links afpakken'.
In eigen land financiert John de Mol o.a. ‘Vandaag Inside’ waar alles dat riekt naar ‘progressief’ op een agressieve manier belachelijk gemaakt wordt, terwijl er de afgelopen jaren, onderbouwd door leugens, halve waarheden en nepnieuws, indringende stemadviezen werden gegeven die achtereenvolgens Baudet, van der Plas, Omtzigt en Wilders aan riante zeges hebben geholpen. In het VK en de VS hebben we het Ruppert Murdoch Concern, ook hoofdverantwoordelijk voor de anti-Brussel hetze en daarna de Brexit.
Het zijn ook in de VS de conservatieve mediamachten en grote tech-investeerders die het politieke spel op rechts bepalen. Ze turen het populisme steeds meer naar uiterst-rechts. Ze bereiden via geheime projecten een libertaire staatsgreep voor. De meest conservatieve denktanks hebben de gezamenlijke strategie om te komen tot een 'machtsovername' opgeschreven in hun "Project 25". De running mate van Trump, J.D. Vance, is een exponent van deze samenzweerders, die zelfs de huidige Republikeinse partij niet revolutionair genoeg vinden. Vrij nieuw in dat politieke spel is X-baas Elon Musk, inmiddels een fanatieke Trumpiaan, die overal reclame voor zijn held maakt, ook op zijn X.
En ook in Frankrijk wordt de mediamacht van erg-rechtse miljardairs steeds manifester. Zo maakt de mediamagnaat Vincent Bolloré al een paar jaar het Rassemblement National almaar groter via zijn tv-zender CNews. De Volkskrant meldde laatst dat het de meest bekeken nieuwszender c.q. propagandakanaal van Frankrijk is. Het zendt 24 uur per dag, zeven dagen per week actualiteiten uit en grossiert in politieke items waar ultrarechtse opiniemakers met criminaliteit, onveiligheid en immigratie als lievelingsonderwerpen een welkom podium vinden. Islam, immigranten en progressieve 'woke' activisten moeten het dikwijls ontgelden, en de omvolkingstheorie is op deze zender nauwelijks omstreden. Centrumlinks is voor deze miljardairs niet interessant, maar juist de grote vijand omdat ze iets willen doen aan de winst- en vermogensbelasting. Is er nog wel tegen deze geld- en mediamachten op te boksen?
Stelling 10. Als je niet weet hoe je digitaal binnen moet komen bij je bank, de belastingdienst of je zorgverzekeraar voel je je onmachtig en er niet meer bijhorend. En ben je rijp voor de populistische lokroep
Meer dan 2 miljoen burgers weten niet hoe ze een DiGiD moeten aanmaken en zelfs als iemand anders dat dan voor hen gedaan heeft, weten ze niet hoe ze die apps moeten gebruiken. Met hun moeilijke vragen, hun gebruikersnaam, wachtwoord en veiligheidscodes die dan weer naar hun iPhone worden gestuurd. Ze moeten daarom anderen inschakelen om hun bank-, zorg- en belastingzaken te doen. Zonder zo’n netwerk zijn ze in de digitale samenleving met voor hen onbegrijpelijke overheidstaal, reddeloos verloren. Die burgers voelen zich machteloos, dom en nutteloos. Ze haten de overheid, de elite en de snelle jongens die dit allemaal hebben bedacht en voor wie dit vooruitgang is. Vroeger konden ze nog naar een fysiek overheidsloket met een mens van vlees en bloed, maar zelfs dat is er vaak niet meer. Doe het maar digitaal beste digibeet. Onze vooruitgang is hun achteruitgang. Ze behoren tot de ‘afgehaakten’ en stemmen niet meer… of extreem.
Stelling 11. Met het invoeren van een stembewijs, vergelijkbaar met een rijbewijs, kunnen we de kwaliteit van democratische processen en de bestuurbaarheid van het land naar een hoger niveau tillen.
In elk proefschrift zitten aan het eind vaak één of twee boude en/of komische stellingen, maar wel met een serieuze ondertoon. Deze misschien wat boude stelling 11 kwam bij mij vrij spontaan binnen. Ik geef er de volgende onderbouwing bij. Voor bijna elke activiteit met majeure risico’s voor andere burgers of de samenleving moet je een proeve van bekwaamheid afleggen en als je daarvoor slaagt, krijg je daar een bewijs van. Pas dan mag je ‘iets’. Zo moet je eerst je rijbewijs halen alvorens je een auto mag besturen. Iemand opereren zonder daar een bevoegdheid voor te hebben behaald is al heel lang ondenkbaar. Zelfs een sluiswachter moet voor zijn sluiswachters-examen slagen, alvorens hij anderen voor een sluis mag laten wachten om de schepen door te kunnen laten.
Maar er zijn een paar zaken met mega-gevolgen voor anderen of de maatschappij die elke Jan Doedel gewoon mag uitvoeren zonder daarvoor gekwalificeerd te zijn. Ik noem er twee. Kinderen mogen verwekken en ook nog opvoeden, dat staat iedereen zonder enige kwalificatie volledig vrij. Maar velen maken er een potje van, met niet zelden afschuwelijke gevolgen voor de kinderen. Over een kinderen-mogen-opvoeden-bewijs, analoog aan het rijbewijs, heb ik nooit iemand gehoord. Terwijl er honderdduizenden kinderen fysiek en mentaal misvormd uit die opvoeding zijn gekomen. Elk jaar komen er weer nieuwe generaties bij. Alleen in ons land worden er per jaar al zo’n 100.000 fysiek mishandelde kinderen geteld.
Maar wat minstens zo gevaarlijk is: stemmen op een politieke partij zonder ook maar iets van de belangrijkste programmapunten te weten of van het democratisch proces te snappen. Die onderbuikjes stemmen dan op basis van irrationele prikkels of zelfs dat niet eens, maar hun ratio is in ieder geval volledig uitgeschakeld. Het heeft iets onnozels, iets gevaarlijks ook. Alsof de democratie niet serieus genomen hoeft te worden. Ach, stemmen, daar hoef je immers niets voor te kunnen. Gewoon een vakje rood kleuren, alsof je met pijltjes op een dartbord gooit. Nee, natuurlijk stemmen we op “die blonde die zegt waar het op staat”. Sommige schijnen pas in het hokje ad random iets aan te kruisen. Maar al die onderbuiken samen bepalen wel de toekomst van land en het welzijn van haar burgers.
Zou je niet eens kunnen overwegen…ik zeg o-ver-wegen….om alle kiesgerechtigde burgers een korte cursus staatsinrichting/ burgerschapskunde aan te bieden waarna ze via een simpel testje een stembewijs kunnen bemachtigen, waarmee ze dan met enige kennis van zaken mogen stemmen. Het nadeel van zo’n selectiemechanisme is natuurlijk dat het de mensen uitsluit die geen zin hebben in zo’n cursus/testje, dus het zou wat elitair kunnen overkomen. Maar hoe zwaar weegt dat t.o.v. het evidente voordeel: alerte burgers met elementaire kennis van waarop en waarom ze stemmen en die dan bewust hun stem uitbrengen na afweging van de consequenties van zo’n keuze? Een stembewijs….ik vrees dat dit bizarre voorstel snel door het morele afvoerputje gaat.
Hele volksstammen kiezen liever op gevoel op een ‘echte leider’ die belooft voor hen te denken en die daar vervolgens een generieke ‘volkswil’ van maakt. Liever dan daar steeds zelf over na te moeten denken. Dit is dus het stemvee-scenario, waar je als democraat bijna machteloos tegenover staat. Als dit een meerderheid dreigt te worden, kun je dan alleen nog maar fatalistisch vaststellen: het is vechten tegen de bierkaai, het is over en uit en het zal onze tijd wel duren? Nee dus.
Stelling 12. De populisten kunnen, als we dat willen, buiten de macht gehouden worden: tijd voor acties.
Hoeveel fantasie is er voor nodig om de slopers van de democratie effectief uit te schakelen voor de regeringsmacht voor het te laat is? Er moeten langs democratische weg met inachtneming van de rechtstaatregels toch voldoende effectieve acties te bedenken zijn. Ik gooi een paar opties in de groep, opties die vallen in de categorieën ‘verbieden’, ‘boycotten’ en ‘wegnemen oorzaken populistisch stemgedrag’:
- Een wettelijk verbod op niet-rechtstatelijke partijen. Partijen die in woord en geschrift duidelijk maken dat ze de fundamenten van de bestaande orde willen aantasten moeten vroegtijdig kunnen worden verboden. Nu worden ze pas verboden als ze expliciet geweld niet uitsluiten om hun doelen te bereiken.
- Een cordon sanitaire. De rechtstatelijke partijen besluiten tot een cordon sanitair, waarbij ze afspreken om nooit (meer) samen te werken met partijen met standpunten die een gevaar zijn voor de democratie en de rechtstaat. Ze spreken af om die structureel buiten de macht te houden. Beloftes om die standpunten tijdelijk in de ijskast te verstoppen, wordt vanaf nu beoordeeld als een dwaze grap in de categorie “eens maar nooit weer”. In het Europees Parlement geeft de VVD wel het goede voorbeeld met een cordon sanitaire jegens de extreemrechtse Patriotten voor Europa, waarin o.a. de PVV en Orbans partij Fidesz zitting hebben.
- De onderklasse meer laten meeprofiteren van de welvaart. De gevestigde partijen moeten veel explicieter erkennen dat sommige groepen burgers veel te weinig profiteren van de verworvenheden van de welvaartsstaat en zichzelf in ‘het systeem’ ook niet meer kunnen redden. Hier moeten zichtbare, concrete acties op gezet worden die snel zoden aan de dijk zetten.
- Een effectief programma om migratie beter te reguleren. Dit zal nog lang een bepalend verkiezingsthema blijven. Hier de populisten de wind uit de zeilen nemen door m.n. de arbeidsmigratie en de studiemigratie substantieel te beperken, asielmigratie, die maar beperkt te beïnvloeden is, beter te reguleren en kennismigratie zoveel mogelijk ongemoeid laten.
- De overheid moet weer veel zichtbaarder gaan ‘leveren’ m.n. aan burgers die sterk van de overheid afhankelijk zijn. Politici moeten het weer als een topprioriteit gaan zien dat de overheid ook ‘levert’ wat ze belooft, zeker op de meest urgente terreinen. Dat betekent dat er een einde moet komen aan de diarree van steeds maar nieuwe beleidsvoorstellen en wetgeving. De meeste aandacht moet nu uitgaan naar een soepele uitvoering van de belangrijkste beleidsmaatregelen en naar een overheid met meer doorzettingsmacht.
- Het opstellen van ‘gemeenschappelijk lijstje met topprioriteiten’. De middenpartijen van links tot rechts stellen gezamenlijk een dynamisch prioriteitenlijstje op met, zeg, 6 urgente doelstellingen waar de liberalen, de christelijken, de groenen en de sociaaldemocraten een topprioriteit van maken. Hierbij kan gedacht worden aan b.v de thema’s. 1. Veiligheid en defensie. 2. Migratie en asiel. 3. Klimaat en natuur. 4. Presterende overheid. 5. Dynamische economie en 6. Iedereen doet mee/profiteert mee. Binnen deze topprioriteiten worden realistische/uitvoerbare programma’s ontwikkeld, waar de partijen zich op hoofdlijnen aan committeren, maar waarbinnen ze zich bij de uitwerking ideologisch scherp kunnen profileren op concrete maatregelen, zodat er voor de kiezers wel voldoende te kiezen blijf
En wat gaan de gevestigde politieke partijen de komende periode nu doen aan de gevaren van extreemrechts? Het gemakzuchtig laten lopen? Het bagatelliseren? Wat slapjes tegengas geven en hopen dat het wel goed komt? Opportunistisch gaan voor de eigen partijpolitieke kortetermijnbelangen? Of de fluwelen handschoenen uit en gezamenlijk keihard de aanval kiezen?
De reacties op de gesignaleerde gevaren bepalen uiteindelijk of de generaties ná ons nog een leefbare toekomst hebben. D.w.z. nog kunnen leven in een democratisch bestuurde rechtstaat waarin rationele besluiten worden genomen die de belangen van alle burgers dienen, en van toekomstige generaties. Dat is bepaald geen zekerheidje. Integendeel. Er zal hard voor gevochten moeten worden.
18. In huize Klever is de rotte appel wel heel dicht bij de boom gevallen.
Minister Reinette Klever kreeg tijdens haar hoorzitting in de Tweede Kamer het verwijt de racistische en antisemitische “omvolkingstheorie” aan te hangen en ooit trots met een NSB-speldje te hebben rondgelopen. Ze nam geen afstand van die perverse complottheorie, maar ontkende verontwaardigd antisemiet te zijn. En verwees vervolgens ter onderbouwing naar het ‘oorlogsverleden’ van haar vader die, zo beweerde ze, tijdens de oorlog door de Duisters was beschoten en levensgevaarlijk gewond naar het ziekenhuis werd gebracht. Later bleek dit een leugen te zijn. (1)
Hoe je met verwijzing naar zo’n incident met je vader in de oorlog kunt aantonen dat je zelf geen racist of antisemiet bent, zal altijd een raadsel blijven, maar in de Volkskrant werden enige tijd geleden niet alleen de abjecte uitspraken van de minister nog eens besproken, maar werd uit een gesprek met haar vader, de filosoof en Spinoza-kenner Wim Klever, glashelder dat minister Reinette K. haar donkerbruine ideeën niet van een vreemde heeft, maar van haar eigen vader. Dit heerschap ventileert volgens de Volkskrant al vele jaren in krantenartikelen en op sociale media ,,uitgesproken nationalisme, moslimhaat, racisme en ander kwestieus gedachtegoed." Een paar citaten van Wim Klever uit het artikel:
- ,,Nu hebben we verdorie te kampen met twee verderfelijke en levensbedreigende parasieten: de tijgermug & de islamiet. Beiden grote bloedzuigers.”
- ,,Waarom toch hebben wij in de Balkanoorlog aan de kant van de moslims tegen Servië gevochten? Mladic en Karadzic waren nationalistische helden.”
- ,,Je kunt een ras bekwamer, gewiekster, duurzamer in zelfhandhaving en moreel geavanceerder dan een ander ras achten. Verkeerd soms?”
- ,,De anti-islamactivisten van Pegida moeten het stempel 'fascisme' als een 'eretitel' zien. Fuck our system of representatieve pseudo-democracy. Terug naar prehistorische (Germaanse) directe volmacht met bewapende burgers.”
- 'De massa's immigranten uit Afrika die ons nationale welzijn bedreigen zullen we volgens Spinoza als vijanden moeten haten, weren of doden.”
- 'Inzake keppeltje zouden Joden naar hun bloedverwant Spinoza mogen luisteren, die stelde dat Joden hun vervolging aan zichzelf te danken hebben, omdat zij in de diaspora vasthouden aan vreemde en met omgevende cultuur strijdige gebruiken.”
- 'Wij zijn volgens Spinoza op geen enkele manier, moreel noch religieus, verplicht hulp te verlenen aan de armen in Afrika.”
- 'Continue bevolkingsgroei door onbesuisde/onbeschermde sex zoals in Afrika wordt alleen opgelost door onderlinge uitmoording v. hongerige volken, niet door VN-geleide migratie of westerse economische hulp”.
Wordt papa Klever vanwege deze evident racistische, islamofobe en antisemitische uitspraken als een seniele ouwe dwaas door iedereen geboycot? Nou, nee, niet door iedereen. PVV’ers als minister Reinette K. , ON-baas Arnold Karskens, Kamer-voorzitter Martin Bosma en ex-Kamerlid Harm Beertema hebben deze erudiete Spinoza-kenner hoog zitten. Het is simpel op te zoeken op internet en YouTube. ,,Zeg mij wie uw vrienden zijn en ik zeg u wie u zelf bent" is een gezegde, dat al zo oud is dat de bedenker niet meer is te achterhalen.
Met zo'n vader is het dus geen wonder dat minister K. de ontwikkelingshulp wil afschaffen en geen afstand wil nemen van de perverse 'omvolkingstheorie’. Het witte superioriteitsdenken zit in haar DNA, het is er met de paplepel ingegoten. De rotte appel is in huize Klever direct naast de stam gevallen. Toch....we kunnen ons een beetje vrolijk maken over zoveel stuitende opvattingen, die ook nog erfelijk blijken, maar het is niet meer dan een schande dat zo’n donkerbruin type in een Nederlands kabinet kan plaatsnemen zonder dat half Nederland er overheen valt. De lat van ethiek, moraal en fatsoen is hier wel heel laag komen te liggen.
(1) Minister Klever bleek de zware verwondingen van haar vader uit haar duim te hebben gezogen. Althans papa Klever zei daar in het VK-interview zelf over dat het niet meer was dan een schampschot en dat hij niet eens in het ziekenhuis hoefde te blijven. Zou dit dan waar zijn, of wilde hij als neo-nazi-sympathisant de edel-germanen van toen niet met terugwerkende kracht blameren? Dat zou in zijn bruine denkraam toch een soort poepen in het eigen nest zijn.
19. De Joodse Raad werkte vrij slaafs met de nazi’s mee om Amsterdam ‘Juden-frei’ te maken. Hoe zou Gaza ‘Palestijnen-vrij’ gemaakt kunnen worden?
De nazi’s hebben tijdens WO II in krap 3 jaar ca 65.000 van de 80.000 Amsterdamse Joden gedeporteerd naar vernietigingskampen. Laat die aantallen eens tot je doordringen. Niet te bevatten als het indaalt dat het over echte mannen, vrouwen, kinderen en baby's gaat. De Israëlische troepen hebben de afgelopen 7 maanden ruim 2 miljoen Gazanen van huis en haard verdreven, vervolgens van hot naar her opgejaagd, hen laten verhongeren en een groot deel van hun huizen, ziekenhuizen, scholen, bedrijfjes, voedselproductie en infrastructuur vernietigd. Hoeveel angst, haat en onmacht zouden die slachtoffers van de moffen toen en van de Israëliërs nu gevoeld hebben? De nazi’s hebben in die paar oorlogsjaren ca. 60.000 Amsterdamse Joden in de gaskamers vernietigd. De Israëliërs hebben in de afgelopen 7 maanden tot dusver bijna 40.000 Gazanen met hun bombardementen de dood in gejaagd en er ruim 80.000 min of meer zwaar verwond, terwijl er nauwelijks nog ziekenhuizen waren/zijn om ze op te vangen. Hoe zouden de nabestaanden van al deze slachtoffers over de beulen van toen en nu denken? Diepe, verschroeiende haat lijkt mij het gemeenschappelijke gevoel.
Hoe kom ik op deze bizarre vergelijking? Deze week hebben we de nodige verbijstering zitten kijken naar de NPO-serie “De Joodse Raad”, de club van Joodse burgers uit de hogere klasse, die in Amsterdam de nazi’s vele handjes hielp om de stad ‘Juden-frei’ te maken. Althans, om dit proces zo soepel mogelijk, zonder al te veel publiekelijke 'toestanden', te laten verlopen. De modus operandi: om de Joden die volgens de Joodse elite onmisbaar waren te kunnen redden, werden de minder belangrijke Joden, zeg maar het klootjesvolk, door de Raad op lijsten gezet, waarna de Duitsers die selectie bij voorrang kon afvoeren. Via kamp Westerbork gingen ze dan naar een van de vernietigingskampen, de meesten naar Auschwitz. En degenen die (tijdelijk) nog de dans ontsprongen werden door de Joodse Raad vaak met verbale intimidatie door Cohen zelf gesommeerd loyaal aan de Duitse maatregelen mee te werken en zeker geen verzet te bieden.
Er wordt in de serie briljant geacteerd en de dilemma’s van de Joodse ‘collaborateurs’ uit de Raad worden evenwichtig in beeld gebracht. Je hebt de hartverscheurende drama’s over de razzia's en deportaties allemaal in boeken kunnen lezen: de geraffineerde slechtheid van de Duitsers c.q. de stiekeme meedogenloosheid waarmee ze de Joodse leiders manipuleerden en onder druk zetten. Maar toch, als je het allemaal zo op het niveau van mensen van vlees en bloed in beeld gebracht en nagespeeld ziet worden, dan roept het andersoortige, heftiger emoties op dan bij het lezen van boeken. Dat de Duitsers, en zeker de Jodenjagers, niet deugden wist je, maar de manier waarop de Joodse leiders aan de ondergang van hun Joodse medemensen meewerkten en ongevoelig leken voor de pleidooien van degenen die smeekten hiermee te stoppen, is niet te bevatten, zeker niet als je ‘levende mensen’ met sterke argumenten ziet opponeren tegen die kruiperige houding van de Raad jegens de Duitse Jodenjagers.
De beide leiders van de Joodse Raad, David Cohen en Abraham Asscher, weigerden ook te luisteren naar Poolse vluchtelingen die hen wilden vertellen over de gruwelen van de vernietigingskampen. Cohen wilde zelfs niet eens een van hen die al voor zijn deur stond te woord staan. De dystopische ooggetuigenverslagen die hij via via uit tweede hand hoorde, diskwalificeerde Cohen als paniekverhalen. Hij zei er zeker niets te mee gaan doen. Bang als hij was dat de leider van de Jodendeportaties, Ferdinand aus der Fünten, boos op hem zou worden.
De strategie van aus der Fünten was kwaadaardig briljant. Hij maakte de Joodse elite medeverantwoordelijk voor de deportaties. In plaats van hen op te roepen in opstand te komen tegen het absolute kwaad en gewapend verzet te bieden of onder te duiken, werkte de Raad juist loyaal mee aan de eigen ondergang.
Het is natuurlijk veel te makkelijk en ongepast of misschien zelfs onethisch om de leden van de Joodse Raad met de kennis van nu te veroordelen voor hun afgedwongen semi-collaboratie met de moffen, maar toch…hoe kunnen intelligente mensen zelfs met de kennis van toen niet gezien hebben waar ze mee bezig waren? En wat zegt het over hun morele kompas, dat ze bereid waren om op bevel van de Duitsers een onderscheid te maken tussen belangrijke Joden die gespaard moesten worden 'voor later' en de minder belangrijke Joden die dan maar wél naar de concentratiekampen gedeporteerd moesten worden? Hoe kan het? Was het echt om erger te voorkomen?
Misschien, maar dat zou onwaarschijnlijk naïef zijn geweest. Velen voorspelden namelijk toen al dat dat ‘erger’ toch wel zou komen, want niemand, geen enkele Jood, zou uiteindelijk gespaard worden. Ook Cohen en Asscher zelf niet. Ook zij gingen op transport, maar overleefden het wel. Deden beide heren het 'vuile werk' dan uit onnozelheid? Was het de pure angst om zelf gedeporteerd te worden als ze niet zouden meewerken? Of zat er toch een soort elitaire kwaadaardigheid achter? Zo van: de oorlog is misschien snel afgelopen en dan hebben we tenminste ‘ons soort belangrijke mensen’ nog kunnen redden. In de serie wordt de indruk gewekt dat het een combinatie van al deze motieven was.
Tijdens de serie moest ik vaak denken aan de vernietiging van Gaza en de Gazanen en aan de gevolgen en gevoelens van de gewone slachtoffers van misdadige regimes, toen en nu. En dan denk je elke keer weer: hoe kan een volk dat altijd, de hele geschiedenis door, zelf zo wreed behandeld is, als inferieur en als beesten, nu zelf een ander, ook weerloos volk, al zo lang zo wreed en zonder enige compassie behandelt? Ook als inferieur en als beesten.
Laatst nog werd er in Gaza een raket afgevuurd op een VN-school waar de Israëlische soldaten eerst vrouwen en kinderen naartoe hadden gedreven. Minstens 30 doden en tig zwaar gewonden, die bijna nergens meer geholpen kunnen worden. De ledematen lagen volgens de geïnterviewde aanwezige VN-ambtenaren over het hele plein verspreid. Wat doet dat met de kinderen en verwanten als ze zoiets meemaken? De Israëlische regering liet weten dat ze op jacht waren naar een (één !!) Hamasstrijder. En ja, om die te pakken offer je talloze onschuldige burgers op. De toegestane ratio die Israël hanteert, is, dat er tegenover elke opgejaagde Hamasstrijder 60 tot 100 gedode Palestijnse vrouwen en kinderen mogen staan, als een acceptabele collateral damage voor het uitschakelen van die ene Hamasser. Als het aantal burgerslachtoffers daarboven uitkomt, belooft het leger 'diepgaand' onderzoek, waar volgens waarnemers nooit over wordt gerapporteerd.
Hamas vernietigen als hoofddoel…zelfs extreemrechts in de Israëlische regering weet dat dat nooit zal lukken, omdat door al die onschuldige slachtoffers het aantal potentiële Hamasstrijders alleen maar exponentieel zal toenemen. Wat moeten die jongeren die hun ouders gedood zagen worden door Israëlische bommen nog in een vernietigd Gaza? In een Gaza zonder enige toekomst en zonder banen? De meesten van hen zullen de Israëliërs haten als de pest door al het leed dat hen al vanaf 1948 in de half-open gevangenis Gaza en op de Westbank wordt aangedaan. Wat kunnen ze anders dan soldaat worden als ze groot genoeg zijn en kunnen vechten tegen hun bezetter en onderdrukker? Hadden de Joden dat tijdens in bezetting in Nederland ook maar gedaan.
Amsterdam kon praktisch ‘Juden-frei’ gemaakt worden, met medewerking van de Joodse Raad. Als de wereldgemeenschap blijft wegkijken en Israël onverkort blijft steunen dan zullen de Gazastrook en de Westbank in de loop der tijd vast wel ‘Palestijnen-frei’ gemaakt kunnen worden. Daar heeft Israël geen Palestijnse Raad voor nodig. Ze doen het zelf wel, systematisch, open en bloot, zichtbaar voor de hele wereld. En....is de quizvraag: hoe zal de geschiedenis daar dan later over oordelen? Hoe zal het uitgummen van de Palestijnse cultuur en het hen opsluiten in een paar reservaten passen in het rijtje uitroeiing Indianen of de Armeense genocide? Toegegeven: de naziterreur zal qua aantallen altijd wel 'top of the bill' blijven'?
20. Bijna alles in ons lichaam wordt steeds ‘ververst’, behalve onze hersens…een zwak puntje in de evolutie.
Je kunt het je bijna niet voorstellen, maar wetenschappers hebben het echt heel precies uitgezocht: onze huidcellen vernieuwen zich in een zodanig tempo dat we elke maand een compleet nieuwe huid hebben. Het skelet doet er tien jaar over voor het compleet is vernieuwd. Maar de binnenbekleding van de darm vernieuwt zich heel veel sneller: in een paar dagen een geheel nieuw darmwandje. Onze lever heeft er echter drie jaar voor nodig, maar dan heb je wel een geheel gerenoveerde lever. Dus hoezo: ,,niet teveel drinken”?
Dagelijks, zo meldde een medisch artikel in de Volkskrant laatst, worden er 330 miljard afgeschreven cellen vervangen door nieuwe, zo’n 1% van het totaal. Er zijn maar enkele celtypen die nooit worden vervangen. Zo moet je het je hele leven doen met dezelfde zenuwcellen in de hersens. Een deel van die 86 miljard neuronen sterft wel af, maar worden niet vervangen. Waarom dat zo is, is nog niet achterhaald, maar het is natuurlijk wel heel jammer, dommig zelfs, dat uitgerekend onze hersens niet ververst worden en dus steeds ‘ouder’ worden. En onherstelbare mankementen gaan vertonen. Wat zou het een zegen zijn als zich niet alleen elke tien jaar een nieuw skelet heeft gevormd, maar ook een totaal nieuw brein. Met alle ooit vergaarde data nog in tact, alleen veel beter toegankelijk en manipuleerbaar. Helaas, het moge niet zo zijn. De evolutie van de homo sapiens heeft op dit punt wel iets laten liggen.
Je zou denken, maar vooral hopen, dat we met die cel-vernieuwingen ook de ziekten die met die organen te maken hebben, zouden kwijtraken. Dat is helaas niet het geval. Nier- en leverdefecten worden met de verversing niet direct ook even verholpen. Dat komt, omdat de diepere oorzaken van veel kwalen niet huizen in de cel van het betreffende orgaan, maar in de omgeving daarvan. Tussen organen en weefsels bevinden zich een soort steigers van eiwitten en suikers die niet alleen de boel stutten, maar ook cruciale biochemische ondersteuning leveren. En als daar iets mis mee is, dan wordt dat door cel-vernieuwing niet opgelost. Als beschadigde cellen worden vervangen, kunnen ze weliswaar zelf met een schone lei verder, maar de omgeving met haar defecten vernieuwt niet mee, en zo blijft een ziekte of kwaal vaak voortbestaan. Daarom krijgen we gewoon rimpels, terwijl huidcellen regelmatig worden vervangen. De oorzaak van het rimpels krijgen zit niet in de huidcel, maar in de biochemische processen daar omheen.
Die permanente verjongingskuur is echter wel begrensd, want cellen kunnen zich niet oneindig delen. Bij elke deling worden de uiteinden (telemeren) van de chromosomen in de cel ietsjes korter. Tot ze niet meer naar behoren functioneren. Pas als we iets vinden dat dat korter worden van de telemeren kan voorkomen, kunnen we héél oud worden. Echter, dat zal erg ingewikkeld knutselen worden aan het DNA-bouwplan in het chromosoom van al die miljarden cellen. Maar eens zal dat natuurlijk lukken en dan ontstaat er het zicht op het bijna-eeuwige-leven. Maar dat moet dan wel op z’n minst in combinatie met het kunnen implementeren van nano-modules in het brein, die de geheugencapaciteit en het intelligentieniveau revolutionair kunnen verhogen.
Of zo’n bijna-eeuwig-leven echt een wenkend perspectief is, waag ik te betwijfelen. Ik zou heel wat onplezierige en zelfs vreselijke gevolgen voor de mensheid en de individuele mens kunnen benoemen als we gemiddeld 500 jaar oud worden.
21. Feitjes zonder context….dus zinloze feitjes?
„De Verenigde Staten investeren jaarlijks 820 miljard in bewapening. China en Rusland komen samen niet tot een kwart daarvan. De Verenigde Staten zijn het enige land dat werkelijk kernwapens gebruikte. Ze beschermen daar liever hun geweren dan hun kinderen. In hun 240-jarig bestaan heeft het land vijftien jaar geen oorlog gevoerd, voor de rest was het bloed vergieten van Vietnam tot Oekraïne.”
Dit knalde de vader van schrijfster en NRC-columniste Carolina Trujllo er enige tijd geleden in haar column uit, toen het ging over de presidentsverkiezingen in de VS. De achterliggende gedachte, zo kun je de vaderlijke outcry invullen: of het nu Trump of Harris wordt, voor ons als inwoner van Uruguay (en welk Midden- en Zuid-Amerikaans land dan ook) gaat het geen bal uitmaken. Alle presidenten hebben altijd hetzelfde spel van "eigen-economisch-en-geopolitiek-belang-eerst" meegespeeld, anders zouden ze nooit president zijn geworden. Alleen de retoriek van Republikeinen en Democraten was verschillend. Maar, en dat is niet onbelangrijk, voor de arme Amerikaan heeft het nooit een barst uitgemaakt of er een Democraat of een Republikein president was. Verbale symboliek, totaal verschillende intenties, meer was het niet, meer kon het vaak ook niet zijn vanwege een vijandig Congres. Er waren maar een paar presidenten die echt het verschil konden maken. Maar na Lyndon B. Johnson (1963-1969), de wettenmaker, slaagde geen enkele president er meer om er in progressieve zin via wetgeving structureel iets van te maken. Ook de charismatische Clinton en Obama niet. Het was vooral heerlijke retoriek, beeldvorming en het uitdragen van een humaan wereldbeeld. Niet iets om cynisch over te doen, want ook dat is van onschatbare waarde.
Maar er was wel altijd één constante in wie er ook president was: de rijken werden via allerlei politieke maatregelen rijker gemaakt en de armen armer…en dat is nu juist de voedingsbodem voor de populist Trump...zijn mantra: ,,de politieke elite is een vijand van het volk, zij belazeren het volk, zij houden het volk arm". Dat sprookje gaat erin als koek. De armen weten natuurlijk ook dat de stinkend rijke Trump zijn beloften niet waar gaat maken, maar hij gaat de linkse elites wel, zo hopen, ze wegjagen en vervolgen en "het systeem" kapot maken: ,,en dan kan het voor ons niets-hebbers alleen maar beter worden” is de redenering.
Simpel gedacht? Natuurlijk, maar als je niets meer hebt, zelfs geen toekomst, dan koester je ook de valse illusies, want 'that's all there is'. En alles wat reactionair, rijk, religieus of rancuneus is, voedt die gedachte: stem niet op die extreemlinkse democraten rond Biden en Harris want die zijn een gevaar voor Amerika. Ze bedoelen 'een gevaar voor hun eigen belangen'. Dus pleiten zij via de ultra-rechtse denktanks en hun Project 25 voor een totale revolutie, een 'zuivering van de democratische staatsorganen en een eliminatie van alles wat zij links noemen, maar wat gewoon een fatsoenlijk democratische anti-Trump beweging is.
Maar misschien hoeft het systeem niet persé kapot gemaakt te worden door de Trump-maffia. Als het wonder geschiedt en de Democraten ook de komende jaren aan de macht mogen blijven, kunnen ze ook eindelijk eens serieus werk maken van die dwaze ongelijkheid, die de VS moreel, sociaal, economisch en politiek naar de afgrond duwt. Het zal de rijken een rotzorg zijn: na hun de zondvloed.’
22. Omtzigt: de moralist die steeds dieper in de fuik van de moreel-corrupten zwemt
Hij, Omtzigt, heeft, volgens welingelichte kringen, een hekel aan Rutte, maar met Wilders kan hij blijkbaar wel door een deur. Een kwestie van smaak. Hij minacht ook de gematigde politici van het CDA, zijn kwelgeesten, maar een coalitie met de extreme roeptoeter Wilders, daar deinst hij niet voor terug. Hij wilde niet in zee gaan met de fatsoenlijke sociaaldemocraat Timmermans, maar dus wel met een moreel corrupte amokmaker. Hij wilde beschaving en fatsoen weer terug in de politiek brengen en ook dan ligt een coalitie met Wilders, de boezemvriend van Orban, het meest voor de hand. Hij wilde de rechtstaat weer in ere herstellen en ja, wie anders dan Wilders moet dan jouw man zijn. Hij wilde een nieuwe bestuurscultuur en dan kom je bijna vanzelf bij de geblondeerde volksleider uit. En hij wilde de inhoud weer terug in het politieke debat en wie kun je dan beter als bondgenoot hebben dan Wilders?
Hij nam iedereen vaak op belerende wijze de maat en legde voor anderen de morele lat zo hoog, dat er maar weinigen van zijn politieke collega’s overheen konden springen. Maar Wilders is met vlag en wimpel voor de Omtzigt-toets geslaagd, daar waar zijn collega's van CDA en PvdA/GroenLinks jammerlijk faalden. Zij zijn door hem gewogen en veel te licht bevonden. Alleen de steile Omtzigt vindt dit logische keuzes en kritische vragen daaromtrent worden geïrriteerd afgewimpeld. Want vragen daarover is 'oude politiek'. Je zou er honend om kunnen lachen als het niet zo treurig, cynisch, hypocriet en gevaarlijk was. Wat zeggen deze keuzes over het karakter, de betrouwbaarheid, de geloofwaardigheid, het beoordelingsvermogen en het echte morele kompas van deze vaak verongelijkte beroeps-twijfelaar? Ja, inderdaad, dit zou je een retorische vraag kunnen noemen. Waarschijnlijk zijn zijn drijfveren als volgt samen te vatten: hij wordt gedreven door rancune tegen degenen die hem liever in een 'functie elders' zagen. Wat met de kennis van nu ook het beste zou zijn geweest.
De man van de transparantie, die tot vervelens toe op hoge toon elke flinter informatie van het kabinet eiste, "en wel snel graag", stond nu vooraan bij pogingen om belangrijke formatie-documenten onder de pet te houden. De man die collega’s en bewindslieden op vaak uiterst irritante wijze ‘ondervroeg’ over vermeende omissies, wordt nu boos als hem in Nieuwsuur wordt gevraag te reflecteren op de op nazi-ideologie geïnspireerde omvolkings-uitspraken van zijn grootste coalitiepartner.
De man die bezwoer dat hij niet zou tolereren dat zijn coalitiepartners morele en rechtstatelijke grenzen zouden overschrijden, wil nu geen reactie geven op het feit dat de PVV-kandidaat-bewindslieden geen afstand willen nemen van hun abjecte racistische standpunten over 'moslimtuig', 'ziektes verspreidende asielzoekers', 'nep-parlement', 'journalisten zijn tuig van de richel' en 'het sterk overdreven slavernijverleden'. Ze volharden hierin, zo bleek tijdens de hoorzittingen, maar beloven allen wel om gedurende de looptijd van het kabinet deze terminologie publiekelijk niet meer te zullen bezigen. Daar moeten al die 'deug-mensen' het maar mee doen, honen ze schaamteloos. En dit wordt door Omtzigt gewoon gepikt. Samen met de VVD heeft hij de PVV, dus het onfatsoen en de onbeschoftheid in het kwadraat, een prominente plek in de macht gegeven. Dat hij hiermee de rechtsstaat in gevaar brengt, interesseert Omtzigt ineens geen donder meer. Ik liet het woord hypocriet nog niet vallen, geloof ik.
Omtzigt, die vroeger, althans in vrome woorden, altijd principieel en zuiver in de leer was, neemt nu genoegen met deze cynische politiek van 'het even in de ijskast zetten van eerdere standpunten' van volstrekt incompetente PVV-stuntelaars. Maar om zijn gezicht nog een beetje te redden, wijst Pieter dan te pas en te onpas op zijn grote succesnummer: het binnenhalen van 'zijn' Constitutioneel Hof. Dit onzalige stokpaardje zal hopelijk altijd een fata morgana blijven, want voor het onheil dat zo'n staatsrechtelijke aberratie kan aanrichten hoeven we alleen maar naar de VS te kijken, waar het ultra-reactionaire Supreme Court zich heeft ontwikkeld tot een direct gevaar voor de democratie, de rechtstaat en de verworven burgerrechten voor minderheden, vrouwen en lhbti-ers. Alle liberale verworvenheden willen ze weer terugdraaien, maar bepaalden recent wel dat semi-automatische vuurwapens weer gewoon verkocht moeten kunnen worden, ook aan debiele schietgrage Amerikanen. En daar zijn er helaas erg veel van.
Met een steeds groter wordende PVV en een christelijke fatsoensrakker met oogkleppen op als Omtzigt acht ik zo'n scenario ook in dit land niet meer ondenkbaar. Immers, het altijd ondenkbare is nu ook hier in Nederland gewoon realiteit geworden: predikers van racisme en vreemdelingenhaat kunnen gewoon in het kabinet komen. En het wordt ook nog vrij breed in de media geaccepteerd alsof het de normaalste zaak van de wereld is.
De sikkeneurige gelijkhebber met het morele vingertje zwemt steeds verder in de fuik van de moreel corrupte rechtstaat-ondermijners die lachend de middelvinger opsteken naar alles waar Pieter de Heilige ooit voor zei te staan. Het blijken nu morele luchtbellen te zijn geweest. Hij gaat liever over extreemrechts dan over centrum-links. Zijn even ruggengraatloze kiezers weten het nu ook niet meer: dus in de peilingen vlucht de ene helft naar zijn politieke buddy Wilders en een deel van de andere helft gaat terug naar het CDA. Die paar virtuele NSC-ers die nog zijn overgebleven zitten nu in de Tweede Kamer of in de regering en maken nu al de indruk dat ze het allemaal maar beter gelaten over zich heen moeten laten komen. Proberen om al watertrappelend het hoofd nog een beetje boven water te houden. Maar er is geen redden meer aan. Voor ze zijn begonnen weten de slimsten van hen al: het zal niets worden, maar er nu uitstappen is een zeker politiek doodvonnis voor de partij.....en voor hun eigen baan en reputatie. Dus maar gewoon oogklepjes voor, neusjes dichtknijpen en volhouden, zien waar het schip strandt, net doen alsof je er echt wat van wilt maken en wachten op het moment dat je de schuld van een breuk bij de andere partij kunt neerleggen.
Binnen een jaar zijn er weer verkiezingen en je kunt je niet voorstellen dat Omtzigt dan nog een geloofwaardig verhaal kan vertellen over normen, waarden, beschaving, rechtstaat en een nieuwe bestuurscultuur. Hij zal na die verkiezingen hooguit een splinterpartijtje aanvoeren en de parlementaire geschiedenis ingaan als een irritante moralist die uit opportunistische motieven Wilders ruim baan naar de macht verschafte en er zo sterk aan bijdroeg dat extreemrechts in dit land gevaarlijk groot kon worden. Hij zal proberen zich te verdedigen door te wijzen op de grote winst van de PVV, "waar we iets mee moesten". Gelul. Alsof een zeer ruime parlementaire meerderheid van 75% die extreemrechtse minderheid van 25% niet op democratische wijze ver weg van de macht had kunnen houden. Dat is juist je plicht als democraat. Als VVD en NSC het landsbelang boven het partijbelang hadden gesteld, dan hadden ze een cordon sanitair om de PVV, en haar kleine zusje BBB, gelegd. De slopers van de democratie moet je 'kalt stellen' zolang het nog kan.
Omtzigt weet natuurlijk zelf ook wel dat de exponenten van extreemrechts nooit en nergens als primair doel hadden en hebben om het land fatsoenlijk te besturen. Dat kunnen ze helemaal niet, omdat geen enkele capabele bestuurder met die partij geassocieerd wil worden. De nihilistische rechts-populistische partijen hebben overal maar één doel: via het creëren van chaos en wantrouwen 'het systeem' opblazen om daarna een 'duce' aan de macht te kunnen brengen die namens 'het volk' besluiten neemt en ze ook kan doordrukken, zonder tegenspraak vanuit parlement, media of onafhankelijke rechters. Deze instituties hebben ze dan inmiddels 'gelijkgeschakeld', waarna ze gedwongen dansen naar de pijpen van de 'duce'. Mussolini en Orban zijn hun lichtende voorbeelden. Fico komt er in Slovakije aan. Wilders ziet zijn kansen groeien. Deze Mussolini-supporters in vermomming lachen types als Omtzigt gewoon uit. Voor hen is hij een 'roomse gluiperd' of een 'nuttige idioot' die er met open ogen intuint en die ze bij de eerstkomende verkiezingen zullen wegvagen.
Zullen we het nog meemaken? Dat Omtzigt op een moment van eerlijke zelfreflectie ooit toegeeft dat hij deze Orbanisering van Nederland zelf mogelijk heeft gemaakt? Omdat hij onfatsoenlijke politici prefereerde boven fatsoenlijke.
23. Het wordt bonje op de departementen, want de ambtenaar is geen loyale robot van rechts-populistische ministers, maar een zelf nadenkende en integere adviseur.
Vaker dan ooit tevoren zal er na de beëdiging van het nieuwe kabinet op meerdere ministeries gedonder plaatsvinden tussen de kersverse bewindspersonen en hun ambtelijke adviseurs. M.n. op de departementen waar de bizar-onervaren ministers en staatssecretarissen van BBB en PVV de kar moeten trekken, gaan we heel wat beleven. Omdat ze van toeten noch blazen weten en het de vraag is of ze zelfs dat van zichzelf weten. Niet alleen hebben de meesten van hen nog nooit iets bestuurd of aangestuurd, laat staan een grote en complexe organisatie als een departement, maar ze hebben ook nog eens zeer controversiële, vaak onhaalbare beleidsopvattingen over de dossiers die hen regarderen. Ze zullen zich als katten in een vreemd pakhuis wanen en wellicht denken of hopen dat hun ambtelijke adviseurs hen wel even door het doolhof zullen leiden. Want die ambtenaren zijn immers “loyaal aan hun minister”.
Ik denk dat ze zich hierin gaan vergissen. Zeker degenen die denken dat een meerderheid in de Tweede Kamer voldoende is om elk dwaas idee er door te rammen, waarna de ambtenaren de plicht hebben om dat vervolgens ook gewoon uit te voeren. Maar zo werkt het gelukkig niet. De ambtenaar is in eerste instantie namelijk niet loyaal aan ‘zijn’ minister, maar aan de wet en het algemeen belang. De minister kan sowieso niets van ambtenaren eisen dat in strijd is met de wet. Bij controversiële opdrachten kan deze zich namelijk altijd beroepen op de ambtseed die elke ambtenaar aflegt en waarin hij belooft:
- het algemeen belang van de samenleving te dienen,
- iedereen rechtvaardig, gelijkwaardig en met respect te zullen behandelen
- zich te gedragen volgens de wetten, het recht en de gedragsregels die voor hem gelden en daarbij integer te zullen handelen,
Deze ambtseed schetst het morele en juridische kader waarbinnen de ambtenaar moet werken, maar sluit natuurlijk niet uit dat er bij voortduring conflicten over de interpretaties kunnen ontstaan. Het enkele feit dat ambtenaren zich niet kunnen vinden in het voorgenomen beleid, kan op zich geen voldoende reden zijn om te weigeren aan de voorbereiding en uitvoering van dat beleid mee te werken. Als het beleid je vanwege andere politieke voorkeuren niet aanstaat, kun je dat kenbaar maken, maar als je de bewindspersoon niet kunt overtuigen, moet je je daar bij neerleggen of naar een andere functie uitzien.
De zaken komen anders te liggen als je kunt aantonen dat de beleidsopdracht strijdig is met een wet of de Grondwet of als die opdracht jou dwingt tot niet-integer handelen. In dat laatste geval kun je denken aan het achterhouden of manipuleren van relevante informatie of het kwalijk framen van politieke opposanten of bepaalde bevolkingsgroepen. Deze zaken zijn doorgaans redelijk goed aantoonbaar.
Lastiger wordt het met beleidsvoornemens die jijzelf als ambtenaar onrechtvaardig vindt, omdat je van mening bent dat zij in hun uitwerking groepen burgers schaden c.q. niet gelijkwaardig of met respect behandelen. Of dat ze strijdig zijn met de belangen van toekomstige generaties. Dit type discussies tussen ambtelijke adviseurs en de nieuwe bewindslieden zullen bijna zeker plaatsvinden als het gaat om het klimaatbeleid, het landbouwbeleid, het stikstofbeleid, het natuurbeleid, het asiel- en migratiebeleid en het ontwikkelingsbeleid. M.n. op deze terreinen gaat het beleid fundamenteel ‘om’.
Hoe gaan de ambtelijk adviseurs hierop reageren? Werken zij loyaal mee zonder kritisch tegenspel bij twijfelachtige of dubieuze politieke opdrachten? Dat lijkt me uitgesloten. Maar hoe succesvol kan dat tegenspel zijn binnen het kader van de afgelegde ambtseed? Dat kan op specifieke dossiers nog verdomd lastig worden. Natuurlijk niet als het gaat om strijdigheid met wetten of het manipuleren met informatie, maar wel als het gaat om het inschatten van de effecten van maatregelen op korte en lange termijn. Daar waar ambtenaren op basis van gedegen onderzoek zullen aantonen dat een bepaald pakket maatregelen desastreus uitpakt voor b.v. de kwetsbare natuur, de vluchtelingen of de opwarming van de aarde zullen bewindslieden van rechts-populistisch snit die feiten ontkennen of relativeren. En wat dan? Oorlog.
Ik verwacht hier intern veel knetterende ruzies over, want vele ambtenaren zullen zich niet als makke schapen laten gebruiken voor wat zij zien als irreëel politiek wensdenken of foute besluiten die de belangen van ons land op de langere termijn zullen schaden. Het zijn professionals die uitstekende onderbouwde adviezen kunnen schrijven. De minister kan ze natuurlijk niet overnemen en tegenhouden, maar er zal toch ‘iets’ naar de Tweede Kamer gestuurd moeten worden. En wie schrijft dat dan? De ruzies zullen niet vaak openlijk naar buiten worden gebracht, maar er zal gelekt worden bij het leven. Het worden gouden tijden voor de media. De strapatsen van falende bewindslieden die niet meer weten welke kant ze op moeten varen en hun ambtenaren daar dan de schuld van geven, zullen breed uitgemeten worden.
Persoonlijk verheug ik mij het meest op de tocht naar Canossa van de nieuwe BBB-minister van Landbouw, Femke Wiersma, die, zonder enige relevante ervaring, in Brussel allerlei zaken voor de boeren moet ‘binnenhalen’ waarvan elke insider zegt dat het een kansloze missie is en dat ‘we’ daar weggehoond zullen worden. Ik heb wel medelijden met de ambtenaren die in ieder geval zo loyaal zijn om haar op deze gênante tocht te begeleiden, omdat hen dat gevraagd wordt en je zo’n verzoek ondanks de ambtseed niet kunt weigeren. Het wordt met dit nieuwe kabinet voor de media een ‘feest’ dat je als betrokken burger en ambtenaar graag had willen missen.
24 Een gedicht over haat en rancune: Wislawa Szymborska
In haar wekelijkse Volkskrant-column somberde Merel van Vroonhoven recent nog wat na over het bereikte akkoord tussen de vier partijen die samen het eerste radicaal-rechtse kabinet van Nederland willen gaan vormen. Zij schrijft dat het haar dagen donker kleurde en spreekt over de “valse beloften van een vroeger dat nimmer bestond” en over “op drijfzand gebouwde luchtkastelen”. Die laatste kwalificatie had ze geleend van de D66-minister Rob Jetten.
Van Vroonhoven verbaasde zich over gemak waarmee principiële bezwaren tegen samenwerking met extreemrechts waren verdwenen en ingeruild werden voor foute stokpaardjes en zondebok-politiek. En vervolgens komt zij met het schitterde gedicht van de Poolse dichter Wislawa Szymborska die in 1996 de Nobelprijs voor de literatuur kreeg. De dichter brengt in het gedicht "haat" tot uitdrukking hoe makkelijk die vernietigende kracht zich in een samenleving kan invreten. En het begint altijd met ophitsende woorden en leugens waarmee zondebokken worden 'ontmaskerd'. Het is nooit weggeweest, maar popt nu weer hevig op. Maar velen bagatelliseren het...ach, zo werkt nu eenmaal onze democratie hè.
Haat
Zie eens hoe doelmatig nog steeds,
hoe goed in vorm/in onze eeuw de haat is.
Hoe moeiteloos hij hoge hindernissen neemt.
Hoe makkelijk hij springt, zijn prooi bereikt.
Hij is niet als andere gevoelens.
Tegelijk ouder en jonger dan zij.
Hij brengt zelf de oorzaken voort,/die hem tot leven wekken.
Als hij inslaapt, is zijn slaap nooit eeuwig.
Hem verzwakt de slapeloosheid niet, maar sterkt.
Zonder religie of met -/als hij maar kan knielen bij de start.
Zonder vaderland of met -/als hij maar snel weg kan komen.
Rechtvaardigheid kan om te beginnen ook geen kwaad.
Daarna rent hij graag alleen.
Haat. Haat.
Een grimas van liefdesextase vertrekt zijn gezicht.
Ach, die andere gevoelens -/wat sukkelen ze lusteloos.
Sinds wanneer kan broederschap op de massa rekenen?
Heeft medelijden ooit als eerste de finish bereikt?
Hoeveel mensen wekt de twijfel op tot daden?
Dat lukt hem alleen, die zeker van zijn zaak is.
Bekwaam, snel van begrip, heel ijverig.
Moet ik zeggen hoeveel liederen hij heeft gecomponeerd?
Hoeveel bladzijden geschiedenis genummerd?
Hoeveel menselijke kleden hij heeft uitgespreid op hoeveel pleinen en in hoeveel stadions?
Laten we het eerlijk toegeven:/hij weet wat schoonheid is.
Schitterend is zijn vuurgloed in de zwarte nacht.
Prachtig zijn zijn rokende explosies in de roze dageraad.
Ruïnes kun je moeilijk hun pathos ontzeggen,
noch kun je de grove humor loochenen van de zuil die er kaarsrecht bovenuit steekt.
Hij is een meester in het contrast tussen gedonder en stilte,
tussen rood bloed en witte sneeuw.
En wat hem boven alles nooit verveelt:
het motief van de propere beul
die boven zijn besmeurde slachtoffer oprijst.
Op elk tijdstip open voor nieuwe uitdagingen.
Als hij even moet wachten, wacht hij.
Ze zeggen dat hij blind is. Blind?
Zijn blik is even scherp als die van een sluipschutter
en hij ziet de toekomst gerust tegemoet -
hij alleen.
Wislawa Szymborska
25. 25 april wordt ‘de dag tegen de Jodenhaat’. En komt er ook een ‘dag tegen de moslimhaat’?
De Tweede Kamer heeft gisteren met ruime meerderheid besloten dat 25 april de landelijke dag tegen antisemitisme wordt. Elk jaar rond die datum zal de Tweede Kamer ook een plenair debat voeren over antisemitisme. Als dat nuttig is om dit kankergezwel te bestrijden, moet dat gebeuren. Maar het zal dweilen met de kraan open blijven als rechts in dit land de oorlogsmisdaden van Israël tegen de Palestijnen blijft steunen. Want dan zal de kritiek op die staat blijven toenemen. En helaas is het zo dat kritiek op de staat Israël door de Israël-believers, die niets kwaads over die staat willen horen, wordt gezien als kritiek op de Joden als etnische groep en 'dus' als antisemitisme. Een dwaze gelijkstelling, maar het frame is er niet uit te rammen. Je kunt er vergif op innemen dat die jaarlijkse 25-april-dag vooral zal worden benut om de zegeningen van de staat Israël te prijzen en haar 'onze steun te betuigen’. De volgelingen van Netanyahu hebben ook deze pr-slag weer gewonnen. Dat doen ze in ieder geval beter dan de Palestijnen.
Maar natuurlijk moet er alles aan worden gedaan om de Jodenhaat te bestrijden. Alleen...waarom zou het abjecte karakter daarvan nog bevestigd moeten worden? Dat is toch evident? De 30.000 Joden in ons land moeten zich overal veilig voelen. Maar....hoe zit dan met die 1 miljoen moslims die hier al sinds jaar en dag wonen? Komt er ook een jaarlijkse dag om aandacht te vragen voor de virulente moslimhaat. Nee, natuurlijk niet....die mogen blij zijn dat ze Nederlander mochten worden. Maar al sinds ze hier woonachtig zijn, worden de moslims en hun religie in dit land beledigd, bespot en bedreigd door het reactionair schorriemorrie, daartoe al ruim twintig jaar opgehitst door blonde Geert en zijn bruine trawanten. Een gevaar dat in dit land en Europa electoraal steeds meer wind in de zeilen krijgt.
Wilders, de “politieke vandaal zonder verantwoordelijkheidsgevoel” (dixit Tommy Wieringa), is volgens een meerderheid in dit land zelfs ‘kabinetswaardig’. Hij en zijn NSB-achtige club zijn uit electorale angst door 'gewoon rechts' steeds meer genormaliseerd. Daardoor is hier het ooit ondenkbare werkelijkheid geworden: een obscure extreemrechtse partij die van moslimhaat haar “unique selling point” heeft gemaakt, heeft zich in de regering gewurmd. Bizar, want kun je je voorstellen dat een partij die eenzelfde hetze tegen Joden voert in de regering komt? Ondenkbaar. Maar al twintig jaar wordt het in de Tweede Kamer en daarbuiten van de daken geschreeuwd: ,,de Koran moet verboden worden, die moslims zijn gevaarlijk, ze horen hier niet, wij raken ons eigen land aan die vreemden kwijt.” Ik heb zoiets nog nooit over de Thora en de Joodse gemeenschap horen roepen. Het land zou ontploffen. Terecht. Maar waarom wordt er voor de moslims een andere maat gehanteerd dan voor de Joden?
26. Cocaïne, sigaretten en ultra-bewerkt voedsel…3x verslavend en 3x bedreigend voor de gezondheid.
Dat cocaïnedealers spul op de markt brengen dat verslavend is en de gezondheid van de gebruikers ernstig kan bedreigen, daar zullen de meeste verstandige burgers het over eens zijn. Hetzelfde geldt voor de sigarettenbranche, ook die zaait dood en verderf. Inconsequent is wel dat de productie en verkoop van cocaïne wereldwijd te vuur en te zwaard wordt bestreden, een strijd die miljarden kost, maar geen zak helpt, terwijl de sigarettenindustrie wereldwijd jaarlijks miljoenen slachtoffers maakt zonder dat de verantwoordelijken gestraft worden. Die branche is gewoon gelegaliseerd. Meten met twee maten dus.
Maar nog erger dan drugs en sigaretten zijn de maatschappelijke kosten van ultra-bewerkt voedsel. Teun van Keuken heeft er een tamelijk schokkend boek over geschreven: “De mens als plofkip. Hoe de voedingsindustrie ons ziek maakt”. Zo’n 80% van de voedingsmiddelen die in de supermarkten wordt aangeboden is ultra-bewerkt voedsel dat teveel zout, suiker en/of vet bevat. Het is eigenlijk geen voedsel, maar vulsel. Dit ongezonde vulsel heeft het gezonde eten bijna volledig verdrongen. Er worden door knappe voedseltechnologen ingrediënten en smaakstoffen aan die producten toegevoegd die het brein onweerstaanbaar manipuleren: het geeft de eter ‘een lekker gevoel’, maar geen ‘vol gevoel’, ze willen er nog meer van eten, terwijl er nauwelijks voedingswaarden inzitten, maar vooral veel calorieën. De uiterst doortrapte marketing slaagt er steeds weer om onze zwakke breinen te laten geloven dat het om gezond voedsel gaat, waar je je goed van gaat voelen. Dooreten tot het gaatje. Wij worden, zo blijkt uit van Keukens boek, door de voedselindustrie belazerd en verslaafd gemaakt.
Maar het resultaat van deze oplichterspraktijken van de voedingsmiddelenindustrie is dat steeds grotere groepen veel te dik, ziek en ongelukkig worden. De kosten van het fenomeen obesitas voor de Nederlandse samenleving wordt momenteel op € 79 miljard per jaar geschat!!!. Wie grijpt er in? Roependen in de woestijn vragen er al jaren aandacht voor, maar worden dan al snel als ‘betuttelende wokies’ geframed door rechtse politici, die opgejut worden door de machtige voedingsmiddelenindustrie. Een suikertax? Vergeet het maar.
Waarom de handel in drugs hard bestrijden terwijl dat niet helpt en het middel erger is dan de kwaal? Waarom het roken wel ‘ontraden’, maar er wettelijk geen dam tegen opwerpen? En waarom ruim baan geven aan de ziekmakende praktijken van de voedselindustrie? Dat heeft alles te maken met verdienmodellen en met machtige lobby’s. De drugsmaffia heeft juist veel belang bij een harde repressie omdat dat de prijs van hun handel opdrijft. De sigarettenmaffia voert een op zich effectieve lobby die er op gericht is om de mensen die willen roken toch te kunnen blijven bedienen.
Maar de voedingsmiddelenindustrie groeit alleen maar en weet dat zij zich bijna alles kan permitteren, omdat zij niet alleen de overgrote meerderheid van de consumenten en het machtige agro-industriële complex achter zich heeft, maar ook de politiek in Europa en Nederland. Voor de voedselindustrie wordt de rode loper uitgerold. Er wordt haar niets in de weg gelegd en dat zal de komende jaren in Nederland zeker niet beter worden met een coalitie die zonder overdrijven kan worden beschouwd als de schaamteloze belangenbehartiger van voedingsmiddelenindustrie.
Iedereen die wel eens een krant leest weet het: zonder vergaande en diepingrijpende preventieve maatregelen om het aantal zorgbehoevenden dramatisch terug te dringen, wordt het zorgsysteem onbetaalbaar. Maar het gebeurt niet uit angst voor de kiezer die niet betutteld wil worden. Blijkbaar gaat de meerderheid van de politici niet om de gezondheid van de burgers, maar om de stemmen. En het gaat de bedrijven in de voedingsmiddelensector al helemaal niet om gezondheid, maar om slechts één ding: het maximaliseren van de winsten, terwijl de maatschappelijke kosten van hun ziekmakende producten worden afgewenteld op de obése burger en de belastingbetaler.
27. Altijd maar weer dat treurige gemekker over die “dure” Europese Unie.
Nederland verdient 34% van haar welvaart met de export van goederen en diensten en is daarom dus erg afhankelijk van zo weinig mogelijk handelsbelemmeringen. Er zijn daarom geen landen in de EU die méér profiteren van de ‘open grenzen’ dan Nederland. Het profijt aan extra welvaart dat Nederland daarvan heeft, wordt becijferd op € 2000 per Nederlander per jaar, wat neerkomt op een EU-bonus van ca € 40 miljard per jaar.
Toch wordt er elke keer weer gekankerd op het feit dat Nederland nettobetaler aan de EU is, wat wil zeggen dat onze overheid jaarlijks méér in de EU-pot stopt, dan ze er aan subsidies weer uit krijgt. Dat verschil is nu € 9 miljard. Dus, roepen vooral de politici van rechts: wij willen een deel van dat geld terug. Waarbij ze dan altijd die € 40 miljard aan extra welvaart dankzij de EU ‘vergeten’ mee te rekenen.
Maar los van het feit dat wij veel meer dan elk ander land verdienen aan de EU kun je je ook nog afvragen of die € 9 miljard die we jaarlijks per saldo afdragen ‘veel’ is. Doorgerekend komt het neer op € 39 euro per maand, ofwel 1.30 per dag per Nederlander…daar heb je nog geen kopje koffie voor.
Het economisch voordeel van de EU voor Nederland is dus ca € 40 miljard per jaar, en dan gaan we elke keer weer moeilijk doen over die € 9 miljard die de EU ons kost. Als we hier overigens het ingewikkelde systeem van verrekening van invoerheffingen nog in verwerken, gaat het om beduidend minder dan die € 9 miljard. Maar ondanks de mega-voordelen die wij uit de EU halen, gaat het nieuwe kabinet in Brussel toch met haar vuistje op tafel slaan om € 1 miljard van die € 9 miljard af te krijgen. Een kansloze missie, waar die andere 26 EU-landen schamper om zullen lachen: een van de grootste profiteurs van de EU wil nog meer. Ze zullen ons zien aankomen.
Rupsje nooit genoeg Nederland zal in Brussel, moet je vrezen, ook op diverse andere fronten (migratie, opt-out, natuur, stikstof, mest, biodiversiteit) met vriendelijk cynisme worden afgeserveerd. Maar zoals het pronte kakelkipje van BBB steeds zegt: ,,wat is er tegen wensdenken, het gaat erom dat we 'de mensen’ laten zien dat we het hebben geprobeerd.” En dan kun je vervolgens later de Brusselse bureaucraten de schuld geven dat ze onze bij voorbaat kansloze wensen/eisen niet gehonoreerd hebben.
NB De anti-Brussel politici suggereren ook altijd dat de EU een ambtelijke moloch is, waar ‘ons geld verbrand wordt aan nutteloze zaken’. Maar de begroting van de EU bedraagt nog geen € 189 miljard, voor 450 miljoen inwoners. De Nederlandse begroting bedraagt € 300 miljard voor 18 miljoen inwoners. Van die EU-begroting gaat slechts 6% naar de ambtelijk/bestuurlijke organisatie en de rest gaat grotendeels weer terug naar de lidstaten voor projecten in de landbouw, de technologie en innovatie, de wetenschap en het verkleinen van de regionale verschillen.
28. Wat is het verhaal van de boze burgers die zich niet-gehoord voelen? Luister naar de straatinterviews….
Uit bijna elk onderzoek naar de gemoedstoestand van het volk komt naar voren dat een groot deel van de burgers afhaakt of boos is op ‘de politiek’ omdat er niet naar hen zou worden geluisterd. Nu is dat op zich kul van de bovenste plank, want er is, met dank aan de sociale media en de vele kwekprogramma’s, nog nooit zoveel door politici naar de burgers geluisterd als de laatste jaren. Maar wat de malcontenten bedoelen is: “jullie doen niet wat wij zeggen, vragen of eisen”. .
Dat laatste is natuurlijk ook niet mogelijk, omdat elke subgroep wel iets anders vindt of eist. Daarnaast vraag ik me steeds weer af: ,,wat hebben mensen die zich niet gehoord zeggen te voelen nu eigenlijk te vertellen? Wat is hun verhaal? Als je af moet gaan op die obligate straat-interviewtjes met “de gewone man” of op hun boutades op sociale media dan kan het antwoord alleen maar zijn: ze hebben niet zo heel veel te vertellen en als je denkt dat ze ergens best wel een punt hebben, brengen ze dat meestal tamelijk agressief of onbeholpen.
Laatst opende het 8 uur journaal na het Kamerdebat over het coalitieakkoord met ,,we weten nu wat de Tweede Kamer van het akkoord vindt, maar wat vinden de burgers van dit land er eigenlijk van?” En daar gaan we dan weer….er volgen tig gesprekjes met ‘toevallige voorbijgangers’ in een stad die volgens de nieuwslezer representatief is voor het stemgedrag in ons land. Dat laatste maakt natuurlijk geen bal uit als je zomaar vijf willekeurige voorbijgangers een toeter onder hun neus drukt en vraagt: ,,wat vindt u van het bereikte coalitieakkoord?” Op een of andere manier weet men er dan altijd feilloos die types uit te pikken, waarvan je bijna 100% zeker weet dat ze maar heel weinig lezen en al helemaal geen letter van dat akkoord hebben gelezen. Dat bleek ook uit de antwoorden, waarvan, als ze al te volgen waren, niet veel meer bleef hangen dan zinnen als ,,goed dat er weer eens wat anders komt” , ,,laat hij (Wilders) het maar eens proberen”, ,,het wordt eindelijk weer beter” en ,,het klinkt mooi, maar nu de daden nog.”
Het zijn van die volstrekt zinloze gesprekjes met mensen die misschien nog ergens een klok hebben horen luiden, maar absoluut geen idee hebben waar de klepel hangt. Alweer een tijdje geleden in EenVandaag een zelfde setje interviews met burgers in Almere over de vraag wat ze zo goed vonden aan het nieuwe kabinet…. dat er dus nog helemaal niet is, maar wat maakt het uit. De enige reactie die enigszins te volgen was, omdat er zes woorden in de goede volgorde werden uitgesproken luidde: ,,het goede is dat die linkse meuk nu is opgesodemieterd.” De woede knalde eruit. Dat Nederland al sinds mensenheugenis vooral door rechts wordt geregeerd en links hier nog nooit een meerderheid heeft gehad, ging het benul van deze man verre te boven. En hetzelfde geldt voor een groot deel van de rechts-populistische stemmers. ,,Geert zegt toch dat links hier altijd de dienst uitmaakte, maar dat de zon nu weer gaat schijnen omdat het volk het voor het zeggen krijgt.”
Wat nog het meest verdrietig maakt als je deze wezenloze straatinterviews hoort, is dat de Nederlanders die aan het woord komen nauwelijks in staat zijn hun gedachten in normale, correct lopende zinnen onder woorden te brengen. Het hakkelt en het stuntelt, zonder dat er een begrijpelijk verhaal uitkomt. Eigenlijk worden die mensen gewoon voor joker gezet. Het lijkt soms wel satire. En wat een verschil met vergelijkbare straatinterviews in welk buitenland dan ook. Als een Brit, Amerikaan, Duitser of Fransoos op straat een vraag krijgt van een interviewer, maken ze bijna altijd een welbespraakte indruk.
Waarom worden die straatinterviews eigenlijk gehouden? En waarom vooral met burgers die alleen maar schelden, die van alles beweren zonder er de argumenten bij te leveren en die dat ook nog eens doen in stuntelig Nederlands? Welk doel denken die programma’s hier mee te dienen? Waarom geen burgers aan het woord laten met serieuze grieven die hun onvrede ook begrijpelijk kunnen verwoorden? Allemaal vragen waar ik geen antwoord op kan bedenken. Ja, ‘de gewone man’ moet ook aan het woord komen. Maar als je er als luisteraar weinig van begrijpt, schiet het z’n doel toch voorbij?
Als buitenlanders een beeld van de Nederlandse spreekvaardigheid zouden moeten krijgen op basis van deze straatinterviews dan zullen ze niet jaloers worden op ons onderwijs. Terecht, zo blijkt uit elk onderzoek, want de lees-en spreekvaardigheid gaat hier hollend achteruit. Daarom gaat het nieuwe kabinet ook een miljard op onderwijs bezuinigen. De ooit zo passende en wervende slogan “Nederland kennisland” kan op enig moment wel bij het grof vuil.
29. Het toeval geeft niet alleen grote kansen in het leven, maar kan ook rampzalig uitpakken
,,Wat wij ‘toevallig’ noemen, zal het geloof herkennen als de geheime impuls van God.” Aldus Johannes Calvijn, de steile protestantse reformist, in 1530. ,,Wat wij ‘toeval’ noemen, is het toevluchtsoord der onwetendheid.” Schreef in 1700 Baruch de Spinoza, één van de grondleggers van het rationalisme en één van de inspirators van de Verlichting.
Beide heren worden geciteerd in het boeiende boek “Toeval, een onvoorziene filosofie” van de filosoof Jeroen Hopster, die het begrip “toeval” vanuit alle denkbare invalshoeken behandelt en daarbij aanhaakt bij grote denkers zoals Aristoteles, Hobbes, Kant en Rawls.
Als het gaat om de duiding van het toeval dan zijn er volkswijsheden te over: van “toeval bestaat niet” tot “alles is toeval”. Het is zeer waarschijnlijk dat de toeval-ontkenners wereldwijd ver in meerderheid zijn, want 90% van de 8 miljard aardbewoners hangt een of andere religie aan en bijna alle religieuzen laten zich de allesomvattende regie van hun God niet afnemen. Dat sluit het toeval dus uit, want niets ontsnapt er volgens hen aan Zijn aandacht, niets vindt er plaats door zoiets banaals als toeval. Met alles wat er op de wereld en in het leven van mensen gebeurt c.q. wat hij laat gebeuren heeft Hij een bedoeling. Hij laat letterlijk ‘niets aan het toeval over’. Er zijn echter ook toeval- ontkenners die niet in een alles-registerende God geloven, maar ook niet in het toeval. Hun redenering is: als wij denken dat een bepaalde gebeurtenis, een ontdekking, een ontmoeting of een ongeluk bij toeval plaatsvindt, is dat een verkeerde aanname, want alles heeft een oorzaak, alleen kennen wij die vaak nog niet...uit onwetendheid.
De ontkenners van het toeval hebben het mis. Er is bewijs te over voor de dominante rol van het toeval. De eerste levende cel op aarde, 3,5 miljard jaar geleden, is bij toeval ontstaan, waarna de evolutie van eencelligen tot de homo sapiens het gevolg was van een keten van talloze mutaties, waarin het toeval een bepalende rol speelde. Maar ook het milieu waar iemand geboren wordt en de daaraan gekoppelde startkansen in het leven zijn voor 100% ‘te wijten’ aan het toeval. Een hersenafwijking of een aangeboren ernstige ziekte? Een ongeplande ontmoeting met een onbekend persoon die een verrassende keten op gang brengt met grote persoonlijke gevolgen die zonder die ontmoeting niet hadden plaatsgevonden? Het zijn allemaal bewijzen van het bestaan van het toeval. Ze hadden voor hetzelfde geld niet kunnen plaatsvinden, of met andere effecten.
Er is op basis van veel wetenschappelijk onderzoek nauwelijks een andere conclusie mogelijk, aldus Hopster, dan dat het leven van de mens op de beslissende momenten zelfs in hoge mate wordt bepaald door het toeval waaraan geen doel, eigen wil of bewuste/rationele keuze ten grondslag ligt. Je hebt er nooit sturing op gehad. Ze overkwamen je.
Hopster analyseert onder meer uitvoerig de morele dimensie van het fenomeen toeval. Daarin stelt hij twee vragen centraal: 1. welke rol speelt het toeval in de grote ongelijkheid tussen groepen en individuen? En 2. hoever zouden we als samenleving moeten gaan om die ongelijkheid te corrigeren?
W.b. de eerste vraag: dat de vaak bizarre ongelijkheid tussen groepen en personen sterk bepaald wordt door het toeval, is een gevolg van het feit dat bijna alles wat bepalend is voor iemand positie in de maatschappij, iemands rijkdom, macht en gezondheid wordt bepaald door waar je geboren wordt, met welke genen, welk verstand, welk doorzettingsvermogen, welke opvoeding, welke opleiding, welke talenten, welke relaties….allemaal bepaald door toeval en niet door eigen verdienste of eigen schuld. Heb je op die punten mazzel dan heb je de buit al bijna binnen, heb je pech, dan moet je daarna wel erg veel geluk hebben om er nog iets van te kunnen maken. En ook daarna speelt het toeval nog een mega-rol: heb je voldoende geluk met beschikbare kruiwagens of een goede gezondheid om zoveel mogelijk uit de gegeven startpositie te halen? Of word je door het milieu waar je uit komt, je kleur, je sociale vaardigheden of je gezondheid juist belemmerd om een stap vooruit te komen.
Dus als je als die toevalsfactoren, die bepalend waren voor de slaag- of faalkansen, op een rij zet, dan is er bij iemand die het gemaakt heeft, dus nauwelijks sprake van eigen verdienste…net zoals je niet kunt spreken van ‘eigen schuld’ bij mensen die niet vooruit konden komen. Niemand heeft serieuze invloed gehad op zijn eigen kansen, of het gebrek aan kansen, die heeft hij/zij namelijk van meneer Toeval gekregen. (of van God natuurlijk)
En zo komen we bij de tweede vraag van Hopster: als de grote ongelijkheid in inkomen en bezit tussen individuen en groepen niet het gevolg is van eigen verdiensten of eigen schuld, waarom zouden we die ongelijkheid dan accepteren en in stand houden? Waarom moeten de mensen voor dat gelukkige toeval rijkelijk beloond worden en anderen die pech hebben dan genoegen nemen met die slechte positie in de samenleving?
Daar zijn, aldus Hopster, geen morele argumenten voor te bedenken. Er zijn hooguit politieke of economische motieven aan te voeren. De liberale visie: “zo werkt de samenleving nu eenmaal en veel minder sociale en economische ongelijkheid is politiek ook niet af te dwingen” of “teveel afgedwongen gelijkheid kan de prikkels voor extra inzet verminderen en zo de groei afremmen en dan zijn de armen misschien nog slechter af”. Sociaaldemocraten hopen hier op meer solidariteit en zetten wat hoger in qua afgedwongen nivellering.
Hopster kiest hier voor een pragmatische middenweg. Hij denkt dat er niet voldoende draagvlak in de samenleving is om de gevolgen van het toeval grotendeels uit te schakelen en dus ook niet om de ongelijke verdeling van welvaart, bezit en macht sterk te compenseren. Je moet z.i. toch maar accepteren dat er door het toeval grote verschillen in startkansen, slimheid, talenten, ambitie, uiterlijk en gezondheid ontstaan die doorwerken in het verdienvermogen van burgers. Dat werkt uiteindelijk onvermijdelijk ook door in inkomens, bezit en machtsposities. Dat kun je nooit in sterke mate gelijktrekken.
Wat je wel kunt, schrijft hij, is de grote verschillen zoveel als realistisch is verkleinen, de uitwassen en armoe elimineren en de ‘onderkant’ een menswaardig bestaan garanderen. Maar wat je, zelfs in Utopia, niet kunt uitsluiten is dat de één door toeval een winnend lot uit de loterij van het leven kan krijgen en de ander het noodlot.
30. Als sportliefde overgaat in sportverdwazing hebben de sporthaters een puntje.
In Iran is het ten strengste verboden: muziek maken, naar muziek luisteren en dansen op muziek. Het meeste wat de mensen vrolijk of gelukkig maakt, is daar door de baardige ayatollah-schurken verboden. Uit naam van hun Allah. Misantropen “avant la lettre”. Ze lijken qua verbieden wat op plezier-maken lijkt op streng-gereformeerden. Maar er is bij mijn weten geen land in de wereld waarin het de sporthaters gelukt is om sport te (laten) verbieden. Zelfs niet in Iran. En ook niet in onze bibble-belt. Omdat elk regime weet: dat pikt het volk niet. Onderdrukking, oké, als dat zo nodig moet dan moet het maar…maar ontneem je ons de sport, dan ontneem je ons de enige kans op nog een kleine beetje plezier in ons verder miezerige en toekomstloze leventje. Dus alle dictaturen wisten en weten: brood en spelen, dat moet altijd gegarandeerd worden. Anders wacht een volksoproer.
Juist in deze tijd van grote meerdaagse sportevenementen waar de hele wereld van geniet, vallen ze het meest op omdat ze dolende eenlingen zijn: de sporthaters die zich doodergeren aan alle aandacht voor sport en aan blije sportliefhebbers. Dat vinden ze onbegrijpelijk en onnozel. Het gaat maar om een handjevol boze burgers voor wie het leven sowieso geen lolletje is, maar die er blijkbaar wel genoegen in scheppen om te zeuren over die sportdwazen. Waarom zouden ze die behoefte hebben?
Hoe zou het komen dat 90% van de mensheid enthousiast wordt van sport en 10% niet, maar er wel tegen fulmineert? Omdat ze sport 'dom’ vinden en dus sportliefhebbers ook? Omdat ze er niets van begrijpen? Omdat ze er van huis uit nooit iets van mee hebben gekregen? Omdat ze zelf nooit iets aan sport hebben gedaan en dat ook fysiek en metaal niet kunnen opbrengen? Of omdat ze zich nooit hebben kunnen verplaatsen in mensen die zich voor hun sport keihard inspannen om toch ergens goed of zelfs de beste in te worden? Is het afgunst tegen mensen die wel ergens enthousiast over kunnen worden? Of zou het in de genen zitten? Hebben die 10% het sport-gen gewoon niet meegekregen? Maar het kan ook een kwestie zijn van zichzelf verheven voelen boven de ‘wat dommige’ sportliefhebbers. Iedere sporthater zal zo zijn eigen reden invullen. Ik denk dat het vaak van alles wat is.
Ik ben zelf al 70 jaar een uitgesproken sportliefhebber. Een beetje verslaafd misschien wel. Zowel verslaafd aan 'kijken naar' als aan 'zelf doen'. Evident een genen-kwestie, maar ook de paplepel zal een grote rol gespeeld hebben. Vader en jeugdvrienden zaten 'in de sport'. Het besef zat er al vroeg in: zonder zelf aan sport doen en zonder kijken naar mooie topsport wordt het leven toch een heel stuk saaier. Er zijn maar weinig andere fenomenen die zoveel positieve impact op 'de mens' hebben en waar bijna iedereen in de wereld een meer of minder groot deel van zijn levensplezier uit haalt. Sport verbindt en verbroedert. Sport beoefenen daagt uit om er alles uit te halen, om doelen te stellen, om gezond te leven, om door te zetten, om samen iets te bereiken. Aan welke andere collectieve gebeurtenissen kun je vandaag de dag nog spanning en sensatie beleven, toch een primaire levensbehoefte? Waar wordt er, buiten de sport, nog strijd op het hoogste niveau gevoerd zonder fysiek geweld? Sport is emotie, is bewonderen, opwinden, ergeren en nog veel meer.. De meeste burgers vinden sport de sjeu van hun bestaan, maar de sporthaters, die het zelf nooit konden opbrengen zich fysiek in te spannen, kakken hier op. Ze kijken hier net zo op neer als intellectuelen neerkijken op mensen die gelukkig worden van een vijver met kooikarpers in hun stenen tuintjes. Ze voelen zich er ver boven verheven.
Maar sporthaters geef ik op één punt gelijk: de kannibaliserende aandacht in de media voor sport wanneer er meerdaagse wereldevenementen worden gehouden zoals de Olympische Spelen of het EK- en WK-voetbal kan als ergerlijk worden ervaren. Vooral als sportliefde daar verwordt tot sportverdwazing. Dan dreigt de normale aandacht voor sport weg te zakken in een collectieve opgefoktheid, vooral als ‘wij Nederlanders’ het goed doen. Plaatsvervangende schaamte daarover. Dan lijkt er soms een eng soort nationalisme te groeien, waarbij het chauvinisme bizarre vormen aanneemt. "Eigen sportvolk eerst, want we zijn beter dan ander sportvolk". Het Wilhelmus klinkt. De hartjes gaan sneller kloppen. De brok in de keel dreigt over te gaan in gesnotter. Dan zien we een gekte in de media waarin alles wordt weggedrukt voor ‘onze helden’. 'Storend' is wel het minste wat je er van kunt zeggen, omdat er bijna geen ontsnappen meer mogelijk is voor wie zo nu en dan ook nog iets over de 'ellende in de wereld' wil vernemen. Ook die zijn er. Nog steeds.
Maar als je er onderzoek naar zou doen, dan komt daar bijna zeker uit dat 90% van de ondervraagden al die sportaandacht niet alleen geen probleem of normaal vindt, maar een groot deel van hen dat zelfs eist. Hoe meer hoe beter. Bij politiek/maatschappelijk relevante items is dat (helaas) het omgekeerde. De sporthater is een roepende in een lege woestijn. Ze worden gezien als een elite die het voor zichzelf goed voor elkaar heeft, maar zich niet kan inleven in de burgers die alleen sport hebben om hun leven mee te veraangenamen. Hoe harder de sporthater roept, hoe minder hij gehoord wordt en hoe meer hij/zij als sneu terzijde wordt geschoven. Maar daarom heeft hij/zij nog niet minder gelijk. Althans, op dat punt van de somtijds wat overdreven en overspannen media-aandacht voor sport.
31. Het ontvangstklimaat voor vluchtelingen moet zo guur mogelijk.
Als ik de vluchtelingen-industrie in een paar woorden moet samenvatten, dan kies ik voor: de totale afwezigheid van medemenselijkheid. Niet alleen vóór en tijdens de vlucht, maar ook op de plaats van bestemming. De mensen die vluchten voor oorlog en ander geweld, geloofsvervolging of diepe armoe worden in het land waar ze uiteindelijk aankomen niet behandeld als slachtoffers, maar als uitvreters die komen profiteren van onze welvaart, als lastige horzels die hier helemaal niet horen, die ons in de weg zitten, die onze woningen inpikken, die onze zorg belasten etc. Daarom moeten de procedures zo vervelend mogelijk zijn, de huisvesting zo slecht mogelijk en de onzekerheid zo groot mogelijk. En aan het eind van die lijdensweg het liefst zo snel mogelijk weer terug naar 'nergens' of, als de wet verbiedt ze uit te zetten, moeten we het ze het zo moeilijk mogelijk maken om te integreren. Zodat we later kunnen schimpen dat ze niet willen werken, de taal niet spreken en ze zich niet willen aanpassen. En dit alles vanwege de afschrikwekkende werking die daar vanuit gaat
Althans, alles wat rechts of nog erger is, denkt dat als je vluchtelingen als ongedierte behandelt, ze dat doorgeven aan hun familie die het dan wel uit hun kop laat om hier naar toe te vluchten. Maar uit elk onderzoek blijkt dat dit evidente onzin is en dat de vluchtelingen zullen blijven komen, omdat de omstandigheden waarvoor ze vluchten toch nog erger zijn dan de behandeling die ze hier krijgen, hoe slecht ook. Dus we zullen het nog veel erger moeten maken als we ze echt willen afschrikken. Willen we moreel echt zo diep zakken?
Ja, waarom niet, zeker als het aan de rechts-radicale BBB-Kamerleden Mona Keijzer en Gijs Tuinman ligt. Beiden pleiten al lange tijd voor een asielstop. Een onzinnig, want wettelijk onuitvoerbaar idee. Op enig moment lieten ze in NRC zelfs weten dat we het voor die Oekraïense vluchtelingen veel te aantrekkelijk hebben gemaakt om hier naar toe te komen. Dus dat moet flink teruggeschroefd worden. Daarnaast moeten degenen die uit gebieden komen die nu weer veilig zijn, weer teruggestuurd worden. Op de vraag van de journalisten aan welke veilige regio’s in Oekraïne ze dan dachten, moesten ze het antwoord schuldig blijven. Dat moesten anderen, die het land beter kennen, maar uitzoeken, vonden ze. Alles aan het optreden van deze twee straalt, ook in hun Kamerdebatten, spijkerharde onnozelheid uit.
Even tekenend voor ons asielbeleid is het gebeuren waarover onze Nationale Ombudsman enige tijd terug rapporteerde. In de kern ging het hier over ‘goede burgers tegenover een perverse overheid’. Omdat een aantal inwoners van Ter Apel het in 2022 niet meer kon aanzien dat honderden vrouwen en kinderen, na een maandenlange barre tocht, hier buiten in de regen en de kou moesten slapen omdat er (bewust) te weinig opvangcapaciteit was gecreëerd, organiseerden ze een crowdfunding-actie waarmee ze voldoende geld ophaalden voor het aanschaffen van tenten om de ‘buitenslapers’ enige beschutting te bieden. Vluchtelingen blij. Actievoerders blij. Bevolking Ter Apel blij. Maar overheid cq het Openbaar Ministerie was niet blij, maar boos. Hoezo…vluchtelingen menselijk behandelen? De volgende dag werden de tenten door de ‘handhavers’ van onze openbare orde brutaal weggehaald…dus de vluchtelingen moesten weer zonder enige beschutting de dagen en nachten in de open lucht doorbrengen….en degenen die de actie hadden georganiseerd kregen te horen dat ze vervolgd zouden worden, als ze dit nog eens flikten. Menselijkheid en goed burgerschap straffen...het past perfect in het ongure asielklimaat.
Twee jaar na deze bizarre actie van het OM komt de Nationale Ombudsman dus met zijn rapport waarin hij schetst hoe Kafka hier zijn zegenrijk werk heeft gedaan. Je wordt er boos en droevig van. Aan het eind roept hij op tot een humaner opvangbeleid. Maar hij zal een roepende in de woestijn blijken, want een asielbeleid dat gebaseerd is op afschrikking verdraagt zich nu eenmaal niet met menselijkheid. De crowdfunders hadden de ombudsman laten weten dat ze hun vertrouwen in de overheid volledig hebben verloren.
En, oja, het OM kon voor haar idiote actie geen andere smoes bedenken dan dat ze toen niet konden uitsluiten dat de vluchtelingen elkaar met de tentharingen iets zouden aandoen. Dit mensbeeld is tekenend.
32. Hervormen? Nee, vernietigen. Hoe nazi-taal stap voor stap genormaliseerd wordt.
De rechtenfaculteit van de Universiteit Leiden heeft in korte tijd bekoorlijk wat reactionaire types voortgebracht die hun wetenschappelijke prestige misbruiken voor het uitventen van extreemrechtse politieke boodschappen. Het begon met de anti-islam goeroe professor Paul Cliteur, tot voor kort Eerste Kamerlid was voor Forum voor Democratie, de partij die werd opgezet en grootgemaakt door zijn bekendste discipel Thierry Baudet. Daarnaast was ook het blonde koppel Raisa Blommestijn en Eva van Vlaardingerbroek verbonden aan Cliteurs wetenschappelijke sekte in Leiden. Beide dames spugen hun radicaal-rechtse gal de ether in via hun goed bezochte sociale platforms. Daarnaast lezen ze bij Ongehoord Nederland nogal stijfjes, als AI-gestuurde barby-poppen hun kwaadsappige teksten voor. Hun kernboodschap is bekend: "wij worden geregeerd door een linkse elite die Nederland wil ‘omvolken’ van een superieure blanke beschaving tot een donkere immigrantenstaat, een proces dat ook in de rest van Europa en in de VS gaande is. Deze 'omvolking' moet met alle middelen bestreden worden." Deze hoogste graad van racisme kan in onze rechtstaat blijkbaar niet worden vervolgd.
Op enig moment dachten we het ergste wel gehad te hebben met de almaar sneuer wordende clown Baudet, wiens partij in de Tweede Kamer verschrompelde tot een paar zeteltjes, maar dat het nog veel reactionairder kan, dat bewijzen de beide blondjes die qua sociaal-Darwinistisch taalgebruik hevig tegen elkaar opbieden. Ze zijn bepaald niet dom, maar vallen beiden wel in de categorie "hysterische complotdenkers". Van Vlaardingerbroek bereikte op het CPAC-congres te Boedapest, een beerput met extreemrechtse dwaallichten, een absoluut dieptepunt met een religieus-nazistische speech, die bol stond van de oorlogsretoriek. Een paar zinnen daaruit:
,,Ik geloof niet in hervormen. Als het fundament verrot is, zal elke poging tot herbouwen verkruimelen. De toren van Babel moet vernietigd worden. De elite is met ons in oorlog, dus moeten we het harnas van God aantrekken, terugvechten en overwinnen!”….,,Als we niet serieus het gevecht aangaan, zal deze tijd de geschiedenis ingaan als het moment dat westerse landen niet langer werden binnengevallen om veroverd te worden. Nee, veel erger: onze corrupte elites hebben de binnenvallende macht actief uitgenodigd. En ze lieten hun burgers de prijs betalen.”
Met de "binnenvallende macht" wordt hier dus gerefereerd aan vluchtelingen en "andere parasieten". De sociaal-Darwinisten spreken hier ook wel van "ongedierte dat het gezonde lichaam van de westerse beschaving ziek maakt." Er ontstaat nauwelijks nog opwinding over.
Van Vlaardingerbroek heeft zich onder de paraplu van professor Paul Cliteur niet alleen ontwikkeld tot een extreemrechtse complotdenker, maar heeft zich ook ontpopt tot een extreem-religieuze katholiek. Ze gaat tekeer tegen abortus en alles wat ze als progressief of woke beschouwt en dat 'progressieve' begint voor haar al bij de VVD. Ook ziet ze in de emancipatiestrijd van de transgenders de zoveelste bedreiging van de christelijke cultuur. Ze is rabiaat tegen het globalisme, de opvang van vluchtelingen, de Europese Unie en internationale instituties als de VN. Dit is volgens haar allemaal het werk van de duivel. Ze is wel fanatiek supporter van Poetin, die net als zij "voor God gaat".
Ja, inderdaad, als je haar op het CPAC-congres hoorde oreren over het vernietigen van onze democratische rechtstaat, is het te begrijpen dat het taalgebruik van Wilders die daar ook sprak, weinig ophef veroorzaakte, terwijl die toch beweerde dat Nederland existentieel bedreigd wordt door binnenkomers met andere culturen, waarmee ze oorlog is. Nog niet zo lang geleden zou dit als donkerbruin racisme heftige reacties hebben opgeroepen, maar nu werd zijn speech 'gematigd' genoemd. Het zegt iets over de reactionaire tijdgeest. Wilders' relatieve gematigdheid was natuurlijk een tactische zet...hij wilde zijn onderhandelingspartners thuis geen munitie geven door op zijn gebruikelijke manier los te gaan. Maar iedereen heeft hem wel kunnen horen zeggen dat hij zich hier in Boedapest "in een warm bad onder vrienden” voelde”. Ik geloof hem.
Met die nieuwe strategie van 'good cop-bad cop' haalt radicaal-rechts wel zo'n 25% van de zetels in het Europees Parlement binnen. De wilde horde rukt op. Een tegenrevolutie blijft vooralsnog uit. Er wordt door het politieke midden en fatsoenlijk-rechts nauwelijks op gereageerd. Dus verliezen ze langzaam maar gestaag een deel van hun politieke macht. Ook in het EP.
33. Als je politiek de voorkeur geeft aan Wilders boven Timmermans zak je moreel door het ijs.
De geboorte van het eerste radicaal-rechtse kabinet in onze naoorlogse geschiedenis zou voor elke betrokken democraat de zwartste bladzijde uit onze parlementaire democratie sinds de opkomst van de NSB moeten zijn. We dreigen een pad op te gaan dat desastreus kan eindigen. Zeker als Wilders de kans krijgt om de strategie van zijn goede vriend Orban te volgen en het onvermijdelijke mislukken van “zijn” kabinet later succesvol kan wijten aan “Brussel”, onze rechters, asielzoekers en de linkse elite. Die dreiging wordt door de politieke duiders wel erg makkelijk weggewoven.
Is elk politiek wangedrocht met extreemrechts beter dan een coalitie met centrum-links? Zo denken de leden en kiezers van VVD en NSC er blijkbaar over. Daarom is er ook nooit een echt inhoudelijk debat gekomen tussen rechts en PvdA-GroenLinks. De ideeën van Frans Timmermans werden zonder inhoudelijke argumenten volledig afgeserveerd. Een fatsoenlijke sociaaldemocraat wijzen ze bij voorbaat af, om zich over te leveren aan een gevaarlijke haatzaaier zonder werkbare oplossingen. Dat betekent dat Nederland een gevaarlijk pad is ingeslagen. Een pad waarbij het niet meer gaat om inhoud en moraliteit, maar vooral gaat om beeldvorming en negatieve framing. Er zal de komende jaren geen enkel urgent probleem worden opgelost, de bestaande problemen worden alleen maar groter en er komen er heel wat nieuwe bij. De groep boze kiezers zal daardoor alleen maar groeien en je hebt maar weinig fantasie nodig om te beseffen wie daarvan gaat profiteren.
Als rechtvaardiging voor hun keuze voor de PVV hoor je uit VVD- en NSC-kringen vaak dat je een partij die 25% van de stemmen haalt niet kunt uitsluiten. Ik zou niet weten waarom niet. Heeft die andere 75% dan geen rechten? Een ondemocratische partij met abjecte ideeën en een gevaarlijke volksmenner als leider, die het model-Orban in de achterzak heeft, móét je juist uitsluiten. Elke partij is namelijk grondwettelijk verplicht de democratie te beschermen tegen het gevaar van ondermijning. Dus ook tegen de PVV. Wat is er dan ondemocratisch aan als een democratisch gekozen meerderheid zegt: wij gaan geen gevaarlijke experimenten aan met onze democratie en rechtstaat door een extreemrechtse partij het centrum van de macht te gunnen?
34. Waarom kijken naar tv-drek helaas soms toch fascinerend is.
Na tien uur ’s avond zap ik vaak wat langs de kwekprogramma’s en waar ik een interessante gast zie, wat een enkele keer voorkomt, blijf ik even hangen. Maar helaas, als je zoekt naar praatprogramma’s waarin interessante kwesties verder worden uitgediept, is schraalhans keukenmester op onze buis. Het is vooral inhoudsloos gekwetter over kleine zaken tussen types die alleen goed de BN-er kunnen spelen, die ook wel eens iets gehoord of gelezen heeft. En als er al eens een expert tussen zit die wel iets weet, moet ie z’n verhaal kort en liefst ‘leuk’ opdissen, anders wordt ie direct in de bek gezeten door de BN’er of de talkshow-host die ook van niets weet maar via zijn ‘oortje’ de obligate vragen krijgt doorgespeeld. Het is om die redenen bijna een altijd een ergerniswekkend of saai en oppervlakkig gebeuren. Het moet ons vooral ‘vermaken’. Ook bij publieke omroep. Daar moet dus rigoureus het mes in. Alleen wel op een totaal andere manier dan het nieuwe rechts-radicale kabinet van plan is.
En dan kom je al zappend onvermijdelijk een keer aan bij Vandaag Inside, het meest banale programma van onze treurbuis. Gefinancierd door de meest poenerige patser van ons land: John de Mol, wiens motto is ‘pecunia non olet’. Maar VI = drek die wel stinkt. Vele uren in de wind. Waarom blijf ik daar dan toch te vaak wat langer hangen dan goed is voor mijn bloeddruk? Omdat het om meerdere redenen fascineert en vragen oproept. Zoals: waarom kijken er elke avond meer dan een miljoen verdwaalde schapen met veel instemming naar drie incompetente zotten die om het hardst hinniken om hun eigen foute en poep-en-pis-grappen, die elkaar bewonderend toeknikken als ze weer een seksistisch of racistisch statement hebben gemaakt, die alle politici links van de PVV zo onbeschaamd kleineren of zelfs demoniseren dat die politici vervolgens verbaal of fysiek bedreigd worden, die inhoudelijks absoluut niets te melden hebben, maar alleen via ter plekke verzonnen verhalen, halve waarheden en bewuste leugens de wereld ‘duiden’, die iedereen die hen niet zint aan de schandpaal nagelen en die alle drek uitspugen die hen voor de bek komt en daarna klagen dat je hier in dit politiek correcte land niets meer mag zeggen? Waarom trekken abjecte types van dit niveau zoveel kijkers?
Mijn inschatting is dat 95% van de kijkers alles wat de heren debiteren geweldig vindt. En het er ook mee eens is. Laag opgeleide boze burgers en goed opgeleide extreemrechtse burgers die in combinatie veel haat en minachting voelen t.o.v. links-liberale politici, m.n. die van D66, de overheid, de 'elite', migranten, gekleurden en gendertypes. Haat tegenover iedereen die zich een beetje fatsoenlijk kan uitdrukken en ergens iets van af weet. De heren van VI voeren deze malcontenten elke dag de gewenste portie haat en minachting. Het belachelijk maken en afbreken van fatsoenlijke burgers gaat er bij die groep in als God’s woord in een ouderling.
Die andere 5% kijkt waarschijnlijk om dezelfde redenen als waarom ik kijk: die fascinatie voor iets waar je soms met je pet niet bij kan:. Die domheid, die onbeschaafdheid, dat moedwillig afbreken en kapotmaken en dat stupide gehinnik om de eigen grove humor. Welk doel dient het? Nu, dat is wel duidelijk: hoe meer onbeschoftheid, des te meer ophef, des te meer kijkers, des te meer inkomsten. Derksen verdient met zijn racistische en seksistische taal € 1 miljoen per jaar. Het is natuurlijk amoreel om alleen om die reden de halve wereld te kwetsen, maar nog veel amoreler vind ik die miljardair de Mol die dit cynische circus faciliteert omdat hij er een veelvoud van een miljoen aan verdient. Maar ook de BN’ers die er als klapvee bij gaan zitten en de adverteerders die VI in de lucht houden zouden zich moeten schamen. Maar blijkbaar zijn de revenuen toch steeds weer interessanter dan de schaamte, als ze die al niet voorbij zijn.
Als ik dan eenmaal bij VI ben aangeland, dan zit ik er met dezelfde fascinatie naar te kijken als naar die oude filmbeelden waarin Mussolini of Hitler pompeus staan te oreren voor een publiek van honderdduizenden hysterische aanhangers. Daar kan ik naar blijven kijken en me afvragen: hoe is het in godsnaam mogelijk dat zoveel miljoenen er in tuinden en die leugens geloofden? Zoals ik bij VI ook denk: zijn er dan zoveel op rel beluste burgers in ons land voor wie het fatsoen en de waarheid niet meer relevant zijn? Die liever zien dat mensen kapot worden gemaakt, dan dat er iets opbouwends gebeurt. Ja, het zijn er heel veel. Ongeveer een kwart van de bevolking stemt radicaal of extreemrechts. Alleen op de PVV waren het er al 2 miljoen. Potentieel kijk-vee voor VI.
Jarl van der Ploeg vroeg zich laatst in zijn Volkskrant-column af wat iemand als Derksen toch bezield om met inhoudsloos kabaal zo de aandacht te trekken. Zijn verklaring: als je geen enkele gave hebben om iets constructiefs bij te dragen aan de samenleving en je toch “iemand wilt zijn” en later herinnerd wilt worden, dan kan dat blijkbaar alleen als je zonder enige reden dingen of mensen kapot maak. Dan pas creëren de talentlozen aandacht. Van der Ploeg kwam in dit verband met de naam van Herostratos, die in 356 voor Christus in de stad Efeze de Artemis-tempel, één van de zeven wereldwonderen, in brand stak. Alleen omdat hij ook wel eens aandacht wilde. Het was de enige reden waarom deze ijdele Griek, die verder niets kon, in alle encyclopedieën terecht kwam.
De parallel met de clown Derksen gaat maar gedeeltelijk op. Derksen zal nooit in wat voor encyclopedie ook terechtkomen, daarvoor is ie te onbeduidend. De dag nadat hij is gestopt met ophef maken, is ie vergeten en gaat de aandacht weer naar een nieuwe clown. Want talentloze aandachttrekkers hebben we genoeg in dit land en het circus John de Mol wil daar met zijn Talpa best weer geld in steken. Als de drek maar voldoende stinkt om een miljoen kijkers te trekken. Een risicoloze goed renderende investering.
35. Hoe serieus is de maatschappelijke impact van Rutger Bregman?
De historicus/schrijver/opiniemaker Rutger Bregman is een intelligente vogel, een creatieve denker, een sociaal bewogen burger, een rappe prater en een schrijver van heldere, goed gedocumenteerde boeken over zeer relevante maatschappelijke thema’s, boeken die erg goed verkocht worden. Maar Bregman is bij tijd en wijle ook een overdrijver en een moralist, wat overigens soms nodig is om 'een kwestie' in beweging te krijgen. Ik heb soms wat ambivalente gevoelens bij zijn optredens, artikelen en boeken, waarbij je vaak denkt: er zit een kern van waarheid in, ik zou willen dat zo was of zo zouden we dat beter kunnen doen, maar helaas…het is maar een deel van het verhaal…het zit allemaal behoorlijk wat complexer in elkaar….mooi dat je het op de agenda zet, maar wat nu?
Om te beginnen Bregmans boek “Gratis geld voor iedereen. Hoe utopische ideeën de wereld veranderen”. Dat is een boeiend pamflet en zijn ideeën over een basisinkomen zijn erg verleidelijk en op onderdelen ook best goed doordacht, maar organisatorisch, institutioneel, psychologisch en macro-economisch schier onuitvoerbaar in dit tijdsgewricht. Daar wordt in het boek toch wat luchtigjes overheen gefietst. Maar misschien moeten er gewoon maar eens wat pilots gestart worden waarin zijn voorstellen voor een basisinkomen voor bepaalde groepen worden ingevoerd.
Zijn internationale bestseller “de meeste mensen deugen. Een nieuwe geschiedenis van de mens” heeft niet alleen een pretentieuze ondertitel, maar heeft een zodanige disclaimer dat zijn stelling dat de meeste mensen deugen eigenlijk nergens op slaat, omdat Bregman zelf van mening is dat willen mensen ‘deugen’ zij wel onder de juiste omstandigheden moeten zijn opgevoed en opgegroeid. Ja, zo lust ik er nog wel een paar. Daar zit nu juist het probleem. De meeste mensen groeien niet ‘onder de juiste omstandigheden’ op. Ze worden geboren met een bepaalde aanleg en via opvoeding en tal van andere factoren groeit er een bepaald karakter. Het zijn die start en die omstandigheden die de mens ‘maken’ en ook zijn mate van ‘deugen’ voor een groot deel bepalen. Dat zullen ook de redenen zijn dat wel heel wat mensen tot vele soorten ‘naar gedrag’ in staat zijn, niet alleen richting vreemden, maar misschien nog wel het meest tegenover hun naasten. Het ‘niet deugen’ van de mens loopt van ongeremde slachtpartijen in oorlogen tot het fysiek en geestelijk mishandelen van eigen vrouw en kinderen. En heel veel wat daar tussen zit. Als je op de verkeerde momenten op de verkeerde plaats bent, met een bepaald karakter waar je zelf ook niet om gevraagd hebt, is bijna elk mens tot bijna alles in staat. Dus ‘de meeste mensen deugen’ is een intrigerende, maar ook wel dubieuze titel.
En dan zijn laatste boek: “Morele ambitie”, waarin hij iedereen oproept om te stoppen met het verspillen van talenten in onmaatschappelijke bull-shit-banen en serieus werk te maken van het najagen van maatschappelijke idealen waarmee je de wereld ten goede kunt veranderen. Zijn moreel appel lijkt vooral gericht tot degenen die zich nu nog riant laten betalen voor hun ‘bull-shit-banen zonder enige maatschappelijke meerwaarde, zoals de slimme financiële adviseurs die louter bezig zijn met het bedenken van louche financiële constructies en het ‘verplaatsen’ van geld van ene rijke stinkerd naar de andere, maar daarmee geen enkele bijdrage leveren aan het oplossen van de wereldproblemen. Integendeel: ze houden een pervers financieel systeem in stand dat juist de oorzaak is van veel wereldproblemen. Zij en anderen die de gaven hebben om bij te dragen aan het oplossen van de ‘grote vraagstukken’ zouden hun ambitie om tot de besten te behoren moeten blijven behouden, maar dan moeten inzetten op terreinen die er maatschappelijk echt toe doen. Aldus Bregman.
Bregman heeft hier met zijn morele appel natuurlijk volkomen gelijk. Van mij mag hij richting die Zuid-as parvenu’s de irritante moralist uithangen. Blijf ze achtervolgen, blijf ze een spiegel voorhouden, net zo lang tot ze het op hun feestjes niet meer uit kunnen leggen waarom zij hun gaven blijven inzetten voor zulke platte ambities als het rijker maken van de rijken.
Maar wil hij hier echt een iets van succes scoren, dan zal Bregman daar toch een bredere strategie op moeten zetten…alleen een boek schrijven en dat wat promoten in talkshows, daar gaan we de mentaliteit op de Zuid-as niet mee veranderen. Hij zal er een langdurige campagne van moeten maken waarin hij gezaghebbende Nederlanders zover krijgt dat ze meedoen en op hun manier ook weer missiewerk gaan verrichten. Uitrollen over heel Nederland die handel. Anders blijft het bij een boek en een beetje ophef, waarna we weer overgaan tot de orde van de dag.
36. Als iedereen z’n eigen waarheid heeft, sloopt dat het gemeenschapsgevoel.
Waarheid kan een destructieve kracht worden als ze niet langer door een meerderheid wordt gedeeld, maar ons juist tegen elkaar opzet. Met deze stelling begint Rob Wijnberg zijn boek “Voor ieder wat waars” (2024), met helderde analyses over de vaak onbedoelde, maar gevaarlijke coalities tussen het rechts-populisme en een groot deel van de nieuwsmedia. Beide worden groot door zoveel mogelijk ophef en het voeden van wantrouwen tegen de zittende macht en de elite. Ze hebben een vergelijkbaar verdienmodel. Veel ophef = veel lezers/kijkers/kiezers = veel advertentie-inkomsten/macht. De waarheid is volstrekt ondergeschikt aan het creëren van ophef geworden.
Wijnberg schetst, als het gaat om het publiekelijke omgaan met de waarheid, een somber beeld, maar hij laat ook zien dat er genoeg aanleiding is voor optimisme. Zo maakt hij om te beginnen duidelijk dat we best eens wat vaker mogen nadenken over alles wat er goed gaat, zeker in eigen land en in Europa, en ook over wat twee eeuwen vooruitgang ons heeft gebracht. We zouden ons dus wat minder moeten laten beïnvloeden door de negatieve ‘ophef-journalistiek’ en de dagelijkse incidenten en wat meer oog hebben voor die ontwikkelingen die je gewoon ‘vooruitgang’ kunt noemen, maar waar in de media nauwelijks aandacht voor is, omdat het als saai wordt beschouwd ,,en dus niet verkoopt”. Wijnberg werkt in dit boek zowel de tot somberheid stemmende trends als de hoopvolle ontwikkelingen met aansprekender voorbeelden uit.
Welke zaken zijn er na lezing van het boek zoals blijven hangen?
- Wijnberg onderscheidt w.b. onze verhouding tot de waarheid drie fases. Eerst was er de premoderne mens die de waarheid van boven kreeg. De ‘onbegrijpelijke’ wereld waarin voor talloze (natuur-) verschijnselen nog geen empirische oorzaken konden worden bedacht, werden vanuit ‘hierboven’, vanuit god of de goden, verklaard. Zowel Socrates als Plato hebben hier veel aandacht aan besteed. Toen verscheen in de 17-de eeuw de moderne mens van de Verlichting ten tonele, die zelf de wereld onderzocht met wetenschappelijke methodieken. Deze fase is onlosmakelijk verbonden met de baanbrekende filosofische inzichten van Descartes. Via ons rationele verstand, kon de waarheid, gebaseerd op kloppende feiten, al analyserend en redenerend worden ontdekt. Maar op enig moment kwam daar in de 20-ste eeuw de postmoderne mens, met zijn ondermijning van de waarheid, die werd gezien als een illusie. Het was overigens Nietzsche die al aan het eind van de 19-de eeuw verkondigde: ,,de waarheid is een illusie waarvan men vergeten is dat het een illusie is." De waarheid wordt niet gevonden door wetenschappelijk onderzoek, maar gemaakt door mensen met hun subjectieve interpretaties van de werkelijkheid. Het zijn de machtsverhoudingen die volgens de postmodernisten bepalen of iets ‘waar’ of ‘onwaar’ is en niet de wetenschappelijk vergaarde feiten en inzichten.
- Het zijn de postmodernisten die de basis hebben gelegd voor de teloorgang van de Waarheid, die vanaf dat moment ook met een kleine ‘w’ kon worden geschreven. De postmoderne mens was vrij om zijn eigen waarheid te construeren. Het leidde het tijdperk in van zoveel mogelijk keuzevrijheid, zelfontplooiing en persoonlijk geluk als belangrijkste drijfveren. Het verlies van het geloof in een degelijk gefundeerde waarheid leidde tot uiteenlopende gemoedstoestanden: nihilisme, cynisme, focus op de eigen unieke identiteit en wantrouwen tegen alles wat afweek van die persoonlijke waarheidsbeleving. Het individualisme werd de norm, gemeenschapszin was ouderwets.
- Het postmodernisme werkte door in de politiek: het neoliberalisme werd een postmoderne versie van het liberalisme. En in de sociaaldemocratie werd gekozen voor de ‘derde weg’, waarin het niet ‘modern’ meer was om het vaak te hebben over solidariteit met de zwaksten. Maar ook in de economie rukten de postmodernen op. Het marktdenken met een sterke sociale/morele component zoals Adam Smith dat bedacht had, werd volledig vervangen door de harde markteconomie van Milton Friedman waarin het draaide om cijfers, rendementen en deregulering, de overheid moest zo klein mogelijk worden, de vrijheid van de ondernemers moest worden gemaximeerd en collectieve taken moesten zoveel mogelijk worden geprivatiseerd. Alles moest ‘markt’ worden: ook de zorg, de nutsbedrijven, de huisvesting en het ov.
- Het rendementsdenken in combinatie met het postmoderne adagium “ieder z’n eigen waarheid” werkte ook sterk door naar de steeds groter en machtiger wordende mediabedrijven. Met tamelijk desastreuze gevolgen. De waarheid werd een product dat ook onderhevig is aan de wetten van de markt. Het werd niet meer, zoals ten tijde van Verlichting, gezien als een aanzet tot vooruitgang, maar als een middel om geld mee te verdienen. Informatie werd handel. Het is een treurige zaak, maar feit is dat in de postmoderne consumptiemaatschappij de media de meest dominante bron van de waarheid zijn geworden, met een enorme invloed op hoe we onszelf, de wereld en de toekomst zien. Nergens komt het adagium ‘ieder z’n eigen waarheid’ prominenter naar voren dan in de media. De waarheid van een complotdenker wordt als even legitiem gepresenteerd als die van een expert.
- De media denken in doelgroepen en aan elke doelgroep kan verdiend worden door ze die waarheid aan te bieden die ze willen horen. De geboden informatie wordt afgestemd op de behoefte van de klant. Elke doelgroep krijgt haar eigen werkelijkheid voorgeschoteld. Er is dus geen gedeelde waarheid en geen collectief gedeelde werkelijkheid meer. Waarbij nog komt dat vooral ophef scoort. Dus wordt er zoveel mogelijk gezocht naar smakelijke incidenten, scoops, roddels, ruzie en uitglijders. Een politicus die met een goed verhaal een belangrijke gebeurtenis kan uitleggen? Blijf maar thuis. Want we kunnen een politicus krijgen die een ander voor heks of rotte vis uitmaakt. Hier kunnen we dagen van smullen. Op de sociale media worden er zelfs algoritmes ontwikkeld die je naar dat nieuws leiden, waar de opheft het grootst is. De algoritmes genereren zichzelf versterkende effecten. Waardoor goed scorende berichten nog meer kliks krijgen en daarna nog meer lezers trekken. De waarheid en het wijzer worden scoren niet meer. Het nepnieuws en de schandalen scoren het best. Dat is het nieuws dat zich in de zultkoppen ophoopt.
- De nieuwsmachine heeft er ook geen baat bij om de wereld begrijpelijk te maken. Hoe begrijpelijker een probleem of een misstand, hoe minder verontwaardiging. En hoe minder verontwaardiging hoe minder aandacht, hoe minder kliks, hoe minder advertentie-inkomsten. Het verdienmodel wordt gedicteerd door de ‘wet van behoud van onwetendheid’.
- En wat is de uitkomst van al die processen in de media waar waarheidsvinding niet meer de norm is en waar elke doelgroep voor z’n eigen persoonlijke waarheid gaat? Die oogst is niet hoopgevend: groepen die elkaar niet meer vertrouwen en van elkaar denken dat ze gemanipuleerd worden door boze machten, cynisme, pessimisme, wantrouwen in de politiek, welig tierend complotdenken en afkalvende gemeenschapszin. De Telegraaf-lezer ziet de NRC-lezer niet voor vol aan omdat die zich voor het karretje van de elite laat spannen en zich nepnieuws laat verkopen. En omgekeerd denkt de NRC-lezer dat die boze populisten-vriendjes de weg volledig kwijt zijn en tegen hun eigen belang in stemmen op rattenvangers.
- In de laatste hoofdstukken laat Wijnberg met mooie voorbeelden zien, dat er naast de schijnwerkelijkheid, de halve waarheden en hele leugens die de media, politici en opiniemakers ons 24/7 voorschotelen, zeg maar opdringen, ook nog veel positiefs over onze samenleving te vertellen is.
Samengevat: er gaat veel goed, vele politici zijn oprecht bezig met de goede zaak, veel mensen deugen en willen hun naasten best helpen en als het gaat om het oplossen van de klimaatcrisis: vele hoopgevende ontwikkelingen en technisch kunnen we nog grote sprongen maken. En voor zover 'lijstjes' iets zeggen: we staan als Nederland nog steeds in de top-tien van meest welvarende en meest gelukkige landen. Maar een groot deel van de media focust zich vooral op ellende, op het opkloppen incidenten, op nepnieuws. Nieuws, feiten, gebeurtenissen en ook de waarheid worden steeds meer beschouwd als ‘handel’ waar je geld mee kunt verdienen. Dus elke doelgroep haar eigen waarheid?
Rob Wijnberg heeft een interessant boek geschreven, dat waarschijnlijk de groepen die er het meest aan zouden hebben helaas niet gaat bereiken. In die zin is het een “oratio pro domo”.
37. De selectieve verontwaardiging inzake Gaza maakt een armoedige indruk
Hoe kan het toch dat de rechtse partijen in ons land, en een deel van de Joodse gemeenschap, wel hevig verontwaardigd reageren als een paar demonstranten in de Tweede Kamer luidruchtig aandacht vragen voor de vernietiging van Gaza en de Gazanen, maar dat deze Israël-sympathisanten nog niet één maal verontwaardigd hebben gereageerd op de veroorzakers van die slachtpartijen daar en zelfs een motie die opriep tot een tijdelijk staakt het vuren niet steunden omdat de VS dat ook niet deed? Hoe kan dat? Rechts Nederland is altijd blind geweest voor evident onrecht begaan door Israël. Ze liepen altijd veilig en dociel achter de VS aan. Maar....lichtpuntje....het wordt nu zelfs een groot deel van onze gezaghebbende diplomaten teveel. Ze kunnen het niet meer aanzien en veroordelen in ingezonden artikelen het kruiperige gedrag van onze regering jegens de VS en Israël. Ongekend voor een beroepsgroep die altijd in stilte haar werk doet.
Hoe komt het toch dat rechts Nederland, inclusief een groot deel van de Joodse gemeenschap, het wel oké vind dat de Israëlische president Herzog zondag het Holocaustmuseum komt openen? De man die mede verantwoordelijk is voor oorlogsmisdaden in Gaza, die de Gazanen beesten noemde en zei dat ,,alle Gazanen betrokken waren bij 7 oktober". Dat statement werd de legitimatie om nu al meer dan 40.000 Gazanen de dood in te jagen, de rest uit te hongeren en het land plat te bombarderen. Deze man uitnodigen voor juist zo’n symbolische gebeurtenis in Amsterdam is een middelvinger opsteken naar de slachtoffers van alle politiek geïnspireerde massamoorden in de wereld.
Hoe komt het toch dat rechts Nederland en een groot deel van de Joodse gemeenschap razend worden als de slachtpartij van Hamas op 7 oktober mede verklaard wordt uit de veel grotere slachtpartijen begaan door Israël tijdens haar al 75 jaar durende onderdrukking van de Palestijnen? Die causale relatie kan geen weldenkend mens ontkennen. Als je mensen al zolang als beesten behandelt, gaat een deel zich uiteindelijk ook als beesten gedragen. Zo’n verklaring heeft overigens niets van doen met ‘goedpraten’. Het wordt nog gekker als je beseft dat alles wat rechts is het wel normaal vindt dat Israël die moordpartij van Hamas gebruikt als excuus om op oneindig veel grotere schaal zelf te moorden. Dus de één mag geen legitimatie aanvoeren voor een massamoord, maar de ander mag dat wel. De ene misdaad is dus niet te verdedigen, maar de andere wel?
Hoe komt het toch dat wij ook hier in Nederland het mantra van de Israëlisch regering overnemen dat die massale kritiek op haar perverse beleid jegens de Palestijnen een teken is van een groeiend antisemitisme in de wereld? Een beschuldiging die nergens op slaat. Wat wel het geval is: de haat tegen de staat Israël neemt toe door al die slachtingen die wereldwijd op de tv-zenders en vlogs gevolgd kunnen worden. En omdat Israël zichzelf afficheert als een Joodse staat (waar dus geen Palestijnen thuishoren) zien veel boze burgers in de wereld het verschil niet meer tussen Israëliërs en Joden. Dus roept men leuzen tegen “de Joden”. Dit gezegd hebbend: het verbale en fysieke geweld tegen Joden, waar ook ter wereld, is natuurlijk even abject als tegen moslims of welke etnische groep dan ook.
Hoe zijn al deze ongerijmdheden in de opvattingen in het rechtse gedachtengoed te begrijpen? Door in te zien dat een deel van de politieke kaste inconsequent en opportunistisch is en 'lijdt' aan selectieve verontwaardiging, deels voortkomend uit schuldgevoel....nergens in Europa konden zoveel Joodse medeburgers naar de vernietigingskampen worden gedeporteerd als in dit land, zonder dat de bevolking een poot uitstak. Er werd zelf behoorlijk aan meegewerkt. Wij hadden hier toen, eufemistisch gesproken, nog niet zoveel met Joden. En nu laten we de rekening van ons collectieve schuldgevoel jegens de Holocaust-slachtoffers betalen door een volk dat daar part noch deel aan had. Ach, en hoeveel mensen interesseert het nu echt dat de Gazanen verhongeren en Gaza volledig verwoest wordt? Zo nu en dan een itempje in het Journaal, waarna spreekbuizen van de Israëlische regering het weer van een goedpratende context mogen voorzien.
38. Klimaathoop bieden is nodig, want doemdenken leidt tot niets. (deel 1)
Het is allemaal nog complexer dan we dachten: door de sterk verminderde luchtvervuiling is de opwarming van de aarde de afgelopen eeuw tweemaal zo snel gegaan!! Die luchtvervuiling bestaat namelijk uit stofjes, w.o. aerosolen, die een deel van de zonnestralen terugkaatst of absorbeert en dus afkoelend werken. Dus hoe schoner de lucht wordt, hoe sneller de opwarming gaat. Over deze behoorlijk verontrustende ontdekking werd voor het eerst gerapporteerd in 2013 in een studie van klimaatwetenschapper James Hansen en zijn studiegroep. Laatst in NRC een gesprek met Hansen, waarin hij die uitkomsten en de gevolgen voor de opwarming nog eens toelicht:
,,Dankzij die afkoelende vervuiling kon de wereld langer doorgaan met het verstoken van fossiele brandstoffen, maar er komt een moment dat we de rekening gepresenteerd krijgen. Een opwarming van maximaal 1,5 graden Celsius, waar in het Klimaatakkoord van Parijs (2015) nog van werd gedroomd, kunnen we vergeten…..Zelfs onder de 2 graden blijven zal met de huidige aanpak niet lukken. Het klimaat blijkt gevoeliger voor de CO2-concentratie in de atmosfeer dan werd gedacht. Bij een verdubbeling van die concentratie zal de temperatuurstijging eerder 4,8 graden zijn dan de 3 graden waarmee het wetenschappelijk klimaatpanel van de Verenigde Naties (IPCC) nu rekent.” En deze rampzalige stijging is dus met name een gevolg van het in hoog tempo opstoken van fossiele brandstoffen in combinatie met de sterk afnemende luchtvervuiling.
Aldus Hansen. Zijn collega- klimaatwetenschappers hebben hem ‘hoog’ zitten, maar vragen zich af of hij hier niet wat te stellig is, omdat de aerosolen zich moeilijk laten meten. Maar toch, het verband is aangetoond en wat moeten we hier nu weer mee? De lucht méér gaan vervuilen? Lijkt me niet echt een serieuze optie. Hansen pleit voor het injecteren van zwavel in de atmosfeer om wolken te vormen die voor afkoeling zorgen. Maar deze vorm van geo-engineering, dus het sleutelen aan de atmosfeer, vinden de meeste wetenschappers onverantwoord, omdat het tot onvoorspelbare klimatologische en atmosferische storingen kan leiden.
Maar wat dan wel? Wegzakken in doemdenken over de klimaatcrisis dient ook geen enkel doel, integendeel, dat leidt alleen maar tot defaitisme: want als er toch niets meer aan te doen is en we sowieso naar de verdommenis gaan, waarom dan al dat dure klimaatbeleid dat ons ook nog eens allerlei beperkingen oplegt? Waarom dan niet gewoon op de oude voet doorleven en uiteindelijk massaal aan ons einde komen door hitte, droogte, overstromingen en ons eigen vuil? Want wat maakt het uit of dat nu over 30 jaar of over 70 jaar gebeurt? Als de massa-instinctie van de homo sapiens er onafwendbaar aankomt, kunnen we dan niet beter als hedonist zo lang mogelijk van alles en nog wat genieten?
Of is er toch een ‘way-out’ met hoopvolle perspectieven? Jazeker ,,als we er erg ons best voor doen, is er technologisch heel veel mogelijk” schrijft Hanna Ritchie in haar recente boek: “Niet het einde van de wereld”. Lees dat boek. Hieronder heb ik de essentie van haar leerzame studie samengevat.
39. Klimaathoop bieden is nodig, want doemdenken leidt tot niets. (deel 2)
Hannah Ritchie, senior researcher Global Development de Universiteit van Oxford, waarschuwt tegen het doemdenken over het klimaat en milieuvervuiling en heeft net een breed bejubeld boek uitgebracht, “Niet het einde van de wereld”, waarin zij haar optimistische visie op het klimaatvraagstuk uitwerkt. Gaat de wereld “hollend achteruit”? Gaat het volkomen fout met het klimaat en de natuur? Ritchie laat in haar boek vrij overtuigend zien dat we ons teveel laten beïnvloeden daar alarmistische krantenkoppen en te weinig oog hebben voor de feiten en cijfers over positieve trends en uitkomsten van veelbelovende studies die er ook te melden zijn, en hoop bieden, maar nooit de krantenkoppen halen, want slecht nieuws verkoopt nu eenmaal beter dan goed nieuws.
Ritchie werk in het haar boek de zeven grootste ecologische crises uit: 1. Luchtverontreiniging 2. Klimaatverandering, 3. Ontbossing, 4. Voedselproductie, 5. Biodiversiteit, 6. Vervuiling van de oceanen met plastics en 7. Visstand in de oceanen. Tussen deze zeven ecosystemen bestaat een sterke en complexe samenhang. Een paar van haar belangrijkste opvattingen op een rij:
- De definitie van duurzaamheid bestaat uit twee componenten: 1. een leefbaar leven voor zoveel mogelijk mensen op deze aarde, 2. zonder de behoeften van toekomstige generaties in gevaar te brengen. W.b. het eerste deel van deze definitie zijn de afgelopen 100 jaar spectaculaire resultaten geboekt, maar dit is wel ten koste gegaan van de tweede component: de verstoring van de hierboven genoemde zeven ecosystemen is zodanig ernstig dat het het leven van miljarden ernstig in gevaar kan brengen.
- Wij kunnen de eerste generatie zijn die klimaat en milieu beter achterlaat dan we het aantroffen. Maar de uitdagingen zijn enorm. Als we niet sneller, grondiger en op grotere schaal in actie komen, zijn de gevolgen vreselijk en gruwelijk ongelijk verdeeld.
- We zullen bijna zeker de 1.5 graad opwarming gemiddeld overschrijden, maar dat is niet ‘het einde van de wereld’, want we kunnen ons daar technologisch op voorbereiden.
- De meeste klimaatwetenschappers zijn er optimistisch over dat we de opwarming rond de 2 graden kunnen houden en dat we een groot vermogen hebben om adequaat in te spelen op de serieuze negatieve gevolgen van die stijging in grote delen van de wereld.
- Onvoorwaardelijk optimisme als het gaat om het beperken van de opwarming tot 2 graden, noemt Ritchie ‘dom optimisme’. Zij vindt zichzelf een pragmatische of realistische optimist. We kúnnen een klimaatcatastrofe voorkomen, maar dan moeten we wel in actie komen. NU
- De kans dat klimaatverandering of een ander milieuprobleem onze soort zal uitroeien is aanzienlijk kleiner dan dat gebeurt door een kernoorlog, pandemie of kunstmatige intelligentie (AI)
- Onze reis naar een duurzame wereld zal met veel hobbels gepaard gaan, twee stappen vooruit, één stap achteruit, of misschien wel: het moet eerst nog erger worden voordat het beter wordt en bij de beslissers en de bevolking het besef doordringt dat het nu echt moet gebeuren
- Om de verstoring van die ecosystemen te stoppen is het contraproductief om de economische groei te stoppen, als dat politiek al haalbaar zou zijn. Maar ook: met krimp komt het hele ‘systeem’ stil te staan. De groei moet doorgaan om de middelen beschikbaar te krijgen om de noodzakelijke transitie-maatregelen te financieren. Maar het moet wel een ander soort groei worden: groene circulaire groei, met nieuwe technologieën en een snelle afbouw van het gebruik van fossiele brandstoffen.
- Zonder veranderingen in ons voedselpatroon en onze voedselproductie zullen we de klimaatcrisis niet kunnen oplossen, de ontbossing niet tegen kunnen gaan en de biodiversiteit niet kunnen beschermen. Deze vier ecosystemen hangen nauw met elkaar samen.
- Elk individu kan en moet zijn bijdrage leveren, maar de noodzakelijk veranderingen vragen om een grootschalig en technologisch ingrijpen in de ‘systemen’. Dat kan alleen via collectieve acties en langs de politieke weg. Als burgers moeten we de beslissers in de politiek en het bedrijfsleven daartoe dwingen. Via acties, stemgedrag, koopgedrag, donaties
In het grootste deel van haar boek behandeld Ritchie dus de eerder genoemde zeven grote problemen inzake duurzaamheid waar we mee kampen: 1. Luchtverontreiniging 2. Klimaatverandering, 3. Ontbossing, 4. Voedselproductie, 5. Biodiversiteit, 6. Vervuiling van de oceanen met plastics en 7. Visstand in de oceanen. Van elk van deze ecosystemen geeft zij aan: waar we nu staan, hoe we daar zijn gekomen en wat ons nu te doen staat om het ten goede te veranderen. Zij doet dat met veel cijfers, feiten, sterke argumenten en een groot gevoel van urgentie. Dat we op elk terrein kansen hebben om negatieve trends om te buigen, laat zij zien aan de hand van succesvolle, soms zelfs spectaculaire verbeteringen in de onderzochte ecosystemen. Eigenlijk laat zijn zien: aan alle negatieve trends is veel ten positieve te sleutelen. En dat gebeurt ook. Zo slaagde China erin om in zeven jaar haar luchtverontreiniging te halveren. Maar het moet nog sneller, slimmer en grootschaliger. Binnen vijftig jaar moeten de belangrijkste duurzaamheidsparameters op groen staan.
Het kan dus, als we maar willen. Dat is de opvatting van de realistische optimist Hannah Ritchie. Maar zijn we op vele terreinen al niet te laat? Nergens in haar boek lees ik iets over het begrip dat bijna alle klimaatwetenschappers wezenlijk vinden: kantelpunten. Op enig moment zijn negatieve ontwikkelingen in een bepaald eco-subsysteem al zover doorgeschoten dat er geen weg terug meer is en dat het subsysteem zich niet meer kan herstellen, erger nog: dat de negatieve waarden in het ene subsysteem ook andere subsystemen ontregelen en er beleidsmatig praktisch niets meer aan te doen is. Voorbeeld: door een combinatie van boomkap en toenemende droogte a.g.v. opwarming naderen grote delen van het Amazonegebied een kantelpunt, waarbij de biodiversiteit en de longfunctie van dit gebied zo onherstelbaar beschadigd worden dat het zich niet meer kan herstellen, met desastreuze gevolgen voor én de reguliere landbouw in die regio en de opwarming van de aarde.
Kortom: het boek van Ritchie biedt enerzijds de realistische hoop dat het technologisch mogelijk is om een klimaat- en milieubeleid te voeren dat de homo sapiens voor grote rampen kan behoeden, maar dat lukt alleen als er verdomd snel mondiaal grootschalige systeeminterventies worden gepleegd in combinatie met talloze lokale en regionale duurzaamheidsprojecten. En de kans dat dat ook binnen een redelijke tijdspanne gebeurt, schat zij hoger in dan ik.
40. Trekkerboeren mogen hun gang gaan, maar protesterende klimaatactivisten worden met het waterkanon weggespoten.
Meten met twee maten. De ene groep mag zich ongestraft met veel intimidatie en overlast tegen democratisch genomen maatregelen verzetten. Bij de andere groep wordt al ingegrepen als ze met ludieke acties op kleine schaal een mega-probleem op de agenda willen krijgen en van de overheid eisen dat ze zich aan haar eigen wetten houdt. Boeren versus klimaatactivisten. Zij die natuur en milieu slopen tegenover hen die de aarde juist willen redden. De eerste groep breed gesteund, de tweede groep breed gehaat. We leven in een dwaze wereld.
We hebben het dezer dagen weer kunnen horen en zien: de boeren hebben de oorlog verklaard aan de organen die hen met veel subsidie in leven houden: dus aan ‘Brussel’ en de nationale regeringen. Waarom? Omdat zij komen met maatregelen die de verzieking van grond, lucht, water en natuur gaan de boeren massaal met hun trekkers de weg op, blokkeren ze grensovergangen en toegangswegen tot de grote steden, leggen ze binnensteden volledig plat, zetten ze de boel in de fik en intimideren ze iedereen die hen er op wijst dat de voorgenomen maatregelen toch democratisch tot stand zijn gekomen. Niets mee te maken. Zij hebben de rechtstaat de oorlog verklaard en die oorlog stopt pas als ze hun zin hebben gekregen. Dus niet méér maar juist mínder beperkende regels.
De rechtse en rechts-populistische politieke partijen tonen wel erg veel begrip voor de semi-gewelddadige acties en neigen steeds meer van de boereneisen in te willen willigen. Ze mogen daarbij ook op de steun van het ‘grote publiek’ rekenen. Die sympathie zou zich wel eens kunnen vertalen in een grote winst van de rechts-populisten bij de komende verkiezingen voor het Europees Parlement. Die dreiging, in combinatie met het trekkergeweld, is voor de Europese Commissie aanleiding om steeds meer van de maatregelen, bedoeld om de afbraak van de biodiversiteit te stoppen, te verzachten of zelfs in te trekken. Dreigen om met gewelddadige acties de samenleving te ontregelen om zo politici te dwingen democratisch genomen besluiten terug te draaien wordt dus beloond.
Vergelijk deze welwillende reacties van overheden en publieke opinie op de boerenagressie nu eens met de reacties op de relaxte acties van milieuactivisten: er wordt zo nu en dan een klein stukje van de A12 bezet, waarna er door half Nederland schande van wordt gesproken. Zelfs zich progressief noemende burgers vragen zich af of die A12-acties wel moeten: zijn ze niet contraproductief, want automobilisten zouden er wel eens boos om kunnen worden... nou en?
De boeren en hun vocale spreekbuizen komen steeds meer in de extreemrechtse hoek terecht en het zijn ook de rechts-populistische partijen in Europa die veel garen spinnen bij de agressieve boerenacties. En als reactie daarop gaan vooral de middenpartijen in het Europees Parlement zwalken en nu ook pleiten voor een versoepeling van het strengere agro- en natuurbeleid. Natuurlijk moeten de boeren een normaal inkomen kunnen verdienen, maar niet ten koste van natuur en landschap. Er zijn gewoon veel teveel veeboeren en die moeten in aantal fors terug. De resterende boeren moeten, willen ze toekomst hebben en een goed belegde boterham kunnen verdienen, overstappen op een ander productiemodel. Daar moeten Brussel en de lidstaten hen bij helpen. Met paaien, pappen en nathouden en op de oude voet doorgaan gaat de wond alleen maar meer etteren en moeten er later nog pijnlijker maatregelen getroffen worden.
Dus nu scherpe grenzen trekken, effectieve maatregelen uitvaardigen en stoppen met het subsidiëren van veeboeren die niet willen of kunnen meegaan in de transitie naar een gezonde agri-business, ook wel eco-farming genoemd. Want die miljarden subsidies aan de veeboeren zijn even schadelijk en dom als het blijven subsidiëren van de fossiele-brandstof-boeren. De 'omschakelaars’ moeten daarbij 'verleid' en geholpen worden. En als dat niet helpt: wettelijke restricties invoeren, boetes opleggen, eco-schade in rekening brengen en vergunningen intrekken.
41. Schaffen we de opslagbatterij aan, en doen we dus echt mee, of blijven we alleen maar leuteren over de opwarming
Een gevaarlijke en onomkeerbare opwarming van de aarde kan alleen worden voorkomen, door, naast energiebesparing, een boost te geven aan de transitie van fossiele naar zonne- en windenergie. Daarvoor moet er nog heel wat gebeuren, waarbij iedereen met veel meer drive zijn eigen rol moet pakken: bedrijven, overheden en consumenten. Niemand kan meer wegduiken en wijzen naar de ander. Zo moeten bedrijven zo snel mogelijk overschakelen op niet-fossiele energiebronnen, moet de overheid als een speer CO2-beperkende wetten invoeren en de capaciteit van het elektriciteitsnet verhogen en moeten consumenten hun ecologische footprint over de hele linie verlagen, o.a. door een lifestyle waarin bij elke aankoop wordt nagedacht over de CO2-component.
Het goede nieuws is dat de consumenten er recent een ‘tool’ hebben bijgekregen om een substantiële bijdrage te leveren aan de versnelling van de energietransitie: de opslagbatterij, waarmee niet de eigen teveel opgewekte zonne-energie kan worden opgeslagen, maar, nog belangrijker, ook teveel opgewekte energie op het landelijk elektriciteitsnet, die zonder die opslag op al die consumentenbatterijen verloren zou gaan. Want dat vraagstuk is inmiddels wel bekend: er wordt op bepaalde momenten van de dag meer via stroom en zonne-energie opgewekt, dan het netwerk aankan en dat probleem wordt alleen maar groter omdat burgers en bedrijven samen steeds meer zonne-en windenergie willen produceren. De geplande uitbreiding van de landelijke netwerkcapaciteit kan die vraag naar extra capaciteit niet bijbenen. Daarom is een substantiële uitbreiding van de opslagcapaciteit via opslagbatterijen bij individuele burgers een ei van Columbus waarmee de energietransitie een zwieper kan worden gegeven.
Maar met het aanschaffen van zo’n opslagbatterij dien je niet alleen een belangrijk maatschappelijk doel, ook de eigen portemonnee wordt er wijzer van. Binnen 4.5 jaar is de investering terugverdiend en daarna ga je maandelijks netto cashen. Je verdient niet alleen aan de zonne-energie die je voor jezelf opwekt en later ook weer gebruikt, maar je wordt ook vergoed voor de opslag van landelijk opgewekte zonne- en windenergie die op dat moment niet afgezet kan worden. En je maakt zo de groei van de op te wekken hoeveelheid zonne- en windenergie mogelijk.
De afgelopen maanden zijn er in vele gemeenten campagnes gestart om de opslagbatterij onder de aandacht te brengen. En ik moet zeggen: het wordt de burger wel makkelijk gemaakt, of beter gezegd: het wordt ‘m erg moeilijk gemaakt om ‘nee’ te zeggen. Je hoeft zelf over weinig dingen na te denken, bijna alles wordt voor je geregeld. Je hoeft eigenlijk alleen de ruimte aan te wijzen waar je het apparaat (35x54x87) wilt hebben. De meeste gemeenten zijn bereid om tegen een lage rente de investeringskosten voor hun rekening te nemen en alles wordt kosteloos aangelegd. Gemakkelijker kunnen ze je het niet maken.
Natuurlijk kun je denken “waarom zou ik moeite doen om een bijdrage te leveren aan de energietransitie?”, maar als je dat wel wilt, en het niet alleen met de mond wilt belijden, dan moet je nu, zonder kosten en zonder moeite, een duurzame opslagbatterij aanschaffen, waar je ook nog aan kan verdienen. Doe je dat niet, want ‘zo’n gedoe’, dan blijft je CO2-bezorgdheid dus bij vrome woorden.
41. Integriteit gaat altijd boven loyaliteit. Daar zullen rechts-populistische bewindslieden aan moeten wennen. Maar ambtenaren ook.
Mogen ambtenaren publiekelijk protesteren tegen overheidsbeleid waar zij het niet mee eens zijn? Het is een hoogst actuele vraag. Rijksambtenaren van Buitenlandse Zaken protesteren dezer dagen tegen de weigering van de Nederlandse regering om Israël op te roepen tot een staakt-het-vuren in Gaza. Je kunt je er aan ergeren tot je een ons weegt, maar dat is verspilde emotie, want in de Grondwet is al in 1983 vastgelegd dat ambtenaren als staatsburger en als ambtenaar gewoon mogen demonstreren tegen rijksbeleid, behalve als het een adequate vervulling van zijn of haar functie in de weg staat.
Dat betekent dat alle ambtenaren in beginsel mogen protesteren tegen het Israël-beleid van de regering, maar dat het voor de ambtenaren die de minister op dit punt direct adviseren erg lastig wordt om tegelijkertijd publiekelijk tegen dit beleid te protesteren. Zij kunnen natuurlijk wel tegen hun politieke bazen zeggen wat ze er van vinden en ze adviseren om ‘het goede te doen’, daar zijn ze zelfs voor ingehuurd, maar als ‘de politiek’ eenmaal een besluit heeft genomen of bewust niet heeft genomen dan resten de adviserende ambtenaren in beginsel maar twee opties: 1. zich daar al dan niet morrend bij neerleggen of 2. overplaatsing, dan wel ontslag aanvragen.
Het primaat ligt nu eenmaal niet bij de ambtenaren, maar bij de politiek, echter niet ongeclausuleerd. Politici en ambtenaren moet wel binnen de regels van de democratische rechtstaat opereren. Daarmee komen we bij de vraag of ambtenaren altijd loyaal moeten meewerken aan de uitvoering van het beleid van hun politieke bazen, ook als ze vinden dat dit beleid in strijd is met basale integriteitsregels? Hier gaat het om de principiële keuze tussen loyaliteit en integriteit. Heel wat bestuurders eisen verregaande loyaliteit van hun adviserende ambtenaren. Een misplaatste eis. Want loyaliteit is een term die vooral past bij maffiose organisaties. Maffiabazen als Don Corleone en Poetin eisen absolute loyaliteit van hun clanleden, maar in een democratische rechtstaat is een ambtenaar nooit in die zin loyaal aan een politieke bestuurder. Hij is loyaal aan de inhoud van zijn functie, aan zijn eigen normen en waarden, aan de Grondwet en aan alle wetten van de rechtstaat.
Ambtenaren moeten zich nooit laten dwingen tot een persoonlijke loyaliteit aan hun politieke bazen en ook niet tot een loyaliteit aan welk kabinetsbeleid dan ook. Zij moeten de opdrachten die ze direct of indirect van bewindslieden krijgen, de adviezen die ze geven en de besluiten die er worden genomen altijd toetsen aan de elementaire integriteitsregels. Daarbij gaat het om eerlijkheid, rechtvaardigheid, betrouwbaarheid, financiële degelijkheid, juridische zuiverheid en rechtsstatelijkheid. Als een bewindspersoon een goed onderbouwd advies negeert en een dubieuze maatregel met verdraaide argumenten en/of niet kloppende feiten wil doordrukken, dan heeft de adviserende ambtenaar niet alleen het recht, maar zelfs de maatschappelijke plicht om het schenden van de elementaire integriteitsregels aan de kaak te stellen. Hij kan nooit worden gedwongen om dat niet te doen en de andere kant op te kijken.
Wanneer de huidige formatie uiteindelijk resulteert in een kabinet Bruin 1, waarin Wilders op de grote trom gaat slaan, zullen er ongetwijfeld discussies binnen de ambtelijke organisaties losbarsten over de vraag in hoeverre ambtenaren loyaal moeten meewerken aan de uitwerking en invoering van rechts-populistische beleidsvoorstellen, die indruisen tegen het rechtvaardigheidsgevoel van vele ambtenaren. Maar zolang die voorstellen geen integriteitsregels schenden, passen binnen Grondwet en juridisch en financieel de toets der kritiek kunnen doorstaan, kunnen ze alleen door de Tweede Kamer worden geblokkeerd, maar niet door ambtenaren. Die kunnen alleen wijzen op de onzalige maatschappelijke gevolgen. Die vrijheid zullen ze altijd moeten blijven behouden.
Het wordt natuurlijk erg lastig Nederland bestuurbaar te houden als een substantieel deel van het ambtenarenapparaat zich lijdelijk gaat verzetten tegen extreemrechts beleid dat wettelijk en grondwettelijk door de beugel kan, maar dat zij onrechtvaardig, gevaarlijk of zelfs moreel verwerpelijk vinden. Als dat frequent en op grote schaal gebeurt, staat het hele raderwerk van de overheid stil. Dat gaat dan op een soort ambtelijke coup lijken. Zij, de ambtenaren, kunnen het beschouwen als de gerechtvaardigde inzet van ondemocratische middelen om de democratie te redden. Het zou echter een zeer onverstandige strategie zijn, omdat het een moeilijk te kanaliseren volkswoede kan oproepen.
Maar ook als ambtenaren zich keurig aan de gebruikelijke adviescodes houden en ook rechts-populistische bewindspersonen op een integere wijze bijstaan, kunnen zij de pispaal worden van die rechtse politici als hun onzalige, juridisch rammelende plannen telkenmale door rechters worden afgeschoten. Als dan ook de publieke bedreigingen richting ambtenaren steeds heftiger worden, sluit ik niet uit dat er een moment komt dat een groot deel van hen zand in de overheidsmachine zal strooien. Het kunnen in meerdere opzichten hete tijden worden.
43. Ongehoord Nederland: de beerput van extreemrechts krijgt Beertema als nieuwe zetbaas
Bij de bruinste omroep van Nederland heeft een regime-change plaatsgevonden. Ongehoord Nederland heeft zich van populistisch-rechts doorontwikkeld naar extreemrechts. Daarvoor moest de qua denkkracht matig begiftigde ‘leider’ Arnold Karskens het veld ruimen. De zaken worden nu waargenomen door de verbaal wat sterkere Harm Beertema, die in de PVV-fractie zijn baas Wilders twaalf jaar lang als een trouwe hond heeft gediend. Al die jaren zat hij in fracties vol half-geletterde stoethaspels zonder elementaire algemene ontwikkeling. Beertema werd door hen als een soort intellectueel beschouwd omdat hij zijn ideeën wel in begrijpelijk Nederlands onder woorden kan brengen en wel eens een boek leest. Zijn liefde voor Wilders bekoelde stevig toen de grote roerganger besloot om hem bij de laatste Kamerverkiezing op plaats zestien te zetten. Een belediging vond Beertema, waarbij hij verwees naar al die lege nano-breintjes die vóór hem op de lijst stonden. Hier had hij natuurlijk een punt, maar exit Beertema, die daarmee misschien wel een ministerschap misliep. Hoewel hij in de ogen van Wilders misschien net even te ‘bijdehand’ is. Beertema ruilde na zijn vernedering door Wilders de PVV wel snel en simpel in voor de PVV-bijwagen en werd lid van BBB, waarschijnlijk omdat hij dacht via die partij nog een kans op het pluche te maken. Maar blijkbaar vonden ze dat daar toch net wat te opportunistisch.
Bij Ongehoord Nederland ontstond een richtingenstrijd op het moment dat Wilders-fan Karskens de mond probeerde te snoeren van de extreemrechtse Baudet-fan Raisa Blommestijn. Karskens vond dat ON Wilders niet voor de voeten moest lopen. Het aan de PVV gelieerde kabinet moest juist zo onkritisch mogelijk behandeld worden. Baudet kon wel stevig worden aangepakt. Op die zotte lijn kreeg hij veel interne kritiek en Blommestijn vertrok mokkend. Maar na de schorsing van Karskens kwam zij echter opgeruimd terug, waarbij heeft geholpen dat zij het erg goed met Beertema kan vinden.
De meeste leden van de raad van toezicht van ON zitten in het extreemrechtse kamp. In NRC van enige tijd terug stond daarover een onthullend stuk van Wilmer Heck, waarin hij de antecedenten van de leden van de raad doorlicht. Het blijkt een rattenhol van ultrarechtse complotdenkers, die ieder vanuit hun eigen ‘branche’ tekeer gaan tegen de islam, migranten, asielzoekers en Europa en de morele opvattingen van heer Poetin inzake geopolitiek en het gezin ophemelen. Het is een tamelijk schokkend stuk. De gevaren gaan dieper dan we geneigd zijn te denken als we die wat sneue clown Karskens horen oreren. Hij is een ongevaarlijk watje vergeleken bij degenen die bij ON achter de schermen de macht hebben. Je kunt er wat om grinniken en het afdoen als een dependance van de sekte Baudet, maar we hebben het hier wel over een onderdeel van onze publieke omroep, dat alle ruimte wordt geboden om op vaak slinkse wijze extreemrechtse opvattingen te ventileren.
Opvallend is dat Beertema zich nu ook openlijk heeft bekeerd tot dit ON-gedachtengoed, dat qua retoriek toch weer een stap verder gaat dan de rechts-populistische drek waarvan hij zich tot dusver bediende. Wat een vreemde politieke sprongen heeft die man in zijn leven gemaakt. Opgegroeid in een strak gereformeerd nest verkondigde hij met revolutionaire passie in de jaren zestig en zeventig vooral wereldvreemde denkbeelden van extreemlinkse snit, waarbij geweld niet geschuwd hoefde te worden om rechtvaardige doelen te bereiken. Maar een paar decennia later viel hij voor het evangelie van Pimmetje en bekeerde hij zich tot het rechts-populisme, wat hem later twaalf jaar lang een mooie Tweede Kamerzetel opleverde. Om dan nu te eindigen bij de extreme variant van het Fortuynisme. Hoe kun je via dit soort sprongen voor jezelf en je omgeving nog geloofwaardig blijven?
Bij veel van die extreemrechtse types die goed uit hun woorden kunnen komen en zich laten voorstaan op enige “beschaving” zie je paar constanten: bittere rancune tegen de groep waar ze oorspronkelijk graag bij wilden horen, maar wat om een of andere reden niet lukte, waarna ze die groep (de “elite”) de schuld gaven van alles wat er fout en verdorven is in de samenleving. Vervolgens storten ze zich met een ongekend fanatisme op alles wat de blanke westerse cultuur in hun ogen bedreigt. Dat is dan vaak ‘de ander van buiten’: de Jood, de moslim en/of de migrant, die zorgen voor een ‘omvolking’ van traditionele westerse samenleving en dit proces wordt gestimuleerd door een ‘elite vol zelfhaat’.
Het patroon is bekend, maar je kom er maar moeilijk achter wat daarbij hun diepere drijfveren zijn. Is het hun intrinsieke haat tegen de gevestigde orde en met name ‘links’? Of is het puur narcisme, jezelf zo belangrijk vinden dat je er alles voor over hebt om maar ‘gezien te worden’ en erkenning te krijgen, maakt niet uit hoe, bij wie en met wat. Maar ik sluit niet uit dat het uiteindelijk allemaal toch nog veel banaler is en dat al die humorloze en bedreigende retoriek gewoon een kwestie is van plat politiek opportunisme: een verdienmodel dat ze veel zetels oplevert. Het is de politiek van de rancuneuzen zonder principes die leiden aan karakter-falen, maar die geen mensen meer in hun omgeving hebben die hen daarop wijzen.
44. De bedenker van de termen nepparlement en kopvoddentax is nu 'onze' Kamervoorzitter.
Als extreemrechts in de Tweede Kamer “blij en trots” is, dan is iets gebeurd waar de rest van de Kamer eigenlijk niet “blij en trots” op zou moeten zijn. Want met de keuze van de reactionaire vuilspuiter Martin Bosman tot het uithangbord van ons parlement is er qua politieke moraliteit een grens gepasseerd die ik hier altijd voor onmogelijk had gehouden. Ja oké, hij kan een vergadering leiden en grappen maken, maar het is ook iemand voor wie je je vanwege zijn xenofobe en racistische opvattingen zou schamen als hij een familielid van je zou zijn. Deze vriend van antidemocratische autocraten, die slecht met minachting kan spreken over moslims, vluchtelingen en migranten en het 'blanke ras' verheerlijkt, moet nu een Kamervoorzitter voor alle Nederlanders zijn. Natuurlijk kan deze kameleontische opportunist dit veinzen. Alles voor de goede zaak.
De rechterflank van de Kamer heeft met deze benoeming 20 jaar antidemocratisch gebral niet alleen genormaliseerd, maar zelfs beloond door Bosman. op het hoogste podium te plaatsen. Het is een harde vuistslag in het gezicht van al die groepen die terecht bang zijn voor de PVV. En dat zijn er vele. Extreemrechts wordt vanaf nu blijkbaar als een normale en fatsoenlijke politieke partij gezien, enkel omdat 25% van de boze kiezers op die partij heeft gestemd. Dus als een extreme partij maar genoeg stemmen krijgt, moet je ze ook toegang tot de macht geven? Tot ze op een gegeven moment zoveel stemmen krijgt dat ze de rechtstaat sluipenderwijs kan gaan slopen? Ondenkbaar? In Hongarije dachten ze dat ook. En in de Weimarrepubliek. Maar toen ze in 1933 het bruine monster eenmaal uit de fles hadden gelaten en op de troon hadden gezet, was het beest niet meer te temmen. Wij hebben in ons land het hoogst opgeleide parlement van de wereld, maar politiek opportunisme wint het bij rechts tegenwoordig altijd van historisch besef.
Omdat het hen nu politiek beter uitkomt, vinden de rechtse partijen het voldoende dat Wilders en Bosman hebben beloofd dat ze zich vanaf nu gaan inhouden en hun abjecte standpunten voorlopig in de ijskast zullen zetten. Die opvattingen ‘in de prullenbak gooien’ was, zei Bosman ,,niet aan de orde”, maar ,,andere verantwoordelijkheden brengen nu eenmaal met zich mee dat we ons ook anders gaan uiten.” En excuses maken voor het haat zaaien? Nee, natuurlijk niet: ,,haat zaaien is altijd extreemlinkse framing geweest.” Tijdens het openbare sollicitatieproces was er op geen enkel moment ook maar een spoortje zelfreflectie te horen. En rechts in de Kamer vond dat ook geen enkel probleem, zo bleek uit de stemming. Als je een rechts beleid wilt voeren, kun je nu eenmaal niet al te kieskeurig zijn met het kiezen van je partners. En dit zoenoffer aan de PVV vonden ze zeker geen brug te ver.
Ooit twitterde Wilders na de nominatie van Khadija Arib tot Kamervoorzitter: ,,Het zal nooit wennen, een Marokkaanse als Kamervoorzitter”. En later toen ze gekozen werd: ,,Het is een zwarte dag voor dit nepparlement.” Beide statements schoten mij gisteren na de benoeming van Bosman ook door het hoofd: het zal nooit wennen, extreemrechts op de voorzittersstoel en het was gisteren inderdaad een zwarte dag voor de democratie omdat een antidemocratisch type m.b.v. democratische spelregels op de bok werd gehesen. De Kamer had ook met een overweldigende meerderheid de uitwerst kundige en beschaafde Tom van der Lee kunnen kiezen en daarmee het signaal kunnen afgeven: we zijn weliswaar een rechts landje, maar geen extreemrechts landje en dus doen we niet mee aan het salonfähig maken van een bruine partij die slijmt met Poetin en Orban en die niet-witte Nederlanders wegzet als er-niet-bij-horend. Had ook gekund....
Maar de rechtse partijen in onze Kamer ontwikkelen een steeds sterkere afkeer jegens progressieve partijen en voelen zich blijkbaar wél comfortabel bij het rechts-populisme. Ze schuiven inhoudelijk ook steeds verder die kant op. Van het politieke vedergewicht van der Plas was al bekend dat ze graag vriendjes met Geert wil zijn. BBB gedraagt zich al tijden als een loyaal PVV-filiaal. En dat de ratelende cliché-machine Yeşilgöz met haar niet meer te harden ingestudeerde praatjes steeds dichter tegen de PVV aankruipt, was tijdens haar niet te volgen verkiezingscampagne al zichtbaar. De partij dreigt PVV-light te worden en zij gaat via deze route op enig moment de VVD in chaos storten. Hoe dichter VVD tegen de PVV aanschurkt, hoe kleiner de partij wordt.
Maar wie nu echt door de mand valt, is Omtzigt. Altijd anderen de maat nemen als het om morele en grondwettelijke kwesties gaat, maar sinds afgelopen woensdag, het Kamerdebat over de verkiezingsuitslag, is hij het aureool van ‘de heilige Pieter’ definitief kwijt: als een echte CDA-draaitol probeerde hij steeds weer weg te glibberen van het verwijt dat hij nu met zijn verbaal gegoochel en het schofferen van Kamerminderheden hetzelfde doet als wat hij zijn grote vijand Rutte altijd kwalijk nam. Als ik Omtzigt, die met zijn partij mede de toekomst van Nederland gaat bepalen, voor het spreekgestoelte zie staan, vraag ik vaak af in hoeverre zijn zalvende preken niet gewoon onderdeel zijn van een onwaarachtig politiek verdienmodel, net zoals de kwaadaardige hyperbolen dat bij Wilders zijn.
Als je, zoals hij deed, Rutte op de vuilnisbelt van de geschiedenis gooit en hem diskwalificeert als een gevaar voor de rechtsstaat, onbetrouwbaar en amoreel, maar wel met Wilders in zee wilt gaan, als hij maar belooft zijn belangrijkste standpunten voorlopig even binnenskamers te houden, dan ben je zelf moreel hypocriet bezig en zul je op den duur alleen nog door kiezers met oogkleppen serieus genomen worden. Ja, en dat zijn er blijkbaar heel wat.
Met zijn keuze voor de PVV-er Bosman maakt Omtzigt duidelijk dat hij een gewone machtspoliticus is, die zelf zijn principes ook erg makkelijk even ‘in de ijskast' kan zetten als hem dat beter uitkomt. Hoe dichter bij de macht, hoe meer zal blijken dat deze keizer geen kleren aanheeft en een gewone rechtse politicus is, met hier en daar een pseudo-links vernisje om zijn evangelie voor nog grotere groepen aantrekkelijk te maken. Al dat gezever over een 'nieuwe bestuurscultuur', een term die hij nooit substantiële inhoud heeft kunnen geven, zal in nieuw rechts-populistisch kabinet Bruin I nooit iets gaan voorstellen. Oude wijn zal het worden in onwelriekende zakken.
Preken voor meer bestaanszekerheid voor arme mensen, maar tegelijkertijd tégen de Spreidingswet zijn en de asielzoekers in Ter Apel gewoon laten verrekken. Zoiets kán gewoon bij Omtzigt, terwijl hij weet dat de argumenten tegen de Spreidingswet voos en leeg zijn. Onmenselijkheid vindt Ommie erg, maar niet als het om asielzoekers gaat. Hij weet ook dat er voorlopig nog geruime tijd instroom zal blijven, wat het nieuwe kabinet ook bedenkt, en nieuwe asielzoekers dus ergens moeten worden ondergebracht. Als je ze eerlijk spreidt over het hele land hoeft er niemand pijn te leiden. Maar door ze in een paar wel bereidwillige gemeenten te concentreren, wordt het een puinhoop. Sint Pieter vindt dat geen probleem, integendeel, want het draagt bij aan de 'afschrikkende werking' en die dagelijkse ellende vergroot ook het draagvlak voor keiharde anti-migratiemaatregelen. Gewoon even een jaartje door de zure appel heen bijten.
Juist die politici met irritante getuigenis-trekjes moet je in de gaten houden. Ze zijn altijd selectief in hun barmhartigheid jegens de kansarmen. De één verdient het en moet je helpen, de ander niet en moet dus lijden.
45. Kunnen diepingrijpende klimaatmaatregelen langs democratische weg worden uitgevoerd of alleen via een eco-dictatuur? (deel 1)
Al sinds het Parijse Klimaatakkoord (2015) is eindeloos herhaald dat zo’n 97% van alle klimaatdeskundigen van mening is dat we de gemiddelde opwarming van de aarde onder de anderhalve graad moeten houden om te voorkomen dat grote delen van de planeet nog deze eeuw voor miljarden mensen onleefbaar worden door de gevolgen van extreem weer. Om dat te voorkomen hadden we vanaf 2015 ingrijpende maatregelen moeten nemen om rond 2050 mondiaal een zero-CO2-emissie te hebben. Dat is niet gebeurd en er zijn nog maar weinig wetenschappers die denken dat dat nog gaat lukken. Alleen al het volledig CO2-neutraal ‘ombouwen’ van economieën als die van China en India duurt een eeuw. Dus we gaan sowieso naar boven de anderhalve graad. De hamvraag verschuift zo stap voor stap naar: kunnen we de gemiddelde temperatuurstijging onder de twee of drie graden houden? Dat zal al mega-inspanningen vragen.
Op de waarschuwingen van klimaatexperts is tot dusver door verschillende groepen burgers en politieke partijen op zeer uiteenlopende manieren gereageerd. Daarbij zijn er zes grondpatronen te onderscheiden:
- Ontkenning. Die wetenschappers kletsen uit hun nek, het zal zo’n vaart niet lopen, ze maken ons bang om maatregelen te kunnen nemen die onze vrijheid beperken.
- Fatalisme. Die temperatuurstijging zal er komen, maar daar kunnen we toch niets aan doen, dus we moeten ons er met technologische innovaties maar aan aanpassen
- Onverschilligheid. Het interesseert mij eigenlijk geen ruk. Het zal mijn tijd wel duren en wie over 20 jaar leeft, die dan zorgt,
- Realisme. Het is niet reëel te verwachten dat een meerderheid van de burgers en bedrijven in democratieën bereid is om de hoge prijs van klimaatmaatregelen te betalen, dus veel meer dan stapsgewijs redden wat er te redden valt zit er niet in.
- Hoop. Op enig moment zal de meerderheid van de burgers beseffen dat systeemveranderingen en gedragsveranderingen onontkoombaar zijn om het voor het nageslacht leefbaar te houden, en dan zal die meerderheid ook bereid zijn om daarvoor de noodzakelijke offers te brengen.
- Dwang. Harde overheidsmaatregelen en systeemveranderingen op mondiaal niveau zijn zo noodzakelijk dat we ze desnoods via een soort eco-dictatuur moeten afdwingen. Indien niet goedschiks, dan maar kwaadschiks.
Het is vrij deprimerend om te moeten constateren dat die eerste drie reacties in de meeste democratieën het dominante geluid zijn onder politici en burgers en dat de rechts-populistische kant van het politieke spectrum ‘handig’ gebruik weet te maken van die brede onvrede over voorgenomen klimaatmaatregelen. Het politieke midden durft daar onvoldoende tegenin te gaan en de progressieve beweging roert zich wel in boeken, rapporten, in de media en op straat, maar kan in de meeste parlementen geen vuist maken. Daarom gebeurt er in de westerse democratieën ook veel te weinig om het onheil te keren. Het land waar heden ten dage nog de meeste ingrijpende klimaatmaatregelen worden genomen is China, een dictatuur, waar ze gewoon impopulaire maatregelen kunnen afkondigen om b.v. de vleesconsumptie sterk te reduceren, zonder dat de leiding zich druk hoeft te maken over naderende verkiezingen.
Daarom liggen er twee prangende vragen voor:
- Is het wel haalbaar om in democratieën de noodzakelijke, maar impopulaire klimaatmaatregelen door te voeren?
- Als we via het democratisch systeem niet die maatregelen kunnen nemen om de opwarming onder de 2 graden te houden, zijn we dan bereid om een eco-dictatuur te accepteren waarin dat wel mogelijk is?
Laat ik maar direct het antwoord voor mijzelf geven: we moeten ons met hand en tand verzetten tegen elk soort dictatuur, ook een eco-dictatuur. Zonder een effectief klimaatbeleid moge de volgende generaties in grote delen van de wereld geen leefbaar leven meer hebben, maar zonder democratie en rechtstaat zouden we nú al geen leven meer hebben. Dan speculeer ik er liever op dat onze leidende klasse en een groot deel van de burgers op tijd alsnog het licht zien en op enig moment akkoord gaan met de noodzakelijke transitie-maatregelen. Maar het geloof dat dat ook op tijd gebeurt…..? Dat vraagt om een forse dosis optimisme.
Nu je bijna alles in wereld de verkeerde kant op ziet gaan en de ene crisis op de andere wordt gestapeld, zijn er momenten dat mijn optimisme dreigt te smelten als sneeuw voor de zon. Dan kom ook ik in een soort mentale transitie: die van de optimist naar een realist, die ziet dat de leidende politici niet in staat lijken het onheil te keren en het volk en masse achter de foute figuren aanloopt. Maar gelukkig is er dan professor Jan Rotmans die tegen mij zegt: ,, jij ben geen realist, jij bent een fatalist. Ik, Jan Rotmans, ben een optimist, juist omdat ik als een realist tegen de wereld aankijkt en zie dat die klimaattransitie zal lukken, omdat het moet lukken.”
Omdat ik me bij zo’n insteek beter voel dan bij pessimistisch kniezen, loop ik graag een lang stuk met Jan Rotmans op. In zijn essay “De Perfecte Storm, op zoek naar een nieuwe balans” (2023) weet hij zijn verhaal qua probleemsignalering en oplossingsrichtingen erg overtuigend te brengen, al ziet hij veel meer bloemen bloeien dan ik. Na een aantal sterke hoofdstukken waarin hij de belangrijkste crises uitstekend weet samen te vatten, eindigt hij met een hoofdstuk waarin hij zijn optimisme inzake het slagen van de klimaattransitie toelicht.
Helaas blijkt dat optimisme voor een groot deel gebouwd op drijfzand: naïeve hoop, wensdenken en een paar marginale ‘succesjes’ die nauwelijks zoden aan de dijk zetten. Wat uiteindelijk zelfs een beetje stoort, is dat hij zijn sterke opvattingen over wat er allemaal moet veranderen presenteert in een politiek vacuüm. Hij lijkt zich niets van de reactionaire politieke realiteit van dit moment aan te trekken. Volgens Rotmans moet er nog veel meer gebeuren dan de meeste experts denken om de wereld op tijd te ‘redden’, maar over de politieke haalbaarheid schrijft hij weinig dat echt houd snijdt. Daardoor gaat zijn essay aan het eind toch behoorlijk ‘zweven’. In het onderstaande stukje een paar kernpunten uit De Perfecte Storm’.
46. Kunnen diepingrijpende klimaatmaatregelen langs democratische weg worden uitgevoerd of alleen via een eco-dictatuur? (deel 2.)
Van cabaretier Theo Maassen is de uitspraak dat optimisten slecht geïnformeerde pessimisten zijn. Daar zit een kern van waarheid in, maar geldt in ieder geval niet voor Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde en duurzaamheid aan de Erasmus Universiteit. Hij heeft, naast talloze wetenschappelijke artikelen, ook tientallen boeken over het klimaatvraagstuk en de onvermijdelijke transitie naar andere systemen op zijn naam staan. Hij is een ras-optimist en zeer goed geïnformeerd. Dat wordt weer eens duidelijk in zijn recente essay “De Perfecte Storm”.
Rotmans vindt zichzelf een realist, die zegt niet aan wensdenken te doen en zich ook niet laat leiden door hoop tegen beter weten in, maar zich louter baseert op feiten, argumenten, evidente trends en de meest waarschijnlijke inschattingen van hoe de onvermijdelijke en diepingrijpende transities zich zullen ontwikkelen. Daar kan ik hem een eind in volgen, maar in het laatste deel van zijn essay vind ik Rotmans wat betreft zijn geloof in de politieke haalbaarheid van zijn voorstellen toch eerder een wat naïeve wensdenker dan een realist. Er moet in de samenleving zoveel overhoop gehaald worden om de chaos veroorzakende transities te laten slagen, dat dat mij onmogelijk lijkt zonder een zekere vorm van eco-dictatuur. Maar Rotmans blijft, ondanks alle bewijzen van het tegendeel, geloven vage concepten als een 'nieuw soort democratie' en een ‘nieuw soort mens’. Ik zal kort toelichten wat Rotmans zoal voor ogen staat.
De westerse democratieën, en zeker ook Nederland, worden in de visie van Rotmans al jaren geteisterd door een groot aantal crises. De tien belangrijkste die hij benoemd zijn de crises op de volgend terreinen: energie, grondstoffen, hergebruik en recycling, landbouw/voedsel, ruimtelijke inrichting, financiën, onderwijs, zorg, bestaanszekerheid/het verdelingsvraagstuk en democratische weerbaarheid. En, alsof dat nog niet genoeg is, stipt hij in de marge ook nog aan: de oplopende geopolitieke spanningen, de grote personeelstekorten, de vergrijzing, de cyberoorlog, de macht van de grote tech-bedrijven, de pensioenproblematiek en de moeilijk te beheersen migratiestromen. Dat ons land toch nog functioneert zou je haast denken. Maar Rotmans geeft aan dat we op al de genoemde terreinen de problemen te lang hebben laten doorzieken, waardoor ze steeds moeilijker oplosbaar werden. M.b.t. tot al deze crises gaan we, aldus Rotmans, momenteel door een zware transitie. En zijn mantra’s zijn dan: 1. we hebben vaak een crisis nodig om echt te kunnen veranderen en 2. de chaos en het onbehagen zullen nog veel erger worden, voor het beter wordt. Het zal in zijn visie bij de meeste transitieopgaven nog zeker tien jaar duren voordat we enig licht in de tunnel gaan zien. Of onze kwetsbare democratie dat gaat uithouden? Ook daar is Rotmans, zonder aansprekende onderbouwing, optimistisch over.
Een aantal van de genoemde transities-gaven werkt Rotmans kort maar uitermate knap en lucide uit. Na zijn analyse denk je vaak: maar dit is nog complexer dan ik al dacht, hier komen we toch nooit op mondiaal niveau of in Europa, laat staan in Nederland, uit? Temeer omdat het zijn stelling is dat we al die transitie-gaven niet stuk voor stuk, maar integraal en in hun onderlinge samenhang moeten uitwerken. Daar heeft hij op zich gelijk in, maar dat is zo complex, dat dat nooit gaat lukken. Hoe immens en schier onoplosbaar het probleem op één terrein al is, maakt hij zelf duidelijk als het gaat om de grondstoffen-crisis. Aan de meeste vitale grondstoffen en materialen zullen als snel tekorten ontstaan of we vinden ze vooral in probleemregio's waar je niet afhankelijk van wilt zijn. Bijvoorbeeld: wat betreft de schaarse metalen die absoluut noodzakelijk zijn om de klimaattransitie te laten slagen, is het Westen voor 90% afhankelijk van China. Dus om de CO2-uitstoot naar nul terug te brengen, moeten de westerse democratieën op de knietjes vallen voor een totalitair systeem dat ons daarmee kan chanteren en zo onze waarden, normen en veiligheid kan bedreigen. Nog geen begin van een oplossing voor die giga-probleem.
Via welke besluitvormingsmodellen bereiken we voldoende consensus over te volgen koers en de te nemen maatregelen? Via het poldermodel? Daarover is Rotmans erg duidelijk: dat gaat bij het oplossen van de grote transitie-gaven niet werken. Dat hebben we tot dusver ook gezien. De grootste transitie-rouleren werden alleen voor ons uitgeschoven, waardoor ze vooral verergerden. Je kunt die problemen z.i. alleen maar oplossen door ze bij de wortel aan te pakken. Dus geen polderoplossingen waarbij kool en geit gespaard worden. Alles wat we tot dusver op terreinen als klimaattransitie of landbouwtransitie hebben gedaan vindt hij eigenlijk poldergepruts in de marge. Daar moge hij gelijk in hebben, maar nergens schrijft hij op hoe je in het huidige versplinterde politieke landschap dan wel langs democratische weg meerderheden kunt organiseren om de transitie-processen in goede banen te leiden. Je kunt natuurlijk op alles en nog wat (terechte) kritiek hebben en met originele veranderingsvoorstellen komen, maar je zult er uiteindelijk in het parlement ook voldoende zieltjes voor moeten winnen.
Rotmans pleit o.a. voor een nieuwe democratie en voor een ander soort leiderschap. Zo vindt hij dat er in tijden van crisis en chaos authentiek, verbindend, moedig en transformerend leiderschap noodzakelijk is. Leiders met gezag en autoriteit, die staan voor wat ze zeggen, bruggen kunnen bouwen en de weg wijzen vanuit een langetermijnvisie. We zitten, aldus Rotmans, midden in een storm en dan moet je geen op-de-winkel-passers hebben of leiders die het land weer stabiel willen maken. Je hebt leiders nodig die impopulaire maatregelen durven nemen. Leiders die met een helder en samenhangend verhaal komen, waarin de problemen eerlijk benoemd worden en bij de oplossingen ook aangeven wat het gaat kosten en wie die rekeningen gaan betalen. Ja, natuurlijk mee eens, zulke leiders moeten het roer in handen nemen, maar die moet je dan wel ‘in voorraad’ hebben. En als ze er al zijn: win je daar dan ook verkiezingen mee? Rotmans gaat er niet op in. Op blz 50 pleit hij voor een totale herijking van het democratie stelsel en haar instituties. Ja, maar los van de vraag ‘hoe dan?’ moet je als hoogleraar toch ook beseffen dat dat langs democratische weg nooit in korte tijd zal gebeuren, omdat de meerderheid dat niet wil.
Kortom, de analyses van Rotmans inzake de transities zijn sterk, maar zijn ideeën over de uitvoerbaarheid zijn zwak. Het laatste deel van zijn essay is in die zin teleurstellend dat hij al zijn hoop en optimisme heeft gebaseerd op enkele marginale succesjes in de regio en op zijn ontmoetingen met de rationele, redelijke, wijze, liefdevolle, spirituele en holistische medemens. Daar zijn er ongetwijfeld veel van in zijn netwerk, maar daar buiten is de maatschappij toch een stuk guurder, egoïstischer en minder maakbaar. In dat laatste deel raakte hij me toch behoorlijk kwijt.
Tot slot nog even een behoorlijk sombere afsluiting van deze recensie. En wel rond een belangrijke stelling van Rotmans die hém juist veel hoop gaf. Hij meent te weten dat we ca 25% van de actieve burgers nodig hebben om de klimaattransitie en andere transities te laten slagen. Bij die 25% heb je volgens hem een kantelpunt bereikt, waarna de rest van de bevolking wordt meegetrokken de goede kant op. Dat zou mooi zijn. Maar geldt dat dan ook voor rampzalige transities? Een voorbeeld: Wilders en andere extreemrechtse partijen hebben nu samen aanzienlijk meer dan 25% van de zetels in de Tweede Kamer…is dit dan ook zo’n kantelpunt? En welke kant gaat het dan opkantelen? Het essay van Jan Rotmans is een aanrader, maar voor de niet-spirituele mens heeft het geen happy-end.
47. Was het PVV-Kamerlid Harm Beertema vroeger een communist?
Kamervoorzitter Vera Bergkamp zei eind verleden jaar bij afscheid van de vertrekkende Kamerleden, dat het PVV-Kamerlid Harm Beertema vroeger communist was geweest. Maar tijdens een korte onderbreking liet Beertema haar weten dat zij niet alles moest geloven wat er op Wikipedia staat, want hij was nooit communist geweest. Dus Bergkamp herstelde die ‘omissie’ snel.
Nu staat er op Wikipedia helemaal niet dat Beertema ooit communist was, maar Bergkamp zal dat ergens in het circuit hebben opgevangen. Wellicht een kwestie van de klok hebben horen luiden, maar niet precies weten waar de klepel hangt. Want Beertema was weliswaar nooit een echte communist, maar zat in zijn twintiger jaren wel degelijk in de extreemlinkse, semi-anarchistische hoek. Hij kon in de jaren zeventig in gloedvolle betogen stevig fulmineren tegen het perverse kapitalistische systeem, dat het onrecht in de wereld in stand hield door uitbuiting van de arbeiders en dat systeem moest, desnoods met geweld, worden afgebroken. Hij verkondigde zijn kneiter-linkse opvattingen toen met dezelfde felheid als waarmee hij later, toen hij het echoputje van Wilders werd, de moslims, de vluchtelingen en de 'linkse kerk' de schuld gaf van alle ellende in de arbeiderswijken, en natuurlijk ook van het huizentekort, het zorg-infarct, de werkloosheid, de barre schoolprestaties van onze jongeren en het tekort aan leraren en verplegend personeel. Alles wat in dit landje verkeerd gaat, is sinds de jaren tachtig de schuld van 'de vreemdeling' en de linkse elite die Nederland wil 'omvormen'. Zelfs het grote aantal covid-doden wist hij met zijn PVV-stoottroepen zo te framen dat het een gevolg was van de massa-immigratie. Dat zoeken naar makkelijke zondebokken voor complexe maatschappelijke problemen was dus eigenlijk zijn hele denkende leven de rode draad in zijn politieke opvattingen.
Eigenlijk is Beertema’s revolutionaire politieke filosofie in de kern nooit echt veranderd. In de jaren zeventig moest het kapitalistische systeem totaal worden afgebroken alvorens er een geheel nieuwe, rechtvaardiger orde zou kunnen worden opgebouwd en vanaf zijn bekering tot de PVV-haatmachine moest onze multiculturele samenleving worden afgebroken door de ‘repatriëring’ van etnische groepen die niet in 'ons blanke vaderland' thuishoren en door het uitschakelen van de linkse elites die zich hier in de machtsposities hadden genesteld. Toen waren de linkse terroristische organisaties een legitiem middel om rechtvaardige doelen te bereiken en nu zijn het extreemrechtse antidemocraten als Orban, Le Pen en Poetin, met wie de PVV samen de liberale democratieën in Europa wil destabiliseren.
Het systeem eerst totaal afbreken voor je een betere orde kunt opbouwen lijkt zijn levensmotto. Ik weet zeker dat die strategie gericht op het realiseren van de populistische heilstaat nooit door de gestaalde PVV-kaders in de ijskast zal worden gezet en zeker niet bij het grofvuil. Hooguit worden er op het juiste moment andere tactieken ingezet om het ultieme doel te bereiken. Eigenlijk zijn ze er al volledig in geslaagd om hun tussendoelen te realiseren: de grootste partij worden en als een normale politieke partij geaccepteerd worden.
Alles afwegende waren de extreemlinkse politieke opvattingen van Beertema in de jaren zeventig toch beter te pruimen dan de extreemrechtse die hij er nu al weer vele jaren op nahoudt. Van die opvattingen van toen kun je nog zeggen dat ze voortkwamen uit jeugdige naïviteit, gebrekkige kennis van de echte wereld en een romantisch rechtvaardigheidsgevoel, terwijl zijn opvattingen van nu vooral zijn te verklaren uit rancune, opportunisme, kwaadaardigheid en het willen ontmenselijken van de zwakste bevolkingsgroepen. Wel gezegd moet worden dat hij zijn cynische filippica's tegen de gevaren van de linkse grachtengordel-cultuur meestal knap onder woorden wist te brengen, hoewel het op den duur ook voorspelbare clichés werden. Als je regelmatig naar zijn commissiedebatten keek, zag je al van verre aankomen welke vileine opmerkingen er aan zaten te komen. Overigens moet ook gezegd worden dat het toen in de jaren zeventig boeiende discussies waren en dat de diepe aversie tegen het kapitalisme en de markteconomie vrij normaal was onder progressieven.
Beertema's jump van heel erg links naar heel erg rechts lijkt een onvoorstelbaar grote, maar als ik er wat dieper over doordenk betwijfel ik of zijn morele kompas nu echt zoveel anders staat afgesteld dan toen. Karakterologisch is hij, denk ik, als ik hem in Kamercommissies hoor oreren, niet veel veranderd. Tekenend is ook dat hij Wilders pas na 13 jaar meeklappen en meeslijmen gepikeerd de rug toekeerde omdat hij lager op de nieuwe lijst stond dan vele door hem verachte minkukels, waaronder een volstrekt onbekende poffertjestent-mevrouw. Nooit eerder hoorde je ook maar één onvertogen woord van hem en plotsklaps deugde er van alles niet aan de PVV en Wilders. ,,Een ondemocratische partij zonder gekwalificeerde mensen voor de regering" was ineens zijn oordeel in een interview. Klopt, maar dat inzicht kwam pas na het moment dat hij zelf door Wilders was afgeserveerd. Dat heet opportunisme. Het eindoordeel over Beertema's politieke optreden kan niet anders zijn dan dat hij in dertien jaar geen enkele constructieve bijdrage heeft geleverd aan het oplossen van welk probleem in Nederland dan ook, maar er wel in geslaagd is om met zijn partij dit land een stuk harder, gemener, verdeelder en onbestuurbaarder te maken.
Van Harm Beertema is inmiddels afscheid genomen, maar er zitten nu niet minder dan 37 van zulke PVV-rancuneuzen in de Tweede Kamer en die denken dat zij Nederland al half overgenomen hebben. Dat gaat politieke chaos veroorzaken. Het is niet iets om je op te verheugen.
48. Kun je een regeringsdeelname van extreemrechts ook een beetje positief spinnen?
In dit vervreemdende tijdsgewricht mis ik mijn vader….vooral de gesprekken met hem over de actuele politiek. Hij overleed in maart 2019, 91 jaar, maar tot kort voor zijn overlijden nam ik met hem wekelijks de actuele ‘toestand in de wereld’ door. Wij hadden de inspirerende gewoonte om daar regelmatig net een slag anders te denken. Als ik mij zorgen maakte over een bepaalde ontwikkeling, dan kon hij dat in een relativerend perspectief plaatsen en uitleggen dat het op die punten nu toch veel beter ging dan in ‘zijn tijd’: we hebben daarop echt veel vooruitgang geboekt, was dan zijn geruststellende oordeel. Maar als ik enthousiast vertelde over de zegeningen van het paarse Rutte II, waarin VVD en PvdA vanaf 2012 samen moedig de diepe economische crisis te lijf gingen, kon hij verontwaardigd fulmineren tegen de asociale bezuinigingsmaatregelen waar de ‘elite’ (waar hij ook mij toe rekende) niets van merkte, maar die de mensen in zijn wijk, een inmiddels voor 80% verkleurde arbeiderswijk in Gouda, hard raakte.
Hij voorspelde toen al dat de PvdA, waarop hij zelf z’n hele leven had gestemd, door dit harde ‘VVD-beleid’ niemand meer zou overhouden. Ik wuifde zijn bezorgde kritiek toen weg, die maatregelen waren immers noodzakelijk, maar hij kreeg wel gelijk. Er bleef weinig van de sociaaldemocratie over. Zelf werd hij daarna een zwevende kiezer, die de ene keer op GroenLinks en de andere keer op D66 stemde, maar over de politieke erfenis van Rutte en zijn VVD bleven we nog lang stevig van mening verschillen. Pas vlak voor zijn overlijden moest ik bekennen dat ik de gevolgen van het harde neoliberale beleid voor ‘gewone mensen’ in met name die arbeiderswijken volstrekt verkeerd had ingeschat. En toen moest de maatschappelijk verontwaardiging over de bijna criminele behandeling van burgers bij het afwikkelen van de toeslagen en de aardbevingsellende nog losbarsten.
Ik vraag me sinds de Wilders-revolutie van de 22-ste november 2023 af hoe ons gesprek daarover zou zijn verlopen als hij nog geleefd zou hebben. Ik weet bijna zeker dat hij de gevolgen van die omwenteling totaal anders zou hebben beoordeeld dan ik. Hij had niets met Wilders, vond het een onbeschofte schreeuwer zonder oplossingen, die de etnische groepen, meest Marokkanen, in zijn buurt bij voortduring schandalig beledigde, maar vond ook dat hij wel een gevoelige snaar raakte met zijn verhalen over de armoede in vele arbeiderswijken, de dure gezondheidszorg, de gebrekkige ouderenzorg, het gebrek aan betaalbare woningen en de alsmaar groeiende toestroom van mensen ‘van buiten’, terwijl er al veel te weinig woningen waren. Hij vond toen dat de gevestigde partijen daar misschien nog wel oog voor hadden, maar er veel te weinig aan deden.
Ik denk dat hij die verkiezingstriomf van Wilders had gezien als een terechte straf voor de elite met haar oogkleppen en een wake-up call dat het nu toch echt fundamenteel anders moest. Hij zou het ook niet als een probleem hebben gezien dat Wilders nu misschien regeringsverantwoordelijkheid zou krijgen en dus zijn harde toon zou moeten matigen. Zijn redenering zou zijn geweest: je kunt beter een politiek genormaliseerde Wilders hebben die in het kabinet zijn beloftes over nul-migratie, betere en goedkopere gezondheidszorg en meer woningen waar moet maken, dan een Wilders die langs de zijlijn de ontevreden burgers blijft ophitsen en daarna nog groter wordt. Mijn pa zou de ongeloofwaardige transformatie van een extreme populist naar een redelijk normale politicus wel aantrekkelijk gevonden hebben, ook al meende hij er geen zak van. Als hij die befaamde uitspraak van de vroegere president Johnson zou hebben gekend, zou hij hebben gezegd: ,,het is beter dat hij in jouw tent van binnen naar buiten pist, dan dat hij van buiten jouw tent naar binnen pist.”
Ik zou het rationeel en emotioneel niet kunnen opbrengen om het met deze wel erg optimistische kijk op de zaken eens te zijn. Om meerdere redenen. In de eerste plaats: die kameleontische verkleuring van een extreme populist naar een redelijke politicus is gespeeld, tijdelijk en volstrekt ongeloofwaardig. Hij, die al 17 jaar dezelfde rechts-populistische bagger over ons uitstort en die niet aflatend de Grondwet aan zijn laars lapt, zal door het denkende deel van de wereld nooit gezien worden als een redelijk democraat die een premier ,,voor alle Nederlanders” kan zijn. Die geforceerde metamorfose, alleen om op het pluche te komen, is te ongeloofwaardig om serieus te nemen. Hij zegt zelf dat hij al zijn standpunten die op grote weerstand stuiten ,,in de ijskast zal zetten”. Maar een feit is dat hij al die abjecte opvattingen over het uitsluiten van bepaalde groepen Nederlanders nog steeds heeft en hooguit tijdelijk zal ophouden om Nederlanders met een migratieachtergrond te beledigen. Hij zal zich gedragen als een ongeneselijke alcoholist die beloofd voorlopig niet zichtbaar meer te drinken, maar dat dus wel stiekem doet en wacht op het moment dat hij weer openlijk kan doen.
Kortom, ik zou het niet met mijn pa eens geweest zijn dat een kabinet met een zich verbaal inhoudende Wilders beter voor het land is dan een, ook gevaarlijke, situatie met 37 opruiende en incompetente PVV-Kamerleden die het democratisch proces zullen gaan saboteren. Een disfunctionerend kabinet Wilders, of een kabinet van een door hem aangewezen vazal, bemand met rechtsextremisten, zal door haar imago, haar niet-rechtstatelijke grondhouding, haar weerzin tegen klimaatbeleid en haar anti-Europese opstelling onze positie en belangen in Europa en de wereld te zeer schaden om zo’n experiment te wagen. Het is spelen met vuur. Mij pa zou gezegd hebben dat hij wel erger heeft meegemaakt en dat ik overdrijf.
49. Als je Palestijnen niet meer als mensen ziet, geef je de antisemitische ratten een prachtig alibi om uit hun holen te komen.
“7 oktober was zo gruwelijk, dat Israël onze steun verdient” staat er boven het artikel van Jessica Durlacher in de NRC van vandaag. Ja, die moordpartij van Hamas die 1400 onschuldige Israëliërs het leven kostte, was gruwelijk, maar waarom zou Israël onze steun verdienen voor haar meedogenloze wraak die nu al aan 40.000 Gazaanse burgers het leven heeft gekost, die talloze zwaargewonden zonder adequate medische zorg laat creperen, die een groot deel van Gaza heeft verwoest, die 2 miljoen burgers op de vlucht heeft gejaagd en hen heeft afgesloten van elementaire levensbehoeften? Waarom zou Nederland of de wereld die niets ontziende, buitenproportionele acties moeten steunen? Het schrijverskoppel Jessica Durlacher – Leon de Winter vindt overigens altijd dat Israël onze steun verdient. Altijd, wat de staat ook uitspookt jegens de Palestijnen. En geef je die steun niet, dan zit je in hun perceptie al snel in het obscure kamp van de antisemieten.
Het lange NRC-verhaal van Durlacher is tamelijk larmoyant over het onrecht dat Israël, en dus ook haar, nu weer wordt aangedaan. En dan bedoelt ze niet de moordpartij op 7 oktober, maar de protesten tegen het optreden van Israël in Gaza en het opkomend antisemitisme waardoor zij zich niet meer veilig voelt. Nergens gaat het in haar stuk over het onrecht dat de Palestijnen werd en wordt aangedaan. Want, voor zover ze al vindt dat daar sprake van is, houdt ze daar in haar artikel alleen Hamas voor verantwoordelijk, niet Israël. Nooit Israël. Ze kan blijkbaar niet begrijpen dat gewone burgers, na hun boosheid over het bloedbad van 7 oktober, die alles verwoestende acties in Gaza niet meer kunnen aanzien en protesteren tegen de buitensporige wraak van Israël. Durlacher wijt die protesten in één vloeiende beweging aan het nooit verdwenen antisemitisme dat haar kans nu weer schoon ziet om te stoken tegen de Joden. En ook de Holocaust en de gaskamers haalt ze er natuurlijk weer bij. Alle remmen gaan los. Maar als je de moord op 1400 Israëliërs en de felle protesten tegen het doden van meer dan 40.000 Gazanen durft te koppelen aan de Holocaust met 6 miljoen slachtoffers, dan is er echt een steekje aan je los.
Het is onmiskenbaar zo dat de enge Jodenhaters nu weer uit de riolen komen, maar het merendeel van de boze burgers heeft vooral kritiek op het beleid van de staat Israël en niet op de Joden als etnische groep. Was het schrijverskoppeltje zo nu en dan zelf ook maar ietsjes kritischer geweest op de Israëlische misdaden tegen de Palestijnen, dan was Durlachers bezorgdheid oprechter overgekomen. Maar ze zijn beiden met hun oogklepjes te vaak en te kritiekloos achter de onrechtvaardige politiek van rechts en extreemrechts in het beloofde land aangehobbeld. Deze observatie zullen ze vast als latent antisemitisme kwalificeren.
Durlacher vraagt zich in vertwijfeling af waarom de verontwaardiging over de moordpartij van 7 oktober maar één dag duurde en toen overging in bezorgdheid over het lijden van de Palestijnen. Een constatering die ook weer erg selectief is, want we zagen nog dagenlang rapportages over de moordpartijen in de kibboetsen, met foto’s, namen en verhalen van de slachtoffers en van hun familie. Een ‘eer’ die de Palestijnse slachtoffers tot dusver nooit ten deel is gevallen. Maar misschien waren het er ook teveel om ze een naam te geven. Ja, en op enig moment verschoven de media hun aandacht naar de (veel grotere) slachtpartijen in Gaza. Dat Durlacher zich daar niet in kan verplaatsen is bepaald geen verrassing.
Het is die totale onverschilligheid voor het lot van de Palestijnen die je bij veel Israël-supporters ziet. Een houding die helaas ook geen dempend effect heeft op de antisemitische bedreigingen van het Twitter-schorriemorrie en andere eenvoudigen van geest. Als je alleen maar oog hebt voor de Hamasterreur en nooit voor de terreur van het Israëlische leger, die de afgelopen decennia minstens twintig maal zoveel meer burgerslachtoffers heeft geëist dan Hamas, dan moet je niet verbaasd zijn als je bal soms knalhard terug krijgt plus het verwijt dat je met twee maten meet. De ene groep beoordeelt Durlacher in haar artikel als mensen waarmee ze zich voor 100% kan identificeren, de andere groep ziet ze als een vijandige stam die genegeerd of bestreden moet worden. Terwijl de leden van die vijandige 'tribe' weinig meer doen dan hun legitieme rechten opeisen.
De Palestijnen niet meer als mensen zien, of op z’n best als derderangs burgers die geen rechten hebben, zeker niet op een eigen staat: het blijft een schokkende benadering. Je draagt er in ieder geval niet mee bij aan het temperen van het antisemitisme, je voedt het.
50. Wat doen we met de agressieve bejaarden als de tekorten aan verpleeghuispersoneel blijven oplopen?
Sommige urgente vraagstukken lijken onoplosbaar. Althans, niet oplosbaar op een humane manier. Ik hoorde kort geleden een schrijnend voorbeeld. Dat er met de vergrijzing onontkoombaar ook steeds meer hulpbehoevende demente bejaarden bijkomen, is een bekend gegeven. Dat er daarnaast steeds grotere tekorten aan zorgmedewerkers aankomen, weet ook iedereen. Zet die beide ontwikkelingen uit in een grafiek met een tijdlijn en je kunt simpel vaststellen wanneer die tekorten aan zorgmedewerkers schier onbeheersbaar worden en tot inhumane situaties in de ouderenzorg zullen leiden. En dan hebben we het nog niet eens over de uitgaven-explosies als gevolg van die almaar uitdijende zorgvraag, zonder rem.
Maar het probleem is nog veel nijpender dan uit zo’n onheilspellende grafiek blijkt. Dit heeft te maken met een ontwikkeling die maar weinig bekend is en die ook niet aan de grote klok wordt gehangen: binnen de snel groeiende groep hulpbehoevende dementen zitten steeds meer agressieve bejaarden die alleen met 24-uurs zorg een beetje in de klauw zijn te houden. Ze bijten, spugen en slaan naar medewerkers en andere patiënten, ze schelden als bootwerkers en roepen racistische scheldwoorden naar donkere medewerkers en willen niet door hen verzorgd worden. Ze vragen niet alleen veel meer tijd van de zorgmedewerkers, ze eisen die tijd ook. En anders doet hun familie dat wel. De noodzakelijke personeelsinzet per demente bejaarde in een verpleeghuis stijgt daardoor dramatisch, terwijl de animo om voor deze mensen te zorgen omgekeerd evenredig daalt. Elke agressieve patiënt vraagt een permanente inzet van minsten 3 medewerkers per 24 uur. Dat is voor geen enkel verpleeghuis te managen. Er zijn in de meeste huizen al te weinig medewerkers voor de ‘normale’ dementen.
Hoe lossen we dit probleem op? Er meer financiële middelen op inzetten om meer personeel aan te trekken, zal niet veel helpen, want er willen nu al veel te weinig mensen in die sector werken. En die animo neemt alleen maar af. Om de andere patiënten niet te laten lijden onder de continue aandacht die de agressieve patiënten opeisen, zit er voor het verpleeghuis niets anders op dan de agressieve oudjes vast te binden en/of met medicatie zodanig tot rust brengen dat ze geen hinder meer geven. Als bekend zou worden dat dit op grote schaal gebeurt, kun je natuurlijk voorspellen hoe er in de media op gereageerd gaat worden. Het beeld van platgespoten zombie-bejaarden zal als inhumaan beleid gehekeld worden. Familie zal in opstand komen als ze er achter komen dat hun vaders en moeders dit wordt aangedaan. Ben wel benieuwd met welke werkende oplossingen de criticasters dan vervolgens komen? Gaan ze zelf het zorgpersoneel in grote getale ondersteunen door hun eigen agressieve vader of moeder in toom te houden en te verzorgen?
Wanneer gaat ‘de politiek’ in meerderheid overstag en accepteert ze de harde realiteit dat we zonder grote groepen nieuwe arbeidsmigranten de personeelstekorten in de vitale sectoren, waaronder de zorg, niet gaan oplossen? Er zullen, naast gerichte wervingen van arbeidsmigranten, ook onorthodoxe maatregelen bedacht moeten worden. Tenminste, als we het op grote schaal platspuiten van agressieve demente bejaarden willen voorkomen.
51. De geest die na de dood in z’n eentje verder gaat.…geestig.
Je bent dood en je nog wilt wat ….als geest of als ziel. Hoe zou het komen dat er zoveel mensen van mening zijn dat er ‘iets’ van henzelf op een of andere manier toch doorgaat met denken, doen en voelen als hun lichaam al dood is en tot een verzameling losse atomen gereduceerd? Talloze boeken zijn er over geschreven. De gelovers noemen het geheimzinnige fenomeen dat op eigen houtje, zonder lichaam, verder existeert dan een geest of een ziel. Woorden die ergens een etymologische relatie blijken te hebben met geestig en zielig. Zet er ‘klein’ voor en het krijgt weer een heel andere betekenis.
Die geesten of zielen zouden dus, los van het lichaam, hun eigen dingetjes kunnen gaan doen ….zelfs communiceren met geestverwanten, dan wel zielsverwanten, in aparte ruimtes ergens in het heelal, Joost mag weten waar ….‘men’ zegt zelfs dat ze onzichtbaar zullen blijven ….voor eeuwig. Op zich is het een fascinerende gedachte, maar is het ook op een of andere manier aannemelijk of zelfs maar voorstelbaar te maken? Helaas ….zover zijn ‘ze’ nog niet. Er is wel uitgerekend dat alleen al alle homo sapiens-geesten tot dusver zouden optellen tot ca 111 miljard, aardig wat. Toch leuk om te weten.
Ik denk dat je vrij stellig kunt aannemen dat als je in zo’n onzichtbaar, onhoorbaar en onaanraakbaar fenomeen als een geest gelooft, je niet alleen goedgelovig moet zijn, maar ook over veel verbeeldingskracht moet beschikken en geen eisen moet stellen aan de empirische bewijskracht van beweringen. Ofwel …je moet iemand zijn die je in beginsel alles kunt wijsmaken. Maar wat maakt het ook uit ….de één gelooft in geesten of het voortbestaan van een ziel, de ander in het bestaan van kabouters en feeën en weer iemand anders in een platte aarde of een hemel, waar bij de poort streng geselecteerd wordt. Grappig genoeg zijn degenen die hier in sterk in geloven of het zelfs zeker weten ook vaak mensen die dan van jou eisen dat jij maar eens moet bewijzen waarom hun bizarre gedachten niet waar zouden kunnen zijn.
De filosoof en wiskundige René Descartes (1596-1650) wordt vrij breed beschouwd als de grondlegger van de moderne filosofie. Zijn geniaal eenvoudige uitspraak “Cogito ergo sum”, “ik denk dus ik besta”, kent bijna iedereen die meer onderwijs heeft genoten dan de lagere school. Descartes legde met zijn nieuwe denksysteem de basis voor het rationalisme en gaf als een van de eersten een push aan de wetenschappelijke revolutie die Europa fundamenteel zou veranderen.
Over sommige stellingen van de briljante Descartes wordt tot op de dag van vandaag door filosofen gediscussieerd. Zo is er o.a. in een hoekje van het filosofische speelveld nog altijd een behoorlijk fel discours gaande over de relatie tussen lichaam en geest. Volgens Descartes zijn dat twee gescheiden entiteiten. De samenwerking tussen beide, zo bedacht hij, vindt plaats in de pijnappelklier (1) in de hersenen. Ik kan me daar met alle inlevingsvermogen waarover ik beschik geen enkele voorstelling van maken, maar blijf wel zitten met de prangende vraag: als de geest na de dood alleen doorgaat, kan dat dan zomaar zonder die pijnappelklier met wie vóór de dood de samenwerking zo innig was?
Gelukkig voor mij heeft de befaamde Amerikaanse filosoof Daniel Dennett (1942) op scherpzinnige wijze aannemelijk gemaakt dat zo’n geest en die veronderstelde scheiding tussen lichaam en geest nooit bewezen is, nooit bewezen zal worden en vooral onzin is. Dennett: “We zijn alleen maar een fysiek lichaam, ook ons brein is lichaam, d.w.z. vaste materie waarbinnen het denken, uiten en voelen louter een product is van chemische processen. Daar komt geen onstoffelijke ‘geest’ of een sturend bewustzijn, los zwevend van de rest van het brein, aan te pas. Zonder toevoer van energie stoppen die chemische processen en sterft alles, ook het brein af. Een aparte geest met een eigen wil, ergens in ons brein verstopt, die eruit floept als we de laatste adem uitblazen, is ook nooit ergens door iemand ontdekt. Er is dan ook geen enkele empirische evidentie voor het bestaan van zo’n onstoffelijke entiteit. De geest en de veronderstelde scheiding tussen lichaam en geest zijn menselijke constructies, bedenksels nog stammend uit de tijd van Descartes en ver daarvoor.” Hier zit geen woord Latijn bij.
Als je wat verder grasduint in de wetenschappelijke literatuur over deze materie dan valt vooral op hoe vaag, zeg maar onbegrijpelijk warrig, begrippen als geest of ziel worden gedefinieerd. Aan al die esoterische omschrijvingen is meestal geen touw vast te knopen ….zo ongrijpbaar dat er ook nooit empirisch onderzoek naar gedaan kan worden. En als er niets gezien, gemeten of anderszins aannemelijk gemaakt kan worden, dan blijft het slechts een kwestie van ‘geloof’ ….van goedgelovigheid eigenlijk. Hoe meer ik hier over lees, hoe meer ik Dennett’s opvatting onontkoombaar vind.
Descartes was overigens zelf, net als Dennett, ook een uitermate rationeel denker die van mening was dat beweringen alleen dan zinvol zijn als ze met sterke argumenten en/of empirische onderbouwing aannemelijk gemaakt kunnen worden. Maar hij was ook een kind van zijn tijd en, hoewel kritisch en sceptisch over veel religieuze zaken, kon hij zich niet voorstellen dat het leven met de dood ook echt afgelopen was. Mentaal kon hij die ene beslissende stap niet zetten van: “ik denk dus ik besta” naar: “ik kan niet meer denken want ik ben dood, dus ik besta niet meer”.
Die geest moest en zou, ook in Descartes’ denken, in z’n eentje, gescheiden van het lichaam, gewoon eeuwig door kunnen leven ….die kon in zijn visie niet dood. Dat was een religieus geïnspireerde aanname waaraan hij verder geen wetenschappelijke eisen stelde….zo was het nu eenmaal…..zijn ratio stopte bij de geest….geestig.
(1) De pijnappelklier is een kleine klier maar heeft een zeer belangrijke functie. De klier is verantwoordelijk voor de productie van melatonine. Via een impulsstroom bereikt licht vanuit de ogen de pijnappelklier, onder invloed hiervan zet de klier de neurotransmitter serotonine om in het hormoon melatonine, dat een rol speelt in het slaap-waakritme.
52. Als illusies ons geluk verschaffen, wat is daar dan op tegen?
Als de virtuele wereld ons veel plezier of zelfs geluk verschaft, wat is er dan tegen zo’n hallucinerende wereld van creatief geconstrueerde illusies? Overtuigende argumenten om te kiezen voor saaiheid en gelijkmatigheid boven een leven met euforische illusies heb ik nooit gehoord. Veel meer dan ,,je kunt beter gewoon normaal blijven doen” of ,,je onderdompelen in een virtuele wereld is gevaarlijk” hoor je niet.
Maar filosoof David Chalmers, hoogleraar aan New York University, pleit in zijn nieuwe boek Reality+ voor meer begrip voor Virtual Reality (VR). ,,Hoezo escapisme, hoezo een nepwereld?” vraagt hij zich af. In zijn boek schetst hij de boeiende virtuele werelden die ons nog te wachten staan. „Je kunt er vliegen. Je kunt ver voorbij de beperkingen van de fysieke wereld. Er zullen nieuwe manieren worden uitgevonden om fysieke sensaties virtueel te beleven, die totaal nieuwe gevoelens en ervaringen zullen oproepen.”
Chalmers is van mening dat de virtuele, digitale realiteit ook een échte realiteit is, terwijl je, vanuit een filosofisch perspectief, niet zeker weet of de wereld zoals wij die nu ervaren géén simulatie of illusie is? Hij verwacht dat de grens tussen de fysieke en virtuele realiteit de komende eeuw steeds sterker zal vervagen, totdat het onderscheid geleidelijk aan helemaal kan verdwijnen. „Als mensen voor de keuze komen te staan te kiezen tussen de virtuele of de fysieke realiteit, zal de virtuele een steeds betere optie worden. Hoe levensechter die wereld wordt, hoe aantrekkelijker die zal zijn, omdat die meer mogelijkheden biedt.” Aldus Chalmers
Maar voorlopig zijn we nog niet zover. Het menselijk brein produceert zoveel meer zintuigelijke ervaringen dat de VR nog heel wat stappen moet maken om een echte concurrent te worden. Maar deze veelbelovende digitale technologie kan nu al wel een verrijkende bijdrage leveren aan het prikkelen van onze verbeelding en ons brengen naar sferen die we zonder VR nooit ontdekt zouden hebben.
53. Baas over eigen leven. Drion revisited.
Het heeft niets met een mogelijke herverkiezing van Trump te maken, maar meer dan ooit wil ik dat die pil van Drion nu snel geregeld wordt. Iedereen die nog bij zijn volle verstand is, moet een pil kunnen aanschaffen waarmee ie er stilletjes tussenuit kan piepen. Zonder daar artsen, familie of treinpersoneel mee lastig te hoeven vallen. Baas over eigen leven. Het is toch niet meer dan vanzelfsprekend? Het kabinet heeft nu heel voorzichtig de discussie hierover geopend. Te voorzichtig.
Zo komen ze met het idee om op redelijke en rationele mensen die het wel gezien hebben en er uit willen stappen zorgcoaches af te sturen. Van die zweverige beroepslullers die je dan moeten proberen over te halen om nog een poosje te wachten. Die wil tocht niet op bezoek krijgen? Waar bemoeien ze zich mee?
De hypocrisie bij dit onderwerp is ongekend. Je mag wel probleemloos, legaal en in ruime mate genotsmiddelen aanschaffen waarmee je jezelf langzaam dood rookt, eet of drinkt, maar een simpele pil waarmee je de lijdensweg kunt verkorten, moet ons onthouden worden. Waarom? Het simpele, christelijk geïnspireerde antwoord is: omdat de mens moet lijden voor ie definitief mag vertrekken. En wel zo lang mogelijk lijden. Er met een soort LSD-trip relaxed tussenuit knijpen als je absoluut ‘klaar bent’ met het leven wordt door overheden en andere bemoeiallen te gemakkelijk gevonden. The easy way out moet worden afgesneden.
Maar omdat dit argument formeel natuurlijk niet kan worden gebruikt, worden er andere gezocht. Zo zou een pil van Drion niet veilig zijn en door familie misbruikt kunnen worden om hun half demente moeder die vertragend werkt bij het beschikbaar komen van de mooie erfenis, vroegtijdig te elimineren. Is een aandachtspuntje. Maar hier moeten simpele maatregelen ‘ter voorkoming van oneigenlijk gebruik’ voor te bedenken zijn.
Overheden, medici en bedrijven kom met een pil die je alleen als je nog bij je volle verstand bent, kunt aanschaffen, plus desnoods een tweede pil, waarmee je het effect van de eerste ongedaan kunt maken als je er bij nader inzien toch nog even mee wilt wachten. Een interessante gedachte van een hoogleraar medische nanotechnologie is ook om een lichaam-specifieke pil te maken. Die is voorzien van ‘eigen’ DNA en werkt alleen ie heeft vastgesteld dat ie in het goede lichaam zit. Iemand stiekem met jouw pil aan z’n einde helpen, is dan ook niet meer mogelijk.
Maar voor elke oplossing wordt er natuurlijk weer een nieuw probleem bedacht. Want voor van der Staaij en z’n gereformeerde makkers gaat dit natuurlijk allemaal veel te ver. Helaas wilde ook de commissie o.l.v. de toch behoorlijke liberale Paul Schnabel er niet aan. Lijden zullen we. Dus het zal nog een taaie politieke strijd tegen deze bevoogding worden.
54. 2500 jaar filosofie: is er met de beschikbare wijsheid nog iets nuttigs te doen?
De permanente zoektocht naar waarheid….het ontdekken hoe alles in elkaar zit en is ontstaan.…het heelal, de aarde, de mens, een cel…..met het motorblok van verstand, waarnemingen, experimenten en regels voor waarheidsvinding….en met nieuwsgierigheid als benzine…..open, in vrijheid en kritisch de feiten en argumenten uitwisselen…..talloze filosofen hebben er over geschreven…steeds vanuit nieuwe invalshoeken en voortbouwend op de inzichten van hun voorgangers….het geeft altijd weer een goed gevoel hier in te duiken….maar ‘wat heb je der an?’
De eerste ‘grote denker’ van wie we de naam kennen is de Griekse filosoof Thales van Milete (624-546 v Chr.). Thales zocht rationele antwoorden op vragen over de wereld waarin hij leefde. Dat was 2500 jaar geleden niet gebruikelijk. Het was toen normaal om zaken te verklaren vanuit irrationele aannames, gevoelens, oude gebruiken en de grillen van goden. Thales legde als eerste het proces van rationeel denken vast. Rationeel denken was revolutionair.
“Waar is de wereld van gemaakt?” was de kernvraag van die eerste generatie filosofen. Rond 530 v.Chr. voegde Pythagoras hier een dimensie aan toe door de wereld niet in termen van oermaterie te verklaren, maar in wiskundige termen. Hij en zijn volgelingen beschreven de structuur van de kosmos met getallen, verhoudingen en geometrie. Ook deze wiskundige benadering heeft grote invloed gehad op het wetenschappelijk denken, op experimenten en op vele ontdekkingen.
De filosofen náThales en Pythagoras kwamen weer met nieuwe vragen zoals: “hoe weten we wat we weten?”, “hoe moeten we ons leven leiden?”, “wat is een zinvol leven?” en “hoe moeten we onze samenleving inrichten?” Deze vragen zouden de toekomstige koers van de filosofie bepalen. Tot op de dag van vandaag. De Athener Socrates stond aan de basis van deze stroming. Helaas heeft hij zelf nooit iets opgeschreven. Zijn ideeën werden vastgelegd door zijn leerling Plato, die in 385 v. Chr. Athene de filosofenschool stichtte: de Academie. De derde zeer bekend geworden filosoof die aan de Academie was verbonden, was Aristoteles. De opvattingen van deze drie academici, het SPA-trio, hebben in sterke mate de loop van de filosofische geschiedenis bepaald.
Vanuit deze stevige basis ontstonden er door de eeuwen heen vele filosofische scholen, zoals het cynisme, nihilisme, scepticisme, epicurisme, stoïcisme, empirisme, rationalisme, materialisme, existentialisme, logisch-positivisme en kritisch rationalisme. Elk school met z’n eigen specifieke kijk op de mens, de mensheid, het heelal en het wetenschappelijk onderzoek. Talloze denkers hebben hun zeer uiteenlopende opvattingen vastgelegd en daarmee sturing en zingeving gegeven aan het menselijk gedrag en toekomstbepalende maatschappelijke discussies in gang gezet.
Als je gecombineerde wijsheid van 2500 jaar filosofie tot je door laat dringen dan gaat het duizelen. Die oneindige hoeveelheid analyses en opvattingen. Het kan niet anders dan dat er voor elke denkbare filosofische vraag al vele antwoorden zijn bedacht. Je zou denken dat er nauwelijks nog iets nieuws, iets origineels aan al die wijsheid toe te voegen is. Alles wat de moeite waard is, moet toch al een paar keer eerder zijn gezegd of geschreven? Hoewel, we leven nu in zo’n totaal ander soort samenleving dat de nieuwe maatschappelijke vraagstukken misschien wel om revolutionair nieuwe filosofische concepten vragen. Of kunnen we volstaan met het in een nieuw jasje steken van ‘oude’ inzichten?
Zo maar een voorbeeld: een ‘oud’ filosofisch concept dat in dit tijdsgewricht zou kunnen worden ingezet in de strijd tegen nepnieuws en het cynisme inzake wetenschappelijke expertise is het kritisch rationalisme, in de zestiger jaren van de vorige eeuw bedacht en uitgewerkt door Karl Popper. De kern van deze filosofie is dat 100% zekere uitspraken over de werkelijkheid niet direct mogelijk zijn, maar dat je er m.b.v. wetenschappelijk onderzoek zo dicht mogelijk bij moet zien te komen. Dat doe je niet door (alleen) te zoeken naar feiten die jouw theorie bevestigen, maar vooral ook door pogingen om die theorie met objectieve waarnemingen en feiten te weerleggen. En als dat weerleggen steeds maar niet lukt, wordt de theorie steeds sterker….en meer ‘waar’.
Het vaker zichtbaar maken van die basishouding om alles kritisch, rationeel en zonder vooringenomenheid te onderzoeken m.b.v. spelregels waar consensus over is, zou bij kunnen dragen aan een groter vertrouwen in politici, experts en wetenschappers. Wie gaat het kritisch rationalisme afstoffen en in een modern jargon uitleggen en uitgedragen? Lijkt me een nuttig project.
55. Waarom acteert onze overheid zo slecht op voorspelde crisissen?
Je hoeft er de archieven niet voor in te duiken, je hoeft er alleen maar even voor in het eigen geheugen te graven om je weer te herinneren voor welke ‘crisissen in wording’ experts de afgelopen (zeg) vijf jaar meer dan gemiddelde gewaarschuwd hebben, maar waar te laat, slecht of helemaal niet door de overheid op geacteerd is. Men heeft het gewoon laten ‘sloeren’. Ik noem er hier slechts zestien crisissen die grote invloed hebben gehad, nog steeds hebben of nog zullen krijgen op onze welvaart en ons welzijn.
1.Onontkoombare pandemieën. 2.Opwarming aarde en klimaatrampen. 3.Verarming natuur door te veel stikstof en rechters die dit gaan stoppen. 4.Russische agressie jegens Oekraïne vanaf 2015. 5.Schrijnende ongelijkheid en opstand van de onderklasse. 6.Toenemende macht en dreiging van China. 6.Grote, verstorende tekorten aan personeel in vitale sectoren 7.Overbelasting stroomnet. 8.Grote droogte in combinatie met wateroverlast. 9.De gevaarlijke afhankelijkheid van Russisch gas. 10.De gebrekkige paraatheid van ons leger. 11.Grote afhankelijkheid van China w.b. medicijnen en zeldzame metalen voor de energietransitie. 12.Het failliete en inhumane migratiebeleid. 13.De onmacht van ‘onze’ 2 miljoen digibeten en dyslectici die niet meer met instanties kunnen communiceren 14.De grote woningnood bij speciale groepen woningzoekenden. 15. Uitvoeringsorganisaties die het allemaal niet meer aankunnen. 16. Verlies van vertrouwen van burgers in politiek
Over al deze onderwerpen zijn in een vroegtijdig stadium analyses gemaakt en rapporten met aanbevelingen voor beleidsmakers geschreven. Al die onderzoeken werden voorzien van de indringende waarschuwing: als de overheden niet tijdig acteren met robuuste maatregelen kan elk van deze onderwerpen leiden een grote crisis. Hoe langer we wachten, hoe groter de kans op een ramp en hoe moeilijker het zal zijn om de schade te repareren. En bovenal: veel van deze rampen kunnen gelijktijdig optreden en dan kan het volledig uit de klauw lopen. In de slipstream van de deskundigen werd er in media ook nog eens uitvoerig en veelvuldig aandacht besteed aan al deze rampen in slowmotion.
We hadden mogen verwachten dat de verantwoordelijke beleidsmakers en de gekozen volksvertegenwoordigers na al deze waarschuwingen tijdig alles uit de kast zouden halen om scenario’s te (laten) ontwikkelingen met handelingsalternatieven, waarna besluitvorming over noodzakelijke maatregelen zou kunnen plaatsvinden. Maar niets van dit alles.
Van alle zestien genoemde onderwerpen kan worden gezegd dat de boven-ons-gestelden halfslachtig, traag, slap of helemaal niet hebben gereageerd of pas iets gingen doen toen het te laat was. Voor geen enkel crisisthema werden er tijdig noodscenario’s ontwikkeld die werden voorzien van een groot gevoel van urgentie en een uitvoeringsclub met doorzettingsmacht. Eigenlijk kun je gerust stellen dat bijna alle alarmerende waarschuwingen van experts op z’n beloop zijn gelaten tot de crisis hard op de deur klopte en de beleidsmakers en beslissers niet veel méér konden doen dan ons met veel goede bedoelingen al improviserend uit de crisis modderen.
Waaruit is deze beleidslethargie te verklaren? Onkunde en onwil? Lijkt me niet. Althans niet in hoge mate, want nergens zijn zoveel geëngageerde types actief en is zoveel politieke en inhoudelijke expertise geconcentreerd als in de Haagse bolwerken. Ik denk eerder dat we het moeten zoeken in een soort politieke verlamming die nu al de hele Rutte III periode duurt en die in de eerste plaats wordt veroorzaakt door het feit dat het politieke machtscentrum de laatste vijf jaar zoveel grote crisissen op het bordje heeft gekregen die real-time om actie vroegen, dat er een soort beleidsinfarct is ontstaan. Hierdoor kon men de onderwerpen die nog nét niet in brand stonden er ‘even’ niet bij hebben. Er zijn nu eenmaal grenzen aan wat ‘systemen’ aankunnen.
En in de tweede plaats komt de verlamming ook voort uit de grote politieke verdeeldheid in de beide Kamers. Er is over bijna geen enkel groot onderwerp nog overeenstemming te bereiken door de politieke versplintering en moedwillige sabotage van extremen aan de linker-, maar met name de rechterkant van het politieke spectrum. Die verdeeldheid is een afspiegeling van de verdeeldheid in de samenleving, waarin elke subgroep eist dat hun wil wet wordt. We gaan door deze verdeeldheid linke tijden van besluiteloosheid, stagnatie en chaos tegemoet.
56. Vroeger was het allemaal beter? Kletskoek. We leven nu in de beste van alle tijden ooit.
Vooral 70-plussers hebben er last van. Te onpas reutelen dat vroeger alles beter was. Makkelijk te weerleggen kletskoek. Een nostalgisch verlangen naar een geromantiseerd verleden dat voor de meeste wereldburgers nooit heeft bestaan. Maar beweren dat ‘we’ het nu allemaal beter hebben dan vroeger is ook te kort door de bocht. Het ligt er maar aan welke aspecten des levens je met vroeger wilt vergelijken, voor welke periodes je dat wilt doen en voor welke groepen.
We kijken terug in de tijd. Neem de Egyptische, Griekse en Romeinse beschavingen, de Middeleeuwen, de Renaissance of de Moderne tijd. Vergelijk elke periode met NU. En er is maar één conclusie mogelijk: we leven momenteel in de beste van alle werelden ooit. En dat geldt voor alle continenten en zeker voor de Europeanen, en nog het meeste voor de Nederlanders. Welk criterium we ook nemen: welvaart, welzijn, persoonlijke vrijheid, rechtszekerheid, democratie, oorlog, dagelijks geweld, huisvesting, gezondheidszorg, luxe, zorg voor de armen…noem een maatstaf en je kunt met cijferreeksen en andere feiten aantonen: in geen enkel ander tijdperk was het beter dan nu.
Vanaf de eerste homo sapiens tot ca 1800 was het leven voor de meeste mensen erg kort en loodzwaar en het einde was meestal erg pijnlijk. Bijna altijd werden de mensen geteisterd door oorlog en ander geweld, onderdrukking, angst, honger en ziekte. Vanaf 1800 is het voor alle parameters die het welzijn bepalen op bijna alle plaatsen in de wereld stapje voor stapje beter geworden voor steeds meer mensen. Maar zelfs tussen 1800 en 1950 was het voor de meeste wereldburgers nog behoorlijk tobben: oorlogen en groot- en kleinschalig geweld bepaalden nog steeds het leven van hele generaties, gezondheidszorg was voor de meesten nauwelijks beschikbaar, de huisvesting m.n. in de steden abominabel…het was veelal armoe troef….overleven zonder lol. De verschillen tussen de elite en de massa waren onoverbrugbaar groot.
Pas na 1950 is het voor het grootste deel van die massa’s in de westerse landen w.b. de meeste welvaarts- en welzijnsindicatoren steeds beter geworden en vanaf de negentiger jaren hebben zelfs in landen als China, India, Afrika en Latijns Amerika substantiële delen van de massa een grote sprong gemaakt als het gaat om welvaart, gezondheidszorg, huisvesting en kindersterfte.
Deze indrukwekkende mondiale resultaten laten onverlet dat het voor heel wat mensen op heel wat plaatsen nog steeds niet jofel is. De pechhebbers aan de onderkant, m.n die in de ontwikkelingslanden, zijn vrij kansloos en hebben moeite een leefbaar bestaan te leiden. En er gebeuren ‘as we speak’ op alle plaatsen in de wereld nog steeds de meest gruwelijke dingen…wat mensen elkaar in kleine en grote verbanden, en in alle milieus overal ter wereld, aan kunnen doen is onvoorstelbaar…maar dat is van alle tijden en zal niet snel veel beter worden.
Daarnaast wordt de mensheid ook nog eens bedreigd door een aantal existentiële gevaren: opwarming, kernoorlog, waterschaarste, geopolitieke conflicten, opkomst van populisme en autocratische systemen, pandemieën en massale migratiestromen. Het succes waarmee we deze bedreigingen te lijf gaan, bepaalt in hoge mate of vooruitgang een continu proces blijft.
Kortom: we leven nog steeds niet in de ideale wereld, verre van dat, maar er was nooit een betere wereld dan nu. Hoe ziet de toekomst eruit? Stopt de vooruitgang? Of gaat het misschien schoksgewijs verder? Doen we na twee stappen vooruit, weer een stap terug, om vervolgens een aanloop te nemen naar een nieuwe periode van beschavingsgroei? Ik ga voor het laatste ….maar resultaten behaald in het verleden zijn bepaald geen garanties voor de toekomst.
(1) Disclaimer. We leven momenteel in de beste van alle werelden ooit? Zeker, maar in Afghanistan, Gaza, Soedan en diverse andere crepeer-plekken daar denken ze er op dit moment een slagje anders over.
57. Wat kan er toch veel fout gaan in die bovenkamer?
Grappig is dat het menselijk brein maar heel weinig energie nodig heeft om op volle toeren te kunnen draaien. Niet meer dan de energie die nodig is om een lampje van 60 watt te laten branden. En dat terwijl het brein een elektrisch apparaat is dat al onze gevoelens, gedachten en bewegingen aanstuurt. Via 86 miljarden neuronen, verbonden door 100 triljarden synapsen ontvangt en reguleert het alle prikkels die vanuit de omgeving tot ons komen en creëert het de reacties daarop. Het brein is niet alleen bizar ingewikkeld, maar ook uiterst kwetsbaar. Er hoeven maar een paar celletjes in de neuronenbrij niet goed te functioneren en de transmissie van prikkels gaat mis. Soms volstrekt mis. Daar kun je zelf helemaal niets aan doen. Toch wordt het je vaak kwalijk genomen als een dergelijk defect (opeens) tot deviant gedrag leidt.
Het lijkt alsof de wereld bestaat uit herkenbare voorwerpen, kleuren, geuren en geluiden, die direct toegankelijk voor ons zijn. Maar in werkelijkheid zijn er slechts lichtstralen en geluidsgolven, trillende atomen en bewegende moleculen die ons lichaam allemaal tegelijkertijd bestoken. De hersen zetten al die prikkels via een ingewikkeld proces om in bekende voorstellingen. De lichtgolf met informatie over een object komt het oog binnen, gaat via de neuronen en synapsen naar een gespecialiseerd hersendeel en na een nano-seconde ‘zien’ we het object. Zo gaat het ook met geluid, geuren en kleuren. Er is geen ‘ik’ of ‘bewustzijn’ dat daar sturing aan geeft.
In die nano-seconde van binnenkomst tot omzetting kan er soms van alles op het traject misgaan. Dan zien we b.v. objecten niet die er wel degelijk zijn, of we zien objecten wel die niet zijn, dan wel we zien totaal andere objecten die niemand anders ziet. In een van zijn boeken beschrijft de psychiater Oliver Sacks het geval van een man die elke deurknop aanzag voor een meisjeshoofd, dat hij ook nog eens ging aaien. De man was verder volstrekt normaal, maar was getroffen door een klein defect in het ‘omzettingsproces’.
Je kunt ook dingen horen die er niet zijn. Geluiden of stemmen. Of je hoort, als iemand een verhaal tegen je afsteekt, alleen maar ruis. Je ziet de lippen bewegen, je hoort geluid, maar de verantwoordelijke neuronen en synapsen zetten de opgevangen geluidsgolven niet om in herkenbare taal. Soms is het een structureel defect en dan heb je een groot probleem. Soms is het een tijdelijk defect, bijvoorbeeld als gevolg van verminderde concentratie. De hersens zijn dan met andere acties bezig, die zich op dat moment niet verdragen met het omzetten van de geluidsgolven in iets wat begrepen wordt. Niets aan te doen. Die concentratie kun je niet sturen. Dat wordt ‘intern’ geregeld. Maar voor degene die tegen je aan zitten te kleppen, is het natuurlijk wel vervelend dat je een ongeïnteresseerde indruk lijkt te maken.
In de gespecialiseerde breingebieden waar de zintuigelijke prikkels worden omgezet in iets herkenbaars, worden ook de emoties gevormd. Als de prikkels zijn omgezet in beeld, geluid of geur gaan ze naar de amygdala, die verantwoordelijk is voor het ervaren, verwerken en aansturen van emoties. Hier heb je totaal geen vat op. Gevoelens verdringen wel regelmatig de ratio, maar met rationele gedachten kun je geen emoties verdrijven of oproepen. Je kunt het zelf heel simpel testen. Maar je kunt er ook heel veel over vinden op ‘het net’.
Heel wat mensen zijn van mening dat we een zekere controle hebben over het complexe brein. Dat we bewuste keuzes kunnen maken als het gaat om onze gedachten, gevoelens en bewegingen. Maar dan zou de ‘ik’ al die elektrische en chemische processen die daar verantwoordelijk voor zijn bewust een bepaalde richting op moeten kunnen sturen. Uit veel onderzoek blijkt dat dat een illusie is. Het regelen, beheersen en sturen van onze lichaamsfuncties, onze gedachten en onze gevoelens is tot op grote hoogte een autonoom proces. Je zou willen dat je veel preciezer weet wat er nu echt in die bovenkamer gebeurt. Maar vooral ook: waar kun je geen enkele invloed op uitoefenen en moet je maar gelaten en relaxed over je heen laten komen? En waar kun je wel iets aan doen en wat dan? Een puzzel waar ik onderhand wel uit ben.
Ook is het een gegeven dat je maar weinig meer kan doen dan je lijf en brein een beetje in vorm houden, en verder vooral veel mazzel hebben.
58. Wat vínden ze veel, maar wat weten ze weinig: de democratisering van het debat?
Je weet het, maar je blijft je erover verbazen: types zonder kennis maar er dan toch heel veel van vinden. Je kunt ze bijna niet meer ontlopen op de buis: burgers die van god noch zoete peren weet hebben, die zich nergens echt in hebben verdiept, de elementaire feiten niet kennen, maar toch hun meningen over complexe vraagstukken mogen en vooral ook willen debiteren. Opvallend is ook: als iemand naar een mening wordt gevraag zul je bijna nooit horen: ,,ik weet hier te weinig van voor een zinnig oordeel.” Nee, dat oordeel, niet zelden een vooroordeel, moet er uit.
De weinig-weters met uitgesproken meningen over van alles en nog wat treft je in alle geledingen van de maatschappij, maar de meest ergerlijken zijn toch wel de BN'ers die om een niet meer te achterhalen reden ooit populair werden, en dus vaak op de buis te zien zijn, waardoor ze nog populairder worden. Ze konden vroeger een liedje zingen of goed tegen een bal trappen, hebben daarna nooit meer iets opmerkelijks gedaan, maar ze mogen nog steeds in talkshows oeverloos meelullen over zaken waar ze de ballen van weten.
Driemaal heb ik ooit het kletsprogramma “Renze” een kans gegeven. Vreselijk. Het ging toen o.a. over de boerenprotesten. Mensen met echt verstand van zaken over de stikstofproblematiek kwamen niet aan de bak, maar de hardste boerenschreeuwers mochten zonder kritische bevraging van “Renze” zeggen wat hen voor de snavel kwam. Harde cijfers werden natuurlijk ontkend of verdraaid en de grootste vijand, de overheid, ,,wist niet waar ze het over had.”
Natuurlijk moet iedereen zijn opvattingen kunnen ventileren, maar het minste wat je in een publiek debat mag vragen is toch dat opvattingen die de ether in worden geslingerd gebaseerd zijn op valide argumenten en correcte feiten of cijfers. Of gaat de democratisering van het debat zover dat Jan en Alleman met zijn eigen meningen, cijfers en emoties, hoe rabiaat, dwaas of onjuist ook, perse op de buis gehoord moet worden? Alles mag, als het maar authentiek is of reuring veroorzaakt? Dat het dodelijk is voor de zinvolle discussies over belangrijke zaken nemen we dan maar op de koop toe?
59. Toch maar vaker iets goed onderzoeken en er logisch over nadenken.
Het ligt BBB-bazin van der Plas in de mond bestorven: ,,we moeten gewoon meer ons gezond verstand gebruiken”, waarmee ze bedoelt: we hebben al die experts met hun dikke onderzoeksrapporten echt niet nodig, want die maken de problemen alleen maar nodeloos ingewikkeld, terwijl de meeste problemen veel sneller en beter met meer Hollandse nuchterheid kunnen worden opgelost. En dan volgt vaak haar tweede dooddoener: ,,Er zijn geen complexe problemen. Wij máken het complex.” Het boekje van van der Plas heet niet voor niets “Gewoon gezond verstand”. Let ook op dat woordje ‘gewoon’, dat steeds weer terug komt in veel van haar uitspraken over het ‘andere beleid’ dat zij gaat voeren: ,,gewoon meer woningen bouwen” en ,,gewoon in Brussel de stikstofregels laten veranderen.” Alles kan ‘gewoon’ even geregeld worden met ‘gezond verstand’. Als je op haar standaardriedels gaat letten, dan wordt het niet alleen dolkomisch, maar maakt het ook een behoorlijk onnozele indruk. Ook zitten er behoorlijke linke kantjes aan die versimpeling van complexe vraagstukken, vooral als het ‘gezond verstand’ dat niet eens door heeft.
Mark Thiessen, oprichter van platform De Nieuwe Vrije Eeuw, schreef er in de NRC een scherpe column over, onder de kop “Gezond verstand is het laatste wat we nodig hebben.” In zijn stuk werkt hij zijn stelling uit: „Hoe meer gezond verstand we in de politiek toelaten, hoe groter de fouten.” Want hoewel de aanhangers van het gezond verstand dat zelf het toppunt van logica vinden, staat de populistische roep om ‘het gezond verstand’ in de politieke praktijk juist haaks op rationele, goed doordachte probleemanalyse en besluitvorming.
Van die gezond-verstand aanhangers die degelijk onderzoek naar complexe problemen niet nodig vinden omdat de oplossingen toch immers voor de hand liggen en die veronderstelde complexiteit ‘gewoon’ door experts ‘bedacht’ is, moet je er in de politiek niet teveel hebben. Met die BBB-fabel worden ingewikkelde politieke vraagstukken teruggebracht tot de schaal van Madurodam…een simpel en overzichtelijk Nederland met vraagtukjes die ook met kleine ‘gezonde verstandjes’ door ‘normale’ politici zijn op te lossen en ook door de ‘gewone man’ zijn te begrijpen. Gewoon niet zo moeilijk doen.”
We hebben na de laatste verkiezingen met BBB en PVV weer heel wat kleine denkraampjes in de Tweede Kamer gekregen, die de complexe vraagtukken direct door menen te hebben, omdat ze absoluut niet weten wat ze allemaal niet weten. Ze hebben, in de woorden van Thiessen ,,de gave om bij alles wat ze zien binnen één oogopslag te kunnen analyseren wat het probleem is, wie de boosdoener en wat de oplossing is…ze denken dat het besturen van het land net zo makkelijk is als het sturen van een scherpe tweet.” Ingewikkelde modellen, inzicht gevende onderzoeken, brainstorming met experts…daar doen ze niet aan. Want wat zij niet begrijpen, begrijpt de kiezer ook niet en is dus per definitie niet relevant.
De leer van het gezond verstand is de vijand van het werken via rationele, goed doordachte en onderbouwde beleidsprocessen. Als de gezond-verstand-boodschap van de BBB-bazin school gaat maken, zullen er, vreest Thiessen, steeds vaker snelle conclusies worden getrokken, op basis van verkeerde interpretaties van informatie. ,,Hoe ingewikkelder en complexer de beslissing, hoe groter de kans op fouten. Dat zullen ontwrichtende fouten zijn. Die niet per se binnen een week bekend zijn, maar die onder het oppervlak zullen groeien totdat ze verwoestende effecten hebben.”
Maar ik heb er zelf wel vertrouwen in dat het denkende deel van de nieuwe Tweede Kamer een voldoende meerderheid zal behouden en dat diepgaand en logisch nadenken de debatten en beleidsprocessen meer zullen kenmerken, dan het versimpelen van ingewikkelde problemen en geroeptoeter om het “gezond verstand”.
60. Een hond wordt niet vals geboren, maar vals gemaakt. Dat geldt ook voor mensen.
Een barbaars bloedbad…één van de meest gehoorde kwalificaties van de moordpartijen door Hamasstrijders op weerloze Israëlische burgers nabij de Gazastrook. De opgekropte haat die daar tot explosie kwam, moet onvoorstelbaar zijn geweest. Dat daar afschuw over wordt uitgesproken is vanzelfsprekend. Maar het is wel tekenend dat wij een premier hebben die in het parlement zegt het ongepast te vinden om het nu over oorzaken te hebben. In Rutte’s visie hoeven we het daar eigenlijk nooit over te hebben: als het rustig is, is er geen urgentie om over het ‘Palestijnse vraagstuk’ te praten en als het oorlog is, dan moeten we per definitie onvoorwaardelijk aan de kant van Israël staan, hoe meedogenloos en onverantwoord haar achtereenvolgende regeringen ook tegen de Palestijnen zijn opgetreden.
Maar, helaas voor Rutte, nooit was de urgentie om het over de oorzaken te hebben groter dan nu. Ook in het belang van de toekomst van de staat Israël. Want als deze geweldescalaties zo doorgaan, zakt Israël steeds dieper weg: moreel en qua democratie en rechtstaat. De recente moordpartijen zijn weer een nieuw dieptepunt in proces dat in 1948 begon toen Joodse strijders ca 750.000 Palestijnse boeren en burgers met moord, doodslag en ander grof geweld uit hun dorpen verjoeg en al hun land annexeerde. Het was een etnische zuivering par excellence, die de Arabieren de Nakba noemen en nooit uit hun collectieve bewustzijn zal verdwijnen. Het waren toen ook de dorpen die de Hamasstrijders nu binnenvielen en die zij, en alle Gaza-burgers nog steeds beschouwen als hun legitieme gebied. De oorspronkelijke Arabische bewoners van de huidige staat Israël vluchtten vanaf 1948 massaal naar Gaza, Libanon en de westelijke Jordaanoever, waar hun nazaten nu nog steeds met vele miljoenen opgehokt zitten.
In de Gazastrook leven ze in een door Israël omsingelde openluchtgevangenis. In Libanon zitten ze in even overvolle vluchtelingenkampen. Op de Westelijke Jordaanoever worden ze al 57 jaar bezet door Israëlische soldaten en dagelijks aangevallen door Joodse kolonisten die het beetje land dat ze nog hebben willen inpikken. En in de gemengde Israëlische steden voelen de Palestijnen zich behandeld als derderangsburgers in een apartheidsstaat. Tel uit je winst. Het zijn feiten en observaties van heel wat neutrale insiders die lastig te weerleggen zijn. Vernederd, onderdrukt en van alles beroofd: al 75 jaar wordt aan generaties Palestijnen elk toekomstperspectief door Israël onthouden.
De haat die daardoor in die 75 jaar van generatie op generatie wordt doorgegeven moet immens zijn. Zolang de meeste Israëliërs dat niet interesseert en zij denken dat zij die status quo wel met geweld kunnen handhaven én het Westen wegkijkt en Israël onder alle omstandigheden in dit beleid blijft steunen, blijven er voor de Palestijnen maar twee opties over: 1. zich bij de onderdrukking en marginalisering neerleggen en als etnische groep met een eigen identiteit, cultuur en bestaansrecht, maar zonder land, uiteindelijk uitgegumd worden of 2. zich met moedeloos makend geweld naar de onderhandelingstafel proberen te vechten.
Er is geen excuus voor barbaarse moordpartijen op onschuldige Israëlische burgers, maar er is wel een verklaring voor de voedingsbodem voor die nietsontziende haat. En als je het, zoals Rutte c.s., ongepast vindt om het over de oorzaken van die haat te hebben, dan vraag je om een uitzichtloze escalatie van het conflict. Voor de even barbaarse bombardementen die nu zullen volgen op Gaza en die vele duizenden even onschuldige Gaza-burgers die daarbij gedood zullen worden, zal Israël voldoende rechtvaardigingsgronden bedenken, maar het gaat uiteindelijk vooral om wraak…en om het Israëlische volk te laten zien: wij, de regering en het leger, hebben de zaken weer volledig onder controle.
En over een paar maanden gaan we dan weer de doden tellen en zal wederom blijken dat tegenover elk Israëlisch slachtoffer er 50 of meer Gaza-slachtoffers staan. En wie heeft er dan gewonnen als het aantal doden en gewonden nauwelijks meer te tellen zal zijn en Gaza in puin ligt? Niet de burgers van Israël. Niet de Palestijnse bevolking. Maar Hamas. Want 'het bloed der martelaren, is het zaad van de revolutie'. Hoe meer burgerdoden in Gaza, hoe groter de haat-groei en navenant de aanwas van nieuwe Hamasstrijders. En er zal natuurlijk door beide partijen gezegd worden…,,maar zij zijn begonnen”….Op dat moment kun je je het best beperken tot de historische feiten en vaststellen wie wanneer met wat is begonnen. Ik vrees dat die oorzaak-gevolg-boekhouding van de geweldsspiraal er voor Israël als kolonisator van Palestijnse gebieden niet goed uitziet.
61. Mensen bewust kapot maken, dat mocht, als je maar binnen de wet bleef.
De parlementaire enquêtecommissie Fraude en Dienstverlening probeert erachter te komen hoe het mogelijk is geweest dat de wet “Aanscherping en sanctiebeleid SZW-wetgeving” (2012), ook wel de Fraudewet genoemd, zoveel onschuldige burgers kapot heeft gemaakt. De bij de uitvoering van de Fraudewet betrokken ambtenaren en bewindspersonen worden door de commissie scherp aan de tand gevoeld en als je al die verhalen goed tot je door laat dringen kun je bijna niet geloven dat je in een rechtstaat leeft die de mensenrechten hoog in het vaandel heeft. Je wordt ook telkenmale bevestigd in je bange vermoedens dat nogal wat mensen gewoon niet deugen en dat beschaving maar een heel dun laagje vernis is. Integriteit jegens de eigen burgers is in die gevallen die er echt toe doen blijkbaar minder belangrijk dan loyaliteit aan slechte wetten en aan bazen van wie je je opdrachten hebt gekregen.
De Fraudewet was in de rechtse tijdgeest waarin Rutte 1 met PVV-gedoogsteun opereerde een onmenselijke oplossing voor een nauwelijks bestaand probleem. Dat die wet desastreus zou kunnen uitpakken voor gewone burgers die een beroep moesten doen op toeslagen en uitkeringen zagen heel wat betrokken al vanaf het begin aankomen, maar er was nog de hoop dat de scherpe kantjes bij de uitvoering wel weggemasseerd zouden kunnen worden. Maar dat bleek niet het geval. Elke vluchtweg om de wet in specifieke gevallen humaan toe te kunnen passen werd geblokkeerd. Dat kwam niet alleen door de wet zelf, maar ook door sterke druk van bewindslieden en topambtenaren op de uitvoerende instanties om de wet ook zo streng mogelijk, naar de letter, toe toe te passen. De fraudejacht werd op den duur een mensenjacht op de allerzwaksten. Er waren ambtenaren die daar onder leden, maar er waren er ook die full-swing willens en wetens aan die mensenjacht meededen.
Van de verhoren die ik heb gevolgd vond ik er twee het meest ontluisterend en wel die van ex-minister Henk Kamp en die van Monique van de Bospoort, voormalig plv. directeur Toeslagen van de Belastingdienst. Kamp had bij mij alle krediet al verspeeld door zijn dubieuze, zeg maar verwerpelijke rol in het Groningse aardgasdossier, maar hij zakte tijdens het verhoor door de Fraudecommissie zo mogelijk nog dieper in de drek. Zelfs met terugwerkende kracht kon hij geen spatje schuldbesef tonen voor het menselijk leed dat hij met zijn inhumane beleid heeft aangericht. Voor empathie met de slachtoffers van zijn beleid moet je niet bij Kamp zijn. Hij vindt nog steeds dat het misbruik van uitkeringen en toeslagen toen zo groot was dat scherpe controle en harde sancties onontkoombaar waren. Toen hij in die tijd door zijn ambtenaren werd geconfronteerd met de erg lage misbruikcijfers, waar ook nauwelijks groei in zat, wuifde hij die van tafel…zijn gevoel zei hem dat die cijfers veel hoger lagen. De onderbuik van Kamp bezegelde het lot van tienduizenden vervolgden. Een hardvochtige man, dat is wel het minste wat je van hem kunt zeggen.
Ook Monique van de Bospoort werd door de commissie gehoord. Ook haar technocratische, gevoelloze en bijna surrealistische verhaal was een schande voor de rechtstaat. Je kunt het bijna niet bevatten dat intelligente ambtenaren dag in dag uit willens en wetens bezig zijn het leven van gewone mensen te vergallen, met maar één drijfveer: plat eigenbelang. Het belangrijkste deel van haar betoog kwam in de kern hierop neer: de formatie van haar afdeling Toeslagen werd gefinancierd uit de opbrengsten van de fraudebestrijding. De taakstelling was om per jaar minimaal € 25 miljoen aan teruggevorderde toeslagen en daarbij behorende boetes te scoren. Werd dat bedrag niet gehaald, dan werd er voor het minder binnengehaalde bedrag op de afdelingsformatie gekort, waardoor ze het jaar daarna nog meer moeite hadden om met minder ambtenaren die doelstelling van € 25 miljoen te halen. Nou, met die dreiging wil je er wel tegenaan gaan. Haar afdeling moest dus uit een soort ‘overlevingsdrang’ op jacht naar fraude. Ze moesten dat bedrag hoe dan ook bij de slachtoffers die ze selecteerden weghalen.
Pas veel later kwam de buitenwereld erachter hoe die fraudejacht in z’n werk ging en hoe de doelgroepen waarop gejaagd werden geselecteerd. Allereerst werd gekozen voor de burgers met een migratieachtergrond, want die waren natuurlijk bij voorbaat al verdacht, maar wat belangrijker was: ze begrepen nog weinig van de ingewikkelde bureaucratie en hun Nederlands was nog niet zo goed waardoor ze snel administratieve fouten maakten bij het invullen van de formulieren. En de wet schreef voor: elke administratieve misser wordt gezien als fraude en leidt tot terugvordering van het totaal ontvangen bedrag plus een boete die afhankelijk was van de hoogte van die terugvordering. Vaak ging het om het terugvorderingen van vele tienduizenden euro’s die die mensen natuurlijk allang hadden uitgegeven aan de kinderopvang en die ze nooit van hun leven zouden kunnen terugbetalen.
Het tweede bijna criminele aspect in de modus operandi van de Belastingdienst was dat ze hun jacht niet alleen toespitsten op burgers met een exotische achternaam, maar ook op de burgers met de laagste inkomens want die hadden vaak de hoogte toeslagen en zouden dus het hoogste rendement qua terug te vorderen bedragen opleveren. Velen werden door deze schunnige praktijken opgezadeld met mega-schulden die ze met hun kleine inkomens in nog geen honderd jaar terug konden betalen, terwijl ze ook niet aanmerking kwamen voor schuldsanering omdat ze van de Belastingdienst volstrekt ten onrechte de labels 'fraude' of 'opzet/grove schuld' kregen. Er werd evident niet gemaald om de gevolgen in termen van mensen lijk leed, althans niet zodanig dat de uitvoerders en leidinggevenden massaal tegen dit wrede beleid in verzet kwamen. Waar het vooral om ging: die taakstelling van € 25 miljoen moest elk jaar gehaald worden zodat de formatie in stand kon blijven. Kan het perverser?
De verhoren van de Fraudecommissie zouden verplichte kost moeten zijn voor alle ambtenaren, politici en politieke bestuurders, omdat ze niet alleen onthullend en vaak ook ontluisterend zijn, maar ook zeer leerzaam. Terzijde dit nog: de leider van de kersverse partij NSC, Pieter Omtzigt, zal wel opgelucht zijn dat hij niet door de Fraudecommissie gehoord is, want hij was een van de scherpste aanjagers van de hetze rondom de zogenaamde Bulgarenfraude (die de facto weinig voorstelde) en daardoor op z'n minst medeverantwoordelijk voor het politieke klimaat waarin de strenge Fraudewet het licht zag. Dat hij zich later oprecht inspande voor de vele slachtoffers van die wet doet daar niets aan af. Ben benieuwd of zijn opponenten daar in de verkiezingstijd nog over durven te beginnen.
62. Bij de dood van onze Siamees…dé Siamees.
De Siamees ziet er prachtig gestroomlijnd uit, slank, met een prachtige driehoekige spitse kop, lange puntige oren, blauwe amandelvormige ogen en een heerlijke, aaibare vacht. Hij wordt wel de prins der katten genoemd, kijkt trots, is intelligent en heeft een karakter dat sterk afwijkt van de karakters van welk ander kattenras dan ook. Ze hebben een sterke eigen wil, doen niets waar ze geen zin in hebben. Als ze iets in hun kop hebben, hebben ze niet in hun kont.
Van eenzaamheid houdt de Siamees niet, hij wil gezelschap, is supergevoelig en reageert verontwaardigd of angstig als er iets afwijkt van het normale patroon. Langer dan twee weken konden we niet met vakantie, want dat pikte hij niet. Hij wil ook niet genegeerd worden. In dat geval zal hij zijn baas met zijn krachtige geluid lastig vallen. Hij eist aandacht. Alles moet toch een beetje om hem draaien. Geen kat is zo spraakzaam als de Siamees. En maar ‘lullen’, zeker als je iets tegen m zegt. Hij reageert altijd met een opvallend gemiauw, waarbij hij alle registers kan bespelen. Van een iel zielig kreunmauwtje tot een vervaarlijke uithaal, waarbij je je verbaast dat er zo'n indrukwekkend geluid uit zo'n klein karkasje kan komen.
De Siamees zal zijn ‘echte’ baas (en dat is er vaak maar één in het huishouden) altijd op de voet volgen in de hoop dat deze zich met hem bezighoudt. Het is een aandachtvrager bij uitstek. Als je eenmaal een Siamees hebt gehad, wil je daarna nooit meer een ander model. Dan blijken dat toch meestal saaie, wat dommige suffies, met teveel haar.
Onze Siamees past nu al 10 jaar perfect in dit plaatje. We waren zeer aan ‘m gehecht. Maar sinds medio november 2019 takelde hij snel af. De hele dag door aan z’n vacht likken, schrapend hoesten en geheel ander gedrag vertonend: afwezig starend, soms bleef ie waar je ‘m neerzette minutenlang stokstijf staan, als een stambeeld. Dan weer sprintte hij om onverklaarbare reden zomaar een paar meter door de kamer. Van niets naar nergens. Doelloos. Hij ging zelfs zo nu en dan op mijn schoot zitten, wat ie daarvoor nooit deed. Had ook de fut niet meer om de trap, waarop hij altijd als een wilde naar boven spoot, op lopen. Verstopte zich vaak, als je m even niet in de smiezen had, in z’n overkapte kattenbak. Hij leek wel dementerende.
Onherkenbaar gedrag dus. Er zat geen plezier en geen leven meer in het beestje. Hij transformeerde in 3 weken van een vitale spelbepaler in een treurige, uitgebluste bankzitter. Op enig moment brachten we ‘m naar de dierenkliniek voor een 'total bodyscan'. De uitslag was desastreus. Uitzaaiingen van tumoren in alle organen, inclusief de hersens. Geen wonder dat er geen leven meer in zat. Hij was dus reddeloos verloren.
En toen was ie dood. Na 10 jaar een belangrijke rol te hebben gespeeld in ons dagelijks gebeuren, was ie er ineens niet meer bij. Heel veel plezier van ‘m gehad. Korte treurige eindfase. Weinig lijden. Maar we misten hem erg. Het was een tijdje stil en kaal in huis.
63. Onze laatste Siamees…bleek toch de voorlaatste.
Toen dus 3 jaar geleden onze derde en laatste Siamees via een euthanasie-traject smartelijk aan z’n eindje kwam, wisten we het zeker: dit was de laatste. Vanaf nu namen we geen huisdier meer. De redenen waren helder en onweerlegbaar: 1. Een nieuwe Siamees zou ons overleven, en dan? 2. We kunnen snel nog dementer worden en wie moet er dan op enig moment voor ‘m zorgen. 3. In vakanties en op andere momenten dat je weg wilt of moet, moet je van alles regelen, terwijl een Siamees niet tegen verandering kan en ook niet snel tevreden is. 4. Weer een kat met het risico op mankementen oud zien worden, dierenkliniek in en uit, zien lijden en dood zien gaan, daar zitten we níet op te wachten.
Deze argumenten waren op die bewuste dag nog even relevant en onweerlegbaar als 3 jaar daarvoor, maar toch besloten we een jaar geleden een nieuwe Siamees te nemen. Waarom in godsnaam? Absoluut geen idee. Er lagen zeker geen rationele, laat staan verstandige argumenten aan ten grondslag. Het moet gebeurd zijn in een vlaag van verstandsverbijstering. Ineens zei een van ons twee, ik weet niet meer wie: ,,zullen we….” En de ander vergat ,,nee” te zeggen. De werking van het brein is een enigma. Want eigenlijk was het dus een impulsief en intuïtief beluit dat zomaar uit de lucht kwam vallen. Maar dat hoeven overigens niet perse besluiten te zijn die verkeerd uitpakken. Dat weten we pas achteraf, zoals met bijna alle besluiten in het leven, ook de rationele. We beseften dan we we ongetwijfeld veel plezier aan onze nieuwe huisgenoot zouden beleven, maar ook gedoe, misschien wel veel gedoe. En weeg dat dan maar eens tegen elkaar af. Het brein doet dat gelukkig meestal niet. Of suboptimaal.
Dus een jaar geleden gingen wij naar cattery de Hijkerhoeve in Nijeveen, Drenthe, waar ze nog een paar kittens in de verkoop hadden. Bepaald niet in de aanbieding. Een “hoeve” suggereert veel, op z’n minst enige grandeur, maar het tegenovergestelde bleek het geval. Het was een wel heel bijzonder huisje, met een bijzonder vrouwtje en een ook bijzondere buurman. Het minste wat je ervan kunt zeggen is dat het een zeer authentieke combinatie was, tegenwoordig toch een aanbeveling. Het vrouwtje fokte niet alleen Siamezen, maar ook herdershonden. Buiten stond zelfs een ezel in de tuin, maar of ze die ook fokte…het zou zo maar kunnen. Het was een surrealistisch momentje tijdens een erg gezellige middag in het verder wat saaie Drenthe.
Onze nieuwe huisbewoner, Thai II, toen 3 maanden oud, maakte een tamelijk timide start. Ja, inderdaad, hij voelde zich zeker en vast een kat in vreemd pakhuis. Zat de eerste 6 uur vooral onder de bank, waar wij ‘m alleen met veel soebatten zo nu en dan onder vandaan kregen. En net toen we dachten dat we een slome duikelaar, zeg maar een kat in de zak, hadden gekocht, onderging ie toch een soort metamorfose. Hij liep op enig moment de hele dag, met aandacht vragend gemiauw, voor de voeten. Als je niet uitkeek schopte je hem per ongeluk de hele kamer door. Het ene moment lag ie als een baby op je schoot vol overgave te maffen en/of oorverdovend te spinnen, maar het volgende moment vloog ie als een gek door de kamer en de gang, waarna hij contemplatief voor zich uit ging zitten staren, om vervolgens alles onderzoekend door het huis te sjokken. En als wij naar bed gingen, ging hij blijkbaar ook te bedde, want we hoorden hem de hele nacht niet. Pas als hij ons rond kwart voor zeven boven hoort stommelen, begon ie weer wat geluid te maken. En dat hield dan eigenlijk niet op. Dus rustig ’s nachts en een druktemaker overdag.
Maar het werd in die beginfase soms ook wel een beetje te gek. Dan liep hij eerst een poosje op z’n gemak miauwend in de kamer op en neer, alle hoeken en gaten aandachtig inspecterend, om dan plotseling, vanuit het niets, naar de gordijnen te rennen, er van een afstandje in te springen om vervolgens als een aap met een virtuoze techniek vliegensvlug naar het plafond te klauteren. Waarna hij zich zijwaarts bewoog, ons triomfantelijk aanloerde, waarna hij zich na enige tijd behendig liet zakken. Om daarna over te gaan tot zijn orde van de dag. En dit herhaalde hij tot hij ons met een krant zag staan, klaar om hem bij een volgende klim een ram te verkopen. Dan de hoge krabpaal met 3 verdiepingen die we voor hem apart uit Taiwan hebben laten komen. Het bleek een slimme aankoop. Hij scheurde met grote regelmaat naar boven en ging vervolgens in het hoogste mandje even te ruste. Maar krabben deed ie niet aan de 3 palen, waaruit de krabpaal is opgebouwd…nee, dat noodzakelijke krabben, dat deed ie vol overgave in ons kostbare tapijt, dat hij, zeker weten, in no time zal hebben gesloopt. We kregen zo dus de keuze tussen of de kat wegdoen of de hele kamer later met Spaanse tegels beleggen.
Je kunt je niet voorstellen dat er in zo’n klein ding, eigenlijk een geraamte met een velletje eromheen, zoveel kracht, energie, snelheid en vooral ook geluid zit. Maar ondanks al die bravoure: het ‘beest’ hoeft maar één onbekend geluidje te horen of één onbekend persoon te zien en hij schiet schichtig onder de bank waar je hem alleen met veel geslijm na 10 minuten weer onderweg krijgt.
Inmiddels is ie, na een jaar, redelijk genormaliseerd. We zouden hem niet meer willen missen. We hebben bepaald geen kat in de zak gekocht. Maar we hebben ‘m wel moeten laten zien wie hier de bazen zijn. Het was een harde strijd. Het was voor ons nu erop of eronder. Zou hij onze kat worden, of wij zijn personeel? Het is beide geworden
64. Veelpraters en luisteraars
Zo nu en dan overkomt het je: je ontmoet iemand die veelvuldig het woord pakt. En dan realiseer je je weer dat je twee groepen mensen kunt onderscheiden: de luisteraars en de veelpraters. Je hebt mensen die bereid zijn om echt naar anderen te luisteren of dat zelfs graag doen. En je hebt er die juist erg moeilijk kunnen luisteren, maar vooral graag zichzelf horen praten. Ze zijn het liefst zelf zoveel mogelijk aan het woord. Ze nemen direct het initiatief en geven dat, als het maar even kan, niet meer uit handen. Ze stellen voor de vorm nog wel eens een tussendoor-vraagje, maar in het antwoord zijn ze niet echt geïnteresseerd. Ze geven dat antwoord ook het liefst zelf nog of ze bedenken ondertussen een nieuw verhaal en wachten tot de ander even adem haalt en een stilte laat vallen, een gat waar ze dan meteen weer induiken. De obsessieve praters: je hebt ze in alle soorten en maten. Het is een speciaal slag volk. Vaak niet eens onaardig, integendeel zelfs.
Hoewel bepaald geen notoire zwijger voel ik mezelf, als ik moet kiezen, toch meer thuis in het kamp van de luisteraars en vragenstellers, dan in dat van de veelpraters. Ik vind luisteren geen straf. Natuurlijk heb ik ook m’n momenten dat ik evident geklets probleemloos als achtergrondruis kan laten verdampen, maar er zijn ook veelpraters die me boeien of intrigeren. Hen volg ik scherp. Luister aandachtig. Kijk naar hun lichaamstaal. Probeer in hun brein te kruipen. Wat beweegt hen? Vinden ze zelf echt dat ze belangwekkende zaken te melden hebben? En waarom denken ze dat ik geïnteresseerd ben in alles wat ze te vertellen hebben?
Ik denk dat de veelpraters zich dit allemaal in het geheel niet afvragen. Dat maakt hen een apart slag mensen. Ze zitten structureel in hun oreer-modus. Het gaat mij er niet zozeer om dat ze geen enkele oprechte belangstelling hebben voor de luisteraar (dat hebben ze vaak niet), maar ik vraag me vooral af: wat zijn hun drijfveren? Zijn ze er van overtuigd dat zij het interessantste verhaal te vertellen hebben en willen ze anderen daarmee een plezier doen? Pakken ze steeds het woord omdat ze bang zijn voor stiltes? Is het toch een zekere vorm van narcisme? Of zijn ze onzeker van zichzelf, willen ze dat compenseren en rebbelen ze daarom maar door? Je weet het niet.
Ze lijken in ieder geval de nodige zelfreflectie te missen en niet in staat om door de ogen van de luisteraar de impact van hun eigen gepraat te doordenken: ,,hoe zou wat ik zeg bij de ander indalen? Daalt het überhaupt in?" Deze vragen zijn meestal diverse bruggen te ver voor de veelprater. Ik vind hem of haar een interessant psychisch fenomeen. Jammer dat het nauwelijks mogelijk is om dieper inzicht in de drijfveren van deze mensen te krijgen.Overigens zal ik de veelprater op geen enkel moment het gevoel geven dat het me niet interesseert wat hij/zij te berde brengt. Integendeel. Ik probeer er juist achter te komen waarom me al die dingen worden verteld. Dus vraag door. Diep uit. Geef feedback. Buig mee. Treur mee. Net zo lang tot de prater is uitgeput of zijn hele repertoire heeft afgewerkt. Meestal is het dan ook weer tijd om op te stappen. Volgens mij worden de luisteraars en vragenstellers vaak veel wijzer van dergelijke gesprekken dan de veelpraters. En zo niet, dan kun je er altijd nog een stukje over schrijven.
65. Welke Nederlander met gezag heeft zich ooit bekeerd tot de PVV? Niemand.
Oké, ook in dit land hebben extreem- en populistisch rechts veel te veel zetels in het parlement, maar boven de 25% van de 150 Kamerzetels zijn ze nog nooit uitgekomen. Maar ze zijn tot voor kort binnen en buiten de politieke gremia nooit, maar dan ook nooit, een echte machtsfactor geweest. Maar ze zorgden altijd wel altijd voor veel brutaal rumoer, voor de obstructie van debatten en voor een nare, bedreigend sfeer met hun onbeschofte gedrag en verbale bedreigingen richting collega-politici, wetenschappers, journalisten en burgers met een migratieachtergrond. Je zou willen dat ze er niet waren, want het politieke niveau zou er door stijgen, de sfeer in de Kamer zou er veel beter van worden en het land bestuurbaarder.
Maar een lichtpuntje is toch wel dat partijen als de PVV er nog nimmer in zijn geslaagd om iemand van enig gewicht aan te trekken. Noch als actieve partijganger, noch als sympathisant die in de media durft te zeggen dat ie een PVV-kiezer is. Geen denkers, geen schrijvers, geen bestuurders van formaat, geen bekende wetenschappers, geen toppers uit het bedrijfsleven. Zelfs geen bekende sporters of serieuze muzikanten. Niemand met enig maatschappelijk gezag heeft zich ooit voor het PVV-karretje laten spannen. Voor de sekte Forum voor Democratie zijn wel een paar types van de Leidse rechtenfaculteit actief, maar die worden zelfs in het eigen wetenschappelijke milieu niet serieus genomen. Net zoals hun partij, met een leider die lijdt aan wanen, door steeds minder kiezers serieus wordt genomen.
Dat nog niemand die zijn of haar sporen in de samenleving heeft verdiend zich met de PVV of de andere extreemrechtse partijen heeft willen encanailleren, kun je een (schrale) troost noemen, maar hoe zou dat komen? Vrezen ze dat de blonde baas niemand met intellectuele capaciteiten in z’n buurt duldt? Wat zo is. Is het omdat je je carrièrekansen wel kunt vergeten als je iets bij of met de PVV hebt gedaan? Wat zo is. Is het dat het bij mensen met enig gezond verstand gewoon niet opkomt om zich bij die partij aan te sluiten? Wat zo is. Of is het de schaamte om samen gezien te worden met vertegenwoordigers van deze partij? Je kunt het je voorstellen. Wat de redenen ook moge zijn: het duidt toch op een zeker zelfreinigend vermogen van ons systeem.
Althans tot dusver. Want we moeten wel waaks blijven voor het mechanisme dat als er één schaap over de dam is......? En wat momenteel ook speelt is het fenomeen dat veel erg-rechtse burgers die een maatschappelijke carrière te verliezen hebben en daarom weg blijven bij de PVV, nu met de BBB een partij hebben waar ze, hopen ze, zonder reputatieschade kunnen instappen.
66. Bij ‘gerede twijfel’ kun je iemand niet opsluiten.
Je zal maar verdacht worden van een zwaar misdrijf en de kans lopen voor vele jaren opgesloten te worden, dan heb je geluk als je in Nederland woont. Want iedereen die hier verdacht wordt van een misdrijf heeft het wettelijk recht op een advocaat die de wettelijke plicht heeft enkel en alleen de belangen van zijn cliënt te dienen. Ongeacht de ernst van het misdrijf waar de cliënt van wordt verdacht. En ongeacht hoe overtuigend de bewijslast ook is. Verder is de kern van ons rechtssysteem dat de verdachte zijn onschuld niet hoeft te bewijzen, maar dat het OM de schuld moet bewijzen. Waarbij uitgegaan wordt van de onschuldpresumptie: iemand is onschuldig tot het moment dat de rechter de schuld bewezen acht. En die bewijslast moet verdomd goed in elkaar zitten en deugdelijk zijn verkregen, want bij relevante twijfel kan de rechter niets anders doen dan komen tot een vrijspraak.
Dit lijkt allemaal vanzelfsprekend omdat het wettelijk is vastgelegd, maar de slachtoffers van een misdrijf, de media en delen van de publieke opinie denken hier vaak totaal anders over. Die hebben de verdachte al schuldig verklaard voordat de rechter een oordeel heeft geveld. In het verlengde van deze publieke schuldigverklaring geven ze dan ook af op de advocaat die alles uit de kast haalt om “dat tuig” te verdedigen. En ze gaan helemaal als een dolle tekeer tegen de rechter als die de verdachte vrijspreekt omdat er gerede twijfel is aan zijn schuld. Waarom winden ze zich zo op? Deels omdat onderbuik en emotie het vaak winnen van de redelijkheid en deels omdat ze te weinig idee hebben hoe ons rechtssysteem werkt....en er nooit bij stil staan dat zijzelf ook zomaar onterecht beschuldigd kunnen worden van strafbare feiten en dan graag optimaal verdedigd willen worden. Dat de slachtoffers of nabestaanden van gruwelijke misdaden uit hun dak gaan jegens een verdachte is overigens goed invoelbaar. Maar je kunt je afvragen of hun emoties soms niet een te grote rol spelen bij het bepalen van de schuldvraag. De publieke emoties bereiken vooral ongekende hoogtes bij pedofiel-gerelateerde moordzaken.
Als leek kun je nog denken: de bewijslast voor doodslag en misbruik is dus niet erg sterkt, maar Jos B. heeft, door die DNA-sporen, de schijn wel tegen. Maar zo’n lekenobservatie is volstrekt irrelevant. Het gaat er om: is de rechter ervan overtuigd dat door het OM wettelijk en overtuigend is bewezen wat B. ten laste is gelegd? De rechter moet ervan overtuigd zijn dat er geen aanleiding is voor “redelijke twijfel” aan zijn schuld. Is die twijfel er wel dan volgt vrijspraak.
Rationeel redenerend en met een beetje fantasie kan ik minstens een vijftal scenario’s bedenken van wat er zich die dag kan hebben afgespeeld. Van waarschijnlijk tot vergezocht. Maar ook het vergezochte scenario in niet onwaarschijnlijk. Want als ervaren krimikijker weet ik dat in heel wat zaken van moord- en doodslag hetgeen zich werkelijk heeft afgespeeld totaal anders is dat wat er in eerste instantie zo voor de hand lag op basis van bekende feiten. De uiteindelijke dader is bijna altijd iemand van wie je het niet had verwacht. Maar degene waarop in eerste instantie de meeste verdenking rust, de hoofdverdachte, is niet zelden het onsympathieke type, meest van buitenlandse afkomst, dat er is ingeluisd of zichzelf door dommige acties verdacht gemaakt heeft. Hij is de meest waarschijnlijk dader, maar blijkt het dan meestal toch niet te zijn. Kun je zoiets in de zaak Verstappen uitsluiten? Ervaringsfeit: met een “Jos B. moet het wel gedaan hebben”-reflex ga je in de meeste krimi’s nat.
Iedereen moet maar voor zichzelf uitmaken wat hij liever heeft: iemand langdurig opsluiten, terwijl er een gerede kans is dat hij onschuldig is of iemand vrijlaten terwijl er een gerede kans is dat hij het wel gegaan heeft? Het eerste is inhumaan, het tweede een aanslag op onze gevoelens van rechtvaardigheid en wraak.
67. 14.000 bladzijden heelal en de homo sapiens komt pas onderaan de laatste bladzijde.
Govert Schilling is een van onze beste wetenschapsjournalisten op het terrein van de sterrenkunde en schrijver van het leerzame boek “Deining in Ruimte en Tijd” over de ontstaansgeschiedenis van het heelal en de waarschijnlijkheid van buitenaards leven. Hoewel ik er als heelal-junk al heel wat over gelezen heb, word ik elke keer weer verrast, verpletterd eigenlijk, door het onmetelijke, het wonderlijke en het onbegrijpelijke. Kan er geen genoeg van krijgen. Zeker niet van iemand als Schilling die er niet alleen heel veel van weet, ook volgens de wetenschappelijke toppers in dit ‘vak’, maar het ook nog eens zo kan opschrijven dat mensen met een te klein brein, zoals ik, denken het een beetje te kunnen volgen.
In zijn boek vergelijkt hij, niet als eerste, de geschiedenis van de kosmos met een encyclopedie van veertien delen, elk deel duizend pagina’s dik. Als de oerknal van 13.8 miljard jaar gelden plaatsvindt op pagina één van het eerste deel, ontstaan ‘onze’ zon en aarde pas halverwege deel tien, 10 miljard jaar later. En de eerste eencellige organismen op aarde in de eerste helft van deel elf. Het leven op aarde blijft drie miljard jaar lang eencellig, tot halverwege het laatste deel, boek veertien.
Vanaf dat moment evolueerden de eencelligen zich via toeval, survival of the fittest en heel veel tijd tot meercellige, complexe soorten. O.a. dino’s…maar helaas… op pagina 934 van het laatste deel sterven die uit. En op dat moment hebben we er t.o.v. de oerknal al 94% van de tijd tot dan toe ‘opzitten’. Nog steeds geen homo sapiens. En ook God is natuurlijk nog in geen velden of wegen te bekennen. Want die komt pas gebiedend en wijsneuzerig doen als de mens zijn aberraties kan opschrijven en God uitvindt als machtsmiddel om mensen tot goedgelovige slaven te maken.
Als je de laatste 20 regels van de laatste bladzij van het 14-de en laatste boek er uit scheurt, schrijft Schilling “zou er van de mens niets meer terug te vinden zijn”. Ons heelal is 13.800.000.000 jaar oud, maar de homo sapiens verscheen pas minder dan 500.000 jaar geleden ten tonele. Dus toen er al 99.99997% van de heelalgeschiedenis gepasseerd was. Dit tweebenige product van de evolutie neemt daarom ook maar 20 regels van de 14.000 bladzijden evolutionaire geschiedenis in beslag. We zijn dus heel veel minder dan een strontje op de eeuwige tijdschaal. Maar wel een meercellig soort met heel veel praatjes. Dat weer wel....
De homo sapiens is er dus nog maar extreem kort en de kans is minder dan 0.00001% dat de menselijk soort het nog eens half miljoen jaar gaat volhouden. Maar niet getreurd. Op de eeuwigheid en in de kosmos zullen wij niet gemist worden. Er zijn genoeg ‘alternatieven’.
Alleen al in ons 'eigen' Melkwegstelsel zijn er al vele miljarden sterren, elk met miljarden planeten....en buiten dit Melkwegstel zijn er miljarden andere zonnestelsels met miljarden zonnen/sterren...elke ster ook weer met miljarden planeten. De kans dat er zich op vele miljoenen van die tig miljarden planeten een bepaalde vorm van leven heeft ontwikkeld is bijna 100%. Maar de kans dat ze lijken op aardmensen is nagenoeg nul…jammer hè…want net als op aarde kent de biologische evolutie ook daar op al die planeten geen vooropgezet plan, maar is ze het resultaat van een grillige reeks toevalligheden. Miljarden x miljarden vormen van levende creaturen zijn denkbaar. Maar waarom zouden de succesvolle overlevers van al die evoluties nu juist op de aardse mens lijken?...met z’n talloze mankementen…ik kan me een volmaakter product van de evolutie daar in het verre heelal voorstellen.
Dus er zullen in het heelal op die vele miljarden planeten talloze verschillende levensvormen zijn met talloze niveaus van intelligentie. Hoe ze er dan uit zien en wat ze allemaal kunnen? Wij aardbewoners zullen dat nooit te weten komen. Want de afstanden tussen de zonnestelsels en planeten zijn zo astronomisch groot dat zelfs ruimteschepen die reizen met de snelheid van het licht, wat onmogelijk is, er vele miljoenen jaren over doen om elkaar te bereiken. Denk je even in hoe levende wezens, zelfs met een superieure intelligentie en dito technologie, dat in ruimteschepen moeten volhouden.....zonder mogelijkheden om ergens voedsel in te slaan....
Dus een ontmoeting met een slimme alien waarmee je kunt communiceren?…het zal een illusie blijven. Maar wel een voedingsbodem voor heerlijke fantasieën.
68. Somberaars leiden vaak aan historische bijziendheid
Ze kunnen er zelf weinig aan doen, de somberaars. Het is een stemming die ze overkomt of misschien wel overvalt. Met zo nu en dan een somber buitje valt goed te leven, maar als het geprangde gemoed voortdurend elke vrolijkheid wegdrukt en ontaardt in structureel negativisme, wordt het wel een dingetje. Het is treurig voor de somberaar zelf, maar ook voor zijn/haar omgeving. Iemand die zelfs bij een goed gevuld glas alleen maar oog heeft voor dat kleine lege gedeelte, gaat op de zenuwen werken.
Het gesomber en daaruit voortvloeiend geklaag is vooral irritant als het voortkomt uit gevoelens, beelden, angsten, verwachtingen of opvattingen die gebaseerd zijn op feiten die evident niet kloppen. Je wilt best begrip opbrengen voor de handicap van de sombermansen, maar zou dan ook wel willen dat er zo nu en dan toch een poging wordt gedaan tot reflectie. Dat er rationeel nagedacht wordt over het waarom van die somberheid. Komt het voort uit ontevredenheid? Of uit de vrees dat er ooit ‘wel eens’ iets ergs kan gebeuren? Of uit zorgen over verslechterende in de wereld?
Via reflectie zou je jezelf in ieder geval indringend kunnen afvragen of er in jouw specifieke situatie echt redenen zijn voor ontevredenheid en zo ja, of je daar dan zelf niet iets meer aan zou kunnen doen. Als de somberheid voortkomt uit de vrees dat er misschien ‘wel eens’ iets ergs kan gebeuren, dan moet je jezelf er toch van kunnen overtuigen dat je beter pas kunt gaan somberen als hetgeen gevreesd wordt zich ook daadwerkelijk heeft voorgedaan. Voor die tijd is het zonde van de tijd. Zeker als later blijkt dat het gevreesde zich nooit heeft voorgedaan.
Somber zijn omdat de toestand in de wereld ‘steeds erger’ wordt, kan vrij eenvoudig worden geattaqueerd, door je te beseffen dat die toestand sinds het begin van de menselijke beschaving juist alleen maar beter is geworden. De ellende was vroeger overal en over de hele linie erbarmelijk, maar de wereld is gaandeweg voor steeds grotere groepen steeds wat leefbaarder geworden. Met name de laatste 40 jaar hebben we over de hele wereld mega-sprongen gemaakt.
Over deze toestand in wereld stond laatst in de Volkskrant een mooi en ontnuchterend interview met de Zweedse historicus/schrijver Johan Norberg: “Het gaat fantastisch met de wereld. Zolang je maar zicht houdt op het grote plaatje”. Hij onderbouwt deze stelling met een veelheid van feiten en cijfers in zijn nieuwste boek “Vooruitgang”. Wij leiden volgens Norberg aan “historische bijziendheid". Omdat we onze kijk op de wereld bijna volledig baseren op de ellende die via de krantenkoppen tot ons komt, zien we nauwelijks meer wat er in 80% van de wereld echt gebeurt. En we vergelijken het al helemaal nooit met 'hoe het vroeger was'. En daarom hebben we geen idee van de progressie die we op bijna alle fronten hebben gemaakt.
Zie het oorlogsgeweld: uitgedrukt in aantallen slachtoffers van oorlogsgeweld is de situatie in de wereld nu vele malen beter dan 30 of 40 jaar geleden. Nu 1.5 doden per 100 duizend mensen, toen 5 doden.
En die vooruitgang geldt voor bijna alle indicatoren die de kwaliteit van het leven van de mensen op onze aarde bepalen: vrijheid, gezondheid, ouderenzorg, veiligheid, levensverwachting, geletterdheid, welvaart en luxe. Op al deze indicatoren is het na WO II steeds heel veel beter gegaan. Niet in elke regio, maar wel in de gebieden waar 80% van de wereldbevolking woont. Dit is met objectieve, controleerbare cijfers aan te tonen. Iedereen kan het opzoeken.
Nog nooit hadden zo veel mensen het dus zo goed als in deze tijd. De somberaars zouden dit soort feiten eens wat meer moeten meewegen i.p.v. de stemming met name te laten bepalen door de kranten, journaals en talkshows waarin vooral de ellende altijd in geconcentreerde vorm aan bod komt en nooit ‘het grotere plaatje’.
69. Zijn alle wereldbeelden en opvattingen even prima?
In een uitgebreid artikel in de Correspondent van enige tijd geleden geeft Rob Wijnberg ons een boodschap mee n.a.v. de uitverkiezing van Trump. ,,Tegen alle progressieven zou ik zeggen: dit is een goed moment om alvast afscheid te nemen van drie misvattingen in ons denken. Mensen die jouw wereldbeeld niet delen, zijn niet dom. Mensen die jouw wereldbeeld niet delen, zijn niet slecht. En dat ze jouw wereldbeeld niet delen, ligt minstens voor de helft aan jou. Waar de verkiezing van Trump om vraagt - en dat zeg ik ook tegen mezelf - is oprechte nieuwsgierigheid naar elkaar en elkaars werkelijkheid en een gesprek met elkaar over hoe het beter kan. Van generaliseren, polariseren en vingerwijzen profiteert vooral de man die daar president mee werd.” Tot zover de wijze woorden van Wijnberg.
Het pleidooi van Wijnberg voor een oprechte interesse in elkaars werkelijkheid kan ik in beginsel onderschrijven. Die interesse is noodzakelijk om de ander te kunnen begrijpen. En alleen als je de ander begrijpt, kun je een vruchtbaar gesprek voeren en standpunten en argumenten uitwisselen. Maar een standpunt begrijpen is nog wat anders dan er begrip voor hebben. En dan stuit ik op verschillende passages in het stuk van Wijnberg waarvan ik denk: hier worden verschillen in opvattingen zo gerelativeerd en van een zodanige context voorzien, dat het blijkbaar niet meer zoveel meer uitmaakt wat je denkt of vindt. Iedereen heeft nu eenmaal recht op zijn eigen meninkje en zijn eigen feiten. En die zijn dus allemaal even legitiem. Gezwam van matje.
Met zulk een relativisme heb ik niets en kan ik niets. Je hebt heel wat mensen die er standpunten op na houden, die je vanuit breed aanvaarde ethische uitgangspunten wel degelijk ‘gemankeerd’ kunt noemen: racisme, seksisme, xenofobie, mensen vanwege hun geaardheid of etniciteit willen uitsluiten, mensen in armoe laten creperen, de rijken rijker maken, het klimaat vraagstuk ontkennen, dreigen met de inzet van kernwapens …...En zo kan ik nog hele trits opvattingen/beleidswensen opnoemen waarvan je kunt stellen: als je deze zaken verdedigt, dan mankeert er óf iets aan je ethisch besef óf je wilt bewust onwetend blijven, óf je bent gewoon slecht en acteert alleen uit eigenbelang of machtshonger.
Hoe je het ook wendt of keert: bij de republikeinen zitten er heel veel mensen die er opvattingen op na houden die je ‘ethisch gemankeerd’ kunt noemen. Veel mensen daar hebben ook die een hekel hebben aan experts. Het zijn vaak mensen die feiten alleen geloven als ze in hun kraam te pas komen.
Wijnberg wil op al die ‘vreemde’, gevaarlijke en inhumane republikeinse opvattingen niet de labels ‘slecht’ of ‘dom’ plakken. Is zijn goed recht. Maar moeten we dan op al die punten doen alsof het eigenlijk niet zoveel uitmaakt wat je denkt of doet? En dat het een niet beter, verantwoorder of ethischer is dan het ander? Dat gaat mij toch wel een brug te ver. Een paar bruggen zelfs. Want wat zijn de uiterste consequenties van dit relativeren? Kunnen we het ook uitbreiden naar de opvattingen en praktijken van andere abjecte wereldbeelden, zoals die van de nazi’s en de maoïsten? Ligt het voor de helft aan mij dat deze groepen mijn wereldbeeld niet delen? Ik vind dit een vreemde stelling van Wijnberg.
Kortom, anders dan Wijnberg vind ik dat je bepaalde wereldbeelden, opvattingen of beleidsmaatregelen wel degelijk ‘volstrekt onverantwoord’ , ‘inhumaan’ of ‘slecht’ kunt noemen. En ook kun je bepaalde mensen wel degelijk ‘slecht geïnformeerd’ noemen, of misschien zelfs ‘wreed’ of ‘gevaarlijk dom’. Maar natuurlijk pas nadat je er ‘oprechte belangstelling’ voor hebt getoond.
70. “Een man die liegt als hij al adem haalt”.
Thomas Friedman vergelijkt in een van zijn columns in de New York Times/Volkskrant Trump met Erdogan. Hij ziet beide heren eenzelfde tactiek hanteren. Hun eigen feiten en cijfers fabriceren. Of ze verdraaien. Complottheorieën bedenken waarmee ze de mensen bang maken voor elkaar en voor de toekomst. Tegenstanders demoniseren en bedreigen, of ze belachelijk maken. De publieke opinie ophitsen. Zich allerlei brutaliteiten en vulgariteiten veroorlovend en daar dan ook altijd mee wegkomen omdat de media hen toch niet hard durven aanpakken. Overtuigd zijn van de eigen uitmuntendheid.
Friedman haalde Jeb Bush aan die vreesde dat Trump een chaos-president zou worden, net zoals hij een chaos-kandidaat was. Een kandidaat die zich op geen enkele manier op het ambt heeft voorbereid en daarvoor ook geen enkele competentie bezit. Op Jeb’s broer George W. Bush was natuurlijk van alles aan te merken en er zijn hele volksstammen die hem een ‘grote schurk’ vinden, maar mocht Trump echt president worden, zo vond Friedman, dan zullen ze nog naar een type als GWB terugverlangen.
,,Een man die liegt als hij al ademhaalt” zei Friedman over Trump. Nu zijn er in het verleden meer presidenten geweest die gevaarlijk logen, met Nixon als absoluut dieptepunt. Nixon moge volgens vele biografen een pathologische leugenaar en een gewetenloze machtspoliticus zijn geweest, hij was, i.i.t Trump, wel uitstekend op het ambt voorbereid, beheerste het politieke handwerk als geen ander en was briljant in uitzetten en uitvoeren van geopolitieke strategieën.
Nixon was de echte versie van Francis Underwood uit de House of Cards. Trump is met hen vergeleken vooral een gevaarlijke sul, die, als hij wordt gekozen, wel met z’n tengels bij de knoppen kan komen, waarmee je kernwapen kunt afvuren. Het is toch alsof je een knulletje met het syndroom van Down een straaljager laat besturen.
71. Neodarwinist Wybren van Haga wilde miljoenen kinderen opofferen.
In zijn laatste weken voor de Kamerverkiezingen scharrelde hij als een stille muis, bijna onzichtbaar, door de Tweede Kamer. Toch scoorde het Kamerlid Wybren van Haga hoog in de top 5 van minst gerespecteerde Kamerleden. Hij werd door de meeste van zijn collega’s, als het even kon, gemeden als de pest. Vanaf het begin van zijn Kamerlidmaatschap werd deze VVD-afsplitser niet serieus genomen. De VVD zal het achteraf spijtig hebben gevonden dat ze vergeten zijn om zijn antecedenten goed na te trekken voor hij op de kieslijst werd geplaatst. Want al snel bleek dat deze miljonair in Amsterdam huizen verhuurde zonder vergunning en bij het verhuren de regels overtrad. Tegen alle afspraken in bleef hij tijdens zijn Kamerlidmaatschap stiekem leiding geven aan zijn bedrijf. Ook werden er opnames in de publiciteit gebracht waarop is te horen hoe hij zijn huurders bedreigde.
Hij zat in de Kamercommissie waarin de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking werd behandeld. Daarin kreeg hij het op enig moment aan de stok met minister Kaag. Hoewel ‘aan de stok' niet de juiste uitdrukking is, want dat veronderstelt toch een zekere uitwisseling van feiten en zinnige argumenten. Maar van Haga zwamde uit zijn nek, wist niet waar hij het over had, kwam met dwaze voorstellen en Kaag serveerde hem minzaam af. Wat was toen van Haga's zijn inbreng?
Hij betoogde dat minister Kaag binnen haar begroting Ontwikkelingssamenwerking andere prioriteiten moest stellen: het geld moest worden verschoven van ‘vaccinaties van kinderen tegen dodelijke ziektes’ en ‘onderwijs aan meisjes’ naar ‘geboortebeperking’. Er moeten nu eenmaal keuzes worden gemaakt, aldus van Haga, en dan hebben die levensreddende vaccinatiecampagnes en schooltjes voor meisjes veel minder prioriteit dan het afremmen van het aantal geboortes.
Hier gaat het niet zozeer om beleidsopvattingen waarover je van mening kunt verschillen, maar om een absoluut gebrek aan feitenkennis gekoppeld aan massale doodvonnissen voor miljoenen kinderen. De opvattingen van van Haga waren onmenselijk en dom. Om te beginnen werken de klassieke programma’s voor geboortebeperking niet op het platteland van ontwikkelingslanden. Elk onderzoek daarnaar leidt tot het inzicht dat de gezinsomvang, naast culturele factoren, wordt bepaald door de kansen die men heeft op een beter leven. Ouderen zijn voor ‘oude dag’ volledig afhankelijk van de hulp van hun kinderen, want AOW kent men niet. Dus hoe hoger de kindersterfte, hoe meer geboorten er nodig zijn om in de oude dag te voorzien. Verder blijkt dat meisjes met een opleiding minder snel trouwen en kinderen nemen. Hoe hoger de opleiding en hoe hoger de kans op werk hoe kleiner de gezinnen.
Het proefballonnetje van van Haga was dus contraproductief. Wat hij voorstelde zal het leven in de ontwikkelingslanden nog miserabeler en perspectieflozer maken, het aantal geboorten opjuinen en de migratiestromen sterk doen stijgen. Wil je het aantal geboorten in de ontwikkelingslanden beperken, dan moet je daar juist de levensstandaard en de kwaliteit van het leven verhogen, de gezondheidszorg structureel verbeteren, via vaccinatieprogramma’s miljoenen kinderen behoeden voor de dood of invaliditeit en omvangrijke opleidingsgrogramma’s, vooral voor meisjes, opzetten. (1) En als parallel spoor moet je ruimhartig voorbehoedsmiddelen beschikbaar stellen. Wat overigens ook om het uitschakelen van de katholieke kerk in die regio’s vraagt. Dat is een oorlog op zich.
Na de oor wassing door Kaag dacht ik: die van Haga durft zich voorlopig nergens meer te vertonen. Maar omdat zijn opvattingen tot verontwaardiging leidden, zowel binnen de Kamer bij de meeste van zijn collega’s als buiten de Kamer bij ontwikkelingsexperts, mocht hij bij Pauw zijn vernieuwende gedachten nog eens herhalen. Relletjes verkopen altijd.
Het ex-Kamerlid Van Haga is een neodarwinist die denkt dat je een betere wereld krijg als je het recht van de sterkste als leidraad kiest. Ongelijkheid is in die visie een voorwaarde voor vooruitgang. De sociaal bevoorrechte klassen bepalen wat goed en slecht is. Miljoenen kinderen in arme landen worden opgeofferd, want die remmen de vooruitgang alleen maar. Die zwartjes moeten nu eindelijk maar eens beseffen dat we ze niet kunnen blijven helpen. Ze moeten gewoon minder kinderen nemen, dan gaat het daar vanzelf beter. En anders: pech gehad.
(1) Eigenlijk vergelijkbaar met de situatie in het katholieke zuiden van ons land waar gezinnen met meer dan 6 kinderen eerder regel dan uitzondering waren, gezinnen die geen luis hadden om dood te drukken en in grote armoede leefden. De gezinnen werden ook hier pas fors kleiner toen in de jaren 60 en 70 de economische kansen en het opleidingsniveau stegen. Pas toen ook lukte de geboortebeperking ondanks fel verzet van 'meneer pastoor'.
72. Antisemitisme: een kwaad van alle tijden, maar wordt het erger?
Mijn opa Vos vertelde ‘eeuwen geleden’ in familiekring meermalen het verhaal dat hij zich voor WO II wel eens een kostuum liet aanmeten door een joodse kleermaker. Het ‘Joodje’ noemde hij ‘m. Hij betaalde er een habbekrats voor. Veel minder dan hij zou moeten betalen bij een niet-Joodse kleermakers. Zei ie zelf. En toch vertelde hij elke keer weer half grappend met een serieuze ondertoon dat hij door dat “Joodje” natuurlijk afgezet werd. Opa was verder een keurige sociaaldemocraat, die er voor de rest fatsoenlijke opvattingen op nahield. Maar zo werd er toen vrij breed over de Joden gedacht, ook in Nederland. Als een apart volkje allochtonen. Nooit helemaal te vertrouwen. Ook in Nederland hoorden ze er nimmer echt bij.
Vanuit deze mentaliteit was het niet vreemd dat ca 75% van ‘onze’ Joden bijna probleemloos konden worden weggevoerd om te worden vergast. Wie interesseerde het? En mooi meegenomen was dat er zo een groot aantal goed gemeubileerde huizen vrij kwam. Die werden in een razend tempo weer bewoond. Wel balen natuurlijk dat een miniem aantal de euvele moed had om de vernietigingskampen te overleven, terugkwam en beleefd vroeg of ze weer in hun eigen huis mochten. Quad non. Weg is weg. Opgeruimd staat netjes. Hoezo Joods-Christelijke beschaving? De zoveelste episode uit ons roemruchte verleden waar we maar beter niet trots op kunnen zijn.
Antisemitisme is van alle tijden. Ook in Nederland dus. Hooguit is er bij de elite van de naoorlogse generaties een soort schuldbesef ontstaan. Hadden ‘ze’ toenmaals niet fatsoenlijker bejegend moeten worden? Hadden ’we’ hen niet actiever moeten beschermen? Misschien verklaard dit schuldgevoel onze kritiekloze steun aan de staat Israël. Het is allemaal een beetje ‘too late en too little’ kun je zeggen. De Joden van toen werden door velen behandeld als de moslims van nu. Hoevelen vinden het erg als die massaal worden weggevoerd?
Opmerkelijk is de wending die we al een paar jaar zien in het debat over het antisemitisme. Niet dat we in meerderheid de Joden ‘aardiger’ zijn gaan vinden, in tegendeel zo blijkt uit onderzoek, maar we blijken het fenomeen antisemitisme ineens goed te kunnen gebruiken om een andere groep in het verdomhoekje te zetten. Het antisemitisme wordt nu bijna geheel toegeschreven aan de moslims. Niet wij, maar zij zijn nu antisemitisch. Die stemming wordt sterk gevoed vanuit rechts, het CiDI en andere trouwe supporters van Israël. Ze hebben weer een nieuwe stok gevonden om de hond te slaan. ,,Zeker, antisemitisme komt veel onder moslims voor, maar wie veinst dat antisemitisme een islamitisch probleem is, bezoedelt de herinnering aan de Holocaust, die is bedacht en uitgevoerd door christelijke Europeanen” schrijft Grünberg in een van zijn scherpe columns in de Volkskrant.
Maar hoe vergaat het de 45.000 Joden die nu nog in ons land wonen? In NRC werd laatst het groeiend antisemitisme in Nederland en de rest van Europa uitvoerig besproken. Daar is zorg over. In een aantal landen, zoals Frankrijk en Duitsland is het aantal gewelddadige incidenten toegenomen. In Duitsland komt het geweld voor 90% uit extreem rechtse hoek. Een enge traditie daar, die er nog steeds diep inzit.
In Frankrijk komt het antisemitisch geweld vooral vanuit de moslimhoek in de verpauperde wijken. Dat is ook deels cultureel bepaald, deels een gevolg van de marginalisering van tweede en derde generatie allochtonen, maar steeds vaker wordt als oorzaak genoemd de boosheid van moslims over de behandeling van de Palestijnse moslims door Israël. Het gaat hier meest om slechtopgeleide, kansloze en daardoor gefrustreerde moslims die de Joden in de Europese landen medeschuldig verklaren aan de abjecte behandeling van Palestijnse moslims door de achtereenvolgende Israëlische regeringen.
In Nederland en België nemen de gewelddadige incidenten tegen Joden de laatste jaren af. Maar in bepaalde wijken van de grote steden loop je een behoorlijke kans om bespot of beledigd te worden als je een keppeltje op hebt. Een treurig fenomeen, vergelijkbaar met het steeds erger wordende bespotten en bespugen van vrouwen met een hoofddoek. Er moet, lijkt me, harder tegen worden opgetreden.
Maar los van de gewelddadige incidenten: de beeldvorming over Joden, zo blijkt uit NRC-artikelen, is over de hele linie in Europa behoorlijk negatief. In de meeste landen (ook landen met nauwelijks moslims) denkt 50% of meer negatief over Joden. Omdat maar 5% van de Europese burgers moslim is, komt dit antisemitisme dus voor minstens 95% voor rekening van niet-moslims. Als belangrijkste verklaringen geven de respondenten: 1. het stereotype waanidee dat de Joden behoren tot een wereldelite met teveel macht, 2. de katholieke hoax van de Joden als de moordenaars van Christus en 3. de behandeling van de Palestijnen door Israël, waar de Joden in de rest van Europa en het Midden-Oosten ook op worden aangekeken.
M.n. in landen als Polen en Hongarije (waar nauwelijks moslims wonen) wordt het virulente antisemitisme door obscure politici misbruikt om stemmen mee te winnen. Als er zaken niet goed gaan in die landen wordt dat al snel geweten aan het kosmopolitisch Jodendom, dat zich overal ten eigen bate mee bemoeit. Ook dit is van alle tijden. In andere EU-landen worden de moslims tegenwoordig vaak als zondebok voor problemen in de samenleving gebruikt.
Als je het afzet tegen een Europese bevolking van 550 miljoen burgers is het aantal gewelddadige incidenten tegen Joden uiterst beperkt (enkele tientallen) en niet in een percentage uit te drukken, maar het stiekeme antisemitisme is, net als de moslimhaat, nog steeds een zorgelijk en wijdverbreid fenomeen.
Voortdurend aan de kaak blijven stellen, lijkt me. Goed blijven nadenken over de oorzaken. Het begint bijna altijd met het negatief framen van etnische groepen door politici of opiniemakers die daar een verdienmodel van gemaakt hebben. Dan komen de verbale beledigingen en bedreigingen vanuit de onderbuiken van toetsenbordridders. En vervolgens is er een handjevol zotten dat die bedreigingen op straat omzet in fysiek geweld. Hier aandacht aan blijven schenken in de opvoeding, het onderwijs, de literatuur en de media. Al die foute politici en opiniemakers die met het aanblazen van antisemitisme macht willen verkrijgen, blijven aanvallen en isoleren. In z’n algemeenheid: permanent allergisch blijven voor haat zaaien tegen etnische groepen. Hier de voelsprieten scherp op afstellen.
73. Klimaatbeleid: doortobben voor een illusie of kiezen voor het hedonisme?
De vaak extreme hitte van afgelopen jaren in grote delen van Europa confronteerde ons voor de zoveelste keer met de realiteit van een gevaarlijk snel opwarmende aarde waarin extremer weer steeds normaler wordt. Klimaatveranderingen zullen ecosystemen en samenlevingen in toenemende mate ontwrichten. Wie dat niet ziet is laconiek, cynisch, naïef, blind, onnozel, slecht of heeft andere, grotere zorgen. Hoe dan ook: de perspectieven zijn nogal dystopisch.
Helaas is de overgrote meerderheid van de wereldbevolking hier totaal niet mee bezig. De armen en werkezels hebben natuurlijk wel wat anders aan hun hoofd, namelijk hard sappelen om te overleven. En daarvoor is fossiele energie nog lange tijd onmisbaar. De talloos vele gelovigen zien het als een straf van hun God en gaan die klimaatplagen echt niet bestrijden. Ook is er een grote groep, de ultra rechterkant van het politieke spectrum, die ,,al dat gezeik over opwarming” maar onzin vindt …een hoax bedacht door de rijken en experts om het volk klein te houden. En als het al een groot probleem gaat worden, zo denken ze, dan zal het in hun tijd nog wel meevallen.
De politieke en economische elite belijden hun klimaatzorgen vooral met de mond, maken mooie klimaatafspraken, maar deinzen er steeds weer voor terug om de afgesproken, vaak impopulaire en dure maatregelen ook door te voeren. Vertragen en afzwakken zijn eerder regel dan uitzondering. Kortetermijnbelangen blokkeren noodzakelijke systeemveranderingen. Het steeds weer oproepen tot een gevoel van urgentie blijft daardoor een onmachtig, loos gebaar
Het is een grote groep van experts en relatief kleine groep burgers en politici die bewust en geëngageerd nadenken over de opwarming van de aarde. Maar die gaan het verschil echt niet maken. Binnen die groep verschillende de meningen over de kansen voor een succesvol klimaatbeleid. Een deel denkt dat het behoud van een leefbare aarde nog een reële optie is. Maar dan moet er wel snel, mondiaal en rigoureus worden ingegrepen met harde, kostbare en verstrekkende maatregelen. Deze optimisten/idealisten denken dat zo’n moedig ingrijpen van leidende politici op wereldschaal een haalbare optie is. Een ander deel vreest dat dit illusie-denken is. En dat illusie-denken vertaalt zich in illusiepolitiek vinden ze.
Die laatste groep zou het wel eens bij het juiste eind kunnen hebben, want je hoeft geen aardspessimist te zijn om in te zien dat de kans uiterst klein is dat er mondiaal snel en effectief zal worden ingegrepen om de opwarming beneden het aanvaardbare niveau van 2 graden te houden. 90% van de wereldbevolking woont in dictaturen, nepdemocratieën of grote opkomende economieën zoals India en Brazilië: al deze landen doen sowieso niet serieus mee met harde klimaatmaatregelen. En dan heb je het gevecht eigenlijk al verloren.
Maar ook de westerse democratieën, die samen zo'n 10% van de wereldbevolking binnen hun grenzen hebben, zijn er niet op gebouwd om bedrijven en burgers in voldoende grote getale tot klimaatbewust gedrag te verleiden ....of te dwingen. Voor de noodzakelijke maatregelen die diep kunnen/zullen ingrijpen in levensstijl en levensstandaard zullen zelfs in de welvarende democratieën geen meerderheden gevonden kunnen worden. En moedige politici die serieus hun nek uitsteken, krijgen te maken met gevaarlijke populistische opstanden die hen dwingen zoveel water bij de wijn doen, dat je geen wijn meer proeft.
Welke kant gaat het het komend decennium op? In feite zie ik voor de liberale democratieën maar vier opties:
- De autoritaire/technocratische optie: als het gaat om het doorvoeren van ingrijpende maar noodzakelijke klimaatmaatregelen zetten we het democratisch proces 'on hold'. We vervangen de democratische besluitvorming in de parlementen door besluiten van expertteams met grote bevoegdheden en 100% doorzettingsmacht
- De doormodder-optie: we blijven gewoon doormodderen zoals nu met kleine, haalbare stapjes die misschien wel iets helpen en een goed gevoel geven, maar die een opwarming met minstens 3, 4 of meer graden niet gaan voorkomen
- De hedonistische optie: we erkennen dat een effectief mondiaal klimaatbeleid waarmee we de opwarming onder de 2 graden kunnen houden niet haalbaar is, dat de aarde dus op vele plekken onleefbaar gaat worden en dat we er daarom als wereldgemeenschap veel beter voor kunnen kiezen om al die ingrijpende klimaatmaatregelen níet te nemen en er maar zoveel mogelijk welvaart en plezier uit te halen in de tijd die we nog hebben
- De illusie-optie: we blijven geloven in de illusie dat er tijdig een effectief klimaatbeleid op mondiaal niveau gevoerd kan worden waarmee de temperatuur onder de 2 graden kan worden gehouden.
De ras-optimisten zullen dit een te sombere benadering vinden en wijzen op toekomstige oplossingen die we nu nog niet kunnen overzien, maar die de mensheid gaan redden…zoals altijd: nieuwe technologieën zullen alle problemen oplossen ….er staan wereldleiders op die de burgers massaal overtuigen het klimaat te redden….de grote bedrijven gooien massaal het roer fundamenteel om ….en ‘last but not least’ ....God, ons aller mensenvriend, met de almacht het goede te doen, gaat het zelf wel even regelen.
Maar zolang deze wonderen niet gaan plaatsvinden en er niet meer inzit dan de 'doormodder-optie' 2, zal men zich op enig moment in elk land gaan afvragen: hoeveel wil je als samenleving afzien, terwijl je nu al kunt voorspellen dat je met al die opofferingen het doel niet zal bereiken van een aarde die ook op termijn leefbaar is? Waarom zullen we de gevraagde offers blijven brengen voor een illusie? Of nog wat filosofischer geformuleerd: willen we de welvaart van een paar miljard mensen laag houden of zelfs verlagen, alleen om de mensheid ‘een poosje’ langer te laten voortbestaan? In the long run is de homo sapiens toch echt het haasje.
Je kunt de urgentie van een ingrijpend klimaatbeleid samenvatten in het statement: kiezen we voor collectieve acties nu of voor collectieve zelfmoord op termijn? Collectieve acties die mondiaal zoden aan de dijk zetten, kun je, zoals het er nu naar uitziet, wel schudden, dus gaan we als mensheid gewoon wat eerder de 'collectieve zelfmoord'-weg in dan mét een effectief beleid gebeurd zou zijn.
Je kunt die 'collectieve zelfmoord op termijn' grimmig betreuren, maar je kunt het ook relativeren en de tijd die we nog wel hebben zo relaxed mogelijk benutten voor de 'leuke dingen'. Doe mij maar van alles wat?
Alles afwegende geeft het meegaan in de illusie dat het misschien toch gaat lukken mij het beste gevoel en daarom schaar ik mij achter de strijd van Extinction Rebellion. Want alleen met een radicaal mondiaal klimaatbeleid is er iets te bereiken dat grote offers de moeite waard maakt. Al het andere is niet veel meer dan treurige retoriek ....scheten in een netje.
74. De groene revolutie maakt ons nog afhankelijker van totalitair China en is ook sterk vervuilend (deel 1)
Elk weldenkend mens dat zich adequaat informeert over de klimaatproblemen weet dat we in een hoog tempo de CO2-uitstoot naar nul moeten reduceren om de teloorgang van onze beschaving nog een poosje uit te kunnen stellen. Zonder diepingrijpende maatregelen stijgt de temperatuur deze eeuw met gemiddeld 3 tot 6 graden en dat zal grote delen van de nu nog bewoonde wereld onleefbaar maken. Alleen al vanwege extreme weersituaties zullen regionale ecosystemen onomkeerbaar instorten door extreme droogte, extreme hitte, extreme wateroverlast en extreme verstoring van de biodiversiteit ...situaties met de bekende gevolgen: extreme hongersnoden, extreem geweld en extreme migratie ….Deze processen zijn op diverse plaatsen in feite al gestart.
Een snelle energietransitie is dus bitter noodzakelijk. Maar die groene revolutie heeft wel twee rampzalige gevolgen waarover we nog maar mondjesmaat geïnformeerd worden en waarvoor nog geen effectieve oplossingen zijn bedacht: een grote afhankelijkheid van dictaturen en grootschalige vervuiling.
De wereldwijde omschakeling van fossiele energie naar hernieuwbare energie uit wind, zon en andere nog te ontwikkelen energiebronnen vraagt namelijk om apparaten waarvoor vele schaarse metalen onmisbaar zijn. Echter, het grootste deel van die zeldzame delfstoffen worden gevonden in dictaturen waar we ons niet graag afhankelijk van willen maken. Dat is probleem één. Probleem twee is dat die metalen worden gemijnd met processen die sterk milieuvervuilend zijn. Beide problemen gelden overigens ook voor de metalen die nodig zijn voor de digitale hightech apparaten, zoals mobieltjes, zonder welke onze samenleving niet meer kan functioneren.
Na een incident met Japan in de Zuid-Chinese zee staakte China in 2010 de levering van een zeventiental zeldzame metalen, met exotische namen als ytterbium en gadolinium. Ze worden wel de 'vitamines' van de Japanse hightech genoemd, omdat ze onmisbaar zijn in telefoons, computers, televisies, straaljagers, kernonderzeeërs en röntgenapparaten. China voorziet momenteel in 97% van de wereldbehoefte aan ytterbium en gadolinium.
Deze zeventien zeldzame metalen zijn ook de 'groene elementen' die sleutelrol spelen in de energietransitie. Ze zijn de kernonderdelen in de motoren van elektrische auto's en windturbines. Voor bijna-monopolist China zijn ze om die reden alleen al een machtig chantagemiddel. Voor een elektrische auto is zes keer meer lithium, mangaan, neodymium en andere mineralen nodig dan voor een gewone auto, voor een windcentrale tot wel negen keer meer dan voor een gascentrale. Voor veel van die metalen heeft Europa de Chinezen nog harder nodig dan de Russen voor het gas. (1)
In NRC werd kortgeleden de Franse geopolitieke analist en metaalexpert Guillaume Pitron geïnterviewd naar aanleiding van zijn laatste boek “The Rare Earth Metals War” (2021). In dat gesprek zegt hij: ,,we bevrijden onszelf uit de klauwen van de Russische beer door regelrecht in de vlerken van de Chinese draak te rennen. Het is alsof we cocaïne verruilen voor heroïne; we wisselen de ene verslaving in voor de andere. We realiseren ons niet dat het mooie ideaal van een koolstofarme economie zeer veel grondstoffen vergt. We zien alleen het eindproduct, de windmolens, de Tesla's - zoals een Albert Heijn-klant alleen de kant-en-klaarmaaltijd ziet, zonder te weten waar de ingrediënten vandaan komen.”
Het is dus klimaat technisch en geopolitiek noodzakelijk dat we ons ‘los’ maken van fossiele brandstoffen en ons onafhankelijk maken van de Russen door daar geen olie en gas meer te kopen en om z.s.m. over te gaan op windmolens, zonnepanelen en stekkerauto’s. Maar ....daarvoor moeten we ons vervolgens wel uitleveren aan een andere, heel veel machtiger totalitair systeem dat op termijn onze waarden en welvaart nog veel ernstiger zal bedreigen: China. Van de wal in de sloot is wel het minste wat je ervan kan zeggen.
(1) Het silicium of gallium in zonnepanelen? China levert respectievelijk 61% en 73% van het wereldaanbod. Grafiet voor de accu's van elektrische auto's? 69% Neodymium in windturbines op zee? 97%. Van antimoon levert China 87%, bismut 82% , wolfraam 84% en van yttrium 95%. (Bron:NRC 14 mei 2022)
75. De groene revolutie maakt ons nog afhankelijker van totalitair China en is ook sterk vervuilend (deel 2)
De onvermijdelijke groene revolutie maakt ons vanwege die onmisbare zeldzame metalen niet alleen sterk afhankelijk van vooral China, maar het mijnen en raffineren van die metalen is ook nog eens mega-vervuilend. Welke politicus hoor je erover? In de Tweede Kamer en in Brussel wordt beide onderwerpen vooralsnog gemeden als de pest. Bang als men is om de voortgang in het klimaatbeleid nog verder te frustreren.
In de hiervoor genoemde studie “The Rare Earth Metals War” van Guillaume Pitron wordt met een overvloed aan feiten en cijfers uitgelegd dat het winnen en raffineren van die schaarse ‘groene’ metalen in China tot enorme milieuschade heeft geleid en nog steeds leidt. In het hiervoor genoemde NRC-interview zegt Pitron hierover: ,,Eenmaal ter wereld zijn windturbines, zonnepanelen en elektrische auto's inderdaad toppunten van schone energie. Hun conceptie is echter een vuil zaakje.” De onderzoeksjournalist spreekt in dit verband over de leugen van de schone groene revolutie. ,,De leugen is dat wij geen hoge prijs zouden hoeven te betalen voor de groene revolutie. Nee, wij Europeanen niet, maar de Chinezen en Afrikanen betalen die prijs namelijk voor ons, duizenden kilometers verderop.” En wel een zeer hoge ‘prijs’ in termen van mensenlevens, gezondheid en milieuschade. Dit zijn echter kosten die nooit in de prijs van al die onmisbare metalen, en dus onze energieprijs, worden doorberekend.
Pitron reisde voor zijn boek o.a. naar het Chinese 'kankerdorp' Dalahai. Aan het meer daar staan de spookachtige raffinaderijen van Baotou, de grootste groene elementenleverancier van de wereld. ,,Hun giftige smurrie braken ze uit in het meer” vertel hij. De bodemvervuiling is daar immens en bij het raffineren van veel van die zeldzame aardmetalen komt er radioactieve straling vrij die 36 keer hoger dan elders in de regio. Het dorp is inmiddels verboden terrein. De bewoners werden gedwongen verhuisd, voorzover nog niet bezweken aan de kanker, die er extreem vaak voorkwam. China telt volgens Pitron vele ‘kankerdorpen’, waar rivieren en rijstvelden vervuild zijn met de radioactieve resten van cadmium en indium voor zonnepanelen en de groene elementen voor windmolens.
,,Chinese plattelanders betalen zo de prijs voor de schone energie van (buitenlandse) stedelingen, in de vorm van kanker, geboorteafwijkingen of luchtwegaandoeningen. Alleen al het raffineren van een ton zeldzame aardmetalen vereist 200 kubieke meter water, dat daarna vervuild met metalen en zwavel- en zoutzuur in rivieren, bodems en grondwateren vloeit. Maar wij westerlingen krijgen het beste van twee werelden: de laagste prijzen, en geen vervuiling in onze achtertuin.” Aldus Pitron.
China probeert daar al geruime tijd iets aan te doen. Heel goed. Via nieuwe, schone technologie? Nee, door zoveel mogelijk van die vervuiling naar Afrika te exporteren. Het land is namelijk druk bezig om de vervuilende productieprocessen waarmee de schaarse metalen beschikbaar moeten komen in ‘hun’ Afrikaanse kolonies te laten plaatsvinden, landen waar ze inmiddels vele belangrijke mijnen in hun bezit hebben. De Chinese knechten worden dus vervangen door Afrikaanse slaven die het levensgevaarlijke en slecht betaalde werk wel moeten accepteren: ze hebben honger en hun regime, dat onder curatele staat van de Chinezen, zorgt er wel voor dat er niet geprotesteerd kan worden tegen de onmenselijke arbeidsomstandigheden.
Vanuit Europa wordt in alle landen en op alle niveaus bij deze praktijken schaamteloos weggekeken. Onze groene revolutie moet immers het imago van 'schoon en modern' blijven houden en mag zeker niet te duur worden. Maar als die milieu- en gezondheidskosten van de winning en raffinage van schaarse metalen fair in de prijzen van de hernieuwbare energie zouden worden doorberekend, zou die ‘schone’ energie wel eens zo duur kunnen worden dat de consument in opstand komt en ultrarechtse anti-klimaat politici nog meer wind in de zeilen geblazen krijgen.
Dit gegeven stemt de mens niet tot vrolijkheid of optimisme. Bloed-diamanten, daar konden we nog met z’n allen fanatiek tegen strijden, want wie heeft er nu diamanten? Over bloed-kobalt, onmisbaar voor de mobieltjes, hoor je eigenlijk geen hond, want onze mobieltjes zitten aan miljarden handen vergroeid. Hoe zal dat uitpakken als de term 'bloed-energie' ingeburgerd raakt? Dan hebben de bedrijven op z'n minst een stevig marketingprobleem
76. De groene revolutie maakt ons nog afhankelijker van totalitair China en is ook sterk vervuilend (deel 3)
Verantwoorde mijnbouw van zeldzame metalen, onmisbaar voor de groene revolutie, is alleen zonder ernstige schade aan milieu en gezondheid mogelijk door massief te investeren in robotisering, hoogwaardige raffinage-technologie en veilige arbeidsomstandigheden. Maar dat kost ‘een paar centen’ en leidt tot energieprijzen die de gemiddelde consument niet kan of wil betalen. Dus zal het er uiteindelijk op neerkomen dat ook wij Europeanen, net als de Chinezen, accepteren dat de schaarse metalen voor onze groene revolutie worden gedolven en geraffineerd door Afrikaanse slaven die er voor een hongerloon ten koste van hun eigen gezondheid voor moeten zorgen dat wij de noodzakelijke hoeveelheid windmolens, zonnepanelen, stekkerauto’s en mobieltjes beschikbaar krijgen.
Overdreven? Neem kennis van de feiten en cijfers. Helaas is 95% van de burgers, ook als het gaat om dit onderwerp, verdeeld in drie groepen: zij die het niet weten, zij die het niet willen weten en zij die het wel weten maar niets met dat inzicht doen.
Wranger dan wrang …zelf hebben de Afrikaanse landen nooit een bijdrage van betekenis geleverd aan de opwarming van de aarde, maar ze dragen wel de zwaarste gevolgen: de klimaatrampen treffen tot dusver vooral hen, hun schaarse grondstoffen worden geroofd voor ónze windmolens, hun milieu en economie worden geplunderd en hun gezondheid wordt verziekt. Toch mogen ze niet vluchten naar veiliger gebieden met meer economische kansen en worden ze in de Middellandse Zee met vooral illegale pushbacks gestopt.
Ze verdwijnen in de golven of ze worden, als ze ‘geluk’ hebben, in onleefbare detentiekampen opgesloten …. ze humaan opvangen en perspectief bieden in onze economie die schreeuwt om verse arbeidskrachten is blijkbaar geen optie ….weerzin tegen burgers met een andere kleur ….en in het rijke Nederland hebben we het zelf al zo zwaar. Zie alleen al die problemen bij het inchecken op Schiphol ….das toch vreselijk voor die wachtende mensen ….sneue waanzin.
Hier komen de onhoudbaarheid van de hardvochtige neoliberale markteconomie en de perversie van onze zelfzuchtige moraal samen ….in de beelden van de cobaltwinning en de pushbacks en in de larmoyante klaagpartijen van boze reisbureaus en opgefokte reizigers die, ondanks de klimaatcrisis, het recht opeisen op een paar vliegvakanties per jaar. Maar die niet eens bereid zijn om iets meer voor hun vliegticket te betalen om de Schipholslaven bij de bagageafhandeling ook een leefbaar inkomen te verschaffen. Een vliegtax is helemaal uit den boze. Ze willen het goedkoopste ticket en een probleemloze, snelle incheck verzorgd door flexwerkers die weinig kosten en snel ingewisseld kunnen worden werkers die nog minder kosten. Je zou ze, in een cynische bui, een geheel verzorgde vakantie in de Donbas-regio toewensen.
Elke keer als ik de aardige, welbespraakte, competente en overijverige milieu- en klimaatminister Rob Jetten zijn wervende praatjes hoor houden over ‘nog een paar tandjes erbij’, moet ik toch ook even denken aan de uitgebuite Afrikaanse slaven met hun voeten in de giftige metaalafval-smurrie die met al dat dodelijke gesloof niets opschieten, maar alleen de kutgevolgen oogsten.
En dan vraag ik me af: is dit het allemaal echt waard? De ene groep opofferen om de welvaart van de andere groep te vergroten? De ene groep uitbuiten om voor de andere groep via een groene revolutie het einde van de westerse beschaving te vertragen? Is het dit echt allemaal waard? Als ik naar die rijen op Schiphol kijk en ik hoor dat verwende en ontevreden volkje klagen over hun nano-zorgjes, dan neemt de cynicus in mijn brein het weer even over: waarom zou je in godsnaam over de rug van steeds weer dezelfde arme sloebers de mensheid willen redden van een klimaatcrisis, terwijl degenen wier nakomelingen het meest profiteren van dat voortbestaan het allemaal geen donder interesseert en er gewoon ten koste van alles, tegen de laagste prijzen, hier en nu, zoveel mogelijk uit willen halen?
O ja, en dan de mega-winsten die met het onmisbare ‘nieuwe groene goud’ worden gemaakt? Eén maal raden waar die terecht komen. Nee, niet in Afrika dus. Maar wel bij de vooral westerse en Chinese aandeelhouders van bedrijven die in het ‘schaarse-metalen-systeem’ aan de knoppen zitten en in de keten van winning tot verkoop zoveel mogelijk pecunia aftappen. Zij hebben de meeste macht in dat systeem, waar ook nog eens ontelbare miljarden klimaateuro’s aan overheidssubsidies ingepompt worden. Bekkie open en de eurootjes vliegen naar binnen.
77. De Weimarrepubliek 1918-1933 …. wat kunnen we er van leren?
Op 9 november 1918 werd het Tweede Duitse Keizerrijk ten val gebracht en vervangen door de eerste Duitse republiek, die als de Weimarrepubliek de geschiedenis in zou gaan. Het werd een van de meest fascinerende periodes van de vorige eeuw …. het eerste democratische bouwwerk in de Duitse geschiedenis. De ene historicus ziet het als een mislukt experiment en de eerste schakel in het proces dat uiteindelijk in 1933 Hitler en zijn nazi’s aan de macht bracht …en uitmondde in WOII en de Shoah. Als een soort logisch proces met een onontkoombaar eindresultaat. Andere historici beschouwen deze eerste democratie op Duitse bodem vooral als een periode waarin talloze nieuwe, veelbelovende ontwikkelingen in Duitsland werden opgestart op politiek, technologisch, economisch en cultureel gebied. Een periode met veel politieke vrijheden, waarin Duitsland en vooral Berlijn, na een verwoestende oorlog, het culturele middelpunt van Europa werd.
De Weimarrepubliek had, volgens sommige historici, ook succesvol kunnen aflopen als de destructieve krachten die het systeem bewust kapot wilden maken vroegtijdig en eensgezind in de kiem waren gesmoord. Maar het ging ook toen weer zoals het vaak gaat: pas achteraf zag men wat de gevolgen waren van niet-handelen of verkeerd handelen. De krachten die uiteindelijk de nazi’s voor lange tijd aan de macht hielpen deden dat óf onbewust, óf uit rancune en boosheid óf uit strategische overwegingen, die verkeerd uitpakten …velen van die wegbereiders van de bruinhemden zouden niet veel later zelf ook door het monster verzwolgen worden.
De democratie bleek toen toch te kwetsbaar en uiteindelijk niet bestand tegen de op haar inbeukende krachten ….14 jaar na haar geboorte werd de Weimarrepubliek ten grave gedragen. Voor wie de parallellen wil zien …. de democratie heden ten dage is ook kwetsbaar. Ook nu gaan we van crisis naar crisis, ook nu zien we het grote wantrouwen van de burgers in haar overheid en de grote tegenstellingen tussen arm en rijk. Net als toen steken de democratische partijen meer energie in het bestrijden van elkaar, dan in het oplossen van de grote problemen en het gezamenlijk hard bestrijden van nationalistisch-chauvinisme en populisme. En ook nu zullen we dat op termijn misschien duur moeten betalen, maar daar pas achter komen als de bestuurlijk incapabele oproerkraaiers in de chaos aan de macht zijn gekomen en niet meer te temmen zijn.
Ook Hitler en zijn trawanten zijn als een kleine, onbeduidende, door weinigen serieus genomen ‘bruine bende’ begonnen, maar sloopten in een paar jaar de Weimarrepubliek en namen in 1933 de macht over. Einde democratie. In Dachau zette Hitler direct na zijn machtsovername het eerste concentratiekamp op voor communisten en andere politieke tegenstanders. Maar bijna niemand had toen nog door dat vernietigingskampen voor de Joden de volgende stap zou zijn.
Het is allemaal te lezen in een briljant boek dat in 2021 is verschenen: “de opkomst en ondergang van de Weimarrepubliek 1918-1933. Over de kwetsbaarheid van de democratie” van de historicus Patrick Dassen. Deze studie van 570 pagina’s is uitstekend geschreven en qua thematiek zeer actueel. Dassen maakt ook veelvuldig gebruik van primaire bronnen: brieven, dagboeken, kranten, redevoeringen, films, romans ….en van korte autobiografieën, ook van gewone mensen, en NSDAP-leden. Hoe hebben zij, de figuranten en kleine spelers, die periode ervaren? Al die persoonlijke geschiedenissen bieden ook veel verdieping bij de uitwerking van zijn kernvragen: wat maakte de Weimarrepubliek zo bijzonder en zo kwetsbaar, waarom ging zij uiteindelijk ten onder en welke lessen kunnen we daar heden ten dage uit trekken?
De oorsprong van de naam ‘Weimarrepubliek’ is een verhaal op zich. Toen net na de Eerste Wereldoorlog de spanningen in Duitsland groot waren en er m.n. in Berlijn in 1919 burgeroorlogachtige toestanden uitbraken (waaronder de ‘Spartakusopstand’), week de nieuwe regering ‘in oprichting’, de Constituerende Nationale Vergadering, tijdelijk uit naar het plaatsje Weimar in midden-Duitsland, ooit het domicilie van de culturele helden van het kosmopolitisch-humanisme, Schiller en Goethe. De nieuwe politici wilden daarmee tot uitdrukking brengen dat ze wilden werken aan het ‘betere’ Duitsland. Het nieuwe democratische Duitsland van sociaaldemocraten en liberalen wilde zich ook op deze wijze onderscheiden van het conservatief-autoritaire Duitsland van voor de oorlog. De hele 14-jarige Weimarperiode was een fascinerende strijd, aan het eind op leven en dood, tussen deze beide Duitslanden.
Dassen verdeelt de geschiedenis van de Weimarrepubliek in drie fasen. In de eerste fase, die liep van 1918 tot 1923, was de republiek ondraaglijk zwaar belast: de verloren Eerste Wereldoorlog, het vernederende Verdrag van Versailles met haar onredelijke voorwaarden en hoge herstelbetalingen, een chaotische economie die volledig op z’n gat lag, een gewelddadige revolutie geëntameerd vanuit de Spartakusbond die van Duitsland een Bolsjewistische staat wilde maken en de sociaaldemocratische regering omver wilde werpen, de haat van de legerleiding en officieren tegen de Joden en communisten die zij het verlies van de oorlog verweten (de “dolkstootlegende”), talrijke politieke moorden, politiek links en rechts die elkaar onverdraagzaam te lijf gingen en de hyperinflatie van 1923 die gewone burgers noopten om met een kruiwagen vol Rijksmarken een brood te gaan kopen. Dat de democratische krachten zich in die explosieve situatie konden handhaven en hier nog sterk en weerbaar uitkwamen ook, noemt Dassen een wonder.
In de tweede fase, die liep van 1923 tot 1930, was er sprake van een politieke en economische renaissance, waarin er miljoenen banen en huizen bijkwamen en er een verzorgingsstaat werd opgebouwd die een groot draagvlak onder de bevolking creëerde …ook kunst en cultuur bloeide als nooit tevoren en Duitsland verloor zijn pariastatus in Europa. De bevolking zag de toekomst met groot vertrouwen tegemoet.
Maar in de derde periode ging het, vanaf 1930, stap voor stap goed mis. Allereerst sloeg de Grote Depressie ook in Duitsland keihard toe met economische malaise en massawerkloosheid als gevolg. De diepe crisis bleek een ideale voedingsbodem voor de extreme groepen en de conservatieven die op wraak zinden en terug wilden naar de oude orde.
Zonder de Beurskrach vaan 1929 had de economie van de Weimarrepubliek zich waarschijnlijk voorspoedig kunnen blijven ontwikkelen, was de welvaart verder toegenomen en de grote ontevredenheid uitgebleven. Door de instorting van de economie ontstond er een economisch, politiek en sociaalpsychologisch klimaat waarin het voor de extremen goed peuren was. Communisten bestreden vooral de sociaaldemocraten, i.p.v. dat links gezamenlijk de nationalistisch-conservatieve krachten aanpakte. Oud-legerleiders, grootindustriëlen, hoge ambtenaren, de adel, partijdige rechters …ze wilden van de Weimarrepubliek af en het oude Keizerrijk weer in ere herstellen. Ze steunden om die reden Hitler, die ze weliswaar als een schertsfiguur beschouwden, een ‘nuttige idioot’, maar die ze ook zagen als een overgangsfiguur die gebruikt kon worden om de democratische orde af te breken. Daarna kon ie, bij het herstel van de oude orde, simpel weer aan de kant worden geschoven. Verkeerd gegokt. Toen de conservatieve elite er achter kwam hoe verkeerd ze Hitlers machtsambities hadden ingeschat en hoe ze zijn charismatische leiderschapskwaliteiten hadden onderschat, was het te laat en werden ook zij door hem, toen hij de absolute macht had, op de mestvaalt van de geschiedenis gedumpt.
De polarisatie was in die derde fase op alle terreinen enorm. Hitler boekte met NSDAP spectaculaire verkiezingswinsten, mede door persbreidel, intimidatie en veel straatgeweld. In 1932 haalde de NSDAP bij de landelijke verkiezingen nog 33,1% van de stemmen, wat wel minder was dan de 37,4% in de verkiezingen daarvoor. Maar via tamelijk duistere politieke deals bereikte hij, ook tot verrassing van de nazi’s zelf, toch het hoogste ambt: op 30 januari 1933 werd de 43-jarige Adolf Hitler door de rijkspresident, de conservatieve aristocraat, Paul von Hindenburg benoemd tot rijkskanselier van Duitsland. De stekker kon uit de Weimarrepubliek worden getrokken. Hitler was nog maar een paar meter van de absolute macht verwijderd.
Dassen beschrijft gedetailleerd via welke stappen er uiteindelijk een einde kwam aan het eerste democratische experiment in Duitsland. Duidelijk wordt dat dat einde geen “historische noodzakelijkheid” was …geen logisch of onontkoombaar eindresultaat. Integendeel, op vele momenten in dit 14-jaar durende proces hadden bepalende gebeurtenissen door andere besluiten evengoed een totaal andere kant op kunnen gaan, waardoor Hitler niet aan de macht was gekomen, WOII niet was uitgebroken en de Holocaust niet had plaatsgevonden. Als je deze geschiedenis van de Weimarrepubliek leest, dan valt weer eens op hoe bepalend ook het toeval in het verloop van elke fase in de geschiedenis is. Personen of groepen die meestal impulsief, intuïtief of op basis van onvolledige of verkeerde informatie met hun acties ontwikkelingen in gang zetten met uitkomsten die ze zelf niet voorzien of niet gewild hadden. Hitler en zijn beweging hadden op heel wat momenten het geluk aan hun kont hangen, zijn opponenten vooral de vette pech.
Maar wat in het boek van Dassen ook weer duidelijk wordt, is dat een democratisch systeem door kwade krachten zó kan worden gedestabiliseerd dat het uiteindelijk bezwijkt. En dat crises door populistische leiders kunnen worden benut om een deel van het volk op te zetten tegen de democratie en rechtstaat. Dassens boek kun je daarom ook lezen als een waarschuwing voor de gevaren van antidemocratische krachten in deze tijd. Veel van de drijfveren, ambities, rancunes, strijd, haat, angsten, antisemitisme, vervreemding, nationalisme en identiteitscrises die je in de door Dassen aangehaalde tijdsdocumenten over de Weimartijd kunt lezen, spelen ook nu. Lees dat boek.
78. Waarom solidair zijn met hen die zelf niet solidair willen zijn?
Vanaf het begin van de sociale strijd was het een gevleugelde uitspraak die niet zozeer een kern van waarheid bevatte, maar 100% waar was: de ondernemers houden de arbeiders arm en de christelijke kerk houdt ze dom. En de sociaaldemocratie strijdt voor verheffing van het volk via goed onderwijs voor iedereen en redelijke arbeidsvoorwaarden. Meer dan honderd jaar harde strijd, waarin de beter betaalde arbeiders solidair waren met de laagst betaalden, werklozen en armen. Later kwam daar de internationale solidariteit bij. De sociaaldemocratie, eerst de SDAP en daarna de PvdA, is altijd de drijvende kracht geweest achter de opbouw van een verzorgingsstaat die op vele punten zijn gelijke niet kent in de wereld.
Maar een paar jaar geleden is de PvdA door de kiezers bij het grof vuil gezet. Oorzaken genoeg. Voor de één was de partij te rechts of te pragmatisch geworden, voor de ander te links of te principieel. Jonge kiezers beoordeelden de partij als niet sexy genoeg en lieten haar links liggen. Groenen en arbeideristische types vonden dat de PvdA te dicht was aangeschurkt tegen het neoliberalisme. Heel wat geleerden waren van menig dat de meeste traditionele strijdpunten waren gerealiseerd en de partij dus niet meer relevant was. En, misschien wel een van de belangrijkste reden voor de marginalisering van de partij: een groot deel van de laagopgeleide achterban liep over naar de rechtse populisten omdat ze niets (meer) moesten hebben van de internationale solidariteit c.q. het helpen van migranten, vluchtelingen en derde wereld landen. Geen partij wordt nu door die bozen zo gehaat als de PvdA.
Het overlopen van de boze minderbedeelden naar extreem rechts plaatst de sociaaldemocraten uit de middenklasse voor een moreel dilemma: wat moet je nog met een PvdA als de onderkant waarmee je solidair wil wezen, het niet kan opbrengen om zelf solidair te zijn met de kanslozen uit andere landen? En daarom massaal overloopt naar extreemrechts dat nooit iets zal doen aan hun sociaaleconomische positie. Waarom zou de progressieve middenklasse nog langer een partij steunen die als schild voor de zwakken de onderkant wil verheffen, als die onderkant daar zelf niets van moet hebben? Overwippen maar naar GroenLinks? Of ook de eigen economische belangen laten meewegen en maar voor D66 kiezen? En de PvdA met dank voor bewezen diensten vredig laten imploderen?
Op een oneindig veel hoger welvaartsniveau dan honderd jaar geleden zie je nu ontwikkelingen die vergelijkbaar zijn met die aan het begin van de sociale strijd. Via nepnieuws worden grote groepen dom gehouden of opgehitst, de kloof tussen hoog- en laagopgeleiden wordt steeds groter, werknemers krijgen steeds minder te vertellen, de bedrijven knijpen een rechtvaardige loonontwikkeling zoveel mogelijk af, de baanonzekerheid neemt alleen maar toe en er groeit een concentratie van rijkdom en macht bij een kleine groep vermogenden.
Deze ontwikkelingen maken dat het gevecht tussen arbeid en kapitaal weer bovenaan de agenda moet komen. De multinationals, grote bedrijven, technologiemonopolies en financieel machtigen bepalen meer dan ooit het spel en proberen democratisch gekozen politici letterlijk de wet voor te schrijven. We zien het recent weer bij het klimaatbeleid en bij het vaststellen van belastingtarieven. Alle kosten moeten worden afgewenteld op de burger en door zo laag mogelijke belastingen te eisen, weigeren ze fair mee te betalen aan de publieke investeringen. Hierbij spelen ze de landen tegen elkaar uit.
De oorspronkelijke redenen voor een sociale strijd lijken me weer verdomd actueel. Solidariteit zou weer het leidend beginsel moeten worden. Ook met toekomstige generaties. Voldoende redenen voor een revival van de sociaaldemocratie. Daarbij leveren ze vaak ook nog eens goede bestuurders. In een tijd waarin er nogal wat roeptoeters met surrealistische ideeën oprukken naar de macht lijkt me dit geen onbelangrijk aandachtspunt.
79. Angst en schaamte....maar wat had Boris Pasternak jegens Stalin anders kunnen doen? En met welke gevolgen?
In het laatste boek van de dit jaar overleden Albanese schrijver Ismail Kadare, "Onenigheid aan de top" (2022) is een spotgedicht over Stalin opgenomen van de beroemde Russische dichter Osip Mandelsjtam. Het was mega-dapper, maar hij moest het met de dood bekopen. In zijn boek analyseert Kadare 13 mogelijke versies van het beroemde telefoongesprek tussen dictator Jozef Stalin en de Russische schrijver en Nobelprijswinnaar 1958, Boris Pasternak. (1) Het gesprek, op 23 juni 1934, duurde 3 minuten. Stalin wilde weten wat Pasternak van Mandelsjtam vond. Hij had de dichter eerder die week door zijn geheime dienst laten oppakken, mogelijk vanwege geruchten over het spotgedicht. Pasternak was, ook naar eigen zeggen, volkomen in verwarring gebracht door het telefoontje en de stem van de tiran. Hij had, zei hij later tegen vrienden, nogal 'vreemd' gereageerd op Stalins vraag naar wat ie van Osip vond. En toen Pasternak het niet opnam voor Mandelsjtam schijnt Stalin, voordat ie de hoorn erop kwakte, nogal cynisch te hebben gereageerd met: ,,als ik Mandelsjtam's vriend was geweest, was ik beter voor hem opgekomen". Dit was de versie van Pasternak zelf. Ook dapper van hem om dat publiekelijk te bekennen.
De wat bangige reactie van Pasternak is zeer invoelbaar, want tijdens de Grote Terreur zou één verkeerd woord z'n einde hebben betekent. Mandelsjtam overleefde de gruwelen van de Goelag Archipel niet. In 1938 overleed hij aan tyfus, honger en andere ontberingen in het strafkamp. Over het 'telefoontje' is in die tijd, en ver daarna, veel gefluisterd, gespeculeerd en geschreven. Kadare heeft een prachtig essay geschreven over de vele mogelijke versies van het korte gesprek tussen de meedogenloze leider en de kwetsbare schrijver, die zich altijd is blijven schamen voor zijn weinig dappere houding. Maar stel dat Pasternak zijn collega wel moedig had verdedigd tegenover Stalin: had dat de dichter kunnen redden?
Dat is uiterst onwaarschijnlijk. Stalin wist van het bestaan van het spotgedicht en heeft miljoenen schuldloze Russen voor minder naar de Goelag gestuurd of de kogel laten geven, louter om met terreur de angst erin te houden. Pasternak heeft na dit berucht geworden telefoongesprek met heel van mazzel de Stalinterreur nog 20 jaar overleeft. In 1954 stierf Stalin. Pasternak 6 jaar later. Kadare heeft het Albanese terreurregime ook vele jaren overleeft door in zijn romans geen directe kritiek op de machthebbers te hebben. Er zijn heel wat slachtoffers van die terreur die deze geweldige schrijver angstig en laf gedrag verwijten. Hij had in ieder geval meer moed dan Pasternak. Maar er waren er maar weinig die zo dapper waren als Mandelstjam.
(1) Onder druk van Chroestsjov moest Pasternak de prijs weigeren
80. De liberale democratie afschrijven, omdat je een bepaald beleid waardeloos vindt?
Het is alweer anderhalf jaar geleden. Een monsterachtig grote bruinkoolmachine staat vlak voor het Duitse dorpje Lützerath, net over de grens bij Zuid-Limburg. Klaar om daar het laatste stukje van het landschap kaal te vreten voor de winning van bruinkool, een van de meest schadelijke brandstoffen in termen van CO2-uitstoot. Niemand wilde die bruinkoolwinning echt, maar de Duitse energiegigant RWE had vanwege de precaire energiesituatie toch toestemming gekregen om tijdelijk meer bruinkool te winnen dan oorspronkelijk de bedoeling was. Onder het motto: nood breekt wet. Onderdeel van de deal was wel dat de bruinkoolwinning niet pas in 2038 stopt, maar in 2030.
De oorspronkelijke bevolking van het dorpje was al geruime tijd geleden uitgekocht en vertrokken, maar Lützerath werd al twee jaar bezet door meer dan 100 milieuactivisten, die de bruinkoolwinning daartegen wilden houden. Nu de rechter recent RWE toestemming had gegeven door te gaan met de winning was de eindfase van de volledige ontruiming aangebroken. Maar de activisten hadden versterking vanuit heel Europa gekregen. Er hadden zich inmiddels zo'n 700 'strijders voor een goede zaak' in Lützerath verzameld om het dorpje te 'verdedigen'. Een veldslag met de 1000-koppige politiemacht moest niet worden uitgesloten, was zelfs zeer waarschijnlijk.
De verontrusting en de verontwaardiging van de demonstranten waren uiterst legitiem. Ze hadden natuurlijk volledig gelijk: de winning van bruinkool zou definitief moeten stoppen. Direct. Alleen: dat gelijk kregen ze politiek en juridisch niet. Omdat twee legitieme maar tegengestelde belangen hier keihard botsten. Je kunt de burgerbevolking niet, letterlijk, in de kou laten zitten. Dat daar ook bruinkool voor nodig was, was irritant en zorgwekkend, maar wel een fact of life. Het enige alternatief is de kerncentrales langer open te houden, maar dat stuitte ook op fel verzet van de activisten. Juist het, achteraf misschien wat te haastige, besluit van Merkel in 2011 om alle 17 kerncentrales te sluiten, was een belangrijke reden om langer door te gaan met de bruinkoolwinning.
Niet minder dan 30% van de Duitse elektriciteit komt uit de verbranding van bruinkool. Daar kun je niet zomaar mee stoppen. En met de stopzetting van de Russische gasleveringen is dat probleem nog urgenter geworden. Verontrustend was dat de klimaatactivisten aan deze dilemma's voorbijgingen
Ook verontrustend was de redenering van een van de geïnterviewde demonstranten, een goed formulerende jonge Nederlandse vrouw. Toen de verslaggever haar wees op het feit dat zelfs de Groenen in de coalitie akkoord waren gegaan met de tijdelijke verlenging van de concessie om hier bruinkool te mogen winnen, reageerde zij met ,,maar dat is voor mij juist het bewijs dat dit politieke systeem niet meer werkt.’’ Dat gaat wel heel ver. Een systeem werkt niet meer, als jij het niet met de meerderheidsbesluiten eens bent?
In de emotie van het moment kun je zoiets misschien nog zeggen, maar als je er wat rationeler over nadenkt, is het toch een gevaarlijke opmerking. Bijna alle democratisch gekozen politieke partijen in Duitsland waren akkoord met de tijdelijke verlenging van de bruinkoolwinning. Wat deugt er dan niet aan het systeem als de regeringscoalitie, alles afwegende, dan ook besluit om die winning tijdelijk nog wat langer toe te staan? Welk ander democratisch politiek systeem zou tot een betere afweging zijn gekomen? Ja, een systeem waarin alleen de stemmen van de tegenstanders van bruinkool worden geteld.
Als je vindt dat het politieke systeem niet deugt, wanneer je je zin niet krijgt, dan pleit je de facto voor een dictatuur van jouw politieke snit. Dan zeg je eigenlijk: een politiek systeem deugt alleen als over belangrijke thema’s besluiten worden genomen waar ik het mee eens ben.
Het is dezelfde redenering die extreemrechtse populisten erop na houden: ,,deze democratie is de onze niet omdat er steeds besluiten worden genomen waar wij het faliekant mee oneens zijn en die tegen de wil van het volk ingaan.” Dat het een democratisch gekozen meerderheid in het parlement is, die de besluiten heeft genomen, daar hebben ze geen boodschap aan. Net als die demonstranten in Lützerath. Wat onverlet laat dat zij daar bij die bruinkoolmijn de strijd voor een rechtvaardige zaak voerden. Mijn sympathie hadden ze.
Maar uiteindelijk hebben parlement en rechter wel het laatste woord. Anders wordt de samenleving een jungle waar het recht van de sterkste gaat gelden. En dat zullen dan, vrees ik, bijna altijd de fysiek en financieel sterksten zijn, met de grootste bek, de meeste wapens en de minste moraliteit. Nooit de klimaatactivisten.
81. Arme Russen. Altijd onderdrukt. Altijd speelbal van dictators en een egoïstische elite.
Arme Russen. Nooit echt kennis gemaakt met de zegeningen van de Verlichting. Nooit een duurzame democratie en rechtstaat gekend. Nooit in hun 1100-jarige geschiedenis hebben ze zich kunnen ontworstelen aan wrede dictators. Althans, bijna nooit.
Vanaf 882, het moment waarop de eerste contouren van een Russische staat zichtbaar werden, werden ze meer dan 1000 jaar, duizend jaar, lang gedomineerd door wrede tsaren en egoïstische landadel. 99% van de bevolking bestond uit onderhorige keuterboertjes en kleine ambachtslieden die niets te vertellen hadden en vooral hun bek moesten houden. Straatarme slaven. Toen de communisten dat feodale systeem in 1917, terecht, compleet wegvaagden, vervingen ze het door een pervers totalitair systeem waarin velen uiteindelijk wel goed werden opgeleid en redelijk te eten kregen, maar de onderdrukking en staatsterreur tientallen miljoenen slachtoffers maakten en het volk nog steeds niets te vertellen had. De staat bleef je vijand, voor wie je bang moest zijn.
Maar toen werd het ondenkbaar denkbaar, het gloriejaar 1991: de ontmanteling van de Sovjetunie en het einde van het communisme, na 73 jaar. Dankzij de enige humane en beschaafde leider in de Russische geschiedenis tot dusver: Michael Gorbatsjov. Voor het eerst was er een zeker perspectief op democratie en op een rechtstaat. Voor het eerst in de Russische geschiedenis geen staatsterreur. Voor het eerst konden Russen vrijuit spreken. Jeltsin zette de omwenteling door, maar maakte er al snel economisch en politiek zo'n zootje van dat veel gewone Russen, die hun spaarcentjes en pensioenen zagen verdampen, dachten: alles is beter dan dit. Een gedachte waar de beter opgeleiden later heel veel spijt van kregen.
Want, helaas voor de Russen: in 2000 brak het tijdperk Poetin aan. De dooi na 1100 jaar despotisme had slechts tien jaar geduurd. De onderdrukking en staatsterreur kwamen weer terug. Nu alweer 23 jaar. De Rus is weer z’n leven niet zeker als ie zegt wat ie denkt en kritiek heeft op de macht. Ze worden weer geregeerd door een wrede maffia die alle oppositie uitschakelt, vermoordt of naar strafkampen stuurt, die zichzelf verrijkt en die zich geen reet interesseert voor het lijden van de bevolking. Een gedoemd land, met een gedoemde bevolking en een regime met kernwapens dat met hel en verdoemenis dreigt als ze hun geopolitiek zin niet krijgen. Nu zitten ze in de fase van: ,,Oekraïne is van ons”.
Aan die machtshonger toegeven, en Oekraïne aan de barbaren overleveren, zal voor de liberaal-democratische landen het begin van het einde zijn. Weg geloofwaardigheid. Chantage en dreiging met kernwapens blijken dan te werken. En dan zijn geen er geen grenzen meer. Geen morele grenzen. Geen geografische grenzen. Want waarom zou Poetin stoppen als hij Oekraïne in bezit heeft? Finland en de Baltische staten maken zich niet voor niets grote zorgen. Wie aan die Poetin-chantage wil toegeven door nu onderhandelingen te eisen is daarom een dom dwaallicht of gewoon slecht, want een handlanger van de maffiabaas.
Het Poetin-regime verslaan met alle middelen die we hebben is een must. Voor Oekraïne. Voor de liberale democratie in het Westen. En zeker ook voor de Russische bevolking. Alleen door Oekraïne met de meest geavanceerde wapensystemen te laten winnen kan aan die inhumane slachting daar in het Oosten een einde worden gemaakt en nieuwe slachtingen in die regio worden voorkomen. Oekraïne vecht daar voor ons, en uiteindelijk ook voor de Russische bevolking, een beschavingsoorlog uit. Het minste dat wij dan kunnen doen is om die gigantische opofferingen te steunen met alles wat nodig is.
82. Ons kraanwater is gênant goedkoop: 25 eurocent p.p. per dag.
Elke keer schrik ik er weer van. Van de jaarlijkse factuur van het Waterbedrijf Groningen. Deze week kreeg ik ‘m digitaal toegestuurd. Voor alle waterverbruik in 2023 werd ons huishouden van twee personen € 160 in rekening gebracht. Dat is nog geen kwartje per dag per persoon. Van dat bedrag gaat 60% naar het vastrecht en de belasting en 40% is voor het waterverbruik sec. Dus alleen voor het waterverbruik in 2022 betaalde ik (40% van een kwartje is) 10 eurocent …per dag!!! Daarvoor kreeg ik ca 100 liter water. Waarvan ik ongetwijfeld heel wat verspild heb door te lang te douchen. Want bij een douche van zo’n 5 minuten gebruik je al gauw 50 liter water. Ik kan niet zo snel bedenken waar ik elke dag weer die andere 50 liter zoal aan opmaak. De toiletten schijnen er ook bakken schoon drinkwater door te jagen.
Exclusief vastrecht en belasting betaalden wij in 2022 in Nederland gemiddeld ca. één euro voor één kubieke meter leidingwater. We kregen dus 1000 liter zuiver drinkwater voor de prijs van 2 flessen Spa rood. Krankzinnig goedkoop als je er goed over nadenkt. Je kunt afvragen of ons drinkwater niet veel te goedkoop is. Het is in ieder zo goedkoop dat de meeste burgers geen enkel besef zullen hebben van de waarde van schoon drinkwater. Waar in Afrika vele miljoenen mensen uren moeten lopen om ergens bij een pomp een paar liter water op te halen, verspillen wij het op grote schaal omdat er door die extreem lage prijs geen enkele prikkel is om er zuinig mee om te springen. Je kunt de kraan eindeloos laten lopen …want het kost je hooguit een paar eurocent.
Maar toch werd er in oktober via de Consumentenorganisaties geklaagd dat de drinkwaterfactuur in 2023 voor een gemiddeld huishouden € 4.20 per jaar hoger wordt ….Iets meer dan één cent per dag. Elke dag een halve minuut korter douchen en je verdient het makkelijk weer terug. Verwende zeurkousen.
83. Oekraïne ….je Russisch schrijvende vrienden in de ban doen is misschien begrijpelijk, maar ook gevaarlijk.
Svetlana Alexijevitsj is volgens kenners een van de beste schrijvers over de Russische 'ziel'. Zij heeft er in 2015 de Nobelprijs voor de literatuur voor gekregen. Haar boek “Het einde van de rode mens’ vind ik een van de mooiste boeken uit mijn verzameling. Zij ging (en gaat) met haar boeken ook impliciet de strijd aan tegen de dictatuur in haar eigen land, Belarus, en in Rusland. Met gevaar voor eigen leven. In 2000 werd dat gevaar in Belarus te groot en vertrok ze naar Parijs.
Ondanks haar dissidente status heeft de Oekraïense regering haar, en alle andere in het Russisch schrijvende auteurs, in de ban gedaan. Zij worden uit bibliotheken verwijderd en mogen niet meer gedrukt worden. De hele Russische literatuur en wat daar annex mee is, moet uit het collectieve cultuurbezit van Oekraïne geschrapt worden. Is dat invoelbaar gezien de Russische agressie? Ja, enigszins. Is dat een treurigstemmende maatregel? Ja, zeer. Is het een onterechte maatregel? Zo rigoureus wel. Is het gevaarlijk vanwege het risico van afnemende steun? Zeker. Het zou dus ook niet ongericht moeten gebeuren.
Poetin wil de Oekraïne vernietigen omdat het land volgens deze fascistische dictator geen redenen van bestaan heeft. Daarom moet het politiek en cultureel uitgegumd worden. Dat Oekraïne zich daar met alle mogelijke middelen tegen wil verdedigen is logisch en legitiem. Maar als je dan als een de strijdmiddelen alle in het Russisch schrijvende auteurs gaat boycotten, ook de schrijvers die Poetins oorlog in Oekraïne afkeuren, lijkt dat niet rechtvaardig en ook niet slim. Trouwens, wat hebben de klassieke Russische schrijvers uit de vorige twee eeuwen met deze oorlog te maken?
Zo’n boycot van de Russische cultuur in den brede kan contraproductief werken. Het Poetin-regime en hun vriendjes kunnen zo’n boycot gewiekst in hun propagandaoorlog misbruiken: kijk eens hoe barbaars die Oekraïense nazi’s de Russische minderheid wil uitschakelen. Maar ook de culturele en politieke elites in het Westen kunnen er negatief op reageren met: zijn dit nog proportionele maatregelen en moeten we dat nog wel steunen? En: hoe kun je bevriende kunstenaars de mond snoeren alleen omdat ze in de taal van de vijand schrijven? Daarbij komt ook nog dat 30% van de Oekraïners alleen de Russische taal machtig is. Mogen die geen boeken in hun eigen taal meer lezen?
Het is complex. In het Nederland van na WO II wilden heel wat burgers geen Duits meer horen en lezen. Ze haatten die taal en de moffen moesten worden geboycot. Dus dat veel Oekraïners geen Russisch meer willen horen en lezen is zeer begrijpelijk. Maar van staatswege auteurs excommuniceren alleen omdat ze in het Russisch schrijven is een maatregel die slecht kan uitpakken voor de steun aan Oekraïne. Je komt met die censuur ook rechtstatelijk op een hellend vlak en het zal de discussie over de toetreding tot de EU niet makkelijker maken. Of nog iets scherper: Oekraïne kan het EU-lidmaatschap wel vergeten als ze Russische auteurs gaat verbieden.
Het zou sterk zijn als de Oekraïense leiders de moed op kunnen brengen om zich over die generieke afkeer van de Russische cultuur heen te zetten. Dat is makkelijk gezegd als je in de veilige leunstoel “Het einde van de rode mens” van Alexijevitsj zit te herlezen. Vooral omdat je door dat boek nog veel beter begrijpt waarom Zelensky het heeft over een existentiële strijd die zij, ook voor de rest van Europa, voeren tegen het imperialistische Rusland.
84. De bijtjes, de insecten, de biodiversiteit en het ecosysteem …waarom zeuren die linkse lui daar zo over?
Elke keer weer dat zielige gemekker van natuurdrammers over die bijtjes en insecten die verdwijnen….nou en?….dan verdwijnen ze toch….ik zie ze nu al niet…ik hoor ze niet….ik mis ze niet…dus waarom moet ik daar steeds mee lastig gevallen worden. Deze week weer door EU-commissaris Fransje Timmermans die zijn klimaat- en natuurplannen wil redden. Waarom zouden we die linkse paniekzaaiers geloven? Opzouten met dat strenge natuurbeleid van de EU.
Dit zijn grof samengevat, de standaardreacties van dat deel der rechtse zultkoppen dat niets weet van de kwetsbaarheid van ecosystemen en het belang van biodiversiteit….ze weten het niet, ze willen er eigenlijk niets van weten, het interesseert ze geen bal….want: moeilijk, moeilijk….ze maken liever de mensen die zich er wel zorgen over maken belachelijk…makkelijk, makkelijk.
Terwijl het zo simpel is uit te leggen en ook, zelfs met een klein verstandje, best goed te begrijpen. Zonder bijen en andere insecten worden bloemen en planten niet bestoven en zal de bodem haar vruchtbaarheid verliezen…zonder die bestuiving en een gezonde bodem kan een groot deel van ons voedsel niet worden geproduceerd. Maar is dat nu erg? Ja, dat is erg lullo’s. Verder staan insecten aan het begin van de voedselketen….door het verdwijnen van insecten, verdwijnt ook een groot deel van de dierenpopulatie hogerop in de voedselketen.
Dus als het domme deel der boeren c.q. de rechtsextremisten van Farmers Defence Force en hun politieke frontrunners van BBB het cynisch hebben over al dat gezeik over de bijtjes en insecten, dan negeren ze de basis van het boerenbestaan, zonder welke ze op den duur niets meer kunnen produceren. Ze vernietigen met hun intensieve wijze van produceren en hun bestrijdingsmiddelen zelf de biodiversiteit zodanig dat er steeds minder voedsel geproduceerd kan worden. De slogan “boeren zorgen voor voedsel” kan op enig moment worden vervangen door “boeren zorgen ervoor dat er steeds minder voedsel geproduceerd kan worden". omdat ze de biodiversiteit vernietigen en het ecosysteem verstoren.
Het belang c.q. de onmisbaarheid van bijen en insecten voor onze voedselproductie, biodiversiteit en voedselketen is nu al zo lang en zo grondig door de wetenschap aangetoond, dat je je er over verbaasd dat de goeroes van populistisch-rechts het grote belang van die diersoorten elke keer weer ongestraft belachelijk kunnen maken. In plaats van de collectieve middelvinger krijgen dit soort gevaarlijke dombo’s steeds weer een uitbundig applaus als ze die ,,natuurdrammers met hun bijengelul” in de zeik zetten.
85. Laf in een democratie waar alles kan versus dapper in een harde dictatuur.
In de Volkskrant stonden laatst twee interessante artikelen, die opvallen omdat ze gaan over twee personen die qua burgermoed mijlenver van elkaar afstaan. Op de ene pagina een rapportage van Ana van Es over het slavernijmonument in Vlissingen en de laffe rol van de burgemeester en op een andere pagina een stuk van Tom Vennink over een dappere mensenrechtenjournalist in Rusland.
Het monument in Vlissingen werd met racistische en nazistische leuzen en stickers beklad op de dag dat Willem Alexander niet alleen excuses aanbood voor ons slavernijverleden, maar ook vergiffenis vroeg voor de daden van zijn eigen familie. Dit was meer respect “voor die zwarten” dan de verdwaalde geesten van PVV en Forum voor Democratie konden verdragen.
Snel het gore vuil van het monument verwijderen, de daders opsporen en de toezegging doen om het vanaf nu beter te beschermen....zou je van de gemeente verwachten. Maar de burgemeester, doctorandus Bas van Tillaar, CDA, gaf opdracht om het monument weg te halen….omdat er geen vergunning voor was afgegeven en die vergunning er ook niet zou komen (1). De burgervader wilde geen precedent, veinsde hij. Maar de waarheid is dat er naast het slavernijmonument al 38 jaar twee kanonnen staan die het heldhaftige koloniale verleden van Vlissingen moeten uitbeelden: zonder vergunning!! Nee, de burgervader van Vlissingen is geen held die zijn gemeenteraad wil overtuigen van de morele noodzaak van dit monument, maar komt over als een wat bange, ruggengraatloze en inconsequente procedureneuker. Aan wiens kant zou zo'n karakter staan in Rusland? Voor wie en wat zou hij durven opkomen?
Dan, drie pagina’s verder, de rapportage van Tom Vennink over de Russische journalist Jelena Milasjina die al 25 jaar verslag doet van de wrede mensenrechtenschendingen in Rusland en Tsjetsjenië. Afgelopen dinsdag is ze in dit laatstgenoemde land, toen ze op weg was naar een rechtbank, ontvoerd, kaalgeschoren, met een bijtende groene vloeistof in haar gezicht gespoten en gemarteld, al haar vingers werden een voor een gebroken. Het was bepaald niet de eerste keer dat haar zoiets is overkomen. Ze wordt permanent bedreigd en fysiek hard aangepakt. Maar zij laat zich niet intimideren en blijft in eigen land, waar zij als een van de beste journalisten wordt beschouwd, onthullingen over de mensenrechtenschendingen van de Poetinclique doen. Wetende dat de boeven van de geheime dienst haar op een zekere dag definitief de mond zullen snoeren. Haar bekendheid heeft haar leven tot dusver gered. Dat dat geen garantie is, blijkt uit het langzaam doodmaken van Alexsej Navalny.
De één is laf in deze democratie waarin je nooit bang hoeft te zijn voor vervolging of marteling, de ander is moedig in een maffiastaat waarin minimale kritiek je je leven, je levensplezier of je gezondheid kan kosten.
(1) Burgemeesters Bas zit een gemeenteraad voor die niets van excuses wil weten, misschien wel omdat Vlissingen in de Nederlandse top 3 staat van steden met het zwartste slavernijverleden en de raad daar gedomineerd wordt gereformeerden en ander eng spul.
86. Twee glibbers die 13 jaar geleden de ontluistering van het CDA in gang hebben gezet.
Christelijke politiek, überhaupt elke religieus geïnspireerde politiek, heb ik altijd zowel een anomalie als een anachronisme gevonden. In deze moderne tijd moet je je religie maar achter de voordeur belijden en niet in de Tweede Kamer. Toch was het CDA tot en met Ruud Lubbers een interessante machtspartij die medeverantwoordelijk was voor goed bestuur in dit land: stevig rechts, maar ook redelijk en tot op zekere hoogte sociaal. Een partij die afwisselend met de sociaaldemocraten en de liberalen het land bijna altijd stabiel heeft bestuurd.
Maar mijn antipathie tegen het CDA kreeg een flinke boost toen in 2010 de opportunistische glibbers Henk Bleker en Maxime Verhagen het CDA-partijcongres huilerig toespraken en smeekten om met de PVV te mogen regeren. Een ogenschijnlijk half-gedrogeerde Camiel Eurlings pookte daarna mijn walging nog eens tot ongekende hoogte op. Maar een meerderheid van het congres klapte de handen blauw voor de samenwerking met de PVV. Daarna werd het fatsoenlijke smaldeel van de club volledig uitgerangeerd. Het was voor mij één van de absolute dieptepunten in de Nederlandse politiek. 14 jaar later volgde een nog dieper dieptepunt toen de VVD en Nationaal Sociaal Contract met een veel grotere en machtiger PVV in een kabinet kropen.
Ontluisterend. Vanaf dat moment hoopte ik dat het CDA ooit zou worden weggevaagd en haar kiezers zouden overlopen naar andere, seculiere, middenpartijen. Dat is gebeurd. De bijna-verdwijning van het CDA is de afgelopen twee jaar een feit geworden. Het heeft ca 13 jaar geduurd, maar dan heb je ook wat. In zekere zin moet je die twee sneue types dus nog dankbaar zijn ook. Zij hebben een proces opgestart dat welhaast onvermijdelijk moest uitlopen op het einde van die ooit stabiele en fatsoenlijke volkspartij. Ze verkochten hun principes voor een paar zilverlingen, hadden schijt aan wat voor integriteitscodes dan ook en legden de morele lat lager dan laag.... tot steeds meer kiezers afhaakten. Hoe kleiner de partij werd, hoe rechtser. De zalvende woorden bleven ze natuurlijk uitbalken, want ze kunnen in die kringen niet anders, maar de politiek van alledag werd steeds asocialer.
Op den duur haalden ze Rutte en zijn VVD zelfs rechts in en zaten ze vaak nog geharnaster in het neoliberale model dan de VVD. Toen de zuidelijke EU-landen drie jaar geleden keihard getroffen werden door de coronacrisis, het geld niet meer hadden om hun economie draaiende te houden en honger dreigde, wilde Wopke Hoekstra die tobbende landen helemaal over de rand duwen door steun te weigeren. Botter kon je het niet bedenken. Er was een striemend fluitconcert uit de rest van Europa voor nodig, en een schop onder tafel van Rutte, om hem en zijn CDA weer bij zinnen te krijgen. Waarna er natuurlijk weer even makkelijk excuses werden gemaakt.
Maar ook Hoekstra kon de vrije val van ooit de grootste partij van dit land niet afremmen. Integendeel, hij wist het ontbindingsproces kundig te versnellen. Er waren jaren dat er in het CDA corpsballerig werd geroepen ,,we rule this country", maar de laatste jaren konden ze hun eigen partijtje niet eens ‘rulen’. Alles hebben zowel de partij als de retoriek zien verdampen en ze verloren bijna alles: hun kiezers, hun macht, hun sociale gezicht en hun geloofwaardigheid.
Ze hebben inmiddels een nieuwe leider, de intelligente en integere Henri Bontenbal, maar het enige wat bij mij van de nieuwe partijretoriek tot dusver is blijven hangen is het mantra: ,,wij willen als CDA het fatsoen weer in de politiek brengen.” Heel mooi, maar doe dat eerst maar eens in je eigen partij zou ik zeggen. Gaat Bontenbal de op sterven liggende partij netjes naar het einde te begeleiden en doet hij uiteindelijk het licht uit of weet ie, wonder boven wonder, er de komende jaren nog wat nieuw leven in te blazen?
Het grootste deel van zijn kiezers lijkt over te lopen naar twee CDA-spin-off’s: BBB en Nationaal Sociaal Contract. Nederland zal van die nog rechtsere klonen echt niet beter worden, integendeel. Beide partijen willen het gemeenschapsgevoel weer terugbrengen, maar vooral persoonlijke vrijheden beperken, het klimaatbeleid- en stikstofbeleid uitkleden, de EU een toontje lager laten zingen en de euro kritisch in diskrediet te brengen. En onze militaire steun aan Oekraïne lijkt bij hen ook niet gegarandeerd.
Het enige lichtpuntje was dat beide spin-off’s van het CDA ook werk zeiden te willen maken van het inmiddels door bijna alle partijen omarmde thema “bestaanszekerheid”. Zelfs de VVD riep (hilarisch) vóór de laatste Kamerverkiezingen dat dit voor hen ook altijd een belangrijk thema was, om er vervolgens bij de coalitieonderhandelingen geen woorden meer aan vuil te maken, net als de drie ander partijen in het nieuwe kabinet. Verlaging van de vermogens- en winstbelasting van de veel-hebbers bleek ineens urgenter dan kans op een leefbaar leven van de weinig- en niets-hebbers, Zo maak je de politiek pas echt ongeloofwaardig. Het past wel bij ‘oude politiek’.
87. Sprookjes over buitenaardse wezens die reizen met buitenaardse snelheden.
De ruimtetelescoop Hubble, die al sinds 1990 als een kunstmaan rond de aarde draait, heeft recent een indrukwekkend spiraalsterrenstelsel vastgelegd, dat zich op een afstand van 30 miljoen lichtjaren van de aarde bevindt. Het gaat om NGC 2903. De naamgeving had wel iets origineler of sexyer gekund, want het stelsel ziet er op een recent gepubliceerde Volkskrant-foto in de digitale versie bizar fascinerend uit, met haar wervelende armen, miljoenen verspreide sterren,
gloeiende gasuitbarstingen en donkere, wevende banen van kosmisch stof. De kern bestaat uit een felle geconcentreerde sterrenwolk. Het sterrenstelsel werd onderzocht als onderdeel van een grotere studie naar de kern van 145 nabije sterrenstelsels, die ongeveer 10 miljard jaar geleden zijn ontstaan, 5 miljard jaar na de oerknal. Overigens: ons eigen sterrenstelsel/zonnestelsel met onze zon als middelpunt plus de 9 planeten die daar omheen draaien, is pas 4.5 miljard jaar oud. Jong dus nog eigenlijk.
Het gaat mij bij dit soort berichten vooral om de schier onbegrijpelijke fenomenen en de surrealistische aantallen en afstanden. Er worden in dit project dus slechts “145 nabije sterrenstelsels” onderzocht. Dat is maar een nano-hapje uit de 2000 miljard !!! sterrenstelsel die er zijn. Elk van die sterrenstelsels, zoals onze eigen Melkweg, omvatten weer zo’n 400 miljard sterren, zoals onze zon, waaromheen dan weer vele planeten draaien. Niet te bevatten aantallen sterren en planeten dus. Op de Volkskrant-foto zie je ook hoe immens groot deze nano-hap uit het heelal al moet zijn. Je ziet er ontelbare kleine stipjes op, allemaal sterren. En graag ook even kauwen op de omschrijving “nabije sterrenstelsels”. Ja, wat is “nabij” als het waargenomen sterrenstelsel zich bevindt op ‘slechts’ 30 miljoen lichtjaren afstand van onze aarde?
Ik krijg dan de onbedwingbare behoefte om mij een voorstelling te maken van die afstand van 30 miljoen lichtjaren en ga rekenen. Een ruimteschip dat even snel reist als het licht, doet er dus 30 miljoen jaar over om er te komen. Hoever staat het dan van ons af? Reken even mee. Het licht legt 300.000 km per seconde af. Dat is 1 miljard km in een uur, ofwel 24 miljard km per dag. In een jaar legt het licht dus 8760 miljard km af. Het “nabije” sterrenstelsel staat dus 30 miljoen maal 8760 miljard km van ons af. Dat is 26.280.000.0000.000.000.0000 km.
Oké, dat is toch wel erg ver. Als we al daar al enige vorm van leven zullen ontdekken (via reactie op radiosignalen bv) dan zullen we er nooit ‘bij’ kunnen komen en zij nooit ‘bij’ ons. Maar binnen ons eigen zonnestelsel hebben we op de andere planeten nooit een vorm van het primitiefste leven kunnen ontdekken. En menselijks leven is alleen al gezien de klimatologische omstandigheden ondenkbaar. Dus moeten we toch op zoek gaan naar levende organismen in andere sterrenstelsels.
De dichtstbijzijnde ster buiten ons eigen zonnestelsel, Proxima Centauri, staat op een afstand van 4 lichtjaren. Dat klinkt vergeleken bij dat “nabije” stelsel van 30 miljoen lichtjaar erg behapbaar. Maar met de huidige rakettechnologie zal een ruimtesonde die 20 km per seconde haalt er 63.000 jaar over doen. En stel dat er dan toch geen leven is, wat zul je er dan tijdens die 63.0000 jaar durende terugreis de pest in hebben. Misschien kunnen we ooit nog een technologie ontwikkelen waarmee we 100x zo snel kunnen reizen: 2000 km per seconde. Het lijkt me onwaarschijnlijk snel, maar dan nog zijn we 630 jaar onderweg.
Kortom: als er al ergens op die miljarden x miljarden planeten in het universum levende organismen bestaan, wat op zich uitermate waarschijnlijk is, dat is de kans dat we die kunnen ontmoeten of aanraken bijna nul vanwege de niet te overbruggen afstanden.
Toch zijn er heel wat complotdenkers en andere gekkies die zeker weten dat deze aarde achter de schermen, stiekem dus, wordt bestuurd door een klein groepje buitenaardse wezens, samen met een elite van vrijmetselaars. En Joden natuurlijk. Die buitenaardse wezens zijn ons, volgens de complotdenkers, qua technologie eeuwen vooruit en kunnen reizen met de snelheid van het licht. Alleen wordt deze waarheid voor ons, gewone mensen, achter gehouden. Je zal ze de kost moeten geven die dit echt geloven……
88. De onwetendheid over de EU en Brussel is griezelig groot. Net als het geklaag erover.
Uit recent onderzoek blijkt dat 86% van de Nederlanders tegen een Nexit is en slechts 8% er voor zou stemmen. Dat stelt gerust zou je zeggen. Maar uit de laatste peilingen blijkt ook dat 26% nu zou stemmen op de Nexit-partijen PVV en FvD en nog eens 14% op de Euro-sceptische partijen SP, PvdD en SGP. Beetje inconsistent lijkt het: 86% wil geen Nexit, maar 40% stemt op partijen die niets of maar weinig van Brussel moeten hebben. Ook zorgelijk is dat maar 11% wist dat dit jaar verkiezingen voor het Europees Parlement waren en er bijna niemand de Nederlandse lijsttrekkers kende. Maar de blinde vlek Brussel is toch een haatobject voor velen.
Het ongenoegen over ‘de politiek’ dat burgers aanzet tot dwarse of extreme politieke keuzes, tot cynisme of tot nihilisme of tot totale desinteresse heeft vaak niets met hun inzicht in de effecten van concrete politieke voorstellen te maken. Want meestal kennen de boze types die politieke voorstellen niet eens, laat staan dat ze een realistisch beeld hebben bij de effecten. Het is 100% misvormde perceptie. Ze drijven op hun buikgevoel, op hap snap beelden, op demagogie en slogans van charlatans. Ze worden niet gestuurd door kennis en feiten en zelfs niet door eigen belangen, maar door boosheid of zelfs haat jegens een ongedefinieerde elite. Ratio en rede zijn in geen velden of wegen te bekennen.
Vaak onthullend om te lezen zijn de stukjes in kranten, vlak voor verkiezingen, waarin mensen gevraagd wordt op welke partij ze gaan stemmen en waarom. Ook hier word je meestal getroffen door absolute onwetendheid over waar hun voorkeurspartij voor staat. Ja, ze hebben vertrouwen in de partijleider en die zijn ergens tegen, maar wat ze op welke thema’s willen bereiken? Het is een black box voor ze. De ondervraagden blijken ook probleemloos en in no time over te kunnen stappen van gematigd naar extreem of van links naar rechts en visa versa. Zonder dat ze daarvoor een valide reden onder woorden kunnen brengen ,,Ik vond Baudet toch sympathieker dan Marijnissen” of ,,Ik twijfel nog tussen de PvdA en de PVV.” Griezelige onwetendheid stuurt de sentimenten en je komt er in Nederland zelfs mee in de krant of op de radio of de tv.
Nog meer dan anders hoorde je tijdens de laatste verkiezingscampagnes te pas en te onpas dat we als landje onze soevereiniteit kwijtraken, dat Brussel teveel macht heeft, dat Brussel ons dingen oplegt en haar eigen gang gaat en “maar doet”. Maar het slaat allemaal nergens op: Brussel voert uit wat de lidstaten in meerderheid willen. De meeste macht ligt nog steeds bij de nationale regeringen en de nationale parlementen. Die kunnen hun regeringsleiders opdracht geven om voorstellen van de Europese Commissie te vetoën, te amenderen of accorderen.
Het proces van Europese wetgeving is een langdurig proces met vele momenten waarop er invloed kan worden uitgeoefend. En dat gebeurt ook in zeer ruime mate. Door maatschappelijke groeperingen, door bedrijvenlobby’s, door politici, door nationale parlementen en vooral door regeringsleiders. De Europese Commissie kan pas echt met het maken van wetten en verdragen aan de slag als de 28 regeringsleiders in de EU-raad daar opdracht of toestemming voor hebben gegeven. Alle wetten, verdragen en maatregelen, komen (soms meerdere keren) in de nationale parlementen en als die in meerderheid dwars gaan liggen en regeringsleiders houden in de Europese Raad de poten stijf, kan er vanuit Brussel niets doorgedrukt worden.
Maar meestal worden de voorstellen in het langdurige lobby- en onderhandelingstraject al zodanig aangepast, dat er meerderheden voor te verkrijgen zijn. Vaak ook gaat een land met een op zich ongewenst voorstel akkoord om er iets belangrijkers voor terug te krijgen. In een democratie met 480 miljoen inwoners kun je als klein landje niet altijd je zin krijgen. Wat vooral telt is dat je er per saldo in the long run ‘wijzer van wordt’. En Nederland is er per saldo altijd zeer veel wijzer van geworden.
Klagen over teveel macht van Brussel blijkt overigens ook probleemloos samen te kunnen gaan met het verwijt dat Brussel veel te weinig voor elkaar krijgt en een tandeloze tijger is. Brussel zou ook te duur en te bureaucratisch zijn, zonder dat men enig idee heeft hoeveel ambtenaren er in Brussel werken, hoeveel geld er naar Brussel gaat en hoeveel daarvan weer terug komt in nationale projecten. Het is die onwetendheid die leidt tot onmacht en frustratie. Dus politici: doe daar wat aan.
Maar er blijkt maar heel weinig aandrang om wat elementaire kennis over Brussel te vergaren. Terwijl je op internet alles kunt vinden. Daar een beetje tijd in steken is natuurlijk teveel gevraagd. Wel uren op Facebook kleppen over niets of op X twitteren over onnozele onnozelheden, maar even een paar minuten wat lezen over Brussel? Gedver. Saai. Ik vrees dat we niet onder conclusie uitkunnen dat het de meeste mensen gewoon geen reet interesseert. En vervolgens gaat een deel van die onwetenden (helaas) wel stemmen en stemmen dan op partijen die ook ‘tegen’ zijn en Brussel willen ontmantelen.
Als steeds meer mensen gaan stemmen zonder dat ze een benul hebben waarop en waarom, moet je je toch wel wat zorgen gaan maken over de houdbaarheid van onze parlementaire democratie. Dus toch maar een kennistoetsje voordat je een stembiljet krijgt?
89. Het dilemma voor David Brooks: egotrippend voor eigen succes of samenwerkend voor ons collectieve welzijn?
Het komt wel eens voor dat je een stuk in een krant leest dat zo in je brein blijft haken dat je je aandacht niet meer goed bij de rest van de krant kunt houden. Dat ene stuk blijft maar vragen oproepen. Je zou het even moeten kunnen parkeren op een stil plekje in het brein. Bij mij lukt dat het best door er snel een paar aantekeningen over op te tikken. Dan kan ik me weer volledig concentreren op de rest van de krant.
Een mooi voorbeeld van zo'n 'hinderlijk' afleidend stuk is het interview met David Brooks dat laatst in NRC stond. Brooks is een bekende Amerikaanse columnist, filosoof, schrijver, tv-analist en tevens docent aan de Yale University. Ook de Volkskrant plaatst regelmatig een column van hem.
Brooks is een Republikein van de oude stempel, maar vernietigend over Trump. Verleden jaar schreef hij in de NYT de column: ,,Wat als de wereld geleid wordt door een kind?” waarin hij Trump omschreef als een “lege man” en een “infantiele figuur”. Hij vertelde zich te schamen voor deze president, op wie hij niet gestemd heeft. Vindt hem in alles wat voor een president belangrijk is het tegendeel van Obama, op wie hij ook nooit gestemd heeft. Fatsoen, eruditie, humaniteit, waardigheid, professionaliteit en strategisch vernuft: ,,Trump mist het volledig, Obama heeft het in ruime mate“, aldus Brooks. Trump kan z.i. niet in de schaduw staan van zijn voorganger. Trump haat Obama, alleen al omdat hij beseft dat veel gezaghebbende Amerikanen, ook in zijn eigen partij, er ook zo over denken
Brooks’ respect voor Obama laat onverlet dat hij lid is van een rechtse denktank die aanschurkt tegen Republikeinse gedachtengoed. Wat hem er niet van weerhoudt om met enige regelmaat hard te ageren tegen de platte politiek van de huidige Republikeinse partijelite. In het mooie NRC-interview met Wouter van Noort reflecteert Brooks diep borend, maar ook sociaal betrokken, op de grote maatschappelijke vraagstukken.
De kern van Brooks' maatschappijkritiek vat hij zelf als volgt samen: ,,Er moet altijd een balans zijn tussen individuele vrijheid en het belang van de maatschappij. In sommige fases van de geschiedenis wordt de druk van de groep zo groot dat het individu wordt verpletterd. Maar nu is het collectief te zwak. Het resultaat is een crisis in solidariteit. De centrale problemen van deze tijd komen voort uit deze crisis: eenzaamheid, groeiend onderling wantrouwen, polarisering, tribalisme, een spirituele crisis veroorzaakt door het verliezen van een gedeeld doel. Mensen gaan daardoor denken dat een succesvol leven meer waard is dan een minder succesvol leven: de perfecte manier om je samenleving uit elkaar te scheuren.“
Dit zijn statements waar je lang op kunt blijven knarsen. Er zitten zoveel lagen in. Ze tillen de discussie uit boven de vaak zielloze, doelloze en gevaarlijke partijpolitieke discussieklimaat in het huidige Amerika. Misschien is het een te hoog abstractieniveau voor de huidige generaties burgers en politici die niet meer naar de andere kant luisteren en elkaar louter verketteren. Waarbij wel aangetekend moet worden dat de redelijke politici die wel bereid zijn een stap in de richting van hun opponent te zetten door de narcist Trump direct neergesabeld worden. De rationelen en redelijken komen in het Republikeinse kamp bijna niet meer aan de bak.
In het interview brengt Brooks de essentie van de huidige crisis in de VS terug tot het niveau van het individu in zijn samenspel met anderen. Hij formuleert eerst een illusie: ,,Scoor, win, boek succes – en je stemt je ego tevreden. En dan volgt de leegte.” Aldus Brooks. Mensen zitten volgens hem vast in een definitie van succes waar ze uiteindelijk niet blij van worden. De krachten van het systeem duwen mensen in richtingen waar ze helemaal niet heen willen. ,,Het individualisme is doorgeslagen, de eenzaamheid enorm. Pas na een diep dal beseft menigeen: wacht eens, het leven draait niet om mij.” En dan kan de tweede berg worden beklommen. Samen. Met zo’n zelfinzicht is helaas niet iedereen begiftigd, maar degenen die zo’n vermogen tot reflectie wel hebben, kunnen er sterker uit komen.
Vervolgens komt Brook met observaties van waar het in het leven volgens hem echt om gaat. ,,Denk aan de momenten in je leven waarop je het meest voelde dat je leefde, waarop je de beste versie van jezelf was. Dat waren waarschijnlijk de momenten dat je samenwerkte met anderen aan een of ander ideaal dat groter was dan jezelf. Dat waren de momenten waarop je ego zijn greep verloor. Die plotselinge stoot energie die vrijkomt als je eventjes bevrijd wordt van het zelfzuchtige bestaan. Het leven wordt dan in één klap gedrevener.”
Inderdaad, herkenbaar, de echte vreugde, het echte plezier beleefde je wanneer je goede gesprekken had, je kon lachen met anderen, je constructief samenwerkte aan een belangrijke zaak, het gevoel had samen iets bereikt te hebben, wanneer je gewaardeerd werd, maar ook waardering kon geven of wanneer je samen de gevoelens over mooie muziek of goede boeken deelde.
Je kunt je wel afvragen wat iemand als Brooks nog te zoeken heeft bij een partij die steeds verder afdrijft van de waarden die hij hier zelf verkondigt. Het is inmiddels de partij die onder leiding van Trump wordt gedomineerd door harde neodarwinisten met het mantra ‘greed is good’, want hebzucht en competitie brengen immers het beste in de mens naar boven, zoals grote inzet en creativiteit, wat leidt tot de meeste economische groei. De neodarwinisten houden er een puur biologische interpretatie van ‘survival of the fittest’ op na, die volgens hen neerkomt op het legitieme recht van de sterkste om te domineren: als de sterksten winnen en dus de zwaksten het loodje leggen, wordt de samenleving daar per saldo alleen maar sterker van.
Maar dit is volgens Amerikaanse biologe Lynn Margulis een bekrompen uitleg van de evolutieleer. Zij toont in haar gezaghebbend wetenschappelijk werk met veel voorbeelden aan dat het niet gaat om het overleven van de sterksten in hun strijd met de zwaksten, maar dat juist de organismen die zich het best weten aan te passen aan een continu veranderende omgeving de meeste kansen hebben. En bij dat aanpassen speelt samenwerking, elkaar helpen en elkaar zo sterker maken, volgens haar een cruciale rol speelt.
Het wereldbeeld van de Republikeinse neodarwinisten vinden we in feite weerspiegeld in het harde kapitalisme en in de neoliberale economie. Maar volgens het wereldbeeld van Margulis is die mentaliteit van ‘hebzucht, egoïsme en eigenbelang eerst’ uiteindelijk slecht voor de meeste mensen en de samenleving als geheel. Waar staat de Republikein Brooks in deze discussie. Afgaande op zijn bezielende woorden over het grote belang van samenwerking en solidariteit zit hij 100% op de lijn van Margulis. Maar ideologisch is hij nog steeds een traditionele Republikein. Die overigens nooit op Trump en zijn klonen zal stemmen.
90 A. Met Bart Van Loo de Bourgondische tijdmachine in. (deel 1)
Bij zijn optreden in De Wereld Draait Door hing ik aan Bart Van Loo’s lippen. Hij kon 20 minuten aan één stuk doorratelen over het Franse chanson, maar je bleef geboeid luisteren. Nee, ‘doorratelen’ klinkt te negatief, het was begeesterend doceren in turbotempo. Beeldend. Opwindend. Erudiet. Niet dat het Franse chanson mij inhoudelijke bovenmatig interesseerde, maar zijn stijl van vertellen fascineerde. Hij zoog me in het verhaal. Kan Van Loo even goed schijven als spreken? Jazeker. Beter nog.
Zijn recente boek “De Bourgondiërs. Aartsvaders van de Lage Landen” over de Bourgondische machtspolitiek in de late Middeleeuwen is een pageturner en hield mij van de eerste tot de laatste bladzijde geboeid bij de les, m.n. door zijn pakkende en kleurrijke schrijfstijl. Als je een verhaal in ruim 500 bladzijden wilt vertellen, moet je als schrijver alles uit de kast moet halen om er voor te zorgen dat de lezer door de vele bomen ook nog het bos blijft zien, dat hij niet verzuipt, dat de samenhang tussen al die kleine en grote gebeurtenissen helder blijft en dat je je kunt blijven vermaken en verbazen.
Van Loo slaagt cum laude als het gaat om compositie en schrijfstijl. Grote lijnen en kleurrijke details worden moeiteloos aan elkaar geregen. Alleen maar soepel lopende zinnen. Mooie metaforen. Vele leuke taalvondsten ook, zoals het slotakkoord van zijn beschrijving van een van de vele grootse feesten van Philips de Stoute: ,,Hij pakte uit, om zo zijn tijdgenoten in te pakken.” Als je er gevoel voor hebt, kun je er vele vinden.
Bij historische en geopolitieke non-fictie zijn het de volgende startvragen die mij altijd het meest intrigeren: hoe komen de sleutelfiguren die de richting van de geschiedenis bepalen aan de macht, hoe blijven ze aan de macht en hoe verliezen ze hun macht, of hoe geven ze die macht door? En wat doen ze met die macht? Bij Van Loo kom ik met zijn uitvoerige antwoorden op deze vragen volledig aan mijn trekken. Maar hij biedt mij nog veel meer. Inkijkjes in het persoonlijk leven en het karakter van de hoofdrolspelers. Schilderingen van het dagelijks leven in die tijd. Inzicht gevende beschrijvingen van de economie, cultuur en kunst in de verschillende periodes. We reizen mee in de tijdmachine van Van Loo: spectaculaire ridderspelen, bandeloze banketten, gewetenloze intriges, hogeschool-diplomatie, bloedige veldslagen en laffe politieke moorden.
Als een dikke rode draad door het hele verhaal loopt de machtsvorming van de Bourgondische vorsten. Zij wisten door gebieds- en machtsuitbreiding van het tamelijk onbetekenende hertogdom Bourgondië een sterke speler in Europa te maken. Het echte werk begon met Philips de Stoute in 1363. Jan zonder Vrees en Philips de Goede bouwden het uit en het vorstendom bereikte in 1467 haar hoogtepunt. Zij zorgden er voor dat Bourgondië, samen met Henegouwen, Vlaanderen, Brabant, Zeeland en Holland een sterke Europese macht werd onder het centrale gezag van de Bourgondische vorsten.
Onder dit centrale gezag kregen vooral Vlaanderen en Holland veel ruimte om hun economische potenties ten volle te benutten. Van Loo weet overtuigend aan te tonen dan de Bourgondiërs aan de wieg stonden van de staatsvorming van de Nederlanden. Zij waren, zoals de ondertitel van het boek luidt: “De aartsvaders van de Lage Landen.” Na 1467 wist Karel de Stoute overigens veel van wat was opgebouwd binnen tien jaar weer te verkwanselen. Maar toen waren de Lage Landen inmiddels al ‘ondergebracht’ bij het Habsburgse huis. De basis was gelegd en ze zouden zo sterk worden dat ze een eeuw later de Opstand tegen Philips de II konden beginnen.
Hoe kregen die vorsten uit dat kleine hertogdommetje het voor elkaar hun gebied en macht zo gigantisch uit te breiden? Dat werkt Van Loo dus in 500 bladzijden uit, maar is samen te vatten in een paar trefwoorden: uitstekende diplomatie, slimme huwelijksarrangementen met Europese vorstenhuizen die er toe deden, meedogenloze oorlogen, veel kleinschalig geweld, politieke moorden, professionele pr en heel, heel veel mazzel. Je verbaast je over het aantal situaties waarin het lot de Bourgondiërs geheel onverwachts toch nog gunstig gezind was, zelf na uitermate domme acties.
De besproken hoofdpersonen waren intelligente, sluwe, maar ook meedogenloze types die buiten elke twijfel naar de maatstaven van nu de mensenrechten veelvuldig op flagrante wijze schonden. Ze zouden nu zeker door het Strafhof in Den Haag tot levenslang worden veroordeeld.
Als je zo’n complex verhaal over 150 jaar machtspolitiek zo overtuigend en boeiend kunt vertellen dan heb je wel een prestatie van formaat geleverd.
90 B. Met Bart Van Loo de Bourgondische tijdmachine in. (deel 2)
In zijn boek “Vuur en Woede” beschrijft de Amerikaanse journalist Michael Wolff het eerste deel van Trumps periode in het Witte Huis. Op basis van 120 gesprekken met insiders en de vele uitspraken, tweets en daden van de hoofdpersoon zelf schetst Wolff een ontluisterend beeld van een narcistische psychopaat die niet los vertrouwd is. Herkenbaar voor normale mensen die hem dagelijks via de media volgen, maar zijn aanhangers noemen het een boek vol leugens. Hoe moet je hier als lezer feit en fictie onderscheiden? Welke observaties moeten we serieus nemen en welke met een korrel zout? Aan de hoeveel serieuze primaire bronnen zal het niet liggen. Het gaat om gebeurtenissen die bijna onder onze ogen in de deze tijd plaats vinden. En terwijl we zoveel feiten van direct betrokkenen hebben gehoord of gelezen, blijft er voor toch altijd reden voor twijfel: is het echt zo gegaan?
Als we al kritisch zijn over het waarheidsgehalte van Wolffs boek, wat moeten we dan vinden van “De Bourgondiërs”? We verplaatsen ons even naar het hof van hertog Philips de Stoute die van 1363 tot 1404 aan de macht was. De boekdrukkunst moest nog worden uitgevonden. Er werd dus niets werd in gedrukte vorm vastgelegd. Journalisten en kranten waren er nog niet. Alle relevante besprekingen gebeurde in achterkamertjes en niets daarvan kwam naar buiten. Informatie over belangrijke gebeurtenissen drong nauwelijks tot de rest van de wereld door. Wat er met de pen formeel werd vastgelegd, ondertekend en breder verspreid waren grondtransacties, huwelijksovereenkomsten, vredesregelingen en boekhoudkundige zaakjes.
De enige geschreven bronnen die verhaalden over wat er in het vorstelijk domein gebeurde zijn die van kroniekschrijvers aan het hof. Die noteerden grote en kleine zaken. Staatsbelangen, humeuren van de hovelingen en de overwegingen van hun broodheren. Maar hoe feitelijk en objectief zijn die kronieken. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt. De kronieken blonken doorgaans uit in het bewieroken van hun broodheren en het demoniseren van diens vijanden. Hagiografieën Niet echt bronnen waar je op kunt bouwen.
Dus waar moet de historicus die een verhaal schrijft over Middeleeuwse vorsten, hun doen en laten, hun denken en voelen zich op baseren? Als er nauwelijks betrouwbare primaire bronnen zijn en je geen insiders meer kunt interviewen sta je eigenlijk met lege handen. Ja, je kunt je baseren op beschouwingen van andere wetenschappers die ook nauwelijks over primaire bronnen beschikten.
Deze handicaps maken dat het uitermate lastig is om ‘grote’ en feitelijk te onderbouwen uitspraken te doen over wat er in de Middeleeuwen gebeurde in de regio’s, de steden, op het platteland, op de slagvelden of in de hoven en hoofden van vorsten. Er was gewoon niemand bij die het opschreef en als er al iets over werd opgeschreven gebeurde dat vele jaren later vanuit een specifiek belang en nadat het al door vele hoofden en monden was gegaan en totaal vervormd bij de eindverbruiker aankwam. Feiten? Vergeet het. Deze beperkingen gelden voor elke historische studie. Hoe verder weg, hoe minder betrouwbare primaire bronnen, hoe meer speculaties en derdehands verhalen.
Natuurlijk heeft ook Van Loo geworsteld met deze handicaps. Hij zal daar ongetwijfeld wetenschappelijk gewetensvol mee om zijn gegaan, maar zoals bij vele historische studies bekruipt mij ook bij “De Bourgondiërs” regelmatig het gevoel: dit moet wel uit jouw rijke fantasie komen Bartje. Want hoe kun jij dit weten? Je interpreteer nu op je eigen wijze iets dat je hebt gelezen bij een andere historicus die het ook niet heeft kunnen weten? Maar goed, dat kan niet anders. Van Loo heeft knap gewoekerd met de feiten en primaire bronnen die hij wel kende.
Waar het op den duur wel lichtjes irritant wordt, zijn de momenten waarop Van Loo in het hoofd van zijn hoofdpersonen kruipt. Dus waar de non-fictie overgaat in fictie. Waar de feitelijke analyse wordt vervangen door fantaseren en speculeren. Ten Loo laat Philips de Stoute en alle andere hoofdpersonen van alles denken, voelen, ruiken, zien en vinden. Ze voelen zich somber. Ze zien dat de troepen de opdrachten niet uitvoeren. Ze zijn ten einde raad. Ze genieten van de mooie muziek. Ze ergeren zich aan hun adviseurs. Ze worden boos. Talloze voorbeelden van deze bedenksels. Toch….een briljant boek.
91. The Rolling Thunder Revue: Bob Dylan als icoon van een uniek tijdperk.
Op Netflix is al een paar jaar de 2.5 uur durende documentairefilm “The Rolling Thunder Revue” van Martin Scorsese te bekijken. Met in de hoofdrol Bob Dylan. Een kleurrijke koortsdroom noemde Netflix de film in de trailer. Dat klopt, zeker voor degenen voor wie Dylan één van dé iconen van het Gouden Tijdperk 1965-1975 was.
De filmfragmenten waarmee de Thunder Revue is gecompileerd zijn opgenomen tijdens een muziektour in 1975, 10 jaar nadat Dylan glorieus was doorgebroken op het Newport Folk Festival (1). De periode 1965 en 1975 was het absolute hoogtepunt in het muzikale leven van Dylan, in 1941 geboren als Robert Zimmerman. Al méér dan 60 jaar maakt hij nu muziek, maar alleen van de nummers die de eerste 10 jaren zijn gemaakt, zijn er vele ‘historisch’ geworden. Songs ook met een geweldige impact op het intellectuele en politieke klimaat. Dylans teksten hebben generaties aangezet tot verzet tegen autoriteiten, het ouderlijk gezag en conventies. Geen enkele andere zanger/dichter heeft ooit zoveel (vaak onbedoelde) invloed gehad op het denken en doen van jongeren.
Scorsese’s film laat de hoogtepunten zien van de muziektour die Dylan in 1975 door het N.O. van de VS. maakte met een entourage van ca. 70 man. Het geheel is opgezet als een zigeunerkaravaan. De reis ging per camper die Dylan zelf bestuurde. Hij werd muzikaal vergezeld door Joan Baez, Joni Mitchel, Roger McGuinn, zanger van de Byrds, en nog 11 andere musici. De optredens waren in kleine zalen, wat de sfeer verhoogde, maar de kas bepaald niet spekte. Volgens de producers moest er heel veel geld bij. Jammer voor hen, maar de gefilmde optredens zijn uniek en zouden nu 5 sterren krijgen. En dat geldt ook voor de interviews en de relaxed opgenomen onderlinge gesprekken tussen zangers, begeleiders en langswippende kennissen.
Dylan was tijdens de tour in bloedvorm. Humoristisch. Enthousiast. Vurige ogen. Kinderlijk vrolijk. Toegankelijk. Dynamisch. Charismatisch. Goed bij stem. En erg tekstvast. De wijze waarop hij 7 minuten lang de razend complexe tekst van “A Hard Rain’s Gonna Fall” uitspuugt zonder af te wijken van het origineel..…je wordt er koud van. Dat geldt ook voor de 8 minuten durende ballade “Hurricane” over de ten onrechte ter dood veroordeelde bokser Rubin Carter. (Die overigens vrij kwam mede door Dylans acties). Eigenlijk kun je over alle in de film gezongen nummers een lovende recensie schrijven.
De vrolijkheid die uit de optredens spat, staat overigens in schril contrast tot de sfeer die er toen in de VS heerste. Er was sprake van een economische en politieke crisis. Het land zat in een morele en mentale dip. Nixon was net afgetreden. De Vietnamoorlog was verloren. Met de tour wilden deze jonge honden de gouden tijden nog eenmaal laten herleven. Glansrijk gelukt.
De Rolling Thunder Revue krijgt door Dylan’s optreden iets magisch. De film schiet je weer helemaal terug naar de jaren zestig en zeventig. Een nostalgische revival voor degenen die ‘in die tijd zitten’. Want je moet mentaal en muzikaal wel iets met dat tijdvak hebben. De meeste oudjes en jongeren die toen niet ‘geleefd’ hebben, zullen de film, de muziek en de gesprekken oninteressant vinden. Net zoals ik bijna alle muziek die na die periode is gemaakt rommel vind: eentonig gestamp of deuntjes zonder inhoud met een houdbaarheidsdatum van een paar maanden.
Veel nummers van Dylan zijn qua tekst nog steeds actueel en als je de eerste akkoorden hoort, weet je direct om welk nummer het gaat en kun je de rest zelf wel invullen. Ze zitten in het brein vastgebakken. The Rolling Thunder Revue is dan ook vooral herkenning en een beetje terugverlangen.
(1) Er is een prachtige DVD gemaakt van dit Newport-optreden in de jaren 1963, 1964 en 1965: “The Other Side Of The Mirror”. Vast nog wel op YouTube te vinden. Dylan zingt met kraakheldere stem en alleen begeleid door de eigen gitaar, 17 songs. De zwart-wit opnames maken de film extra authentiek.
92. Hoe bepaal je de zin en onzin van gezondheidsonderzoeken?
Deze week weer een illusie armer geworden. “Slome zondagsjogger is net zo gezond als fanatieke hardloper.” Las ik in de kop van een artikel in de Volkskrant. Daarin werd melding gemaakt van een onderzoek waaruit zou blijken dat matig bewegen even goed is voor de gezondheid als intensief sporten. Dus een uurtje per week een beetje heen en weer scharrelen in de tuin zou evenveel effect op de gezondheid hebben als 6 dagen in de week 5 kwartier hardlopen. De eerste reactie was: wat een onzin…de tweede reactie overigens ook.
Dit opvallende resultaat zou blijken uit een analyse van 14 andere onderzoeken naar hardlopen en gezondheid, verschenen in het vakblad British Medical Journal. Wie geregeld hardloopt, loopt volgens dit onderzoek de kans om een vroegtijdige dood met 25% verlagen. Vooral door minder hart- en vaatziekten en kanker. Mooi. Mooi. Zo’n gezondheidswinst pak ik toch maar mooi even mee. Het kost elke dag wat moeite, maar dan heb je ook iets. 100 jaar i.p.v. 80!!
Maar die gezondheidswinst, vervolgt de Volkskrant, heb je ook al bij 50 minuten hardlopen per week!! Langer hardlopen dan die 50 minuten in een week maakt, volgens het onderzoek, niets uit. Het blijft een positieve score van 25%.
Ik kan het me niet voorstellen. Uit alle onderzoeken die ik tot dusver heb gelezen, blijkt dat mensen die een paar maal per week hardlopen, minder ziek zijn dan mensen die maar wat slampamperen. Je kunt de gezondheidseffecten van veel bewegen vrij simpel kwantitatief beredeneren. Als je maar 50 minuten per week bovengemiddeld beweegt, verbruik je ca 300 calorieën extra, maar als je 6 x 75 minuten per week hardloopt, verbruik je 4200 calorieën extra. 300 versus 4200 calorieën extra verbranden: dat zou niets uitmaken?
Maar als je stopt met die 6 dagen hardlopen moet je dus wel of voor ca 4000 calorieën lekker eten en drinken laten staan of accepteren dat er elk jaar een vetring rond de buik bijkomt. Beide lijkt me niet gezond. Nog los van de dopamine die door het hardlopen in het brein wordt aangemaakt en een aangenaam gevoel geeft. Verder vereist elke dag hardlopen doorzettingsvermogen wat ook alleen maar bijdraagt tot meer geestelijke gezondheid. En wat te denken van de versterking van de spierkracht, de botdichtheid, het hart en de doorbloeding van de aderen…allemaal een gevolg van veel bewegen c.q. extra lichamelijke inspanningen. Dit allemaal achterwege laten leidt in ieder geval tot een vermindering van de mentale en fysieke gezondheid en dus tot een verkorting van het leefbare leven.
Veel of weinig bewegen….het doet er niet toe? Het zal weer zo’n onderzoekje zijn waarmee een instituut publicitair wil opvallen. Als je met de relatie ‘gezondheid-beweging’ de media nu nog wilt halen dan moet je met sensationele en vooral contra-intuïtieve uitkomsten komen.
Je ziet het ook bij onderzoek naar de gezondheidsgevolgen van alcoholconsumptie. Eerst vonden de mainstream onderzoeken dat alcohol schadelijk was voor de gezondheid. Punt. Geen discussie over mogelijk. Slempers gingen eerder dood. Zonder nuance. Tot er ineens, een jaar of 10 geleden, met regelmaat onderzoeken verschenen waaruit zou blijken dat 3 glazen wijn voor de man een positief effect kan hebben op de gezondheid. Maar verleden jaar stonden de media weer vol van onderzoeken die ‘aantoonden’ dan ook een weinig alcohol al slecht is voor de gezondheid.
Gelukkig kan ik zelf scherp onderbouwen waarom dat onderzoek van de “3 wijntjes is goed” me veel betrouwbaarder lijkt, dan “elke alcoholconsumptie is ongezond”. Net zoals ik bijna zeker weet dat elke dag een stevige lichamelijke inspanning gezonder is dan slechts 1x per week een beetje extra bewegen. Vooral die combinatie van een wijntje en hardlopen is levensverlengend. Komt er uit mijn onderzoek.
93. De indianen van het Midden-Oosten...wegkwijnend in reservaten en sterfhuisconstructies...zijn gedoemd te verdwijnen...eigen schuld?
De Israël-lobbyisten vinden de miserabele positie van de Palestijnen hun eigen schuld. Israël had immers altijd het beste met hen voor, maar ze bleven zich maar verzetten tegen gebiedsannexaties en aanslagen plegen. De ‘neutralisten’ die in het Gaza-drama liever niet al te expliciet partij willen kiezen, framen het geweld daar bij voorkeur als een gevalletje van "waar er twee kiften hebben er twee schuld”. Ze willen Israël niet echt afvallen, maar zien ook wel dat hun politiek inzake de Palestijnen onrechtmatig, wreed en uitzichtloos is. Toch proberen ze zich er met slogans als “de waarheid zal wel ergens in het midden liggen” vanaf te maken. Zo hoeven ze Israël niet al te veel te bruuskeren en zich niet te verdiepen in het proces van 75-jaar bezetting, onderdrukking, landonteigening en geweld.
De politieke meerderheid in de Tweede Kamer en de mainstreammedia in Nederland hebben ook een patent op dit perspectief van de 'objectieve waarnemer' die als puntje bij paaltje komt altijd pal achter Israël staat, wat ze ook uitspoken. Zo omfloerst mogelijk wordt er in een hoekje van het nieuws ook wel eens gezegd dat de politiek van de staat Israël jegens de Palestijnen nogal eens strijdig is met het VN-Handvest waarin de rechten en plichten van staten wordt geregeld, alsmede de bescherming van de universele mensenrechten. Maar meestal worden in onze media de verhalen verteld vanuit het perspectief van de bezetter, de bovenliggende partij die haar belangen met militair geweld kan afdwingen. Winnaars schrijven immers de geschiedenis.
Stel je voor dat zo'n opstelling zou zijn toegepast op bijvoorbeeld de situatie waarin het Nederlandse verzet in 40-45 aanslagen pleegde op de Duitse bezetter. Hadden we dat verzet dan terreur moeten noemen? Maar die aanslagen werden juist gezien als heldhaftige acties gericht op het zo hard mogelijk treffen van de vijand, met de beperkte middelen die beschikbaar waren. Het was een strijd om de vrijheid en het eigen land weer terug te krijgen en de gedachte "waar er twee kiften hebben er twee schuld” zou belachelijk zijn gevonden. De aanslagen van het verzet werden door het volk toegejuicht als legitieme acties tegen een illegale bezetter. En dat de Duisters na zo’n aanslag keihard wraak namen op onschuldige burgers werd een oorlogsmisdaad genoemd.
Hoe anders is de perceptie vanuit Europa en de VS inzake de opstelling van Israël jegens de Palestijnen. Elke gewelddadige verzetsactie vanuit de gemaltraiteerde Palestijnen, die steeds meer gebied en vrijheid kwijtraakten, wordt terreur genoemd. Maar alle bombardementen van Israël op Gaza-stad worden gebagatelliseerd als begrijpelijke en legitieme vergeldingsacties. Die verwoestende wraakbombardementen vinden om de paar jaar plaats, nu al weer 15 jaar, zonder dat de wereldgemeenschap er warm of koud van wordt. In 2014 nog werden er door zulke bombardementen minstens 2400 Gazanen gedood, tegenover 90 Israëliërs. De VN noemde die bombardementen oorlogsmisdaden. Dat er bij elk conflict weer vele malen méér Palestijnen omkomen, meest vrouwen en kinderen, dan Israëliërs lijkt ook geen enkele impact te hebben. Het schokt de wereldopinie pas als het gaat om een barbaarse moordpartij op even onschuldige Israëliërs door religieus gestoorde zeloten die het wraakgevoel in Gaza exploiteren.
Dat Israël na zo’n criminele massamoord achter de daders aan wil, is begrijpelijk, maar waarom daarvoor meer dan 2 miljoen Gazanen straffen met uithongering en bombardementen? En waarom ook níet iets meer zelfreflectie in de trant van: wij hebben het de afgelopen 75 jaar volledig verkeerd aangepakt, dat gaan we, mede uit zelfbehoud, nu anders doen…nee, de enige reactie is: wij gaan nu nog harder wraak nemen. Zulk een wraakzucht kunnen ze van de Palestijnen, na zoveel onschuldige doden en landjepik, nooit begrijpen. Die geweldsacties werden altijd omschreven als “beestachtig”. Zo wordt er steeds met dubbele standaarden gewerkt. Het doden van Israëliërs door Palestijnen wordt 'moord' genoemd. Het vermoorden van Palestijnen zijn noodzakelijke 'liquidaties'. Er wordt ook niet geheimzinnig over gedaan: ,,die Hamasbeesten moeten worden vernietigd". Maar als er zo over de Israëlische leiding, verantwoordelijk voor de jarenlange bombardementen op Gaza, zou worden gesproken, zou het huis te klein zijn. Waar we nu veilig vanuit kunnen gaan: de ‘legitieme’ wraak vanuit Israël zal alles wat hiervoor is gebeurd in bloederigheid en verwoestingen verre overtreffen.
Deze orgie van geweld stopt pas als de machtigste partij een beslissend teken geeft dat zij bereid is te praten over de legitieme rechten van de onderliggende partij. Maar die concessie hoef je van Israël niet te verwachten. De zittende macht daar denkt het Palestijnenprobleem nu met militaire middelen voorgoed te kunnen oplossen, en wel door ‘de vijand’ volledig en definitief uit te schakelen. Eerst fysiek, dan militair en economisch en vervolgens zal het moreel van de Palestijnen gebroken worden. Was 7 oktober 2023 eindelijk de casus belli waarop Israël zat te wachten om zo'n griezelige scenario te rechtvaardigen?
Soms hoor je de meest maffe ‘oplossingen’ om een volgend bloedbad in Gaza te voorkomen. De laatste brainwave bevatte de volgende onnozele redenering: de Gazanen moeten de Hamasstrijders zelf bij de Israëliërs aangeven en als ze dat niet doen, zijn ze zelf medeschuldig aan het platbombarderen en uithongeren van Gazastad en de vele doden en gewonden die daar het gevolg van zijn. Het komt waarschijnlijk uit de koker van de voorlichters van het leger of van extreemrechts. Welk denkmodel zit er achter zo’n pervers idee? Dat de Gazanen met hun blote handen 20.000 gewapende Hamasmilitairen kunnen overvallen en overleveren aan de vijand? Hoe zouden ze dat moeten doen en waarom zouden ze dat überhaupt willen? Natuurlijk hebben velen een hekel aan Hamas, want het is in Gaza een onderdrukkende macht, maar de bommen die hun familie hebben gedood kwamen van de Israëliërs, en niet van Hamas. En ze zullen ook verwijzen naar de Palestijnen op de Westbank, die geen gewapende milities hebben en zich dus volkomen machteloos van hun land en uit hun dorpen moeten laten jagen door kolonisten en het leger. Die worden dagelijks vernederd waar ze bijstaan. Dat is voor de Gazanen bepaald geen wenkend perspectief.
De Palestijnen in Gaza en op de Westbank willen zich nog niet neerleggen bij de dystopie waarin zij als de Indianen van het Midden-Oosten beschouwd worden. Een dystopie waarin ze zullen worden ‘uitgefaseerd’ in streng bewaakte reservaten annex sterfhuisconstructies. En uiteindelijk zijn ze gedoemd om volledig van het toneel, en de kaart, te verdwijnen. Wie interesseert het?
94. Leve de sport. Maar weg ermee op de publieke omroep.
De één houdt van sport, de ander vindt er niets aan. No problem. Ik ben zelf een liefhebber en vind mensen die voor geen enkele sport warm lopen een beetje saaie pieten. En de sporthater, je hebt ze in overvloed, is doorgaans buitencategorie wereldvreemd. Maar je kunt het ze moeilijk kwalijk nemen. Ze weten niet beter. Het is wel jammer voor ze. Ze weten niet wat ze missen: opwinding, spanning, verbroedering, iets om naar uit kijken of om van te genieten. Daar gaat het toch (ook) om in het leven.
Niets houdt zoveel mensen in de wereld bezig als hun favoriete sport of hun favoriete club, sportman of sportvrouw. Hier is veel onderzoek naar gedaan. De overgrote meerderheid van de mensheid vindt sport vele malen belangrijker dan politiek of vele andere maatschappelijke fenomenen. Velen dromen van hun club of helden. Of slapen er juist niet van. Actieve en passieve sportbeleving geeft niet alleen veel plezier aan talloos vele miljoenen, maar is ook een onmisbaar maatschappelijk bindmiddelen. Samen plezier maken. Samen ergens voor gaan. In een wereld waarin iedereen stijf in de eigen bubbel zit, is het sportveld of de sportzaal misschien nog het enige territorium waar hoog- en laagopgeleiden elkaar treffen en nog iets samen doen.
Dat er rond sportwedstrijden ook wel eens ergens ruzie gemaakt wordt, is een randverschijnsel dat eigenlijk alleen bij voetbal weleens voorkomt. Het grote maatschappelijke belang van sport laat onverlet dat je vraagtekens kunt plaatsen bij die schier eindeloze reeks sportuitzendingen op de Publieke Omroepen. Waarom moeten mensen die al uitgezonden sporten niet pruimen uren lang worden gemarteld met schaatsen, welrennen of hockey? Voor niet-liefhebbers van deze sporten is het vergelijkbaar met kijken naar het groeien van gras. Er is weinig irritanters dan kijken naar iets saais dat ook nog eens begeleid wordt met het opgewonden enthousiasme van een commentator. Zelfs bij curling moet dat nog met overslaande stem. Meestal is het gewoon dom gelul. Urenlang volkwekken met slap gezwets, gaat de meeste verslaggevers moeiteloos af.
Het is mij een raadsel waarom die oeverloze sportuitzendingen op de publieke zenders moeten. Maar nog erger: waarom moeten alle interessante informatieve programma's op radio en tv geskipt worden als er een Tour de France, WK-schaatsen of Wereldkampioenschap Voetbal gaande is? Waarom moeten niet-sportliefhebbers hier de prijs voor betalen? Letterlijk via hun belastingcenten en figuurlijk vanwege het missen van hun favoriete programma. Natuurlijk, die zelfde vraag kun je stellen bij vele andere programma's op de Publieke Omroep waar een groot deel van het volk wous van is of ontroerd door raakt, bij wegzwijmelt en verslaafd aan is. Heel Holland bakt, Opsporing verzocht of Vrouw zoekt Boer: miljoenen kijken er naar, bakken mee, zwelgen erin. Het is ze gegund, maar waarom moet mijn belastinggeld daarvoor via de Publieke Omroep misbruikt worden? Stoppen ermee.
Mijn solidariteit met de zwakkeren kent haar grenzen. Ik ben bereid voor bijna alles belasting te betalen, ook voor bestedingen die ik zelf niet zie zitten, maar niet voor al die tv-bagger. De oplossing is vrij eenvoudig. De Publieke Omroepen reserveren we voor de verheffing van het volk. Dat is het primaire doel. Het gaat er niet meer om hoge kijkcijfers scoren, maar de burger geestelijk verrijken met kwaliteit wordt de norm. Culturele, educatieve en informatieve programma's van hoog niveau brengen. Daar moet het het bij de Publieke Omroep nieuwe stijl om gaan. Uitgebreide journaals met veel achtgrondanalyses, rubrieken met eerste klas onderzoeksjournalisten en dito buitenlandcommentatoren, documentaires, boekenprogramma’ met echte schrijvers en debatten tussen experts, gezaghebbende opiniemakers en wetenschappers over onderwerpen die ons allemaal raken.
Programma's dus die van ons beter geïnformeerde burgers maken. We kunnen hiervoor volstaan met één publieke zender. De rest kan naar de commerciëlen. Talkshows, uitgebreide sportwedstrijden, spelletjes, quizzen, reclame en emotie-shit die miljoenen aan de buis kluisteren, kunnen naar RTL, SBS en noem ze maar op. Of achter de decoder. Je betaalt gewoon een bedragje voor de wedstrijden of programma's die jij wilt zien. En ben je daar op enig moment spuugzat van, of is je geld op, dan zap je even naar de gratis Publieke Omroep, om je geestelijk wat bij te laten tanken.
En daar krijg je dan ook als een soort bonus, gratis dus, elke zondag om 19.00 uur nog één uurtje een samenvatting van de Eredivisie-voetbalwedstrijden. Maar dat is dan wel het maximale sportrantsoen.
95. Zij van de Blauwe Knoop zijn ook weer even gelukkig.
“Ook dat ene glaasje rode wijn per dag is ongezond” is de kop boven een artikel in de Volkskrant van een tijdje terug. Hebben de slempers van bier of jenever dan mazzel? Ik vrees het ergste voor ze, want in de rest van het artikel gaat het over ‘alcohol’. Nee, de drinkers gaan het weer even lastig krijgen. Alles wat lekker, rustgevend of sfeerverhogend is moet uitgebannen worden. En bij de leden van de Blauwe Knoop gaat de vlag uit. Ze zaten elf jaar in een dalletje, want vanaf 2007 verschenen er vooral baanbrekende en verantwoorde studies waaruit zou blijken dat 2 of 3 glazen wijn per dag geen statistisch merkbare invloed op de levensverwachting had. Sommige onderzoekers vonden zelfs dat een paar glazen rood per dag gezond zou zijn.
De Volkskrant drukte bij het artikel de volgende tekst af: ,,2007. Drie onderzoekers van TNO, onder wie Ruud Hermus, vinden de Gezondheidsraad te streng. Een glaasje méér kan best: drie glazen per dag voor mannen en twee voor vrouwen. Matig alcoholgebruik beschermt vooral mensen van middelbare leeftijd tegen hart- en vaatziekten, stellen zij.” Daarna kregen we vooral onderzoeken te horen die deze uitkomsten bevestigden. De drinkers wisten het natuurlijk al. Maar de Blauwe Knopers wisten zeker dat al die onderzoeken door de alcoholmaffia werden gesponsord.
Maar dan nu dus totaal andere uitkomsten en totaal andere adviezen. Het betreft een megastudie onder 600.000 drinkers in negentien landen. Of beter: de onderzoekers hebben de gegevens verzameld uit 83 individuele studies die tussen 1964 en 2010 zijn uitgevoerd. De resultaten zijn in The Lancet gepubliceerd. Het is dus echt uit met de pret. Een 40-jarige man wordt gemiddeld anderhalf jaar ouder als hij niet drinkt, dan wanneer hij elke dag één glas alcohol drinkt. Anderhalf jaar levenswinst!!?? Dus je wordt dan 81.5 i.p.v. 80 jaar. Dat is nog eens een slok op een borrel. De onderzoekers tekenen er merkwaardigerwijs ook bij dat één glas alcohol per dag wel de kans op een hartaanval iets verkleint. De Volkskrant-kop had dus ook kunnen luiden: ,,Eén glas alcohol per dag verkleint de kans op een hartaanval.” Maar dit is natuurlijk een typische drinkersredenering.
Jaap Seidell, voedingshoogleraar bij de VU is blij met de studie: ,,Drinken is heus gezellig, maar voor je gezondheid moet je het niet doen.” Vreemde redenering voor een hoogleraar. Hij weet toch ook wel dat er maar weinig mensen zijn die denken: ik ga voor m’n gezondheid eerst lekker hardlopen, dan een bak kwark met muesli nuttigen en vervolgens een paar jenevertjes er achter aan. Er zal tal van redenen waarom mensen alcohol drinken, maar niet ‘om gezondheidsredenen’.
Kunnen alle vorige onderzoeken nu op de brandstapel? En komen de voedingsadviseurs met totaal andere adviezen? VOLLEDIG STOPPEN NU? Of zien we het nog even aan en wachten we gewoon op het volgende onderzoek waarin wordt aangetoond dat de Lancet-studie fundamentele methodologische fouten bevat? Je kunt er op wachten.
Maar oké. Laten we er vanuit gaan dat ook een weinig alcohol teveel kan zijn. Althans voor bepaalde mensen met een ongezonde levensstijl en verschillende DNA-mankementjes. Moet iedereen daar dan onder leiden? Bij rokers krijgt maar 10% longkanker vanwege mogelijk door dat roken veroorzaakte replicatiefouten bij de celdeling. Die hebben pech. Bij 90% van de rokers treden die fouten en dus die longkanker niet op. Dat zijn de mazzelaars. Dat zal bij alcohol ook zo zijn. Bij matig gebruik zal een beperkt deel er een paar jaar korter door leven en ander deel vanwege die lagere kans op een hartaanval langer. Het is helaas lastig om uit te mikken in welke groep ieder van ons zit. Dat kan alleen via trial en error. De drinkers nemen hiermee een gecalculeerd risico. Zoals met alles in het leven.
Na zo’n alarmerend onderzoek zal de hamvraag zijn: volledig stoppen met alcohol om 80 i.p.v. 77 te worden? Wie hecht aan het leven en zich met zo’n perspectief beter voelt, moet vooral lid van de Blauwe Knoop worden. Maar het plezier door die paar jaren extra levenswinst zou wel eens omgekeerd evenredig kunnen zijn met de winst w.b. kwaliteit van leven. Uiteindelijk gaat het er toch vooral om hoeveel levensplezier die je per saldo nog kunt opbouwen en niet om het aantal levensjaren sec. Liever nog 10 jaar erbij met plezier, dan 20 jaar gezond in saaie chagrijn.
En dan heb ik het nog niet eens over de maatschappelijke voordelen van wat eerder dood gaan. Degenen die door te drinken drie jaar eerder dood gaan, besparen de samenleving miljarden omdat zij niet meer trekken op de pensioen- en AOW-pot en geen gebruik meer maken van het dure zorgsysteem. En ze maken de huizen vrij waaraan in deze tijd van nieuwe woningnood een dringende behoefte is.
Vroeger ging de helft van de bevolking al op veel jonge leeftijd dood door de permanente oorlogen, epidemieën of voedsel tekorten. Nu overlijdt nog maar een fractie ‘vroegtijdig’. Steeds meer mensen gaan pas op zeer hoge leeftijd het hoekje om. En dit is vanuit elke invalshoek bekeken pure winst t.o.v. vroeger. Maar je moet uiteindelijk toch ergens aan dood gaan. En dan blijken teveel en ongezond eten plus te weinig bewegen de grootste boosdoeners, waarna roken en overmatig alcoholgebruik ook hun bijdrage leveren aan de sterftekans meeblazen.
Kortom: we gunnen de Blauwe Knopers hun tijdelijk succesje en wachten geduldig op de volgende alcoholstudie die de Volkskrant dan bespreekt onder de kop “Matig alcoholgebruik verhoogt de kwaliteit van leven en heeft geen significante invloed op de sterftekansen”.
NB Het Algemeen Dagblad heeft op basis van het Lancet onderzoek uitgerekend dat voor een man van 40 jaar 1 glas wijn per dag extra het leven met 30 minuten bekort. Dit dwingt tot een nadere uitwerking. Los van dat woordje ‘extra’ dat ik deze context niet begrijp, kun je het volgende rekensommetje maken. Als 1 glas wijn staat voor 30 minuten korter leven, dan beteken elke dag 4 glazen wijn 2 uur korter leven. Doe ik dit het hele jaar door, dan bekort het mijn leven met 2 x 365 = 730 uur. Hou ik dat de komende 12 jaar vol dan zou ik 12 x 730 = 8760 uur eerder dood neervallen. Zoveel uur zitten er ongeveer in 1 jaar. Met 4 glazen (ver boven mijn huidige maximum) word ik dus geen 81, maar 80.
96. Het is unfair de Polen weg te zetten als dronken overlast-veroorzakers.
Het negatief framen van ‘mensen van elders’ is van alle tijden, maar begint in Nederland wel zorgelijke vormen aan te nemen. Of het nu gaat om vluchtelingen, migranten, moslims, Marokkaanse Nederlanders of Bulgaren: voor een deel van de Nederlanders deugen ze niet. De laatste maanden lijken vooral de Polen weer even het bokje.
Als het gaat om het verdacht maken van hele bevolkingsgroepen lijkt het soms een beetje op de dertiger jaren van de vorige eeuw, toen de nazi’s de Joden criminaliseerden als gevaarlijk tuig. Net als toen worden de smeulende vuurtjes van vreemdelingenhaat aangestoken door populistische politici en daarna aangeblazen door reactionaire media. Wie er gevoelig voor is, tuint er in, niet gehinderd door behoefte aan harde feiten. Alleen wordt er nu veel meer dan toen tegengas gegeven door fatsoenlijke media en door 80% van de politiek.
Hier zijn het vooral de PVV en FvD die de vuurtjes aansteken en rechtse media als de Telegraaf, Elsevier, ThePostonLline en De Dagelijkse Standaard die het vervolgens stevig oppoken. Elke week wel ergens een anekdote over buitenlanders die iets verkeerds doen. Facts free journalism. Op hetzerige toon probeert men via het opblazen incidenten buitenlanders in een kwaad daglicht te stellen en gehaat te maken. Net als in de dertiger jaren categoriseren ze mensen in ‘wij’ die normaal zijn en ‘zij’ die onze orde verstoren of bedreigen. En altijd wordt laakbaar gedrag van enkele individuen de hele groep aangerekend. We weten waar dit soort haatcampagne uiteindelijk in kunnen eindigen.
De nazi’s hadden toenmaals hun Joden-meldpunt, wat uitermate effectief was, de PVV kwam in 2012 met haar Polen-meldpunt, wat slechts hoon en spot heeft opgeleverd. Je kunt je schouders er over ophalen of je kunt je er plaatsvervangend over schamen, maar feit is dat zo’n meldpunt appelleert aan onderbuiktypes die als ratten uit het riool komen, als ze anderen verdacht kunnen maken of kunnen beschimpen. Het is het lelijke gezicht van Nederland. Wat weer wel tevreden stemt, is dat het protest tegen het Polen-meldpunt destijds massaal was en het de PVV nog besmetter maakte.
De Polen. Er staan er ca 160.000 in ons bevolkingsregister als 'woonachtig in Nederland' geregistreerd. Daarnaast zijn er nog eens zo'n 90.000 Polen die hier jaarlijks voor kortere tijd als seizoenarbeider verblijven. 250.000 Polen en wat merken we ervan? Er zijn nogal wat landgenoten die 'niets hebben' met Polen. Of sterker nog: ze hebben er een hekel aan. “80% van hen is crimineel, dronken of bezorgt overlast” hoorde ik laatst. Goh, dat zouden er dan 200.000 zijn. Wereldschokkend. Als het zou kloppen. Ik heb me suf gezocht op internet, maar heb geen enkel cijfer kunnen vinden dat ook maar in de buurt komt. Natuurlijk niet. Het is namelijk een onzinnig percentage dat uit de dikke duim komt en alleen maar zegt hoe er door sommige Nederlanders naar de Polen gekeken wordt. Sneue vooroordelen.
Als je de sites van de reactionaire media afstruint, wat je niet voor je lol doet, vind je wel veel opruiende haattaal, maar weinig cijfers. Het gaat om een verzameling losse incidentjes waar Polen bij betrokken zijn. Als je al die incidenten bij elkaar optelt, kom je over een jaar gezien misschien op een paar honderd Polen die je als overlastgevers kunt omschrijven. Dus als je het dan toch in een percentage wilt uitdrukken, heb je het m.i. dan over 1% of minder die overlast veroorzaakt. En die zitten dan vooral opgehokt in afgeschreven vakantieparken of in gehorige volkswijken met z’n tienen in een huisje gepropt. Waar ze dan € 1000 per maand per persoon voor moeten betalen. Dat daar met enige regelmaat overlast uit voortkomt, zal wel kloppen. Maar je kunt het hier beter over de uitbuiting hebben.
Bij het CBS zijn geen cijfers te vinden waaruit blijkt dat de Polen oververtegenwoordigd zijn in de misdaadstatistieken. En ik kan mij uit redelijke kranten als de NRC en de Volkskrant ook geen artikelen herinneren die aantonen dat Polen hier op grote schaal de orde verstoren. In tegendeel. Wel verhalen over de slechte manier waarop ze doorgaans worden behandeld en over hun belang voor de Nederlandse economie. De overlast die ze, net als Nederlanders, soms veroorzaken valt in die artikelen weg tegen hun verdiensten. Stuur alle Polen naar huis en de Bouw ligt op vele plaatsen stil, met de tuinbouwexport verdienen we geen miljarden meer, er komt geen asperge meer op het bord en er wordt geen muurtje meer snel, goed en goedkoop gestuukt. Dus waar durven we over te klagen?
Degenen die wel het recht hebben te klagen zijn de Polen. Over hoe er over hen wordt gesproken. Over hoe ze worden betaald. Over de omstandigheden waaronder ze moeten werken. En over hoe ze worden gehuisvest. Iedereen verdiend goed aan de Polen, behalve zij zelf. De Polen worden ordinair uitgebuit.
In Limburg, toch de bakermat van Geertje W, zijn ze in vele plaatsen hartstikke blij met de Polen. Er zijn er duizenden neergestreken. Ze passen goed bij de volksaard. Katholieken onder elkaar. Maar wat vooral telt: ze vangen daar de gevolgen op van de bevolkingskrimp. Ze zorgen ervoor dat scholen en winkels in de kleinere kernen open kunnen blijven. En ze doen het werk waar de Limburgers zelf geen zin in hebben. Iedereen blij.
Maar als je ‘van nature’ gewoon iets hebt tegen buitenlanders, dan ben je extra vatbaar voor kwaadsappige incidentenjournalistiek. Feiten zijn dan niet meer relevant, het gaat alleen nog om informatie die de vooroordelen bevestigt. De rest wordt als redundant weggefilterd. Voor iemand met alleen een hamer ziet alles eruit als een spijker.
97. Het tekort aan woningen is vooral ook een verdelingsprobleem.
Volgens het CBS waren er 2023 ca. 400.000 woningzoekenden in ons land. Let wel: het grootste deel van deze zoekenden zijn geen burgers zonder woning, maar vooral mensen die een andere woning zoeken. De probleemgevallen in deze groep zijn vooral jongeren die langdurig bij hun ouders wonen, en de 30.000 statushouders, die recht hebben op een woning, maar toch vaak al jaren met anderen op een kamer in het AZC verblijven, waardoor ze ook nog eens de doorstroming in de asielketen blokkeren. De urgentie van deze statushouders die nog geen woning hebben lijkt mij van een andere orde de nood van nog thuiswonende jongeren. En hun problemen zouden vaak wel eens groter kunnen zijn dan de nood van mensen die op zoek zijn naar een betere woning. Maar dit is natuurlijk een kwestie van perceptie.
Als gemeente kun je onmogelijk de mate van urgentie van al die woningzoekenden objectief tegen elkaar afwegen, want hoe vergelijk je de nood van mensen die nog geen woning hebben, met degenen die wel al een woning hebben, maar op zoek zijn naar iets beters? Onmogelijk. Maar zeker is dat de statushouders er wel héél bekaaid afkomen en ver achter in de rij staan als het gaat om de woningverdeling. Hoewel zij wettelijk recht hebben op 10% van de vrijkomende woningen, wordt zelfs dit lage percentage in maar weinig gemeenten gehaald. Alles afwegende zitten er onder de statushouders de meeste crepeergevallen, die vanwege politieke onwil of onmacht maar mondjesmaat geholpen worden.
Achtereenvolgende kabinetten hebben op basis van de grote woningvraag en de te verwachten groei van de bevolking als doel gesteld om er in de komende 10 jaar ca 100.000 woningen per jaar bij te bouwen. Een schier onmogelijke opgave vanwege immense ruimtelijke, milieutechnische, financiële en politieke obstakels. Maar zijn er misschien ook nog andere wegen die naar Rome kunnen leiden? Kun je naast ‘bouwen, bouwen’ bouwen’ ook op andere manieren tegemoetkomen aan die grote woningvraag?
Jazeker, ook zonder veel nieuwbouw kun je een groot deel van de problemen oplossen door het gericht stimuleren van doorstroming binnen de huidige woningvoorraad. Zoals hiervoor al opgemerkt: verreweg de meeste woningzoekenden hebben al een woning maar zoeken iets dat beter past bij hun persoonlijke situatie. Ze zoeken een groter of een kleiner huis, een koophuis of juist een huurhuis, een duurder of een goedkoper huis, ze willen naar een andere buurt of een andere stad. Het zijn dus vaak geen urgente woningzoekenden, zonder woonruimte. Ze zoeken gewoon iets wat beter bij hun (nieuwe) voorkeuren past. Hoewel er ook natuurlijk ook probleemgevallen tussen zullen zitten, voor wie een andere woning de kwaliteit van hun leven sterk kan verbeteren. Er zijn vele maatregelen te bedenken om de doorstroming van deze groepen te stimuleren. Door b.v. aan ouderen die te groot wonen een aantrekkelijk alternatief aan te bieden, kun je een lange verhuisketen op gang brengen waar gezinnen, statushouders en starters van profiteren.
Als die doorstromingsprocessen goed georganiseerd worden, is het nog maar de vraag of er wel 100.000 woningen per jaar bijgebouwd moeten worden. In een van zijn Volkskrant-columns betwijfelt Frank Kalshoven dat ten zeerste. Hij geeft met wat sprekende voorbeelden aan dat de algemene schaarste aan woningen niet het grote punt is. Wat dan wel? Hij spreekt over een insider-outsider probleem op de woningmarkt. ,,Er zijn mensen die 'binnen' zijn (in hun mooie corporatiewoning; in hun koophuis; zelfs in hun commerciële huurwoning) en er zijn mensen die 'buiten' staan (schoolverlaters die uit huis willen bijvoorbeeld en stellen in hun te krappe huis sinds er kinderen zijn gekomen). De insiders bewegen niet; de outsiders hebben daardoor geen toegang tot de woningen die voor hen geschikt zouden zijn, qua locatie, vierkante meters en prijs. Gemiddeld genomen is er geen probleem; (vooral) de outsiders hebben een probleem.” Op een woningmarkt die vooral lijdt onder binnenstaanders versus buitenstaanders is domweg bijbouwen niet de oplossing. De oplossingsrichting is in zo'n geval: buitenstaanders meer macht geven; en de privileges van binnenstaanders inperken. Dat voert tot een heel andere woonagenda dan bouwen-bouwen-bouwen.” Aldus Kalshoven.
Kortom, wat er z.i. met grote spoed moet gebeuren, is dat is de bestaande woningvoorraad anders wordt verdeeld, zodat steeds meer mensen de woning krijgen die bij hun situatie past. Maar los daarvan moet de bestaande woningvoorraad natuurlijk ook groeien om de huidige urgente gevallen en de forse bevolkingstoename op te kunnen vangen, maar dat hoeven zeker geen 100.000 woningen per jaar te zijn.
Wat bij het effectief aanpakken van het absolute woningtekort ook moet worden meegenomen is het forse deel van de woningvoorraad dat niet of maar in beperkte mate efficiënt wordt benut. Dan heb je het b.v. over die 5% van de huishoudens die een tweede woning heeft voor de tijdelijke verhuur of als vakantiewoning, wat neerkomt op ca 450.000 tweede woningen, een aantal dat razendsnel stijgt. Daarnaast staan er nog eens 500.000 woningen meer dan een jaar leeg, zonder dat altijd duidelijk is waarom. Tel hierbij ook nog eens op de kantoorpanden, waarbinnen ruim 3 miljoen vierkante meters langdurig onbenut worden en waarschijnlijk ook nooit meer gebruikt zullen worden, ruimtes die via verbouw geschikt gemaakt kunnen worden voor bewoning.
Zo’n grootschalige herverdeling van potentiële woonruimte via stevige druk op de gewenste doorstroming plus het beter benutten van woon- en kantoorruimte die nu een groot deel van de tijd leeg staat, zal natuurlijk verzet oproepen bij eigenaren van tweede woningen, pandjesbazen en andere onroerend-eigenaren. Jammer dan. Speculeren met onroerend goed en het hebben van een tweede woning moge een recht zijn, het woonrecht voor mensen die geen woningen hebben en er binnen afzienbare tijd ook geen een kunnen krijgen, vind ik veel belangrijker. Maar dat is een politieke keuze.
98. Het jaar 2023 was niet best, maar wordt 2024/2025 een annus horribilis? Zou zomaar kunnen.
Eind 2023 stelde ik vast dat het met mijzelf en vele landgenoten in een vergelijkbare bubbel ook dat jaar weer crescendo was gegaan. Toch was het jaar 2023 in mijn beleving als nieuwsjunk in vele opzichten buiten mijn bubbeltje een slecht jaar, zowel nationaal als internationaal. In eigen land werd geen enkel groot probleem adequaat aangepakt, integendeel, we prutsten onszelf alleen maar dieper de putjes in. Met als dramatisch dieptepunt de verkiezingsuitslag die in 2024 gaat leiden tot veel politieke en bestuurlijke ellende met het eerste rechts-radicale kabinet in onze geschiedenis. Een absoluut dieptepunt, waar we ons voorlopig niet meer uit gaan worstelen.
Maar vooral internationaal was het grote malheur in 2023. Je wordt alleen al zweterig als je kijkt naar het aantal bewust uitgelokte oorlogshaarden, het aantal milieu- en klimaatrampen, de ongecontroleerde migratiestromen, het almaar groeiende aantal miljonairs en kleptocraten in combinatie met het stijgende aantal have-nots, de aanvallen op de rechtstaten vanuit populistisch-rechts, de endemische drugscriminaliteit die steeds vaker de bovenwereld infiltreert en het zwakke politiek leiderschap all over the world. Tegenover deze zorgpunten stonden in 2023 maar onthutsend weinig lichtpunten met een vergelijkbaar gewicht.
Het kost daarom steeds meer moeite om recht in de leer van Karl Popper te blijven, die al in 1946 zei: ,,de toekomst ligt niet vast, die maken we zelf, met elkaar…en dat maakt optimisme tot een morele plicht.” Daar blijf ik me aan vastklampen, radicale hoop, maar helaas kijken de machtselites in de wereld totaal verschillend tegen die te maken toekomst aan. Dus overal gist en knalt het en op maar weinig plaatsen in de wereld wordt er systematisch en rationeel vanuit een langetermijnvisie op een relevante schaal gebouwd aan een betere samenleving.
De EU, met een interne markt die qua koopkracht de grootste ter wereld is, is op dit punt misschien het enige substantiële gremium dat hiertoe tenminste nog serieuze pogingen onderneemt. Maar in een wereld vol fysiek en verbaal geweld, nationalisme, egoïsme en kortzichtigheid is ze, met te weinig doorzettingsmacht en maar 7% van de wereldbevolking, helaas erg kwetsbaar voor de druk van machtige tegenkrachten, zoals de grote tech-bedrijven en agressieve autocratische regimes. Daarnaast is Europa voor haar vitale delfstoffen en materialen mega-afhankelijk van China en voor haar veiligheid bijna volledig afhankelijk van de VS.
2023 moge in mijn perceptie dan een slecht jaar zijn geweest, maar wellicht zeggen we later dat dat nog best wel meeviel en dat juist 2024 een vreselijk jaar was. Want zien we in dit jaar al niet de start of doorstart van een reeks virulente machtsconflicten, die zorgen voor ongekende internationale spanningen en een mondiale economische neergang? Er staan voor 2024 en 2025 zoveel nauw met elkaar verbonden geopolitieke parameters op rood of vuurrood dat de ene bedreigende gebeurtenis al snel de aansteker kan zijn voor de andere. Een paar van zulke 'events' in hun onderlinge samenhang op een rij:
- Israël kan in 2024 het hele Midden-Oosten en delen van Afrika in brand zetten door de lokale conflicten in Gaza en op de Westbank te laten escaleren tot een regionaal pandemonium waarin ook Iran en Saoedi-Arabië worden meegezogen, waarna Biden niet kan voorkomen dat ook de VS er steeds dieper wordt ingetrokken. Voor de verdeelde EU geldt hetzelfde. Rusland zal vervolgens via haar partner Syrië militair gaan stoken waar het kan. Want hoe meer onrust in het Midden-Oosten hoe minder power het Westen in Oekraïne kan inzetten. De Golfstaten, Jordanië en Egypte zullen ook snel partij moeten kiezen. Een mondiale energie- en handelscrisis is dan nauwelijks nog te voorkomen. De grootste vrienden van Israël zullen daar het hardst door worden getroffen, zeker als er ook olieboycots worden afgekondigd en er door het vele geweld ongekende vluchtelingenstromen onze kant op worden gedreven, die Europa volledig kunnen destabiliseren.
- De Republikeinen in de VS kunnen in 2024 massaal weigeren om Oekraïne beslissend militair te steunen, waardoor het land zich niet meer adequaat kan verdedigen en de Amerikanen zo Poetin de hoop geven dat hij Oekraïne op enig moment alsnog kan annexeren. Hij hoeft alleen nog maar geduld te hebben. Ondertussen zal hij Oekraïne blijven bombarderen en destabiliseren. Het perspectief van een machtswisseling in de VS en de verdere politieke en militaire verzwakking van Europa zal hem en de Russische elite zoveel moraal geven, dat hij de oorlog in 2024 in feite psychologisch al gewonnen heeft.
- In de VS hangt in 2024 de verkiezing van de op wraak beluste Trump als een dystopische donkere wolk boven het land en de wereld. Hoewel hij pas na zijn inauguratie in januari 2025 zijn destructieve maatregelen kan invoeren, zou een deel van de wereld daar al in 2024 op kunnen gaan anticiperen. Hij zal in 2025 bijna zeker de Amerikaanse bedrijven met nog meer protectionistische maatregelen gaan beschermen, hetgeen hevige tegenreacties zal oproepen die wereldhandel zullen verlammen. Hoe gaat de rest van de wereld hier al in 2024 op reageren? Het zal een sterk negatieve invloed op de mondiale handelsgroei hebben
- Verder zal Trump in 2024 in zijn campagnes al aankondigen dat hij vanaf 2025 zijn economische en militaire focus nog verder zal gaan verschuiven van Europa naar de Pacific, m.n. China, in combinatie met een nog sterkere isolationistische politiek, hetgeen we vooral in Europa zullen merken. De betrokkenheid van de VS bij de NAVO zal worden afgebouwd en Europa zal dan geheel zelf haar militaire broek moeten ophouden, met giga-gevolgen voor de defensiebegrotingen. Bijna zeker zal Trump de steun aan Oekraïne geheel stoppen en het met Poetin op een akkoordje gooien dat voor Oekraïne, en uiteindelijk ook Europa, alleen maar desastreus kan uitpakken. Oekraïne zou opnieuw een soort vazalstaat van Rusland kunnen worden en Europa zal haar defensie-inspanningen moeten verdrievoudigen om de weggevallen afschrikkingsmacht van de VS enigermate te kunnen compenseren. We zullen in een nieuwe keiharde koude-oorlog terecht komen en Europa zal moeten overschakelen van een welzijnseconomie naar een oorlogseconomie. Dat zal voor bijna alle generaties ‘even wennen’ zijn. Je kunt je zelfs afvragen of de verwende Europeanen, waarvan 95% nooit een oorlog heeft meegemaakt, daartoe wel bereid zijn.
- Rusland kan dankzij de Republikeinen en Trump niet alleen als de grote triomfator uit het Oekraïne-conflict komen, maar zal daar al in 2024 op anticiperen door steeds assertiever en agressiever te worden en Europa intern te destabiliseren via een cyberoorlog en haar steun aan stokende extreemrechtse partijen hier. Poetin zal een steeds grotere permanente bedreiging gaan vormen voor de Europese rechtstaten. Het is hem de afgelopen 20 jaar wel duidelijk geworden dat agressie loont en het ‘decadente’ Europa een ‘lekker leven’ veel belangrijker vindt dan investeren in haar veiligheid en vrijheid. Hij zal inschatten dat de meeste EU-landen niet de militaire kracht, de moraal en fighting spirit hebben om hem tegen te houden als het gaat om zijn territoriale ambities. Poetin ziet in 2024 een ongekend instabiele wereld waarin de VS geen dominante macht meer is en zich niet meer serieus met Europa bemoeit, een China dat hem door dik en dun steunt en een Europa dat door interne politieke verdeeldheid steeds zwakker wordt. Die situatie gaat hij in 2024 ongetwijfeld al gaan uitbuiten
- Nimmer in haar geschiedenis waren de VS zo tot op het bot verdeeld en in 2024 zal die verdeeldheid in giftige en splijtende verkiezingsdebatten tussen twee fossiele leiders zo uitgebeend worden dat het machtige Amerika voor de buitenwereld in de beeldvorming zal verpieteren tot een zielig derdewereldland dat zichzelf en haar democratie naar de afgrond duwt en moreel eigenlijk niet meer serieus genomen kan worden. Als Trump inderdaad wint zal het het meest instabiele transitiejaar ooit worden en de onderlinge politieke haat zal de zittende administratie in 2024 zowel w.b. haar binnenlandse als haar buitenlandse beleid tot een ‘lame-duck’ maken. Niets zal Biden nog door het Congres krijgen, waardoor de VS internationaal het gezag ontberen om bij gevaarlijke conflicten in de wereld de-escalatie af te dwingen. En zonder de mondiale politieagent VS kan iedereen zijn gang gaan. De nieuwe wereldorde zal veel anarchistischer en chaotischer worden.
- Omdat het nu al op twee fronten actief bij een zware oorlog betrokken is, Gaza en Oekraïne, kunnen de VS zich geen derde front veroorloven. En dat kan door Xi Jinping wel eens als het uitgelezen moment worden gezien om zijn intern verzwakte positie stevig op vijzelen door juist in 2024 Taiwan aan te vallen. Daar is in het patriottische China massale steun voor en Xi’s inschatting kan zijn dat Biden en het Congres nu geen openlijke oorlog om Taiwan gaan riskeren, dus niet zullen interveniëren bij een inval van China. Maar 100% zeker kan ie daar ook weer niet van zijn. Voor Biden zou het assertief reageren op zo’n Chinese provocatie wel eens de enige strohalm kunnen zijn om in november nog een kans tegen Trump te maken.
- En naast al deze geopolitieke misère moet er ook nog eens rekening mee worden gehouden dat Europa zichzelf danig gaat verzwakken, omdat in 2024 in diverse EU-landen de extreemrechtse partijen steeds groter zijn geworden, partijen die de rechtstaat gaan ondermijnen en steeds openlijker de kant van dictatoriale regimes, zoals Rusland, kiezen. En bij de recente Europese verkiezingen zijn er inmiddels zoveel extreemrechtse populisten in het Europese Parlement neergestreken, dat het EP een onwerkbare slangenkuil vol destabiliserende rechtstaat-ondermijners en Poetin-vriendelijke landverraders kan worden.
ortom: als een aantal van de belangrijkste geopolitieke balletjes in 2024 per ongeluk de verkeerde kant oprolt, dan heeft dit jaar, maar ook 2025, alles in zich om als een annus horribilis de geschiedenis in te gaan.... als het begin van een wereldinferno met zoveel escalerend geweld, menselijke ellende en bestaansonzekerheid dat de debatten over de klimaatgevaren (nog meer dan nu) als een soort luxe-praat zullen worden weggehoond. Het zal dan vooral gaan om de existentiële vraag voor de korte termijn: hoe komt de homo sapiens met haar imposante kernwapenarsenalen veilig de tweede helft van de twintiger jaren door?
99. Rijke tokkies die zichzelf beschaafd wanen, maar proleten zijn.
Bloemendaal is de rijkste gemeenten van ons land, 3 op de 10 inwoners is er miljonair en dientengevolge staan daar ook de grootste en de meeste vrijstaande huizen met forse stukjes ruimte eromheen. Je moet er wel erg je best om geluids- en/of zichtoverlast van elkaar te hebben. In deze gemeente Bloemendaal dus had een verleden jaar overleden multimiljonair zijn kapitale landhuis, omsingeld door een omvangrijk groengebeuren, voor 20 jaar kosteloos beschikbaar gesteld aan Hospice Haarlem. Het plan was om er 10 bedden in te plaatsen en er een rustige omgeving te creëren waar mensen in hun laatste levensfase naar het einde kunnen worden begeleid. Er zijn blijkbaar toch ook nog mensen die deugen.
De gemeente was gaarne bereid om een vergunning voor deze hospice-faciliteit af te geven, maar enkele welgestelde buren maakten daar verontwaardigd bezwaar tegen en dreigden tot Hoge Raad tegen zo’n vergunning te gaan procederen. Elk weldenkend mens dat over een beetje beschaving beschikt, denkt dan: welke idioot kan nu welk bezwaar hebben tegen 10 bedden voor mensen die letterlijk ‘doodziek’ zijn? Ze liggen vooral op bed en hebben vaak de kracht niet om veel te ondernemen. Kortom: als er een groep is waar je als omwonenden geen last van hebt, dan is het wel van patiënten in de hospice-fase. Dus wat was in godsnaam het bezwaar van die rijke stinkerds in die lommerrijke buurt?
Het is niet te filmen, maar ze kwamen met het armzaligst mogelijke argument: ,,wij willen niet dat onze kinderen stervende mensen op straat zien lopen en dan ook nog dat parkeergedoe.” Op straat zien lopen? Die mensen kunnen nauwelijks nog lopen. Parkeergedoe? Het landhuis heeft plenty parkeerruimte, volledig aan het zicht onttrokken door een omvangrijke boomsingel. Maar bij zo'n reactie van zulke querulanten staat het verstand toch stil? In mijn brein schiet op zo’n moment alleen de kwalificatie “egoïstische tokkies, zonder innerlijke beschaving en menselijkheid” naar boven. Hospice Haarlem had de middelen niet voor een ellenlange juridische procedure en zag dus af van het aanbod van de rijke weldoener. De tokkies winnen. Maar jammer voor die stervende medeburgers.
,,Het waren er maar een paar die tegen het hospice waren” werd er snel door andere de villa-types geroepen. O ja? Zou het? Vast wel. Maar dan hoop je toch dat het dorp zich wat luider laat horen, dit asociale gedrag massaal afkeurt en overgaat tot een langdurige sociale boycot van “die paar” benepen patsers. Maar het bleef er tot vandaag de dag heel erg stil. Logisch, want je valt natuurlijk je eigen soort niet af.
Dreigen met procederen lijkt een plaag te worden. De wet geeft terecht veel ruimte aan burgers om haar belangen via bezwaar- en beroepsprocedures te beschermen tegen het agressief of onwettelijk optreden van andere partijen, maar de onredelijken en de profiteurs maken daar steeds vaker misbruik van. Als je over voldoende middelen beschikt om een juridische procedure lang vol te houden, dan kun je de partij die die middelen niet heeft onder druk zetten om maar toe te geven, ook als je kansloos bent om het uiteindelijk te winnen.
Maar daarnaast kun je ook al met betrekkelijk weinig middelen een bezwarenprocedure starten. Dat zien bijvoorbeeld projectontwikkelaars bij woningbouwprojecten hand over hand toenemen. De bouw van nieuwe woningen wordt gefrustreerd omdat de zittende bewoners bang zijn om iets van hun uitzicht kwijt te raken of omdat ze de parkeerruimte met meer bewoners moeten delen. Deze ‘not-in my backyard’ (nimby-) mentaliteit remt op vele plaatsen een soepel verlopend bouwproces.
Velen zien er ook een verdienmodel in. Elke half jaar vertraging door procederende bewoners kost de projectontwikkelaars, maar ook de gemeente = gemeenschap, klauwen met geld. En soms kunnen ze de bouw wel een jaar of meer ophouden door steeds weer in beroep te gaan tegen een besluit. De bezwaarmakers weten dat ze ontwikkelaars (en andere betrokkenen in het bouwproces) in de tang hebben en stellen dan op enig moment een deal voor waarbij ze voor een ‘mooi bedrag’ wel af willen zien van hun vaak kansloze, maar lang te rekken bezwaarprocedure. De ontwikkelaar weegt af, neemt zijn verlies dat vaak minder groot is dan bij nog meer vertraging….en betaalt. Een ergerlijk voorbeeld van een win-win-situatie.
De ruimte voor burgers om bezwaar- en beroep aan te tekenen tegen plannen van de overheid en andere partijen is een essentiële verworvenheid van burgers in onze rechtstaat. Maar wanneer die burgers daar misbruik van gaan maken vanuit hebzucht, een kortzichtig eigenbelang of een nimby-mentaliteit, dan is de wetgever op enig moment wel gedwongen dit recht, om reden van algemeen belang, te beperken. Dat is wat er nu in de Haagse politieke pijplijn zit. Veel gemekker zal het gevolg zijn. En de goeden gaan dan onder de kwaden lijden.
100. Hoe de KGB-onderknuppel Poetin aan de macht kon komen, en blijven.
Het afgelopen jaar heb ik een college-reeks gevolgd over het aan de macht komen en blijven van Vladimir Poetin. Deze colleges waren verdeeld over tien blokken en werden gegeven door professor Hans van Koningsbrugge, hoogleraar geschiedenis en politiek van Rusland aan de RUG. Erg leerzaam en de colleges werden relaxed en met humor gegeven. Rusland, haar geschiedenis en haar politieke elite hebben altijd mijn belangstelling gehad, ook omdat het land op vele punten zo totaal afwijkt van de politieke cultuur van alle andere regio's in de wereld.
Over Poetin had ik al heel wat gelezen en in die studies was het mij opgevallen dat zijn route naar de absolute macht over het immense Rusland een complex traject was, dat zich in hoge mate in het verborgene afspeelde en waarin toeval, intimidatie, chantage, geweld, veel geluk en slim inspelen op de kansen die zich voordeden hand in hand gingen. De weinig charismatische Poetin was in de chaotische Jeltsin-periode niet alleen voor deze gemankeerde president, maar vooral voor de leidende figuren in de geheime dienst de juiste man op het juiste moment: een KGB-verleden, slim en sluw, strategisch vernuft, een relevant netwerk, een eersteklas intrigant, machtswellustig, wreed en meedogenloos.
Poetin werd op voorspraak van voormalige KGB-bazen onder president Jeltsin via twee belangrijke tussenstapjes tot premier geparachuteerd, om hem daarna als president op te volgen, met als heimelijk hoofddoel: de KGB (inmiddels FSB geheten) weer terug in het centrum van de macht te brengen. Dat is uiteindelijk meesterlijk gelukt. Of de FSB-elite ook had voorzien dat dit weinig charismatische ventje de almachtige ‘capo di tutti capi’ zou worden, is onwaarschijnlijk. Niemand is onder maffialeider Poetin zeker van zijn functie, of van zijn leven, ook de FSB-elite en de oligarchen niet. Wie het spel niet volgens Poetins regels meespeelt, gaat eraan. En velen zijn eraan gegaan.
De maffiabaas moge dan nu schier onaantastbaar boven op de apenrots zitten, maar hij kan nooit meer terug naar ‘een normaal leven’. Het laten vieren van de teugels c.q. het doen van (politieke) concessies aan zijn tegenstanders betekent zijn einde, in alle opzichten. Hij zal verscheurd worden door de velen die een rekening met hem hebben te vereffenen en kan daarom weinig anders dan de repressie steeds verder opvoeren. Zijn mazzel is dat er (nog) geen competente potentiële opvolgers met gezag en een brede machtsbasis beschikbaar zijn. Niemand die zich achter de coulissen warmloopt. Als Poetin nu komt te overlijden, zijn er aan de top voornamelijk incompetente en gevaarlijke ‘gekken’ die met hun handen dicht bij de rode atoomknop zitten en waartussen een machtsstrijd zal uitbreken die wel eens gevaarlijker voor het Westen kan zijn dan het regime-Poetin.
Er zijn vele boeken geschreven over de mars van Poetin naar de absolute top als dictator van Rusland. Twee aanraders: 1. “De nieuwe tsaar. De opkomst en heerschappij van Vladimir Poetin” van Steven Myers (2019) en 2. “De mannen van Poetin: hoe de KGB Rusland heroverde en vervolgens de strijd aanging met het Westen” van Catherine Belton (2022). Hoe Poetin aan de macht is gekomen en hoe hij die macht consolideerde en voortdurend uitbreidde kan in de volgende stappen worden samengevat.
1. Achtergrond en vroege carrière. Poetin werd geboren in 1952 en groeide op in Leningrad (nu Sint-Petersburg). Hij studeerde rechten, bekleedde daarna verschillende posities in de KGB en werd o.a. gestationeerd als geheim agent in het Oost-Duitse Dresden. Tijdens deze periode leerde hij vele vaardigheden die later van pas zouden komen in zijn politieke loopbaan.
2. Sint-Petersburg en zijn stijging op de politieke ladder. In 1990, na de val van de muur, verhuisde Poetin van Oost-Duitsland weer terug naar de Sovjet-Unie, waar hij werd opgemerkt door Anatoli Sobtsjak, de burgemeester van Sint-Petersburg. Poetin werkte daar enige jaren als viceburgemeester en ontwikkelde hechte politieke en economische connecties, ook met de regionale maffia. Toen Sobtsjak in 1996 zijn ambt verloor, verliet Poetin de stad en ging naar Moskou.
3. Economische politieke chaos in de Jeltsin-jaren, voedingsbodem voor een massale onvrede waar Poetin garen bij spinde. De overgang van de staatsgeleide economie naar een markteconomie ging veel te snel en mislukte volkomen. 85% van de bevolking zakte onder de armoedegrens en verloor het vertrouwen in het Westerse model. Dat gold niet alleen voor de markteconomie, maar ook voor de democratie. Men wilde af van Jeltsin. Die riep de oligarchen te hulp en verkocht aan hen een groot deel van de staatsbezittingen (m.n. energie- en delfstoffen) voor 1.5% van de werkelijke prijs. Gelegaliseerde diefstal op megaschaal van staatseigendommen. De oligarchen stelde daarna € 2 miljard beschikbaar, waarmee Jeltsin zijn verkiezingscampagne kon financieren. Hij won overigens vooral dankzij stembusfraude. De chaos onder Jeltsin was een gunstige voedingsbodem voor de nieuwe wind die Poetin omhoog blies.
4. Landing in Kremlin en benoeming tot premier. Poetin trad in 1997 toe tot de regering onder president Boris Jeltsin als plaatsvervangend stafchef van het Kremlin. Een vitale functie om een netwerk en een eigen machtsbasis van ‘machtige mannen’ op te bouwen. In 1998 werd hij directeur van de FSB en een jaar later voorzitter van de Veiligheidsraad. Maar al in augustus 1999 benoemde Jeltsin hem tot premier.
5. De Tsjetsjeense oorlog, de staatsterreur en zijn zelfprofilering als meedogenloze crime-fighter. Tijdens zijn premierschap werd Rusland geconfronteerd met de Tsjetsjeense oorlog, waarin Poetin een krachtige houding aannam. Zijn harde, zeg maar wrede, aanpak van het conflict werd populair bij de bevolking, die verlangde naar stabiliteit na de tumultueuze jaren ’90. Dit versterkte zijn imago als sterke leider. Verder zijn er serieuze aanwijzingen dat de FSB een leidende rol speelde bij het plegen van bomaanslagen in flatgebouwen die de bevolking angstneuroses bezorgden en die Poetin de gelegenheid gaven zich te profileren als een ‘hard en meedogenloos’. Dat imago deed het toen erg goed bij het volk.
6. Presidentiële overgang. Poetin kwam in 1999 als president aan de macht na het aftreden van Jeltsin. Waarom koos Jeltsin juist Poetin als zijn opvolger? Allereerst manoeuvreerden zijn KGB-vrienden hem in deze positie, maar los daarvan was ook Jeltsin erg gecharmeerd van de 'macher' Poetin. Maar een grote rol speelde ook: Poetin beloofde als enige kandidaat Jeltsin na zijn aftreden een riante afvloeiingsregeling en hem niet te vervolgen voor corruptie. Poetin maakte ook dat hij een eind ging maken aan de chaos als hij president zou worden.
7. Politieke consolidatie en de “siloviki”. Een sleutelrol in Poetins regering werd gespeeld door de “siloviki,” een groep voormalige KGB-agenten en militaire functionarissen. Deze mannen, zoals Nikolai Patroesjev, Sergej Ivanov en Aleksandr Bortnikov, vormden de kern van Poetins binnenste cirkel. Ze deelden een achtergrond in veiligheidsdiensten en speelden een belangrijke rol in het handhaven van controle en stabiliteit.
8. Oligarchische steun en economische stabiliteit. Poetin gaf ruimte en faciliteiten aan een nieuwe club van oligarchen zoals Roman Abramovitsj en Boris Berezovski. Zij mochten van Poetin schatrijk worden, maar in ruil voor Poetins gunsten, moesten ze zich politiek rustig houden en Poetin ruime financiële steun geven voor zijn politieke campagnes. Deden ze niet wat Poetin wilde dan waren ze het haasje.
9. Poetin en zijn KGB-mannen nemen Rusland over. Ze eigenden ze zich meedogenloos allerlei bedrijven toe, namen de economie, de rechtspraak en alle andere vitale overheidsfuncties over, hevelden miljarden over van de publieke naar de private sector, lieten de scheidslijnen tussen de politieke macht en de georganiseerde misdaad vervagen, schakelden tegenstanders uit en gebruikten vervolgens hun rijkdom en macht om hun invloed in het Westen uit te breiden. Je kun stellen dat een handvol KGB’ers sinds eind jaren tachtig door middel van het witwassen van vele miljarden in het Westen, het Westen ook ontwricht en zichzelf heeft verrijkt. Met Poetin aan de top van de maffiose machts- en geldmachine.
10. Populisme en mediacontrol. Poetin gebruikte effectief populistische strategieën om zijn populariteit te vergroten. Hij presenteerde zich als een leider die orde herstelde en het land stabiliteit bracht. Tegelijkertijd werden kritische media onderdrukt en gecontroleerd, waardoor Poetin zijn boodschap kon sturen zonder serieuze tegenstand.
11. Grondwetswijzigingen en langer aan de macht blijven. In 2008, na twee termijnen als president, benoemde Poetin Dmitri Medvedev als zijn opvolger. Medvedev benoemde Poetin meteen tot premier, waardoor de invloed van Poetin op het beleid behouden bleef. In 2012 keerden de rollen om, met Poetin die opnieuw president werd. Deze schijnbare wisseling van machtsposities werd gezien als een manier om de regels van de grondwet te omzeilen, die beperkingen stelden aan het aantal opeenvolgende termijnen.
12. Internationale invloed en geopolitiek. Poetin zocht actief naar een sterke internationale rol voor Rusland. Hij gebruikte kwesties zoals de annexatie van de Krim in 2014 en de betrokkenheid in het Syrische conflict om de nationale trots te versterken en zijn imago als krachtige wereldleider te bevorderen.
13. Elke machtspoliticus is zo sterk als zijn tegenstanders hem laten zijn. Poetin kan dus doen, en waarschijnlijk ook blijven doen, wat hij al vele jaren doet omdat hij weet dat hij zijn binnenlandse vijanden in de tas heeft en de westerse alliantie te verdeeld en daardoor te zwak is om hem echt te stoppen. En omdat hij door een groot deel van de niet-Westerse wereld openlijk gesteund wordt: militair en politiek.
14. Hier en daar laat hij zich uit tactische overwegingen hooguit wat afremmen. Doet dan net alsof ook hij voor de dialoog kiest, maar bereidt tegelijkertijd een nieuwe stap voor, op weg naar zijn einddoel: herstel van het Groot-Russische rijk. Via een uitgekiende salamitactiek overschrijdt hij figuurlijk en letterlijk grenzen, waarbij hij elke keer weer een nieuw stukje van de salami binnenhaalt, dat net niet groot genoeg is voor het Westen om er full swing met zwaar militair geweld tegenaan te gaan. Want militaire represailles tegen een kernmacht is ook geen wenkend perspectief. Catch 22 …de kleine dictator heeft ons in de tang.
15. De gedachte dat er met Poetin, ex-KGB officier, rationeel is te onderhandelen, is altijd al een illusie gebleken. De man, zo blijkt o.a. uit beide hierboven genoemde studies, is compromisloos en gewetenloos. Elk middel heiligt zijn doelen. Bij het begrip integriteit kan hij zich niets voorstellen. Niemand hoeft ook te rekenen op zijn loyaliteit, ook zijn naaste omgeving niet. Loyaliteit is iets wat hij eist van anderen, blinde loyaliteit. Stel je hem op dit punt teleur, dan neemt hij wraak, dan lig je er uit, dan maakt hij je af, verbaal en/of fysiek. De lijst van slachtoffers is lang. En hij zorgt er voor dat anderen ook weten dat hij meedogenloos is. Hij probeert zich niet beter voor te doen dan hij is.
16. Formele macht is mooi, maar daar red je het doorgaans niet mee in een dictatuur. Daarin moet de Leider ook angst inboezemen. Zijn hele omgeving moet hem onvoorspelbaar vinden en hem vrezen. Zijn naaste adviseurs zullen daarom pluimstrijkers moeten zijn, uit lijfsbehoud. Ze zullen hem nooit tegenspreken, want dan kennen ze hun lot. Zo houdt de baas de rijen gesloten. Poetin zal tot zijn einde, om zijn macht te kunnen consolideren, meedogenloos en voorspelbaar in zijn onvoorspelbaarheid moeten blijven. Maar in het proces richting zijn ultieme doel, handelt hij, vanuit zijn eigen belang gezien, vaak uitermate rationeel en strategisch.
17. In Oekraïne zal hij pas ophouden met zijn agressie als hij hard militair gestopt wordt. Pas als hij er van overtuigd is dat de rekening van doorgaan veel hoger is dan een tactische terugtocht, zal hij inbinden. Wordt hij niet gestopt, dan zal ie doorgaan tot het Groot-Russische rijk bereikt is. Poetin is wat amoreel machtsdenken betreft niet anders dan Stalin, Napoleon, Mao en Hitler.
18. Als Oekraïne als vazalstaat ‘binnen is’, zal hij bijna zeker zijn pijlen richten op Estland, Letland en Litouwen. Deze landen hebben grote groepen Russischtaligen binnen hun grenzen, die kunnen gaan klagen over onderdrukking van overheidszijde en zo Poetin een alibi geven om in actie te komen. Die ondermijning van de Baltische Staten zal ongetwijfeld subtieler gebeuren dan in het geval van Oekraïne, vanwege artikel 5 van het NAVO-verdrag: een aanval op één lid is een aanval op allen.
Tegen de achtergrond van de grote dreiging die er van Rusland onder Poetin uitgaat, is het moeilijk te begrijpen dat er vanuit de Nederlandse politiek en media zo relaxed wordt gereageerd op de landverraders in eigen huis. Zo hoorde ik in een uitzending van het extreemrechtse “Ongehoord Nederland” de maffe clown Baudet onweersproken reutelen over het historische gelijk van Poetin. Poetin was z.i. een groot leider ,,en zijn inval in het corrupte Oekraïne was begrijpelijk, zelfs terecht”. Ook Wilders gaf nog maar kortgeleden hoog op van Poetins staatmanschap. Ooit werden dit soort ‘nuttige idioten’ die buitenlandse dictators als Stalin en Hitler ophemelden overal geboycot, nu zitten er types in ons parlement die Poetin wel een toffe vent vinden en zich fel uitspreken tegen de sancties om hem te straffen en tegen continuering van de steun aan Oekraïne. Hoelang blijven de andere Kamerleden deze NSB’ers 2.0 nog in hun midden tolereren?
20 afsluitende statements van een paar wijze burgers
- De dood gaat ons niet aan. Zolang wij er zijn, is de dood er niet, en wanneer de dood er is, zijn wij er niet meer. Epicures
- Er is slechts één weg naar geluk en dat is op te houden met je zorgen maken over dingen waar je geen invloed op hebt.
- Geef me de moed te accepteren wat niet in mijn vermogen ligt om te veranderen, de kracht om alles te doen wat in mijn vermogen ligt en de wijsheid tussen die twee onderscheid te maken. Epictetus
- Waarover men niet kan spreken, daarover moet men zwijgen. Alles wat uitgesproken kan worden, dat kan en moet duidelijk worden uitgesproken. Ludwig Wittgenstein
- In je slaap doodgaan? Nee, alsjeblieft niet zeg. Dood gaan maak je maar 1x mee. Dan ga je toch niet liggen slapen? Wim T Schipper
- Een communist heeft Marx gelezen. Een anti-communist heeft Marx begrepen. Swetlana Alexijewitsj, schrijver Nobelprijswinnaar
- Het lot schudt te kaarten en wij spelen. Arthur Schopenhauer
- Het leven is een casino. Het toeval is bepalend. Arnon Grünberg
- Ik hoop dat u mijn principes op prijs stelt, anders heb ik nog wel een paar andere". Groucho Marx
- Ik zou nooit lid van een club willen worden die mij als lid accepteert. Groucho Marx.
- Als ik tegen mijn familie zeg: "90% van de mensen met longkanker heeft gerookt", proberen zij bijdehand te wezen met: ,,maar slechts 10% van de mensen die roken, krijgen longkanker". Beide zijn waar en dan ben je uitgeluld. (jv)
- Als burgers in een democratie nooit meer bereid zijn om oorlog te voeren, lokken zij een oorlog gestart door dictators uit. Vandaag pacifisme, betekent morgen meer oorlog. Elie Wiesel, Joods-Amerikaanse schrijver en Holocaust-overlever
- Het was maar een ideetje zei Marx tegen Stalin en Mao, terwijl hij vanuit de hemel wees naar de rokende puinhopen met ontelbaar miljoenen vermoorde mensen in hun beider landen.
- Is de mens slechts een vergissing van God? Of is God slechts een vergissing van de mens? Friedrich Nietzche
- Logica brengt je van A naar B. Verbeelding brengt je overal". Albert Einstein
- Twee dingen zijn oneindig, het universum, en menselijke domheid. Maar van het universum weet ik het nog niet helemaal zeker. Albert Einstein
- Het beste argument tegen democratie is een vijf minuten durende gesprek met de gemiddelde kiezer. Winston Churchill
- Als alle mensen wisten wat iedereen van de ander zegt, zouden er geen vier vrienden op de wereld rondlopen. Blaise Pascal
- Niemand beweert dat democratie perfect is. Er is zelfs gezegd dat democratie de slechtste staatsvorm is, op al die andere vormen na die van tijd tot tijd zijn geprobeerd. Winston Churchill
- Steel je een beetje en ze gooien je de gevangenis in, steel veel en je wordt koning. Bob Dylan
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX